‘Zielige’ Kuzu uitgelachen in Kamer wordt na deze advertentie afgespeeld – 00:01
http://www.msn.com/nl-nl/nieuws/binnenland/zielige-kuzu-uitgelachen-in-kamer/ar-BBz01GU?li=AAazPsO&ocid=spartandhp
Fractievoorzitter Tunahan Kuzu vindt dat zijn partij DENK minder spreektijd krijgt dan andere partijen, maar andere Kamerleden zijn het daar niet mee eens.
Ter toelichting hieronder het verslag in de Handelingen:
Verslag plenair debat van vandaag, 29 maart:
De heer Kuzu (DENK):
Voorzitter. De sollicitatiecommissie voor het ambt van Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Bij gebrek aan andere sollicitaties bespreken wij vandaag slechts één sollicitatie: die van mevrouw Arib. Dat is in schril contrast met de vorige verkiezing, toen kandidaten nog volop aan het lobbyen waren om de steun te krijgen van ook de kleine fracties. Ik zal maar direct met de deur in huis vallen: ik had op meer sollicitaties gehoopt. Martin Bosma heeft in ieder geval al eerder met veel geklaag aangegeven dat hij niet ging solliciteren, omdat andere partijen de PVV uitsluiten. Ik vind dat hypocriet gehuil. Bosma en Agema van de PVV klagen over discriminatie bij een sollicitatieprocedure, terwijl Geert W. en zijn PVV de grootste voedingsbodem van discriminatie en uitsluiting zijn in heel Nederland. Geert W. is er zelfs voor veroordeeld. Bosma is dus de laatste die mag klagen over discriminatie. Om maar even met Mark Rutte te spreken: Bosma zou niet moeten zeuren, maar gewoon moeten solliciteren en zich invechten.
Als het gaat om waarover Bosma hypocriet klaagt, over discriminatie, wordt mevrouw Arib vaak aangehaald als voorbeeld van dat het wel kan, als het toonbeeld van geslaagde emancipatie en kansengelijkheid in dit land. Als je je best doet in Nederland, kan Ahmed burgemeester worden van Rotterdam en kan Khadija zelfs Voorzitter worden van de Tweede Kamer, zo wordt er dan gezegd. Maar zeg dat maar tegen Khadija in de Schilderswijk, zeg dat maar Ahmed in de Afrikaanderwijk of tegen Khadija in Nieuw-West. Zij lopen dag in, dag uit tegen uitsluitingsprocessen aan. Zij solliciteren zich blauw om op gesprek te mogen komen en zijn dan vaak niet de enige kandidaat. Zij hebben dus geen behoefte aan het vergoelijken van voorbeelden waarin het toevallig wel kan. Er is behoefte aan keihard beleid.
Terug naar de sollicitatieprocedure. Wij van DENK hebben de sollicitatiebrief van mevrouw Arib met veel aandacht gelezen, maar hebben toch nog een aantal vragen in het kader van haar geschiktheid voor deze functie. Ik ga ze puntsgewijs af. Vraag één. Mevrouw Arib, hebt u uw positie niet voor politiek gewin gebruikt voor het voeren van campagne? Het Kamervoorzitterschap kan alleen goed functioneren als het politieke tegenstellingen overstijgt. Alleen dan kan het de noodzakelijke bewaker zijn van de parlementaire orde. Alleen dan dwingt het respect af van alle leden in de Kamer. Mevrouw Arib heeft in het afgelopen jaar laten zien dat zij er grote moeite mee heeft om de politieke tegenstellingen te overstijgen, en dat terwijl zij in haar sollicitatiebrief van 12 januari 2016 nog aangaf dat de functie van het Kamervoorzitterschap terecht onafhankelijk is. Daar heeft zij helaas weinig van laten merken. Op 28 juni 2016 konden wij van DENK immers op Nu.nl lezen: “Kamervoorzitter Arib noemt acties DENK Kamerlid onwaardig”. Mevrouw Arib, u zou toch onafhankelijk blijven? Hoe kan een Kamervoorzitter nu bepalen of een gekozen Kamerlid “Kamerlid onwaardig” is? Dat is toch niet aan de Kamervoorzitter, maar aan de kiezer. De kiezer is verstandig genoeg om zelf een oordeel te vellen en heeft daar het advies van de Kamervoorzitter helemaal niet voor nodig. Wij van DENK willen mevrouw Arib dan ook oproepen om haar politieke voorkeur in het vervolg voor zich te houden en deze woorden nooit meer te gebruiken.
Maar helaas bleef het niet bij deze woorden. Nadat deze Voorzitter DENK eerder betitelde als “Kamerlid onwaardig”, konden wij een paar weken later, op 16 juli 2016, al lezen: “Kamervoorzitter Arib: in tegenstelling tot DENK heeft Wilders wel respect voor de Kamer”. Deze Voorzitter neemt het dus op voor een man die minder Marokkanen wil, die deze Kamer betitelt als “nepparlement” en die haar vanwege haar afkomst niet als Voorzitter wil. En dan neemt u het op voor Geert W. van de PVV, mevrouw Arib? Nogmaals, u zou toch onafhankelijk blijven? En dan stelt u ook nog dat DENK geen respect zou hebben voor de Kamer. Ik kan daar het volgende over zeggen: dat is klinkklare onzin. Wij hebben het grootst mogelijke respect voor onze parlementaire democratie, wij staan pal voor onze Kamer en onze Grondwet, maar voor wat u in het afgelopen jaar hebt gedaan, kunnen we helaas weinig respect opbrengen.
Maar wederom bleef het niet bij deze woorden. Op 1 maart 2017 konden wij lezen: “Arib: DENK verkettert en demoniseert ongekend”. Het lijkt wel een hetze tegen DENK. Zie ook: “Kamervoorzitter Arib: methodes DENK tasten aanzien Tweede Kamer aan”. En dan op de verkiezingsdag: “Kuzu had afstand moeten nemen van uitspraken van Erdogan”. Mevrouw Arib, voor de derde keer: u zou toch onafhankelijk blijven? Waarom bewees u in het afgelopen jaar keer op keer dat u uw emoties en uw politieke voorkeur niet gescheiden kunt houden van het Kamervoorzitterschap als het gaat om DENK? U weet toch dondersgoed dat het een Kamervoorzitter niet past om politiek te bedrijven?
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Nu we er een politiek debat van maken, heb ik nog een vraag aan de heer Tunahan. Ik bedoel de heer Kuzu. Sorry.
De voorzitter:
Het is altijd lastig, die namen.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Wat vindt u eigenlijk van de uitspraken van de heer Erdogan dat Nederland een naziland zou zijn? U brengt het zelf op, dus ik ben benieuwd.
De heer Kuzu (DENK):
Daarvan heb ik al aangegeven dat Nederland geen nazistisch en geen fascistisch land is.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
U neemt ook bewust afstand van de uitspraken die daar gedaan zijn door de Turkse premier, die u zo bewondert?
De heer Kuzu (DENK):
Nou, “die u zo bewondert” … Ik denk dat mijn woorden duidelijk zijn geweest. Voor u wil ik het nogmaals herhalen. Ik heb het in de afgelopen tijd vaak genoeg gedaan, maar voor u hierbij nogmaals.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Het lijkt me belangrijk dat we mensen hier beoordelen op wat ze doen en dat we hier in Nederland op een fatsoenlijke wijze het debat met elkaar voeren. Ik wil u vragen om dat op dezelfde manier te doen, mijnheer Kuzu.
De heer Kuzu (DENK):
Zou een Kamervoorzitter in het vervolg dan ook het fatsoen kunnen hebben om Kamerleden niet meer te kwalificeren als “waardig” of “onwaardig” en om het ambt van Kamervoorzitter niet meer te gebruiken voor een politieke campagne? Dat gebeurde nota bene op de verkiezingsdag. Dat past niet.
Mijn tweede vraag gaat over betrouwbaarheid. Tijdens een eerdere verkiezing tot Voorzitter deed u er alles, maar dan ook alles, aan om stemmen te krijgen, ook de stemmen van de kleine partijen. Ik heb de sms’jes nog. U schreef daarom in uw sollicitatiebrief: “Ik zal er altijd op letten dat ook minderheidsstandpunten worden gehoord.” Maar een paar maanden later was u die woorden alweer vergeten en kwam u met een grote hamer om de rechten van kleine fracties kapot te slaan. Kamerleden die afsplitsen, krijgen alleen nog een halve medewerker en een schijntje van de spreektijd. De democratie was de verliezer en de voorzitters van de grote fracties waren de winnaars. Zij kunnen hun greep op Kamerleden nu versterken. Waarom hebt u dit gedaan? Waarom hebt u uw woorden na een paar maanden alweer ingeslikt? Is dit eigenlijk niet een klassiek voorbeeld van kiezersbedrog? Wij van DENK hebben in ieder geval grote moeite om u nog te kunnen vertrouwen. Wat zijn uw woorden waard? U gaf in uw brief immers ook aan dat u Kamerleden altijd de ruimte wilt geven om hun inbreng te leveren, maar u kapt collega Öztürk structureel af. Ik durf zelfs te stellen dat u in het afgelopen jaar continu een keiharde dubbele maat hebt gehanteerd. Ik wil dat best bewijzen. We hebben daar filmpjes over gemaakt. We kunnen het naast elkaar zetten en dan kunt u zelf beoordelen of u vindt dat u alle Kamerleden op een eerlijke manier behandelt.
De heer Verhoeven (D66):
Die filmpjes van DENK kennen we. Wat mij betreft, zijn ze niet voor herhaling vatbaar. We hoeven ze hier dus niet af te spelen, maar het lijkt erop dat DENK in navolging van de PVV ook zegt: wij worden heel onheus bejegend; iedereen is tegen ons; we krijgen altijd de schuld van alles en we worden niet eerlijk behandeld. Dat lijkt dus heel erg op de aanpak van de PVV; dat valt mij op. Als door de voorzitter een keer iets tegen een van de 150 leden wordt gezegd over het functioneren in het debat en de manier waarop hij zijn werk uitvoert, is dat de taak van een voorzitter. Waarom is het volgens DENK dan per definitie zo dat commentaar op DENK politiek ingegeven is? Waarop is dat gebaseerd? Het kan ook over uw eigen functioneren gaan. U bent heel erg met uw eigen functioneren bezig; kijk daar dan ook eens kritisch naar.
De heer Kuzu (DENK):
In de eerste plaats heb ik aangegeven dat wij allerlei dingen aan het doen zijn zonder dat we het stellen. Ik heb hier duidelijk aangegeven waarom ik tot deze oordelen kom. Ik heb duidelijk aangegeven dat ik zelfs filmpjes heb waarin we zien dat bijvoorbeeld een Kamerlid van D66 tijdens een regeling van werkzaamheden een minuut lang spreektijd krijgt om een punt te maken en dat de voorzitter DENK al na twee zinnen afkapt. Dat gebeurt niet één keer; dan zou ik zeggen: goed. Dat gebeurt niet twee keer; dan zou ik ook nog zeggen: prima. Het gebeurt structureel. Daar heb ik moeite mee.
De heer Verhoeven (D66):
Ik denk dat de heer DENK voorbeelden heeft waarin hij slecht behandeld is. Er zijn allerlei voorbeelden waarin andere fracties dat ook weleens denken. Laat ik ter geruststelling tegen de heer Kuzu zeggen dat ook ik weleens het gevoel heb gehad dat mijn spreektalent niet volledig uit de verf kwam door de manier waarop de voorzitter mij afkapte. Ook mij is dat dus weleens gebeurd. Laten we dus niet doen alsof dat alleen bij DENK gebeurt. Het gebeurt bij elk Kamerlid. Dat is precies waarom we een voorzitter hebben.
De heer Kuzu (DENK):
Dat is precies mijn punt. De heer Verhoeven van D66 geeft aan dat het bij hem weleens een keer gebeurt.
De heer Verhoeven (D66):
Het gebeurt bij iedereen!
De heer Kuzu (DENK):
Bij mij gebeurt het altijd en bij Öztürk gebeurt het altijd.
(Rumoer)
Morgen wordt commentaar toegevoegd. Wordt dus vervolgd.
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/plenaire_verslagen/detail?vj=2016-2017&nr=61&version=2