Tags
Stelling: Oppositionele frustraties over de machinale en gelikte wijze waarop de afgelopen is geregeerd maken dat er geen vertrouwen meer bestaat dat de coalitie geopolitieke aangelegenheden – van welke aard dan ook – in een veilige haven kunnen loodsen. Daarom wordt vanuit de oppositie alles uit de kast gehaald om ieder internationaal verdrag – van handelsovereenkomsten tot aan militaire missies – te torpederen, maar het ergerlijke is dat dit door parlementaire amateurs gebeurt die zijn weerga in de nationale vergaderzaal niet kent.
En aangezien ook de coalitiepartners hieraan meewerken door in termen te spreken van ‘dik hout zaagt men planken’ wordt een zuiver debat vanuit die hoek ook niet bevorderd. Bijna geheel Rechts (exclusief de SGP) is zonder meer populistisch geworden en dat jaagt Linkse wraakzucht weer aan. Dit bestel loopt daarom vast. En heeft dat aan zichzelf te danken. Daarom, wat ook de uitkomst van vandaag betekent van het Ceta-debat, zal dit de laatste keer moeten zijn van een parlementair debat oude stijl (oude politiek) en zullen de onderhandelingen met de Brexit-Britten in alle openheid moeten plaatsvonden. Of dat lukt is vers twee want dat is onontgonnen terrein en zeker voor de diplomatie, overal de de behoudzuchtige ‘burcht van de bureaucratie’.
Anders kan er niet meer geregeerd worden. Deze conclusie trek ik uit onderstaand artikel, dat ik geheel overneem aangezien hierin bevestigd wordt wat Sigrid Kaag gisteren al schreef in NRC (‘Als je achter de dijken stoer doet, blijf je daar hangen’): alle onzin vanuit de oppositiebanken.[i]
‘Wegstemmen Ceta kan gesprekken met de Britten frustreren’ (Bas Knoop en Han Dirk Hekking, Handel/fd, 12-2-20)
In het kort:
- Tweede Kamer debatteert woensdag over handelsverdrag Ceta. Een meerderheid is onzeker.
- De Canadees-Europese deal is een voorbeeld voor een verdrag met de Britten, zegt minister.
- Wegstemmen ervan zou onderhandelingen met Verenigd Koninkrijk frustreren, aldus Kaag.
Mocht Nederland het EU-handelsverdrag met Canada (Ceta) wegstemmen, dan kan dat de onderhandelingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk over een nieuwe handelsdeal frustreren. Dat zegt minister Sigrid Kaag voor Buitenlandse Handel tegen het FD.
De Britse premier Boris Johnson zei vlak na het Britse vertrek uit de EU een vrijhandelsverdrag met de Unie naar Canadees voorbeeld na te streven. Het is ‘niet voor niets’ dat Johnson Ceta als model opvoert, stelt Kaag. Ook volgens de D66-minister kan Ceta een ‘mooie richtingwijzer’ zijn voor de handelsbesprekingen met de Britten die dit jaar worden gevoerd.
Nederland kan zich volgens haar een afwijzing van Ceta niet veroorloven. ‘Het is ondenkbaar dat een internationaal en geopolitiek georiënteerd EU-lid als Nederland zich niet committeert aan een modern en gebalanceerd verdrag als Ceta.’
Toch dreigt dat wel te gebeuren. De Tweede Kamer debatteert woensdag over het handelsverdrag met Canada. Een meerderheid is allerminst zeker, sinds de PvdA afgelopen najaar haar steun voor Ceta introk. Binnen de coalitie heeft de ChristenUnie grote twijfels. Ook verschillende boerenlobbyclubs en maatschappelijke organisaties verzetten zich op felle wijze tegen Ceta.
Dierenwelzijn
Veel critici richten hun pijlen op de paragraaf over investeringsbescherming, die buitenlandse investeerders de mogelijkheid zou geven om onwelgevallige wetgeving van EU-lidstaten te blokkeren. Dit zonder dat maatschappelijke organisaties zich daartegen kunnen verweren. Ook zijn er zorgen over de lagere Canadese standaarden op het gebied van dierenwelzijn, duurzaamheid en voedselveiligheid.
‘Maar hoe ver moet je teruggaan in de productieketen om er zeker van te zijn dat een product voldoet aan de Europese standaarden?’ vraagt Harry Garretsen, hoogleraar internationale economie in Groningen zich af. ‘Als je naast het eindproduct ook eisen wilt stellen aan de productieprocessen, is dat een motie van wantrouwen richting een van de ontwikkeldste landen ter wereld. Zonder vertrouwen in elkaar kun je beter geen handelsakkoord sluiten.’
Waarom is het verzet tegen Ceta de laatste maanden weer opgelaaid, terwijl het verdrag al in 2017 grotendeels in werking trad? Laurens Ankersmit, universitair docent Europees recht bij de Universiteit van Amsterdam, ziet de protesten als onderdeel van ‘de algehele tendens tegen mondialisering’. ‘Maatschappelijke groepen vinden dat multinationals te veel macht hebben.’
Hij wijst op het hoofdstuk in Ceta over een apart geschilbeslechtingssysteem voor investeerders, waar zij zich tot kunnen richten als zij zich benadeeld voelen door overheidsbeleid. Volgens hem is dit mechanisme niet nodig: buitenlandse bedrijven kunnen gewoon naar de nationale rechter in EU-lidstaten stappen.
Liberale wereldorde
Ook Garretsen denkt dat in de opgelaaide discussie over Ceta het huidige politieke klimaat leidend is. De liberale wereldorde staat onder druk, stelt hij. ‘Er heerst een sentiment tegen handelsakkoorden, ook in West-Europese samenlevingen. In de agrarische sector zie je bijvoorbeeld de neiging om vooral de eigen markt te willen beschermen tegen buitenlandse concurrentie. Partijen die zich nu tegen Ceta keren, proberen in te spelen op dit sentiment.’
Onderzoeker Rem Korteweg van Instituut Clingendael meent dat Nederland zich hier niet door zou moeten laten leiden. ‘De EU maakt een hele slechte beurt als Ceta niet wordt geratificeerd. Helemaal in het huidige tijdsgewricht waarin Europa onder druk staat van het protectionisme van Trump en het staatskapitalisme van Xi Jinping. De EU zou met Ceta juist een signaal moeten afgeven dat zij nog gelooft in een handelsorde gebaseerd op afspraken, regels en standaarden.’
[i] https://www.nrc.nl/nieuws/2020/02/10/als-je-achter-de-dijken-stoer-doet-blijf-je-daar-hangen-a3989958