Tags
Politici die groot zijn geworden door sociale media zullen de invloed ervan niet inperken (Column Sander Schimmelpenninck, Ten Eerste/de Volkskrant, 17-7-23)
Niemand wil nog. Zo lijkt het althans na een week waarin werkelijk iedereen leek aan te kondigen de landelijke politiek te verlaten. Nederland heeft haar eigen Great Resignation – de term komt uit de VS waar na corona het eerder ontslagen personeel in eerste instantie wegbleef. Dat mensen met keuze en kunde de politiek verlaten of er überhaupt niet aan willen beginnen, voorspelt weinig goeds voor de Nederlandse democratie.
Nederland kent een diepgekoesterde traditie van sobere, calvinistische politici. Nooit al te inspirerend of getalenteerd, maar toch in ieder geval betrouwbaar, benaderbaar en bereid tot compromissen. Achter de schermen is het nog steeds gezellig, soms té, zo bleek uit Rutte’s merkwaardige ‘Ik hou van je’ aan Jesse Klaver. Het contrast met de bühne is evenwel enorm geworden; instemming of begrip voor een ander is een doodzonde en mag alleen met een infantiele disclaimer – ‘geen fan, máár…’ – getoond worden. Een waardeloze ontwikkeling: het land heeft meer aan botsende karakters die productieve verbonden smeden dan aan vrienden die elkaar uitkafferen, zoals Rutte en Wilders bijna twintig jaar hebben gedaan – noem het showlarisatie.
Er zijn ook praktische problemen. Nederland heeft relatief weinig volksvertegenwoordigers; 150 op ruim 17 miljoen inwoners is gewoon niet meer afdoende (in Zweden zijn het er bijvoorbeeld 349 op ruim 10 miljoen inwoners). Door de afwezigheid van een kiesdrempel en de idiote hoeveelheid partijen hebben zij bovendien te weinig ondersteuning. Voor het salaris hoef je het ook niet te doen; voor getalenteerde en ervaren mensen is 180 duizend euro een schijntje, of u dat nu leuk vindt of niet.
Als we als maatschappij zo scherp aan de wind varen met onze waardering voor politici is het geen wonder dat de ellende van sociale media ervoor zorgt dat zij afhaken. Sociale media hebben daarnaast nog een belangrijk nadeel; ze creëren hun eigen politici. Veel politici komen tegenwoordig bovendrijven door sociale media, en je kunt je afvragen of dat de meest geschikte mensen zijn. Hoe dat ook zij, van politici die alles te danken hebben aan sociale media hoef je niet te verwachten dat zij de invloed van diezelfde sociale media zullen inperken. En zo is de vicieuze cirkel rond.
Afgelopen woensdag sprak ik met Sigrid Kaag voor mijn nieuwe programma over sociale media en democratie. Haar ogenschijnlijke nonchalance werd dezelfde avond verklaard, toen ze haar vertrek uit Den Haag bekendmaakte. Om onze vele gemeenschappelijke vijanden op stang te jagen, postte ik na afloop een foto van Kaag en mijzelf op Twitter met als begeleidende tekst: ‘Goed gesprek. Nu vooruit, werken aan een democratisch Nederland. Later meer duidelijkheid.’ Zoals verwacht tuinde domrechts massaal in het geintje, maar de hoeveelheid appjes en telefoontjes van serieuze media bleek óók onverhoopt groot. Dat ik geen enkele ervaring heb in de politiek en niet eens lid ben van D66, maakt tegenwoordig blijkbaar niet meer uit. Bereik en een mening zijn genoeg.
Nog een cliché dat waar is: elk land krijgt de leiders die het verdient. In een telefoonverslaafd land waar mannen zo snel mogelijk financieel onafhankelijk willen zijn, vrouwen niet willen werken ‘om de kinderopvang te betalen’ en het algemeen belang niet bestaat, betekent dat het einde van de calvinistische en verantwoordelijke politicus.
De kwaliteit zal er niet op vooruitgaan. Mensen met opties dachten al twee keer na voordat ze zich eraan waagden, en dat is nu tien keer. Daarmee krijgt de jennende en jengelende Nederlandse burger ironisch genoeg precies wat hij niet zegt te willen: beroepspolitici en clowns.
https://krant.volkskrant.nl/titles/volkskrant/7929/publications/1924/pages/2/articles/1857710/2/2