Tags
Spreken is weer goud in politiek (Dirk Vlasblom, katern Wetenschap/NRC Handelsblad, 7 november)
Politicologie Parlementariërs moesten in de 19de eeuw de collega’s in de bankjes overtuigen en in de 20ste eeuw de burgers voor de buis. Nu is het parlement weer dé politieke arena. Daar zijn goede sprekers in het voordeel.
# Het parlement – de naam zegt het al – draait om het gesproken woord. Discussiebijdragen en vragen aan het kabinet staan vaak op papier, maar ze doen pas ter zake als ze worden voorgedragen. En een interruptiedebat vraagt om improvisaties, ook al is het voorbereid. Het vragenuurtje in het Britse Lagerhuis is een theatraal duel tussen premier en oppositieleider en elke goed geplaatste kwinkslag krijgt luide bijval van partijgenoten in de bankjes en op de publieke tribune. De kern van een parlement is het openbare debat en daarin strijden argumenten en emoties om de voorrang.
Inderdaad staan altijd alle debatbijdragen op papier en het komt hoogst zelden voor dat iemand wel een papier op de lessenaar heeft liggen, maar daarvan geen gebruik maakt. Om die reden zijn de debatten en dan vooral de spreekbeurten die de Kamerleden krijgen het aanhoren niet waard. Er wordt dus door geen Kamerlid getraind om die papieren ongebruikt te laten. Er zijn in het verlengde hiervan in het parlement en de regering ook maar een drietal welsprekende sprekers, die het hele debat domineren en zelfs beheersen: Rutte, Samsom en Pechtold. Alleen naar die drie is het een genot om naar te luisteren, maar wel een genot in gradaties. Rutte is simpelweg een antwoordapparaat, die zijn – maar ook alle – dossiers volledig beheerst en dus iedereen de baas is wat debattechniek aangaat. Maar juist vanwege zijn vanzelfsprekende dominantie heeft hij ook teveel van een gelijkhebber die het knapste jongetje van de klas tekent. En dat uit zich in gebaren die niet altijd even volwassen overkomen. Typisch de eeuwige student die nooit volwassen is geworden. En nooit een staatsman zal worden.
Samsom is daar het tegendeel van. Hij beheerst de dossier even goed als Rutte maar hij is de intellectueel en dus de kampioen debattechniek in de Kamer. Hij weet de unieke combinatie tussen gevoel/emotie en verstand/intellect op een geweldige wijze te combineren en was vanwege die kwaliteit de winnaar van de vorige verkiezingen toen hij Roemer duidelijk wist te verslaan en zelfs te overtroeven na de voorsprong van de SP in de aanloop van de verkiezingen. In dat opzicht is Samsom ook veel sterker dan Asscher, die dat welsprekende niet heeft.
Tot slot Pechtold, die vooral kwinkslagen en humor weet aan te brengen en als enige Wilders voortdurend van repliek dient, wat hoogst nodig is, maar wat nu door Pechtold is bewezen: je moet het maar kunnen aanpakken en niemand met uitzondering van Pechtold lukt het. Dat is een felicitatie waard.
Dus heeft redacteur Vlakblom gelijk: om het voorgedragen woord gaat het en om niets anders. Enne… ja, Wilders is een randfiguur in deze kwestie: wel een spreker maar een uiterst eenzijdige en zijn ‘kwaliteit’ schuilt in zijn uniciteit met verbaal geweld die zo – iedere keer weer – onverwacht en onkenbaar is, dat iedereen weer wordt verrast. Dat kan ook alleen met zijn one-issue-thema’s, die om een bepaalde eenzijdigheid van zijn betogen vraagt. Meer kan zijn partij ook niet bieden. En… voordeel is dat je tegenstanders zich daar nauwelijks op kunnen voorbereiden of prepareren en dat is zijn kracht vanwege zijn populisme.
De conclusie luidt dus dat dat retoriek als de kracht van het overtuigen als ontroering alleen door Samsom wordt getoond en zo bezien is hij Neerlands kampioen in de Tweede Kamer en dus de beste politicus.