Tags
Leer jongeren om zich te vervelen (Alexandra van Ditmars, Filosofisch elftal, Katern de Verdieping/Trouw, 4-2-21)
Er zijn zorgen over het gebrek aan perspectief bij jongeren in de lockdown. Maar volgens het filosofisch elftal is dat niet het werkelijke probleem. ‘We hebben jongeren afhankelijk gemaakt van planningen.’
Wethouders jeugd maken zich ernstig zorgen over de situatie van kinderen en jongeren in de lockdown, stond maandag op de voorpagina van deze krant. Door de pandemie kampen ze met vrees om achterstanden op te lopen, met isolatie en met gevoelens van angst en onzekerheid. Eerder waarschuwde de Sociaal-Economische Raad (SER) dat de coronacrisis nog jaren lang invloed zal hebben op de levens van jongeren. De wethouders roepen het Rijk op om jongeren weer perspectief te bieden. Dat is volgens hen net zo urgent als bedrijven financieel ondersteunen.
Het filosofisch elftal buigt zich over de vraag: hoe bied je jongeren perspectief in de lockdown?
Gert-Jan van der Heiden, hoogleraar metafysica aan de Radboud Universiteit, vraagt zich af of de wethouders wel de juiste vraag stellen. “Waarom zou er geen perspectief zijn? Perspectief gaat over in de verte kijken. En dat kunnen we: de negatiefste schattingen over de pandemie lopen tot eind 2022. Het probleem is eerder dat we niet in de verte kijken, maar ons richten op het probleem in het hier en nu: we kunnen dingen niet doen zoals we dat graag zouden willen. Natuurlijk is dat, ook voor jongeren, uitermate vervelend. Tegelijkertijd ontstaat er een speelruimte als de vaste orde wegvalt. Juist van jongeren zou je hopen dat ze die zelf kunnen invullen. Dat ze dat blijkbaar niet kunnen, is volgens mij het werkelijke probleem waar we als maatschappij mee aan de slag moeten.”
Ook schrijver en filosoof Désanne van Brederode denk dat we niet zozeer moeten uitgaan van perspectief. “Dat heb ik ook nooit gehad, en nog steeds niet. Waarom moeten we toch altijd weten waar we onszelf over vijf jaar zien? Maar we moeten jongeren wel uitrusten met een sterker ‘ik’. Wat je nu ziet, is dat jongeren niet in staat zijn zichzelf tot bloei te laten komen tijdens de lockdown.”
“Dat verbaast me niet. Van jongs af aan krijgen kinderen continu entertainment aangeboden, ligt de nadruk op kennisprestaties en leren ze niet hoe mooi het is om langere tijd geconcentreerd met iets bezig te zijn. Ze worden grootgebracht in een cultuur waarin weinig ruimte is voor het ontwikkelen van je creativiteit en het ontplooien van je ziel. De huidige situatie drukt ons met de neus op de feiten. Onze jongeren hebben niet geleerd zich te vervelen. Terwijl je in de verveling juist op een ander spoor kunt komen, je eigen interesses en talenten kunt inzien. En die zijn je houvast. Niet omdat ze je perspectief bieden, maar omdat ontplooiing ervan je bevrediging zal geven. In de lockdown is daar alle tijd voor. Misschien wil je alles van De Tachtigers lezen, raps leren schrijven of je eigen kleren gaan maken. Wat jongeren daarentegen wel geleerd hebben, is alle stille momenten op te vullen met sociale media en korte berichtjes. En dat geeft juist een onbevredigd gevoel.”
Van der Heiden: “Blaise Pascal schreef: ‘Alle ellende van de mensen heeft maar één oorzaak, namelijk dat zij niet in staat zijn rustig in een kamer te blijven’. Dat vinden we inderdaad lastig, we zoeken continu externe impulsen om vermaakt te worden. Terwijl de verveling een broedplaats kan zijn voor nieuwe perspectieven, zoals Heidegger ook betoogt. De verveling kan onze creativiteit opwekken.”
“Tegelijkertijd snap ik goed dat dit jongeren niet zo gemakkelijk lukt, mede omdat we hen hier niet voldoende in oefenen. We leven in een maatschappij die sterk planmatig is. Dat zie ik ook aan hoe wij met studenten omgaan op de universiteit. Alles moet voor ze uitgespeld worden in studiehandleidingen en protocollen, die vervolgens strikt gevolgd moeten worden. Terwijl je ook kunt zeggen: begin een college en kijk gaandeweg waar je komt met deze groep.”
“Door zo op de planning te hameren, maak je mensen afhankelijk van een planning. Als die dan wegvalt, zit iedereen meteen met de handen in het haar. Dat is heel benauwend. Bovendien is het funest voor ons vermogen om te gaan met onvoorspelbare gebeurtenissen, zoals virusuitbraken. Als ‘perspectief’ geïnterpreteerd wordt als concreet termijnplan, is het misschien zelfs beter om jongeren perspectief te ontnemen in plaats van te bieden. Als wat je nu doet enkel een middel is om een toekomstig doel te bereiken, leidt dat af van het heden. Het legt alle nadruk op de toekomst. Terwijl wat je nu doet, omwille van zichzelf zorg en aandacht verdient.”
Van Brederode: “Ik vind het woord ‘perspectief’ wel van waarde in de zin van: zaken in perspectief zien. Daar heb ik ook een concreet plan voor: elke jongere krijgt een vluchtelingenbuddy. Het mes snijdt ook nog eens aan twee kanten, want de vluchteling krijgt eens niet het etiket ‘zielige vluchteling’ opgeplakt.”
“Vluchtelingen weten wat het betekent om te gaan met grote onzekerheid en eenzaamheid. Ze weten zich daarin toch staande te houden. Leren hoe onberekenbaar de werkelijkheid is, kan een goede leerschool zijn voor de jongeren hier. Ze kunnen hun vluchtelingenbuddy daar bijvoorbeeld over interviewen. Niet om ze in te laten zien dat het altijd nog erger kan, maar omdat meeleven en leren van een ander je deels kan bevrijden van je eigen eenzaamheid en ellende. Het kan je verbinding laten voelen, werkelijke verbinding, die we volgens mij al jaren kwijt zijn. Als we ons weer diep verbonden met elkaar voelen, hebben we volgens mij niet zoveel perspectief nodig.”
https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/1167/articles/1292065/33/1