Aboutaleb die de weg uit het wurgende negativisme wijst (Tom-Jan Meeus, NRCWEEKEND, 27 & 28 februari)
Haagse invloeden Op wie moet je letten om Den Haag te begrijpen? Deze week: Ahmed Aboutaleb, Frans Timmermans en het (nationale) belang van een nieuw progressief tegengeluid. Ofwel: het dreigende vooruitzicht van politiek zonder ideeëncompetitie.
(http://www.nrc.nl/next/2016/02/27/aboutaleb-die-de-weg-uit-het-wurgende-negativisme-1591878)
NRCHandelsblad, 27 februari 2016
# Het ongemakkelijkste van de huidige politiek is de eigendunk onder gelijkgezinden. Te veel politici en burgers die in een luchtbel van het eigen gelijk leven.
De uitdrukking ‘ongemakkelijkste van de huidige politiek’ moet inderdaad gekoppeld worden aan de burger die vandaag de dag – sinds de verkiezingsoverwinning van LPF in 2002 – steeds meer voor zijn eigen inzichten en meningen uitkomt, want dat verschijnsel bestond niet vóór 2002. En ‘luchtbel’ is daarbij een fraaie vondst omdat we collectief in een wereld van luchtbellen terecht zijn gekomen, zoals we vroeger op het schoolplein bellen zaten te blazen. Het zijn eeuwig dezelfde spelletjes.
# Wat zien wij het weer goed. Wat analyseren we dit knap. Wat zijn we toch slim en gevat en onweerstaanbaar.
# Juist deze periode zijn politieke partijen dit soort eigendunk, en dedain voor anderen, aan het opwaarderen. Partijen sorteren voor op de Kamerverkiezingen, uiterlijk over een jaar.
# De programma’s moeten geschreven worden. Commissies denken na over de nieuwe Kamerlijsten.
# Vanaf het najaar barst de ideeëncompetitie los, dan moeten partijen hun personeelsbeleid en inhoudelijke posities op orde hebben.
# Daarbij is er vanuit het algemeen belang één urgente behoefte: een nieuw progressief tegengeluid. Een antwoord op de dominantie van het cultureel-conservatieve denken.
Een nieuw progressief tegengeluid is eigenlijk een mission impossible, zoals dat altijd al geweest is omdat in het versplinterde politieke landschap geen eenduidig politiek progressief of conservatief blok meer bestaat. De politieke pluriformiteit die altijd kenmerkend is geweest voor ons land, is alleen maar veel sterker geworden en dat maakt het vormen van coalities steeds moeilijker. Een gewenst progressief tegengeluid is vechten tegen de bierkaai, gezien de enorme verschillen van opvattingen in het progressieve of linkse kamp, maar dat geldt voor rechts ook.
# Want zonder geloofwaardig tegengeluid verliest de politiek zijn middelpuntvliedende krachten, met een fatale verheerlijking van flankpolitiek als gevolg.
Geloofwaardigheid is in de ogen van de burger, van het electoraat allang verleden tijd en hier loopt de auteur zelf achter de feiten aan. Daarom is de symbolische verheerlijking van flankpolitiek sinds Fortuyn al aan de gang.
# Dus noem het nieuw optimisme, nieuw idealisme, geef het een naam – zolang het een uitweg biedt uit het wurgende negativisme dat nu alles domineert.
Jesse Klaver heeft een nieuw optimistisch geluid laten horen, maar het lijkt erop dat het niet geland is. Het lijkt ook onbegonnen werk als je je te ver van de realiteit beweegt. Het hoort immers realistisch idealisme te zijn en dat ontbrak.
# De leegte van links, de holle frases van progressieve politiek. Ik kan niet ontkennen dat die termen me, als ik Den Haag op een afstandje bekijk, geregeld te binnen schieten.
Maar er bestaat ook een leegte van, alsmede holle frasen van rechts. Want op z’n minst even inhoudsloos als die de linkse partijen.
# De PvdA regeert ruim drie jaar mee in een moedig restauratieprogramma voor economie en overheidsfinanciën. Samsom zou er meer krediet voor verdienen.
Ik ken de interne gang van zaken binnen de PvdA niet, maar vermoedelijk zijn ze daar alleen bezig geweest met brandjes en opstanden te blussen, zonder duidelijk te maken dat die bezuinigingen in verband met de economische crisis noodzakelijk was, want voor dat je het weet word je uitgescholden voor neoliberaal. Het is daarom van levensbelang voor de PvdA om na de verkiezingen van volgend jaar een evaluatie te eisen van het hervormingsbeleid van afgelopen jaren en de 3%-begrotingsnorm ter discussie te stellen, als een onzinnig percentage.
# De economie lijkt hersteld en het overheidstekort teruggedrongen, terwijl inkomensverschillen niet groeiden en de verzorgingsstaat globaal intact bleef. Er kwam onzekerheid over (langdurige) zorg bij en er waren beperkte resultaten in klimaatbeleid. Weinig om je als sociaal-democraat voor te schamen. Ook weinig om je aan op te trekken.
Indien het een vaststaand feit is dat inkomensverschillen niet groeiden en de verzorgingsstaat globaal intact bleef, dan heeft de PvdA een geweldige winst – een mirakel zelfs – geboekt, maar dat wordt jammerlijk miskend.
# Intussen steken andere (liberaal-)progressieve partijen evenmin in topvorm. Klaver (GroenLinks) is het grootste talent. Maar voorlopig zijn er amper aanwijzingen dat hij zijn partij ver boven het electorale niveau van Rosenmöller of Halsema laat uitstijgen. Pechtold en D66 hebben Rutte II gered, maar piekten vermoedelijk te vroeg. De SP staat onder Roemer nagenoeg stil.
# Gelijktijdig beleven we een ronkende cultureel-conservatieve contrarevolutie, met weerzin tegen ‘de elites’, vluchtelingen en de EU als drijfveren.
# Dit zijn niet zomaar oprispingen. Kern is dat het liberale ideaal van de meritocratie – beloon prestaties ongeacht afkomst – de sociale mobiliteit is gaan belemmeren. In het hele Westen krijgen laagopgeleiden vooral nog kinderen met andere laagopgeleiden, en hoogopgeleiden met hoogopgeleiden.
# Het resultaat is omgekeerd aan het ideaal: maatschappelijke kansen, c.q. het gebrek daaraan, die bij de geboorte al vrijwel vaststaan. Zodoende zien we nu veel nationalistische politiek, klassiek het domein van rechts, gepaard gaan met bescherming van de verzorgingsstaat: zie Trump, zie Wilders.
Dit zijn inderdaad de paradoxen van deze tijd.
# Veel volkswoede is ook volmaakt logisch. In de VS zien we dat laagopgeleide middelbare blanken, gevangen in de eigen kansloosheid, nu zo ongezond leven dat zij in gelijke mate vroegtijdig sterven als aidsslachtoffers. In Nederland constateerde het Nidi deze week dat lager opgeleide zestigplussers woedend zijn over het langer doorwerken.
Logisch omdat de lager opgeleiden veel vroeger met werken zijn begonnen dan de hoogopgeleiden. Maar over die scheefgroei is in de politiek geen debat mogelijk, omdat inkomenspolitiek het grootste taboe is van deze tijd.
# De VVD begint al mee te surfen op de cultureel-conservatieve reactie. Zijlstra bepleitte vorige week in Trouw een verbod op het salafisme, hij wil „een politiek-ideologische aanval op onze rechtsstaat” bestrijden.
# Ik begrijp het, gezien de electorale concurrentie met de PVV. Maar voor een partij die acht jaar terug nog een Vrijdenkersruimte inrichtte, is deze overgang wel bijzonder. Een klassieke liberale wijsheid wil dat je denkbeelden nooit kunt bestrijden door ze te verbieden.
Geen enkele partij ontkomt aan politiek populisme.
# Met iedereen in zijn eigen luchtbel wordt het ook steeds lastiger zicht op de eigen radicalisering te houden. PVV-kopstuk Fleur Agema zette deze week Humberto Tan op zijn nummer omdat hij haar vroeg naar samenwerking met het Front National. Wat zuur weer, klaagde ze.
# Ze was vergeten dat een bekende PVV’er in 2007, in Het Parool, nog opmerkte dat hij „vergelijkingen met Le Pen en dat soort mensen” – mensen van „extreem-rechts”, zei hij – zo „vreselijk” voor de PVV vond. Inderdaad: dit was Wilders zelf.
# Bijna alle politieke energie bevindt zich nu op de cultureel-conservatieve flank, en de radicalisering gaat gewoon door.
Dit politiek bestel is een IC-patiënt geworden.
# Flirts met geweld onder groepen die zich tegen asielzoekersopvang keren, zijn doodnormaal geworden. Bedreigingen aan moskeeën ook. Na een lokale PvdA-voorzitter was er deze week een jonge D66’er die Wilders dood wenste.
# Oud-Groene- en –HP/De Tijd-journalist Joost Niemöller, nu pro-PVV-blogger op De Nieuwe Realist, stelde vorige week vast dat Wilders, als premier, het volk „een democratische stem” zal geven over „al die belangrijke zaken waarmee de Nederlanders na WOII monddood zijn gemaakt”. Toe maar.
# Dezelfde Niemöller meldde deze week per tweet vast dat David Irving „de beste historicus over de tweede wereldoorlog” is. David Irving: de Holocaust-ontkenner die in Oostenrijk werd veroordeeld en volgens de Britse rechter „antisemiet en racist” is.
# En het interessante was: onder Niemöllers duizenden volgers waren er, ik schat, een stuk of 25 die hem hierop aanspraken. De rest ging voort met het toejuichen van zijn stukken („Bestaat er een superieur ras? Deel 3.”)
# Ook heb je zo iemand als Gerard Joling, die zich op zijn blog als volleerd politiek analyticus gedraagt. In zijn laatste bijdrage behandelt hij „de doodenge PvdA”, zoals „Asscher het lieve meelopertje”. Alle problemen komen voornamelijk van „links, COA (Centraal Orgaan Asielzoekers), EU en de politiek die de feiten verzwijgen en daardoor racisme in de hand werken”.
# Coherent hoeft Geer van zichzelf niet te zijn, hij weet wat de tijdgeest wil: praat de boze burger naar de mond en het is goed.
# Het illustreert hoezeer het maatschappelijke klimaat één kant op swingt. En nu een alternatief op de andere flank nagenoeg afwezig is, dreigt zo ook het midden – de stem van de redelijkheid – gemarginaliseerd te raken. Zodat de grote ideeëncompetitie in feite uit de politiek verdwijnt.
# En elke partij mag van mij dit gat vullen – maakt niet uit. Misschien slagen Klaver of Pechtold erin.
# Maar het veld overziende lijkt me de best denkbare uitkomst als de PvdA het zo organiseert dat Ahmed Aboutaleb of Frans Timmermans kans krijgen op nationaal niveau de anti-Wilders te worden, waarbij Aboutaleb vermoedelijk de beste electorale kansen heeft.
# Er kunnen natuurlijk beletselen zijn – de heren moeten willen – maar op zich zouden zij, ieder voor zich, het schokeffect kunnen verzorgen waar dit opinieklimaat naar hunkert.
Of je met schokeffecten iets oplost is de vraag. Het bestel zelf zal moeten worden hervormd, maar dat is ondoenlijk met de besluitvorming in de Kamers zelf.
# Progressief-liberale identiteitspolitiek: rekening houden met elkaar in plaats van schelden op elkaar. Streng asielbeleid, maar ook offensief armoedebeleid. Een EU waar, naast bedrijven, ook mensen iets aan hebben. Klachten van asieldemonstranten serieus nemen. Klachten van Groningers serieus nemen. Minder bedrijfssubsidies. De economie stimuleren nu de modellen voor recessiebestrijding zijn uitgewerkt.
Zolang de politiek door regeerakkoorden vastligt, komt er van luisteren naar mensen en het publiek helemaal niets. Een vicieuze cirkel van gevangenschap – lees: beide kampen die elkaar in de houtgreep houden – is het logische gevolg.
# Maar de voornaamste opdracht lijkt me het wegnemen van de basis onder alle woede, de falende meritocratie, zodat mensen weer geloof in opwaartse mobiliteit krijgen.
Die creativiteit kan de politiek niet opbrengen. Daarvoor is de ontstane chaos inmiddels te groot.
# Moeilijk is dit niet. Het kan door lager opgeleiden veel méér, gevarieerder en vaker (tussentijds) te scholen. Dat verruimt ook de blik op de maatschappij, zodat mensen hun coconnetjes verlaten en hun opvattingen niet alleen meer met gelijkgezinden delen.
Dit is een vorm van naïef optimisme. Bijna wereldvreemd.
# Zodat dit land de openheid terugvindt waarop het zo prat zegt te gaan.
Wij verkeren in een overgangstijd waarin alles per definitie op de schop wordt genomen, zodat er ruimte ontstaat voor iets nieuws. Maar dat ‘nieuwe’ kan alleen ontstaan door een moeizame omverwerping van de politieke klasse, zoals dat ook tijdens de Franse Revolutie is gebeurd. Want macht corrumpeert en blijft kleven aan machtswellust. That’s the issue.
Burgers die zich óók verdiepen in andermans wereldjes, en andermans woede: wat een vooruitgang zou dat zijn.
En juist dit is nu teveel gevraagd.