2040, dat is dus 10 jaar vóórafgaande aan de ‘afgeronde’ transitie van fossiel naar duurzaam, en dus duurzame hulpbronnen voor ons leven en werkklimaat en het Verdrag van Parijs. Behalve op de korte termijn kleinere en lokale innovatieve projecten, die direct benut kunnen worden, zoals zonne-energie, water-, wind- en (warmte)geothermie, die met warmtepompen naar boven moeten worden gehaald. Maar allemaal met als kenmerk dat ze een eenmalige investering vereisen ten behoeve van de kleinere industrieën – en dus niet geschikt voor de zware industrie – en huishoudens die hierop moeten gaan draaien. Het voordeel van deze lokale bronnen is dat in tegenstelling tot olie en gas, geen doorlopende zoektocht naar nieuwe olie- en gasvelden meer bestaat, zodat de duurzame bronnen al op voorhand een concurrentievoordeel hebben.
Voor de zware industrieën in ons land zullen die conglomeraten zware investeringen moeten doen om van fossiel af te komen, maar dat geldt in principe wereldwijd, tenzij de Chinezen het op hun beloop laten, met het risico dat de bevolking daar in opstand komt. Om het maar kort en duidelijk te verwoorden: we staan op de drempel van een revolutionaire omwenteling die alleen vergelijkbaar is met de Franse en Russische Revoluties die we vanuit de geschiedenisboeken nog kennen, maar dan een industriële revolutie. Let wel: Er heeft nog nooit eerder een dergelijke staande industriële revolutie plaatsgevonden op deze ‘georganiseerde’ schaal, en dus niet te verwarren met de langzame, geleidelijke en dus ‘spontane’ en spntaan gegroeide industriële revolutie van de 19e eeuw toen men ontdekte dat de eerste stoommachines in nieuwe fabrieken konden worden gebouwd en dus ook fabrieken het levenslicht zagen.
Deze omschakeling was een ‘natuurlijk’, bijna spontaan proces nadat de eerste industriëlen in Europa tot de conclusie kwamen dat er meer voedsel en producten op de markt gebracht moesten worden om geen enorme hongersnoden te krijgen vanwege de bevolkingsgroei in Europa. Als ik mijn gevolgde colleges sociaal-economische geschiedenis nog goed herinner, ging aan de industriële, fabrieksmatige revolutie een revolutie in woningbouw ‘de hoogte in’ aan vooraf, vanwege die bevolkingsgroei. Arbeiderswoningen waren voordien laagbouw. Voor hogere bouwprojecten waren ook innovatieve technieken nodig. Dit als inleiding voor de kern van mijn betoog dat hieronder volgt.
Het gaat om mijn reactie op het eergisteren gepubliceerde artikel van Andy Becket in de Britse The Guardian over de crisis in ‘The new left economics’: https://www.theguardian.com/news/2019/jun/25/the-new-left-economics-how-a-network-of-thinkers-is-transforming-capitalism , waarin wordt geponeerd dat de linkse economen van vandaag worstelen met de economische toekomst, maar ik ben ook verbaasd over hun visieloosheid en dat van de auteur. En dit aangezien vanuit mijn politicologische overtuiging wel degelijk een adequaat antwoord mogelijk is. Ik schrijf visieloos omdat er in economenland geen idee blijkt te bestaan hoe de huidige politieke problemen moeten worden opgelost zonder de zwakheden van het Britse politiek bestel ook ter discussie te stellen. De politiek wordt immers geacht om visie te ontwikkelen. Maar de brexit bewijst dat de Britse politiek onmachtig is op dit punt:
‘For almost half a century, something vital has been missing from leftwing politics in western countries. Since the 70s, the left has changed how many people think about prejudice, personal identity and freedom. It has exposed capitalism’s cruelties. It has sometimes won elections, and sometimes governed effectively afterwards. But it has not been able to change fundamentally how wealth and work function in society – or even provide a compelling vision of how that might be done. The left, in short, has not had an economic policy.
Mijn weerwoord op deze aanval: men is ‘niet in staat geweest’ om verandering aan te brengen in hoe welvaart en werk in deze samenleving tot uiting komen – in mijn eigen woorden samengevat – of zelfs maar een visie te ontwikkelen hoe dat aangepakt zou moeten worden, is terecht opgemerkt en mogelijk een tekortkoming van de Britse politieke elites, en als daarop geen beroep meer gedaan mag worden, op de intellectuele elite van dat land. Er bestaat volgens de auteur geen economische politiek of een politieke visie op de huidige gang van zaken. En vanwege de machteloosheid uit die hoek en mijn vermoeden dat economen toch al nooit beschikten over multidisciplinaire ideeën, zonder in ‘ideologismen’ te verzanden, hierbij mijn aanzet om tot een westers antwoord te komen. Daarvoor ben ik immers politicoloog.
Mijn basisantwoord is dat de geciteerde zinnen niet adequaat zijn omdat het niet gaat om het aanbrengen van fundamentele veranderingen over hoe de bestaande welvaart – hoe eenzijdig verspreid en gedistribueerd en dus grote delen van de bevolking niet bereiken – en saaie ‘lopende-bandenwerk’ of administratief moet worden aangepakt. In de tekst wordt het hoe en waarom van deze noodzaak ook niet toegelicht. Het is een aanname waar we weinig mee opschieten omdat de westerse ‘assertiviteit’ – als algemeen aanwezig kenmerk – betekent dat iedereen daar opvattingen over heeft, maar of ze doeltreffend en breed gedeeld worden, is maar de vraag.
Ik ga dit probleem van de andere kant benaderen, te weten hoe onze samenleving er over 20 jaar eruit zou moeten zien, aangezien de versnelling van maatschappelijke en technologische ontwikkelingen zo exponentieel snel verlopen, dat we het risico lopen dat deze uit de hand gaan lopen als er geen breed gedeelde visie wordt ontwikkeld.
Welke samenleving zie ik in 2040 ontstaan?
Allereerst een samenleving waarin méér balans en evenwicht ontstaat en dus gáát komen, want die bestaat nu in geen velden of wegen, vandaar dat er met de regelmaat van de klok wordt gesproken met de woorden van wijlen Fortuyn, als de ‘verweesde samenleving’. Zoals de democratie ook niet meer ideaal functioneert in de ogen van grote delen van de burgers of burgerij. Trouw kopte in hun redactionele commentaar vanochtend ‘Democratie heeft onderhoud nodig’ en dat mag als diskwalificatie gelezen worden vanwege de formulering ‘De oplossingen die het kabinet vooralsnog voor ogen heeft stellen enigszins teleur’. En dat ‘enigszins’ mag een eufemisme worden genoemd. Stelt dus zwaar teleur. Waarom lukt het niet om adequate en enthousiaste reacties te genereren?
Omdat in mijn visie dit politiek bestel op apegapen ligt en vervangen moet worden door een directe democratie, dat het stelsel van representatieve democratie gaat vervangen. Is dat niet een ‘enorme’ en dus onhaalbare sprong voorwaarts? Mijn antwoord is dat alles beter is dan zoals het nu is en dat niet alleen omdat er traditionele angst onder de politici bestaat over een risico van ‘teveel macht aan de burgers’, want dat gaat traditioneel ten koste van de eigen machtsambities. Maar de politieke klasse beseft niet – of is vergeten – dat de emancipatie van de burgers afgerond is en dat het tijd wordt voor een directe deelname of participatie aan het politieke bestuur van dit land, als die behoeften aanwezig zijn, al is het maar om aan te tonen dat ze dat beter kunnen dan de politici zelf. ‘Onmogelijk’, zo hoort men de beroepspolitici denken, maar dat kan nog best tegenvallen. Maar zoals het nu gaat met al die onderonsjes naar aanleiding van de provinciale statenverkiezingen en de benoeming van de nieuwe senaat en de toestanden rondom #EP2019, dan worden de spelregels van dit moment vanzelfsprekend ter discussie gesteld. En dit verschijnsel speelt overal, en niet alleen in ons land of in het VK.
Het politieke bestel staat wat mij betreft dus duidelijk ter discussie, maar ik ga nu over naar onze samenleving in 2040, zoals ik mij die wens.
En vandaar uit redeneer ik terug naar het hier-en-nu. Ik zie een EU-burger die zijn eigen nationale identiteit heeft behouden en terecht, omdat de natiestaat ondanks onze globaliserende wereld nog steeds is gebaseerd op de natuurlijke eenheid die de natiestaat vertegenwoordigt of is, zoals deze gevormd zijn door traditionele historische ordeningen. Daar is niets mis mee, want de meest herkenbare eenheidsgevoel, die nooit door de EU kan worden overgenomen want geen oorsprong als ‘ontstaansbron’, de Big Bang of oerknal van de EU zelf, zoals het wel het geval is met de VS. Maar dat blijkt voor de EU ook helemaal niet nodig, vanwege de waarden- of officieel uitgedrukt ‘doelgemeenschap’, die de EU is. En geen supranationale staat. Klaar. De EU is een samenwerkingsband en dat speelt al sinds de tweede helft van de 20e eeuw op alle continenten. Een natuurlijk groeiproces kortom.
Het gaat wat de burgers in de EU van 2040 wat mij betreft om ‘gezonde en tevreden staatsburgers’, vanuit hun nationale identiteit kunnen blijven leven en werken zoals dat nu gebeurt, maar wel rekening houdend dat we in de afgelopen decennia teveel aan uitzonderingsgevallen binnen de EU-regels hebben getolereerd. En de pessimist zal dan antwoorden dat dit altijd zo zal blijven, terwijl de optimist in mij aangeeft dat als zowel de nationale economie (bbp) als de EU-politiek ideaal worden hervormd, de nieuwe EU-burger een tevreden mens zal blijken te kunnen zijn, maar wel in de eerste plaats de nationale staatsburger, die er ook een ingebouwde EU-paspoort erbij heeft geleverd gekregen. En dat zal altijd zo blijven, in die verhouding. Als we ook eindelijk eens een normaal functionerende politiek erbij krijgen in de vorm van DDD, zodat onze inbreng en inspraak effectief en efficiënt zal zijn, dan bestaat er ook geen behoefte om zich specifiek EU-burger te voelen, en zeker niet in verband met alle chaos binnen de EU, zowel op migratie-vlak als op de benoeming van nieuwe bestuurders van Commissie en Raad.
Iedere lidstaat kent zijn eigen tradities en gewoonten en daar voelen de burgers zich in het algemeen best bij, als iedereen zich maar aan de spelregels houdt. Maar het welzijn en welbevinden in 2040 hangt daar niet vanaf, maar van arbeidsomstandigheden en leefklimaat als de twee hoofdmoten. Beiden staan onder vuur en zijn een bron van verwarring, want hoe zien beide factoren, arbeidsomstandigheden door de opkomende concurrentie van robots, en leefklimaat vanwege de klimaatcrisis er dan in 2040 uit?
Over die arbeidsomstandigheden wordt veel geschreven en ook over robotica en robotisering van de samenleving. Naar mijn indruk verloop die robotisering altijd trager dan voorspeld wordt, omdat die ontwikkelingen per definitie nooit nauwkeurig voorspeld kunnen worden, mede omdat de wetenschap(pen) zelf geen voorspellende waarden kunnen bieden, of zijn. Ik heb ook de afgelopen blogs ook aangetoond hoeveel redeneerfouten in betogen worden gemaakt en dat houdt de algehele verwarring alleen maar in stand.
Het gaat er volgens mij dus om van de andere kant uit te redeneren: wat is er allemaal nodig in 2040? Gelukkige mensen, want dat is de eeuwige wens van iedere burger waar ook ter wereld. Maar het gaat er dus nu om hoe de die burger gelukkiger maken dan nu het geval is.
Dan luidt het antwoord dat hij niet door technocraten mag worden bestuurd en dat betekent dus dat er een omslag moet worden bewerkstelligd in de politieke bedrijfsvoering en dat betekent, zoals hierboven al aangegeven en eerder door mij beschreven is – zie links hieronder -, de invoering van de digitale directe democratie (DDD) die met de technische mogelijkheden van nu haalbaar is [ https://aquariuspolitiek.wordpress.com/2018/06/15/het-wordt-tijd-om-uit-te-leggen-waarom-het-stelsel-van-representatieve-democratie-vervangen-moet-worden-door-directe-digitale-democratie-dl1-tweedekamer-politiekehervormingen-staatsrecht/ ].
Ik ben er dus heilig van overtuigd vanuit mijn optimistische karakter dat we met deze DDD onder strikte randvoorwaarden – en dat betekent dat geen enkel referendum wordt gekenmerkt door valse voorwendselen en nepinformatie zoals deze elementen in de afgelopen jaren hebben meegespeeld -om de regering het verder doorgaan onmogelijk te maken. De hetzes die de kop op staken en gespeeld hebben, tekenen alleen al de onvrede over het functioneren van dit bestel. Als wij – zonder de grondwetswijzigingen nu te bespreken of aan de orde te stellen – een directe deelname van iedere burger die daartoe behoefte voelt en zich dient te laten registreren, dit nieuwe bestel invoeren dan hebben we een politiek tevreden burger gecreëerd en als hij ook via een geheel vernieuwd onderwijsstelsel een ideale baan heeft gevonden en ook daarna goed kan doorstromen, dan ziet hij de wereld met optimisme tegemoet.
Onder die randvoorwaarden is de samenleving van 2040 al heel veel verder gekomen dan vandaag de dag. Vandaag worden ‘we’ alleen maar geregeerd door angsten over de robots en migranten/vluchtelingen, die ‘onze’ banen innemen en onze onzekerheden over de bestaanszekerheid versterken.
Omdat daarbij ook nog om de deur komt kijken dat alle andere continenten minder haast hebben vanwege het overschot aan oliereserves en de VS nu volledig zelfvoorzienend zijn vanwege hun schalie. Dat betekent geen aandacht voor duurzame bronnen en de VS zich op een grote en zelfs niet meer te herstellen achterstand zetten vanwege hun afzegging van het klimaatverdrag. Vanwege die omstandigheden zal de EU haar concurrentiekracht sterk kunnen verbeteren.
Maar het artikel in The Guardian gaat over de economie. Er is vanzelfsprekend sprake van veel economische innovaties wereldwijd, want wie doet er nu niet mee aan de digitale en netwerkconcurrentie die mondiaal gaande is. Overigens met verschillende oogmerken en doelen. China met Huawei om de eigen bevolking onder controle te houden want het land is veel te groot om op termijn onder een autocratisch bewind duurzaam te kunnen laten leven. De VS kent maar eens levensmotto of ratio en dat is winst en omzet boeken en is dus volledig verslaafd aan kapitaal en winststreven en dat gaat ten koste van de democratische waarden in de samenleving.
De EU wordt nu gedwongen om wel de klimaatdoelstellingen te bereiken, maar het besef is nog niet doorgedrongen dat gezien de hoge opleidingsgraad van de bevolkingen per lidstaat EU een creativiteit kan uitbreken, zodat de achterstand op Silicon Valley volledig kan worden ingehaald. Wat is er namelijk aan de hand? Amerikanen en import-nerds gaan zo in hun winststreven en in hun American dream op dat er verder niets anders een rol speelt in hun leven en daarmee wordt het psychische leefklimaat met de dag slechter voor hen omdat bikkelharde leiders als wijlen Steve Jobs alles van hun medewerkers eisten en dat gaat altijd ten koste van de medewerkers. Dat geldt natuurlijk ook voor Gates, Zuckerberg en alle andere ceo’s. Voor alléén eenzijdig op winst opterende ceo’s uit de Silicon-gemeenschap gaat dat proces alleen maar goed als de concurrentie te zwak is. Maar er geldt altijd en overal een wet van de economische voorsprong die vluchtig is en de voorsprong altijd teniet wordt gedaan. Alle ceo’s komen onder druk te staan vanwege het gebrek aan openheid en transparantie vanuit de algoritmische technocratisch-industriële sector. China is even autocratisch en zal het alleen volhouden met de Zijderoute als ze blijven investeren in buitenlanden zodat ze goodwill van de plaatselijke bevolking verdienen. Maar gezien de slachtoffers die dat bestel genereert, gaat dat op termijn ook verkeerd. En de Chinezen leiding gokt op hun troefkaart van netwerk van algoritmen, maar de basis van economische dwangmatigheid kan nooit worden volgehouden.
De EU komt dus als overwinnaar uit de bus, mits de komende Commissie op de juiste wijze wordt samengesteld en dat is alleen mogelijk als er zwaargewichten voor het kandidaatschap van voorzitter van het nieuwe Europees Parement van buiten komt met overtuigend charisma die alle huidige spitzenkandidaten kan verslaan en dat betekent voor Timmermans het voorzitterschap van het EP en voor Verstager als opvolger van Mogherini. Maar de grote zwakte van de huidige structuur van de EU is niet het ondemocratisch gehalte van de EU want het EP heeft nu voldoende legitieme machtsmiddelen in handen om de Raad dwars te zitten.
Het gaat nu om de communicatie tussen alle bevolkingen van lidstaten én de Commissie, want formeel loopt dat via de nationale parlementen en die formule loopt niet in de praktijk en er is dus sprake van een theoretisch ‘gat’, dat in het verleden erin is geslopen vanwege de gemeenschap in aanbouw. En natuurlijk zal de gemiddelde burger ook geen behoefte hebben om zich in Brussel aan te melden om daar vragen beantwoord ge krijgen of suggesties of noodkreten aan te dragen. En de nationale parlementen zijn normaal gesproken ook erg druk bezig om alle klachten aan te horen. Daar moet een oplossing voor gevonden worden.
Hoe kan de burger tevreden worden gesteld. In beginsel op twee manieren, en dat is niet zoals The Guardian probeert te zoeken naar een ‘politieke’ economie om het gesloten bolwerk van economische bedrijven tot politieke beleidsbeinvloeding te bewegen, in de zin van daarop greep proberen te krijgen, maar dat is bij private bedrijven onmogelijk. En daarmee hebben we het kernverschil tussen politiek en het bedrijfsleven te pakken: de politiek is een publiek domein en de economie als conglomeraat van de (post)industriële sector een privaat terrein waarop alleen vanuit de politiek zelf op hoofdlijnen invloed kan worden uitgeoefend.
Het grootbedrijf met name zal zich dus moeten realiseren dat er betere communicatie met de bevolking noodzakelijk is om een draagvlak te ontwikkelen zodat de industrie een stabiel afzet kan ontwikkelen onder de eigen bevolking, zonder aan protectionisme te denken. Alle bedrijfssectoren en de semioverheden hebben de taak om te zorgen voor een afdoende stabiel draagvlak onder de bevolking, opdat de kanalen als de contacten in de politiek zullen worden vervangen door contacten met maatschappelijke netwerken.
Dit wordt cruciaal omdat deze verschuiving van draagvlak ook gepaard gaat met een afnemend vertrouwen van het gehele politieke bestel, zodat over uiterlijk 10 jaar het parlementaire bestel op de schop wordt genomen omdat deze vorm van representatieve democratie nergens meer naar algehele tevredenheid werkt. Het wordt dus vervangen door de meest logische oplossing door de politieke macht aan de bevolking over te dragen via een Digitaal Directe Democratie (verder: DDD).
Het kernonderdeel van deze beschouwing gaat over het welbevinden en het welzijn van de bevolking zelf. Daarover de volgende opmerkingen: de taak van de toekomstige burger is zich van een voldoende kennis en inzicht van de maatschappij als eigen woon- en leefklimaat op te bouwen, dat onder die omstandigheden een politiek gemotiveerde burger kan ontstaan via een permanent politiek platform zijn ideeën, opvattingen en meningen kan ventileren en daarmee zichzelf inspraakmogelijkheden verschaft. Daarmee wordt het parlement na een overgangsperiode overbodig en zal de regering rechtstreeks door de geregistreerde burgers worden aangewezen als winnaars van de volksraadpleging door datzelfde DDD.
De politiek gemotiveerde burger krijgt dus ten principale op ieder politiek beleidsterrein inspraak en letterlijk medezeggenschap als dat platform DDD goed wordt ingericht, want een nieuwe ‘nutsvoorziening’. Ook kan die toekomstige burger van een volledig nieuw onderwijsstelsel gebruik maken omdat het huidige geheel als achterhaald kan en moet worden beschouwd. Er komt een nieuw stelsel dat geheel is geënt op de creatieve vaardigheden, ook op standaard en klassieke leerterreinen. Leren in klassen is achterhaald en er wordt een gemengde leeromgeving bedacht en geschapen zodat een gemotiveerde leerling zal ontstaan die zelf het eigen gevoel voor een toekomstig functioneren kan bepalen en kiezen. Geen schooltoetsen meer, want dat zijn kenmerken van een technocratische samenleving waar niemand op zit te wachten.
Afsluitend werkt dit model toe naar een burger die in zijn opleidingsperiode ‘nieuwe stijl’ een eigen maatschappelijke bestemming heeft gevonden en in dat kader zich economisch nuttig en productief kan maken in een toekomstige ruilhandel zonder geld omdat de mensheid tegen die tijd (2040) heeft besloten dat geld alleen ziekmakend is – behalve voor de grote graaiers maar die worden vanzelf verbannen uit de samenleving -; en tegelijkertijd ook politiek actief kan opstellen zodat hij zichzelf ruimte verschaft om politiek bewuste keuzen te maken via de permanente – iedere geregistreerde besluit in welke mate [alleen op een enkel thema of voluit] hij deelneemt – referenda vanuit DDD.
Dit betoog wordt in de komende tijd nader uitgewerkt en verder toegelicht. Dit is dus de basis voor een nieuwe toekomstvisie.