Na de Eritrese rellen (Column Sylvain Ephimenco, Vandaag/Trouw, 20 februari 2024
Het geweld was ‘gruwelijk’: ‘Collega’s liepen opeens in oorlogsgebied en werden bekogeld met stenen, fietsonderdelen en aangevallen met messen en stokken. De agenten en ook brandweermensen hebben doodsangsten uitgestaan, terwijl de meesten toch doorgewinterde ME’ers zijn.’ Dit zijn in NRC de woorden van commandant Mariëlle van Vulpen die verantwoordelijk was voor het politieoptreden zaterdagavond tijdens de rellen in Den Haag. Daar werd door een omvangrijke groep jonge Eritreeërs het zalencentrum Opera aangevallen, waarin honderden andere Eritreeërs feestvierden. Samengevat: de aanvallers waren opposanten van het Eritrese regime van dictator Isaias Afewerki terwijl de feestvierders zijn aanhangers zouden zijn geweest.
Dat er in verschillende diaspora’s die door asielmigratie in Europa zijn gevormd, soms interne verdeeldheid heerst en geweld wordt gebruikt, is niet nieuw. Wat ik wel fascinerend vond is het gemak waarmee de rellende Eritreeërs zich vervolgens met ongekend geweld tegen Nederlandse instituties als politie, brandweer of pers keerden en Nederlandse gebouwen en voertuigen flink beschadigden. Dit land heeft deze relschoppers opgevangen, hun woningen, uitkeringen en zorg verschaft, ver van de oorlog (vroeger tegen Ethiopië) en de wrede dictatuur in eigen land. Wat klopt niet? Waarom deze ondankbaarheid?
In een rapport uit 2018 van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) met als titel ‘Eritrese statushouders in Nederland’ las ik zelf dit weekeinde bijna een waarschuwing voor de rellen die nog zouden komen. In de Eritrese diaspora heerst vooral wantrouwen, ‘zowel intern als jegens buitenstanders’. De culturele kloof met Nederland is immens: ‘Dit land is op bijna alle onderdelen anders dan wat ze in Eritrea gewend waren’. En het SCP geeft toe dat ‘uit het onderzoek dus een tamelijk somber beeld oprijst’.
Toch blijven Eritreeërs massaal asiel in Nederland aanvragen. In 2013 telde de Eritrese gemeenschap nog maar rond de 2500 mensen. Nu, elf jaar later, bijna 27.000. Vorig jaar werd nog 2602 keer asiel aangevraagd, wat Eritrea in vierde positie van alle aanvragen zet na Syrië, Turkije en Jemen. Maar de ware explosie binnen de Eritrese asielaanvragen betreft de alleenstaande minderjarigen (AMV) die deze groep op de tweede plek zet na alweer de Syriërs. In 2021 waren er nog maar 235, in 2022 betrof het plotseling 606 jongeren en vorig jaar 1030, wat 18 procent is van het AMV-totaal.
Nu kun je je met recht afvragen of het verstandig is voor Nederland om een zeer moeilijk te integreren groep onbeperkt te blijven toelaten. Een gemeenschap die daarbij een politiek conflict uit de Hoorn van Afrika importeert, terwijl een deel van deze groep zich met geweld tegen de Nederlandse rechtsorde keert.
In politiek Den Haag is de verontwaardiging algeheel. Partijen eisen zware maatregelen, zoals de NSC van Pieter Omtzigt: ‘De NSC wil dat onmiddellijk wordt bekeken of Eritrese geweldplegers ons land kunnen worden uitgezet’. Dit zal snel onmogelijk blijken te zijn, volgens deskundigen. Ga dan eerst aan de kraan van de asielmigratie draaien, om verdere ernstige verstoring van de Nederlandse openbare orde een halt toe te roepen. In het belang van Nederland lijkt een asielstop voor Eritreeërs op zijn plaats.
*Iedere conclusie of commentaar is overbodig.
https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/2103/pages/2/articles/1988991/2/7