Tags
Stelling: De huidige ambtelijke infrastructuur, die we kennen met duizenden beleidsambtenaren, zijn de noodzakelijke voorwaarde voor het bekende verschijnsel van ‘departementale hokjesgeest’ en de elkaar ‘concurrerende ambtelijke afdelingen’ of diensten. Allemaal overbodig ballast zoals blijkt als we nu dezer dagen getuige mogen zijn van de (Kinderopvang)Toeslagenverhoren in de Tweede Kamer. In dat kader kan ook een prachtige beschouwing in Futures/FD van dit weekend gelezen worden. En dan wordt ook duidelijk dat de plannen van Infrastructuur hopeloos achterlopen wat betreft hun fictieve overtuiging dat er meer rijbanen nodig zijn, zodat er nog duizenden bomen gekapt moeten worden. Wat een waanzin!
Bossen versus infrastructuur (Carlo van de Weijer, Vooruit/Log uit, Katern Futures/fd, 21-11-20)
Er lijkt een belangrijke kentering gaande in onze schijnbaar onverzadigbare roep naar groeiende mobiliteit. Buiten de luchtvaart groeit de mobiliteit in Nederland de laatste tien jaar niet of nauwelijks meer. De traditioneel constante groei naar meer en snellere bereikbaarheid heeft lange tijd nut gehad. Honderd jaar geleden was onze gemiddelde dagelijkse actieradius maar een paar kilometer, vandaag zijn dat enkele tientallen kilometers.
Grotere mobiliteit heeft maatschappelijke voordelen. Als mijn actieradius twee kilometer zou zijn, zou ik tomatenplukker of klokkengieter moeten worden en dat lijkt me niet optimaal voor de economie, want daar ben ik niet zo goed in. Verhoging van de actieradius is economisch verstandig om werknemer en werkgever zo goed mogelijk te kunnen koppelen. Maar het economisch nut om die actieradius nóg verder op te rekken wordt steeds kleiner. De economische schade van de aantasting van landschappen door infrastructuur is op een gegeven moment groter dan de opbrengsten van betere bereikbaarheid, als dat nu niet al het geval is. De burger zal zich meer moeten schikken naar de beschikbare ruimte voor mobiliteit, in plaats van andersom.
Ik moest daaraan denken toen ik in de plannen voor de uitbreiding van de A27 bij Amelisweerd dook. Die weg zou van tien naar veertien rijbanen moeten. De achtergrond van dat plan is de klassieke verwachting dat het wegverkeer eindeloos zal blijven groeien en dat we die groei moeten blijven faciliteren om files te voorkomen. Vooral dat laatste is een vergissing. Ik blijf het graag herhalen: de economische schade van congestie bestaat zeker, maar is zelden groot genoeg om drastische uitbreiding van infrastructuur te verantwoorden. En het fileprobleem is ook relatief rechtvaardig, want vooral de veroorzaker betaalt: een file bestaat immers uit mensen die klagen over de file. De Raad van State heeft een eerder plan voor de A27 afgekeurd, onder meer omdat nut en noodzaak onvoldoende waren aangetoond.
Het fileprobleem is ook relatief rechtvaardig, want vooral de veroorzaker betaalt
Actiegroepen tegen de verbreding hebben zelf een alternatief plan bedacht. Het kwetsbare punt bij Amelisweerd is de diepe bak waarin de snelweg ligt. Met een paar bescheiden aanpassingen kunnen twee rijbanen worden toegevoegd. De snelweg gaat dan van ‘vier plus zes’ naar ‘zes plus zes’. Daarvoor hoeft de bak niet te worden verbreed en blijft het bos gespaard.
Er spreekt steeds meer voor dit soort bescheiden ingrepen in plaats van drastische projecten. Helemaal nu we allemaal ervaring hebben opgedaan met meer thuiswerken. Daardoor, en door de daaraan gerelateerde verdere flexibilisering van werktijden, neemt vooral de vraag naar vervoer in de spits af. En dat effect zal voor een belangrijk deel blijvend zijn.
Amelisweerd is een natuurgebied, een oud landgoed met grote bomen die er al honderden jaren staan en het is mede daardoor een geliefd park bij de Utrechters. De economische waarde van dit soort secundaire woonvoorwaarden zou meer meegenomen moeten worden in de sommen. Als dat besef beter landt en tegelijkertijd een eerlijkere, lagere prijs voor de filekosten wordt berekend, zullen het bos en het landschap steeds vaker gaan winnen van de uitbreidende snelwegen en nieuwe spoorwegen.
*De conclusie van dit artikel kán als volgt luiden: de titel ‘Bossen versus Infrastructuur’ is een paradox want valse tegenstelling: iedere moderne ambtenaar dient te weten dat dit niet de feitelijke tegenstelling is omdat de bossen die ons land nu nog heeft, fundamentele verdediging behoeven, aangezien vanuit milieu- en ecologische overwegingen iedere boomkap misdadig is. Ook geldt dat het verkeer niet verder zal groeien omdat we aan het overschakel op videoconferencing en een fractie van het huidige wegverkeer dat fossielvrij rijdt. Wat nu nog op fossiele benzine en diesel rijdt, zijn toeristen en achterlopende ondernemers.