Tags
Intimidatie
Commentaar/nrc.nl, 2-5-23
Dit is het dagelijkse commentaar van NRC. Het bevat meningen, interpretaties en keuzes. Ze worden geschreven door een groep redacteuren, geselecteerd door de hoofdredacteur. In de commentaren laat NRC zien waar het voor staat. Commentaren bieden de lezer een handvat, een invalshoek, het is ‘eerste hulp’ bij het nieuws van de dag.
Journalisten die over journalisten schrijven, dat houdt altijd iets navelstaarderigs. Toch is het soms nodig om stil te staan bij de vrijheid van de pers, in de wereld én in Nederland. Het bestrijden van aanvallen op de pers is immers niet alleen een taak van politie en justitie. Ook media zelf moeten daar aan bijdragen, door het onderwerp onder de aandacht te brengen.
Lang niet alle intimidatie van journalisten haalt het internationale nieuws. De arrestatie van de Amerikaan Evan Gershkovich, Moskou-correspondent van The Wall Street Journal, kreeg veel aandacht, maar die van bijvoorbeeld de Iraanse journaliste Niloufar Hamedi veel minder. Zij zit sinds september in een cel in Teheran, omdat zij verslag deed vanuit het ziekenhuis waar de activiste Mahsa Amini stierf aan de verwondingen die zij in detentie had opgelopen.
Het Iraanse regime heeft de protestbeweging die na Amini’s dood ontstond inmiddels grotendeels neergeslagen. Onder de duizenden arrestanten bevinden zich tientallen journalisten, die een oneerlijk proces tegemoet kunnen zien. Hun uitschakeling is een effectief middel in handen van het regime: de intimiderende werking op andere journalisten leidt tot minder aandacht voor de protesten, die zo sneller uitdoven.
Het aantal gedetineerde journalisten neemt al jaren toe. Vorig jaar was hun aantal met 20 procent gegroeid, tot minstens 363 journalisten wereldwijd. Iran voerde de lijst aan, samen met China, waar veel journalisten werden opgepakt omdat zij verslag deden van protesten tegen het strenge Covid-beleid.
De middelen die journalisten hebben om zich te beschermen zijn beperkt, maar soms kan publiciteit een machtig wapen zijn. Het internationale consortium Forbidden Stories draait om dit principe: het maakt de verhalen af van journalisten die zijn gearresteerd of vermoord en publiceert ze in media wereldwijd. Zo was NRC een van de organisaties die het onderzoek naar buiten brachten dat de vermoorde Colombiaanse journalist Rafael Moreno had gedaan naar milieuvervuiling en corruptie. Moreno was een van de 66 journalisten die in 2022 omkwamen.
Steeds meer bedreigde journalisten delen hun dossiers met Forbidden Stories en maken dat openbaar. De boodschap aan hun bedreigers: „Met de moord op mij schiet je in eigen voet.” Wie weet hoe veel levens het redt en hoeveel onthullingen het mogelijk maakt.
Helaas is deze transparantie niet alleen noodzakelijk in Colombia. Vorige maand publiceerde de Volkskrant een ontluisterend artikel over de intimidatiecampagne tegen zijn China-verslaggever. Een campagne die had plaatsgevonden op Nederlandse bodem, inclusief valse bommelding uit naam van de journalist aan het adres van de Chinese ambassade. Voor zover bekend was het de eerste keer dat de Chinese lange arm zich uitstrekte tot aan een journalist in Nederland; een gegeven dat nog eens extra de aandacht vestigt op het lot van Chinese Nederlanders die ook hier niet ontkomen aan intimidatie. Zo is het al jaren bekend dat Oeigoeren in Nederland onder druk worden gezet om hun kritiek op China te staken en terug te keren naar het moederland.
De persvrijheid in Nederland behoorde altijd tot de grootste in de wereld, maar de druk erop neemt toe, met als dieptepunt de moord op Peter R. de Vries in 2021. Andere journalisten worden dermate bedreigd vanuit criminele kringen dat zij persoonsbeveiliging nodig hebben. Nu komt daar intimidatie met een vermoedelijk buitenlandse politieke achtergrond bij. Dat mag niet gebeuren. Ook in Nederland heeft de persvrijheid actieve bescherming nodig.