Tags
Wat we wérkelijk zagen bij Peter R. (Willem Pekelder kijkt tv, Achterop, Katern de Verdieping/Trouw, 23-7-21)
We zagen 7500 mensen defileren langs de kist van Peter R. de Vries. Uren stonden ze in de rij. Ogenschijnlijk één amorfe massa, verenigd in verdriet. Maar wat zagen we écht? “Hij kwam voor de minderheden op”, vond een jonge moslima in RTL Boulevard. “Hij was zo bijzonder, zo rechtvaardig”, zei een 90-jarige witte vrouw in EenVandaag. “Hij was een man van het volk, en dat volk eert hem nu”, sprak een zwarte man in hetzelfde programma.
Dat was het eerste wat we zagen: een staalkaart van multicultureel Nederland. “Alle kleuren, alle leeftijden en alle lagen van de bevolking”, aldus Eppo van Nispen tot Sevenaer, oud-collega van De Vries, in Op1. Zijn conclusie: “Peter was er voor iedereen.” Eerder die avond had Gerri Eickhof die karaktertrek al geïllustreerd in het Journaal. Een vrouw vertelde hem over de racistische bejegening van haar zwarte ex-vriend tijdens een sportduel. “Maar gelukkig was Peter aanwezig en heeft hij de club meteen opgeroepen tot actie.”
De vermoorde misdaadreporter bekommerde zich niet alleen om grote kwesties als Nicky Verstappen en Tanja Groen of gerechtelijke dwalingen als de Puttense moordzaak, maar ook om anonieme slachtoffers van onrecht. Hij was de Pieter Omtzigt van de rechterlijke macht. Er zijn meer vergelijkingen te trekken met het oud-CDA-kamerlid en ook wel met Pim Fortuyn (ofschoon de journalist een broertje dood had aan populisme). Net als zij werd De Vries gezien als Messias. “Wie gaat ons nú helpen?”, vroeg een vrouw vertwijfeld. Een ander: “Mijn held is dood”.
Dat was het tweede wat we zagen: verdriet om een Verlosser, als reactie op het gevoel in de steek gelaten te zijn door de democratische rechtsstaat. Dat sentiment was voor het eerst zichtbaar bij de begrafenis van Fortuyn, daarna bij de aanhankelijkheidsbetuigingen voor Omtzigt en nu bij de dood van De Vries. Opnieuw waren we getuige van de verweesde samenleving, alleen ditmaal breder en diverser dan ooit.
Wat aan ons oog voorbijtrok waren de burgers van Verwey Jonker. Dat instituut bracht in januari een alarmerend rapport in de media: een kwart van de bevolking heeft geen vertrouwen (meer) in de instituties van de rechtsstaat, zoals politie en rechterlijke macht. En dat komt niet door een gebrek aan kennis, waarschuwde het instituut in één adem door. Een groeiende groep van laag- tot hoogopgeleiden en van politiek actief tot politiek passief ervaart een onzichtbare overheid.
Door sluiting van loketten en politiebureaus, doorgeslagen digitalisering, vleugellamme stadsdelen en complexe wet- en regelgeving vraagt de burger zich, volgens het rapport, wanhopig af: “Waar moet ik aanbellen, wie is onze wijkagent?”
Alsof de duvel ermee speelde kwam EenVandaag op de avond van de herdenking met een item dat die ervaring van verlatenheid perfect staafde. In het Friese Wier heeft Defensie een nieuwe radar geplaatst, die straling veroorzaakt en dag en nacht bromt. De bewoners voelen zich overvallen en maken zich zorgen over hun gezondheid. “Dit bevordert het vertrouwen in de overheid niet”, sprak bestuurskundige Marcel Boogers met gevoel voor understatement.
Het is díe verweesdheid die mensen van heinde en ver deed optrekken naar de kist van Peter R. de Vries in Carré.
https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/1309/articles/1413702/36/1