Tags
Het huidige regeerakkoord staat weer bol van de compromissen. Wel met voor elke van de vier partijen herkenbare onderdelen. Maar wat kan de kiezer daarmee?
De vraag wat de kiezer daarmee kan, valt in de praktijk van de dag helemaal weg aan belang aangezien de Nederlandse bevolking in de vorm van het electoraat maximaal versplinterd en gepolariseerd is geraakt en dus lijkt het bijna een volkssport te zijn geworden altijd en overal ‘tegen’ het zittende kabinet te zijn en dat zal ook gelden voor Rutte III. Voor die vrijblijvende houding hoeft de politiek ook geen aanstoot te nemen. ‘Ze’ hebben zelf om een dergelijk kabinet gevraagd. Het electoraat zal eraan moeten gaan wennen.
door Aukje van Roessel beeld Milo, De Groene Amsterdammer, 11 oktober 2017
Een proef in een aantal gemeenten met legale wietteelt. Dat is helemaal D66. Een vlaktaks met daarboven nog slechts één hoger belastingtarief voor alleen de kleine groep allerrijksten. Het cda pleit er al jaren voor. Extra geld voor gezinnen met kinderen, via de kinderbijslag en het kindgebonden budget. Het zal goed vallen bij de achterban van de ChristenUnie. Een lagere vennootschapsbelasting voor bedrijven – ook de vvd ziet een wens in vervulling gaan.
‘Dat is helemaal D66’, maar ook helemaal jeugdig electoraat, van rechts tot links.
Voor de critici van de manier waarop het kabinet van VVD en PvdA vijf jaar geleden zijn regeerakkoord tot stand bracht een vraag. Als u bovenstaand rijtje ziet, vindt u dan dat ook bij het nieuwe regeerakkoord sprake is van het door u toen zo vermaledijde uitruilen? Schande werd daar toen over gesproken: het had toch geen pas bij het formeren van een kabinet een spel te spelen met kaarten! De partij die bijvoorbeeld de kaart Zorg trok mocht destijds haar ideeën op dat terrein helemaal uitwerken. Waar was het klassieke compromis gebleven, klonk het toen.
Vergeten waren die critici dat op het klassieke compromis steeds meer kritiek kwam. Wat heb je aan overheidsmaatregelen die een beetje liberaal en ook een beetje sociaal-democratisch zijn? Of, vertaald naar de nieuwe coalitie: een beetje liberaal, een beetje christelijk en dan ook nog een beetje D66? Dat is vlees noch vis! In een klassiek compromis herkent toch niemand zich meer, de partijen niet, maar de kiezer ook niet!
‘Klassiek’ is immers op het CDA en SGP na, uitgestorven. De resterende partijen (en fracties) zijn allemaal ‘neo’ geworden!
Kritiek op zowel het klassieke compromis als het uitruilen staat voor een groeiend probleem in de Nederlandse politiek. Want hoe valt er te regeren als kiezers daartoe niet meer bereid zijn? Beide zijn immers uitkomst van ons kiesstelsel via evenredige vertegenwoordiging. Omdat geen enkele partij de absolute meerderheid heeft, is er altijd sprake van een coalitieregering. Met inderdaad als gevolg dat als je één van die partijen compleet haar zin geeft op één onderwerp het kan zijn dat daar strikt genomen in de Tweede Kamer geen meerderheid voor is. Of dat wanneer je een ouderwets compromis sluit de uitkomst er een is waar vooraf helemaal niemand voor getekend zou hebben. Toch worden de meeste wetten door ruime Kamermeerderheden aangenomen, meestal ook met instemming van oppositiepartijen.
Hoe ‘als kiezers daartoe niet meer bereid zijn?’ dan volgt er toch weer een rondje volgende verkiezingen waarin nog meer gewisseld wordt van eerdere stemkeuzes! Zo wordt het voor het electoraat opnieuw feest, het Feest van de Russische Roulette’, het Feest van de Nederlandse Pluriformiteit! Hoe meer (individuele) verschillen worden geaccentueerd, hoe beter het is.
Al bij het onderhandelen over een regeerakkoord moeten partijen kiezen: klassiek compromis of uitruilen? De uitkomst van die keuze is al een compromis. Met dan ook nog als mogelijkheid dat de gekozen werkwijze van alle twee een beetje is, al weer een compromis dus.
Op de oppositie zal dat geven en nemen niet veel indruk maken
Vorige week ging CDA-senator Greetje de Vries-Leggedoor op een bijeenkomst van de Universiteit Leiden, Campus Den Haag, tekeer tegen uitruilen en al fulminerend ook tegen het sluiten van compromissen in het algemeen. Op z’n minst opmerkelijk voor een vertegenwoordigster van een partij die in het verleden vele compromissen sloot om te kunnen regeren. Maar ze vertolkte wel een gevoel in de samenleving. Wat in mijn ogen een gevaarlijke ontwikkeling is. Daarmee ondergraven politici het parlementaire stelsel, omdat ze een democratische grondhouding, het rekening houden met minderheden en het voorkomen dat een absolute meerderheid haar wil oplegt, niet verdedigen.
Het is de vraag of het parlementaire stelsel ondergraven wordt, aangezien de resultante van deze ontwikkeling is dat er steeds meer minderheden ontstaan en dus verandert er uiteindelijk niets. Geen mens die daarom maalt. De lange formatie van dit jaar is al tekenend voor het feit dat het leven toch wel doorgaat, een missionair kabinet of niet.
De vier partijen die nu een kabinet gaan vormen, hebben die democratische grondhouding wel in acht genomen. Daarom ligt er weer een typisch Nederlands regeerakkoord, dat bol staat van de compromissen. Wel met voor elke van de vier partijen herkenbare onderdelen, om het verwijt van vlees noch vis te voorkomen.
‘Weer een typisch Nederlands regeerakkoord’ maar onderscheidend van het even ‘saaie’ buitenland!
Maar op sommige onderdelen is er dan toch weer een compromis om een andere partij tegemoet te komen. Zo mogen VVD en D66 de studielening behouden, maar krijgen CDA en ChristenUnie – die terug wilden naar de studiebeurs – ter compensatie een korting op het collegegeld voor eerstejaars studenten. De VVD kan juichen over de verlaging van de winstbelasting, maar d66 en ChristenUnie kunnen wijzen op de hogere lasten die bedrijven gaan betalen voor hun energieverbruik. VVD en CDA behouden een streng kinderpardon, maar de ChristenUnie kan benadrukken dat er een betere bed-bad-broodopvang komt voor uitgeprocedeerde asielzoekers.
En zo is er een ‘nieuw evenwicht’ ontstaan uit de gebruikelijke uitersten binnen de vaderlandse politiek en dat blijft ondanks alle kritiek toch een ‘frisse wind’.
Op de oppositie zal dat geven en nemen niet veel indruk maken. Die zijn altijd tegen, zoals PVV en Forum voor Democratie. Of worstelen met zichzelf vanwege een tegenvallende verkiezingsuitslag zoals PvdA en SP, of een stukgelopen informatiepoging zoals GroenLinks, wat in beide gevallen leidt tot een grote profileringsdrang. Bovendien ruikt menige oppositiepartij nu al bloed, omdat de nieuwe regering slechts 76 zetels heeft, de kleinst mogelijke meerderheid.
Het verschijnsel ‘worstelen met zichzelf’ duidt alleen op een ouderwets, want achterhaald vasthouden aan eigen dogmatiek, dat vooral voor de PvdA, SP en PVV opgaat.
Het kabinet van VVD en PvdA dat binnenkort vertrekt, was er een van de uitgestoken hand, bereid om compromissen te sluiten met de oppositie. Dat was mooi als gebaar, maar het was ook noodgedwongen, omdat Rutte II geen meerderheid had in de Senaat. Gaat Rutte III ook op zoek naar grotere meerderheden dan die ene zetel, toont het ook de bereidheid compromissen te sluiten met deze of gene oppositiepartij, vakbond of werkgeversorganisatie?
Rutte III zal er niet omheen kunnen en bovendien is Rutte de man van de gebaande paden. Eenmaal als deugdelijk ervaren, blijft het in stand mits het blijft voldoen aan de politieke praktijk.
Voorstanders van een breed draagvlak in de samenleving zullen dat toejuichen. Maar een uitgestoken hand moet ook aangenomen worden. Misschien zit daar nog wel het grootste probleem. Negen oppositiepartijen op alle denkbare politieke flanken en veelal van ongeveer dezelfde omvang als de regeringspartijen zullen er alles aan doen om nog herkenbaar te blijven. Uit eigenbelang is dat misschien begrijpelijk. Maar het zal de bereidheid van kiezers om het belang van compromissen in te zien niet bevorderen. Waarmee de politiek uiteindelijk in haar eigen vlees snijdt.
Deze laatste zin is ook maar de vraag omdat de kiezers steeds autonomer worden in het bepalen van de eigen meningsvorming, in plaats van zelfonderzoek naar de harde feiten. Politiek is geen serieuze bezigheid meer en alleen aanmelding als deelnemer van nieuwe verkiezingen zal de vrijblijvendheid verminderen. We wachten af hoe deze nieuwe ‘vormen’ van democratie zich gaan manifesteren!
[Aukje van Roessel werkt sinds 2004 als politiek redacteur voor De Groene Amsterdammer. Voor haar wekelijkse kroniek In Den Haag kreeg ze de Anne Vondelingprijs 2015 voor politieke journalistiek. Meer]