Stelling: Sinds zijn spreekbeurt-Boedapest mag ‘niets meer door de vingers’ worden gezien door de onderhandelaars, zonder consequenties blijven, omdat hij daar alle normen van rechtsstatelijkheid en dus fatsoenlijke politiek voor schut zette.
NVJ: zorgen dat sommige politici persvrijheid niet serieus nemen @ANP
Artikel door ANP Producties, 3-5-24
De Nederlandse journalistenvakbond NVJ noemt het een “zeer zorgwekkende trend dat sommige politici in Den Haag de persvrijheid niet hoog in het vaandel hebben staan”. Dat zegt NVJ-woordvoerder Paul Teixeira in reactie op de jaarlijkse persvrijheidsindex van Reporters Sans Frontières (RSF).
De internationale journalistenorganisatie noemt expliciet de PVV van Geert Wilders die “de publieke omroep wil afschaffen en de vrije media aanvalt”. Nederland steeg twee plekken op de index. Maar RSF benadrukt dat “de nieuwe positie van Nederland geen echte verbetering van de persvrijheid weerspiegelt”.
De NVJ sluit zich hierbij aan. “We hebben meerdere malen geprobeerd de dialoog aan te gaan”, stelt Teixeira. “Maar deze politici die de pers aanvallen, slaan elke poging tot een open, transparante dialoog af.”
Ook merkt de journalistenvakbond op dat het aantal meldingen bij PersVeilig, dat agressie tegen journalisten inventariseert, blijft toenemen. “Er zijn twee specifieke groepen die hard worden getroffen”, legt de NVJ-voorman uit. “Zogenoemde 112-fotografen, die vooraan staan bij incidenten en vaak de volle laag krijgen van publiek of hulpdiensten. En vrouwelijke journalisten. Deze worden veel vaker aangesproken op hun uiterlijk of hun gedrag dan mannen, zeker op sociale media.”
Hij voegt daar wel aan toe dat het aantal stijgingen ook te maken kan hebben met het feit dat veel vrouwelijke journalisten zich tegenwoordig bewuster zijn van de agressie. “In het verleden werd nog vaak gedacht: ach, die fysieke of verbale intimidatie hoort erbij. Dat is normaal. Het is vooruitgang dat de meerderheid van de mensen tegenwoordig snapt dat dat niet normaal is en ook niet normaal moet worden.”
*Sinds zijn spreekbeurt-Boedapest mag niets meer door de vinger worden gezien, aangezien hij bewust bezig was om de onderhandelaars uit te dagen én dus voor schut te zetten.
Wilders legt ‘bom onder formatie’ met toespraak op ultraconservatieve bijeenkomst in Hongarije (Goedemorgen Nederland – 25 april 2024 — 10:03)
PVV-leider Geert Wilders legt met zijn toespraak op de internationale ultraconservatieve conferentie CPAC in Hongarije een bom onder de formatie. Daarvoor vreest historicus en columnist Geerten Waling, die Wilders op de voet volgt. “Ik kan me niet voorstellen dat hij daar komt met een heel zoetsappig verhaal”, zegt Waling in Goedemorgen Nederland op NPO 1.
Op X liet Wilders eerder in het Engels weten “dat het een ware eer is om te spreken” op de bijeenkomst in Boedapest, waar met name zeer conservatieve, rechtse partijen samenkomen. De hoofdspreker is de rechts-nationalistische Hongaarse premier Viktor Orbán, die Wilders persoonlijk goed kent en met wie hij veel politieke standpunten deelt, zoals het verzet tegen immigratie en de islam.
Al eerder was bekend dat Wilders uitgenodigd was, maar niet duidelijk was of hij echt zou gaan met het oog op de vorming van een nieuw kabinet, waarvoor de PVV als grootste partij het initiatief heeft. De formatie loopt al maandenlang stroef en dat is onder meer te wijten aan de grote politieke afstand tussen de formerende partijen PVV, VVD, NSC en BBB.
Geert Milders
Dat Wilders afreist naar Hongarije, maakt de formatie alleen maar ingewikkelder, vreest Waling, die ondanks een hoofdstuk toevoegde aan de biografie van Wilders, geschreven door wijlen Meindert Fennema. “Ik denk dat het niet Geert Milders wordt, die we in de formatie en vlak voor de verkiezingen hebben leren kennen”, zegt hij over Wilders op de bijeenkomst.
“Op conferenties in Europa, zeker op die in Boedapest, is hij één van de luidste stemmen. Zeker tegen immigratie, tegen de islam en tegen de EU. Ik ben bang dat hij zijn ijskast, waarin hij zijn ideeën heeft geparkeerd tijdens de formatie, niet heeft meegenomen”, zegt Waling. “Ik denk dat hij ze in Hongarije in de magnetron doet en uitserveert aan zijn gehoor.”
Wilders is niet één van de hardliners in Boedapest. Daar spreekt bijvoorbeeld ook Santiago Abascal Conde, de leider van de extreemrechtse partij Vox uit Spanje. “Ook de zoon van Jair Bolsonaro komt, de voormalig president van Brazilië. Evenals rechtse Republikeinen, conservatieve christenen uit Amerika. Wilders is de liberaal, met zijn Partij voor de Vrijheid, tegen de doctrine van de islam en islamisering. Zijn standpunten zijn redelijk liberaal als je het vergelijkt met andere sprekers.”
Journalisten niet welkom
Op de conferentie zijn journalisten doorgaans niet welkom. “Journalisten worden het liefst geweerd. Ze hebben van de conferentie een no woke-zone gemaakt”, vertelt Waling. “In Hongarije is het onder Viktor Orbán al iets makkelijker gemaakt om de onwelgevallige media buiten de deur te houden. Orbán heeft al een redelijke reputatie op dat gebied.”
Ook de NOS wordt geweerd. Waling denkt dat Wilders het één en ander heeft uit te leggen aan zijn partners aan de formatietafel. “Dit is een blok aan het been van de formatie. Wilders doet mee aan een soort persbreidel. Je kan zeggen: het is in het buitenland, het is niet in Nederland, hij is daar maar te gast. Maar hij keurt hiermee die sfeer van wantrouwen richting de journalistiek – de journalistiek is ook een pijler van de democratie – goed. En Wilders is doorgaans al niet al te positief over journalisten.”
In een reactie liet Wilders eerder weten dat hij niet gaat over het toelatingsbeleid op de conferentie in Boedapest. “Het is niet aan mij. Het is aan de gastheer, de organisator. Ik heb daar invloed op. Een no woke-zone klikt heel goed, maar ik ga niet over het uitnodigingsbeleid van de media. Ze hebben niet aan mij gevraagd hoe ze het moeten doen. Ik ga ze ook niet vertellen hoe ze het moeten doen”, zei de PVV-leider.
‘Bom onder formatie’
Waling denkt dat de andere partijen aan de formatietafel de toespraak van Wilders scherp in de gaten zullen houden. “Ongetwijfeld zullen er filmpjes van naar buiten komen, ondanks dat er geen Nederlandse journalisten aanwezig zijn.” De historicus denkt dat Wilders zich in Hongarije niet terughoudend opstelt, met de formatie in zijn achterhoofd. “Hij zal zijn woorden niet op een goudschaaltje wegen. Zo is hij niet.”
Hij gaat verder: “In de formatie hebben ze al veel met hem meegemaakt, met zijn tweets. Afgelopen week nog met de tweet van Wilders over Eric van den Burg, die hij een ‘eng mannetje’ noemde. Ik denk wel dat langzamerhand het moment komt waarop zeker Dilan Yeşilgöz en Pieter Omtzigt het zat zijn om zich de hele tijd te verantwoorden. Of dat zij moeten reageren voor de camera op de uitspraken van Wilders.”
Met zijn toespraak op CPAC zou Wilders zelfs “een bom onder de formatie” kunnen leggen, denkt Waling. “Die kant lijkt het op te gaan. Ik kan me niet voorstellen dat hij daar komt met een heel zoetsappig verhaal van: we gaan een beetje sleutelen aan de EU, een beetje aan de grenzen en een beetje aan de islam. Hij komt daar om te leveren.”
Ironie
Waling vindt de bijeenkomst overigens er één met een enigszins ironisch karakter. “Het is wel bijzonder. Het is een internationale alliantie van nationalisten. Orbán wil ook graag laten zien dat je je over de grenzen heen kunt verenigen, ook als je voor die grenzen bent en voor je nationale belang opkomt.”
PVV-leider Geert Wilders heeft zijn ongenoegen geuit over wat hij beschouwt als staatsrechtelijke onjuistheid en ondemocratisch gedrag, nadat hij niet de kans kreeg om premier te worden ondanks het feit dat zijn partij de grootste was, meldt BNR. Hij benadrukte zijn teleurstelling voorafgaand aan zijn ontmoeting met informateur Kim Putters.
Hoewel hij een stap opzij heeft gezet vanwege de blokkade van NSC en VVD, laat Wilders weten dat dit niet zijn eigen keuze was en dat hij zich niet zonder strijd heeft teruggetrokken uit zijn ambities als premier.
‘Geen sprake van!’
Wilders: “Wij zijn de grootste partij geworden, dus ik vind dat ik premier had moeten worden, dat het niet van je afgepakt kan worden. Maar daar heb je wel steun voor nodig van alle partijen. Ik ga geen namen noemen, maar er was een partij, die van mevrouw Van der Plas, die volmondig zei: ‘Prima! Wat mij betreft ga je het worden’. Er was een partij die zei: ‘Liever niet, maar we gaan er niet voor liggen’, en er was een partij die zei: ‘In de extraparlementaire vorm: geen sprake van!”
Het laat zich door eerdere uitspraken van Omtzigt raden, dat het NSC is geweest die de hakken in het zand heeft gezet om Wilders de nieuwe premier van Nederland te maken.
*De autocraat Wilders die ondemocratisch zijn partij leidt, heeft kritiek op de ‘ondemocratische’ keuze van de Kamer.
“Uiteindelijk moet je dan een afweging maken, als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. En dat is dan of doorgaan in een rechts kabinet, waar je veel voor Nederland en je kiezers voor elkaar krijgt, of breken, met de kans dat Frans Timmermans of een ander kabinet er komt”, stelt Wilders.
Geen geschreven regel
Uri Rosenthal, een prominente figuur binnen de VVD, weerlegt echter het argument van Wilders en wijst op historische precedenten waarbij de leider van de grootste partij niet automatisch premier werd.
Hij verwijst naar situaties uit de parlementaire geschiedenis, zoals die in 1977 met de PvdA onder Joop den Uyl, om te illustreren dat het niet ongebruikelijk is dat de grootste partij niet de premier levert. Rosenthal suggereert dat Wilders’ uitspraken wellicht deel uitmaken van een bredere onderhandelingstactiek tijdens de formatie.
“Bovendien staat nergens geschreven dat de leider van de leider van de grootste partij de premier moet worden of dat die partij de premier levert. Misschien worden we een beetje op een verkeerd been gezet door het feit dat bijvoorbeeld in de tijd van Mark Rutte, die nu aan het aflopen is, we meer dan tien jaar die situatie wel hebben gekend”, aldus Rosenthal.
‘Bittere pil’
Ondanks zijn protesten heeft Wilders ervoor gekozen om zijn ambities als premier opzij te zetten ten gunste van een rechtse coalitie. Hij ziet dit als een bittere pil om te slikken, omdat hij gelooft dat het staatsrechtelijk onjuist is.
Desondanks acht hij een rechtse coalitie van groter belang voor het land en zijn kiezers. Deze beslissing vereist echter aanzienlijke offers van zijn kant, zoals politiek verslaggever van BNR, Mats Akkerman, opmerkt.
*Vanwege de grote onzin in zijn eigen partijprogramma!
Behalen van substantiële concessies
Nu de fase van inhoudelijke gesprekken nadert, zal Wilders zich moeten concentreren op het behalen van substantiële concessies binnen zijn favoriete beleidsterreinen, met name asiel en immigratie, evenals de afschaffing van het eigen risico in de gezondheidszorg.
Het is duidelijk dat Wilders veel heeft ingeleverd om een rechtse coalitie mogelijk te maken, maar zijn ware uitdaging begint nu pas, namelijk het verwezenlijken van zijn politieke doelstellingen in de komende onderhandelingen.
*Zzzzzzzooohhh wat zielig; maar ernstiger is dat hij het staatsrecht niet beheerst, zelfs niet als nestor in de Tweede Kamer.
Ontmasker Wilders’ Oekraïense dubbelspel (Column Hubert Smeets, 7 maart 2024
Diep verontwaardigd waren de polderpoetinisten toen demissionair premier Rutte vorige week met president Zelensky van Oekraïne in frontstad Charkiv een bilaterale samenwerkingsovereenkomst voor tien jaar had bezegeld. „De Kamer heeft toegezegd dat we totaal missionair zijn op dit onderwerp. Dus we gaan vol stoom door”, had de premier volledigheidshalve toegelicht.
Rutte had gelijk. Enkele weken eerder had bijna twee derde der Tweede Kamer (94 voor, 56 tegen) vastgesteld „dat het voor de veiligheid en stabiliteit van Nederland noodzakelijk is om Oekraïne zo lang als nodig en minimaal op hetzelfde niveau militair te steunen met materieel, munitie en trainingen”.
Maar PVV-leider Wilders had geen behoefte aan parlementaire zindelijkheid. „Een demissionair kabinet kan echt geen akkoord voor tien jaar afsluiten”, schreef hij op zijn X-account. Inzake Oekraïne wenst Wilders, de man die anders vindt dat de kiezerswil moet worden gerespecteerd, zich ineens niet neer te leggen bij de wil van de volksvertegenwoordiging.
Op het eerste gezicht leek dat raar. Enkele dagen eerder had dezelfde Wilders laten weten dat hij bereid was te praten over militaire steun aan Kyiv. Alles wat hij kon doen voor de snelle vorming van een „daadkrachtig kabinet, zou [hij] niet laten”. „In dat kader moet u het zien”, aldus Wilders. Let wel, omwille van het tempo, niet ter wille van Oekraïne dat volgens het verkiezingsprogramma van de PVV militair juist in de steek moet worden gelaten.
Zwalkt Wilders bewust? Ja.
Als Wilders niet in een kabinet komt, kan hij zijn oude visies makkelijk laten ontdooien
Volgens ‘politieke duiders’ is formeren „faseren” en „elimineren”, zoals oud-vicepresident Tjeenk Willink van de Raad van State placht te zeggen. Wilders ziet het proces anders. Hij speelt willens en wetens dubbelspel, omdat hij zich nergens aan wil binden en altijd achteruit wil kunnen onderhandelen.
Het doen van concessies in de informatiefase is inderdaad een hachelijke onderneming. Op zoek naar compromissen moeten onwrikbare standpunten worden afgezwakt of zelfs ingeleverd. Of die concessies ook leiden tot een kabinet – kortom of politieke flexibiliteit uiteindelijk wordt beloond met machtsposities op het bordes bij de koning – dat blijft in de informatiefase echter een gok. De formatie kan op de valreep klappen. En dan ben je alles kwijt. Een standpunt opgegeven in de formatie, is voor altijd weggegeven.
Vandaar dat Wilders nooit zegt dat de PVV van inzicht is veranderd, laat staan dat inhoudelijk toelicht, maar alleen laat weten dat hij een standpunt in ‘de ijskast’ heeft gezet. Als hij niet in een kabinet komt, kan hij die oude visies net zo makkelijk weer laten ontdooien. Vandaar ook dat Wilders, die van de anderen eist dat ze „over hun schaduw heen springen”, zijn eigen fractiegenoten in het parlement inzet om zijn oude pro-Kremlinposities van de PVV warm te houden. Dat deed Tweede Kamerlid Joeri Pool bijvoorbeeld toen hij zich begin februari keerde tegen de „voortdurende provocaties van de Nederlandse regering aan de Russische Federatie”. Dat deed zijn collega Raymond de Roon twee weken later door „scherp te stellen dat Oekraïne geen bondgenoot is” omdat het land nog geen lid is van de NAVO. En dat deed de senaatfractie van de PVV vorige week door in de Eerste Kamer tegen extra geld voor Oekraïne te stemmen.
Hoe lang laten democratische fracties dit dubbelspel nog toe? Waarom durven ze het niet aan om Wilders te ontmaskeren en – twee vliegen in één klap – het regeringsbeleid te schragen? Wanneer entameren ze in de Tweede Kamer een debat over het bilaterale akkoord met Oekraïne, waarna zal blijken dat polderpoetinisten in Nederland nog steeds een minderheid vormen? Wilders pokert. Daar is maar één antwoord op: laat hem zijn kaarten op tafel leggen.
[Hubert Smeets is journalist en historicus. Hij schrijft om de week op deze plaats een column.]
[Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 7 maart 2024.]
Geert Wilders ontkent niet dat hij Poetin-bewonderaar is@wel.nl
wel.nl, 22-2-24
Frans Timmermans noemde PVV-leider Geert Wilders in een toespraak een Poetin-bewonderaar. Dat is niet origineel, want Wilders heeft al jarenlang laten blijken dat hij een bewonderaar van Poetin is. Wilders sloot in 2016 – dus na de moord op de passagiers van de MH17 en na de annexatie door Rusland van de Krim – vriendschap met de Russen en werd zelfs beloond met een speldje. Maar ook recenter maakt de PVV duidelijk de kant van Rusland te kiezen. Zo zijn de de uitspraken van PVV-Kamerlid Joeri Pool. Die haalde begin deze maand uit naar Nederlandse militaire steun aan Oekraïne.
Het was dus interessant hoe Wilders de beschuldiging van Timmermans zou gaan weerleggen. Omdat Timmermans een feit constateerde valt er immers niet eenvoudig iets te weerleggen.
En dat klopte ook. Wilders die altijd snel tegen argumenten heeft als anderen hem in het nauw brengen, bleef eerst stil.
En toen hij donderdag tenslotte reageerde was het als volgt: Geert Wilders “ontkent niet dat hij Poetin-bewonderaar is.”
De vorige keer dat het meeviel met Wilders (Column Sjoerd de Jong, nrc.nl, 22 februari 2024)
Vier wetenschappers schoven aan tafel bij de nieuwe informateur, aangezocht door Geert Wilders, om raad te geven over de vorming van een kabinet, in welke vorm dan ook. Wat de PVV-leider betreft natuurlijk wel met zijn anti-migratie-partij in de voorste linie.
Ergens was het een beklemmend tafereel. Een populistisch kabinet, in elkaar gesleuteld met wetenschappelijk fiat? Iedereen doet erg zijn best voor de volkstribuun, sinds hij in het zicht van de macht zijn haren heeft gekamd.
Hoe was het ook alweer de laatste keer dat het allemaal leek mee te vallen met Wilders?
Bijna zestien jaar geleden hield hij, met meningen die toen nog gloeiend heet uit de oven kwamen, het land in een houdgreep met de aankondiging van een video-tirade tegen de islam, Fitna. Het is goed om de bloednerveuze sfeer van die dagen even in herinnering te roepen: kabinet op scherp, ambassades wereldwijd in staat van paraatheid.
Wat bleek? Góh, wat viel het mee, klonk het opgelucht uit de Haagse schuttersputjes. Die ambassades gingen niet in de fik, het Torentje bleef staan, maar vooral: dit wisten we toch allemaal al? Niks om je over op te winden kennelijk, zulke ophitsende agitprop van een politieke zeloot.
Een oer-Hollandse pacificatie-reactie (niks aan de hand, mensen, gewoon doorlopen) maar ook een teken hoe benauwd de gevestigde orde zich opstelde tegenover de PVV. Een paar jaar later kreeg de ideologische anti-Provo Martin Bosma zowaar een column in NRC, de krant die eerder nog – tot hoon van de beroepsgroep – een toxisch staaltje agitprop van de PVV-leider had afgewezen als opiniestuk.
Zijn de tijden veranderd? Wilders, ging pas, gekamde haren en al, alweer ouderwets los tegen de islam (alleen is die met dank aan de constitutionele kapperszaak Omtzigt weer een religie en geen „ideologie”). Het Russische regime noemt hij nu ,,barbaars’’, maar zijn ondergeschikten hekelen de „voortdurende provocaties” van Nederland richting Moskou en willen geen wapens meer naar Oekraïne. Dat het ook ónze oorlog is (Rutte) komt bij hen niet over de lippen.
Nederlandse moslims wordt wel eens taqiyya verweten, de neiging hun geloof voor zich te houden en zich milder voor te doen dan ze zijn. Maar Wilders kan er ook wat van – knap opgestoken van een kwart eeuw religiekritiek.
Valt er met zo’n politicus te regeren? Nu kun je zeggen: we zijn al zo’n twintig jaar in de ban van dit autoritaire rechts-populisme, laat hij het dan maar eens proberen. Móet het dus maar? Zoals je in het café tegen sluitingstijd halfgaar kunt zeggen: vooruit, nog eentje om het af te leren.
Alleen, dat ene glas komt nu eerder neer op een heel fust, dat na twaalven ad fundum moet worden leeggedronken.
Niet doen, zou de betere barkeeper zeggen.
*Een dergelijk antirechtstatelijk politicus mag nooit een kabinet gaan leiden zonder eerst zijn PVV-programma grondig aan te passen en die populistische kretologie te verwijderen. Hij is ongeschikt omdat hij geen verbindend figuur is want zijn problematische DNA. Zijn electoraat loopt toch wel weg als in het vervolg van deze formatie blijkt hoe weinig bewegingsmacht hij uiteindelijk blijkt te hebben. Een circusartiest die alleen dankzij ‘grappen, grollen en autocratische provocaties’ kon opklimmen in de politieke hiërarchie vanwege een opstandig volksdeel dat ons land een spiegel voorhield van eigen onvermogen om tot opbouwende kritiek te komen.
[Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 22 februari 2024.]
Wilders I heeft straks ook benoemingsmacht (Folkert Jensma, Column De RECHTSSTAAT/nrc.nl, 29 januari 2024)
[Folkert Jensma is juridisch redacteur en schrijft tweewekelijks over de rechtsstaat.]
Naar de totstandkoming van het kabinet-Wilders I zitten kijken is een tamelijk nerveuze aangelegenheid, althans voor wie zich de rechtsstaat aantrekt. Wilders’ ijskastmetafoor bood van meet af onvoldoende houvast. Ze is immers afkomstig van een bedreven politicus die ‘nooit iets terugneemt’ en gelijktijdig drie rechtsstatelijk onacceptabele initiatief wetsvoorstellen politiek geruisloos wist in te slikken. Wat dan in mediatermen als ‘geste’ wordt omarmd, en z’n effect als zoenoffer aan de onderhandelingstafel niet heeft gemist. De fase waarin er eerst een gezamenlijke ‘basislijn’ over de grondwet zou worden gevonden lijkt naadloos overgegaan in onderhandelingen over een rechts-radicaal regeerakkoord. De rechtsstatelijke horde lijkt genomen, in het geheim natuurlijk. Omtzigt c.s. laat zich zo’n kabinet inrommelen, met een principeloze VVD en een opportunistische BBB, die van meet af in rechtsstatelijk lijfsbehoud weinig geïnteresseerd lijkt. En kameleon Wilders zal tot het gaatje gaan. Maak je daar maar eens uit los.
Deze week moest ik het archief van deze rubriek in omdat Pointer Radio een benoemingskwestie in de Hoge Raad, die ooit door de PVV op een haar na werd gesaboteerd, wilde behandelen. Dat was dus in 2011 – toen dwong de partij een hoofdelijke stemming af, waarin ze zich vervolgens symbolisch onthield van steun voor de nieuwe raadsheer, die aldus gezichtsverlies leed. En schielijk z’n partijlidmaatschap opzegde – van de PvdA natuurlijk. Het stond in aflevering 1 van deze rubriek. Het radioprogramma schetst de risico’s voor de rechtsstaat van PVV-invloed op rechterlijke benoemingen – en dit leek een mogelijk precedent. Zeker omdat in datzelfde jaar de Hoge Raad na PVV-interventie een tweede voordracht voor een nieuwe raadsheer preventief zelfs helemaal terugnam. Niet wéér gedoe, graag.
Sindsdien is de harmonie tussen Kamer en Hoge Raad op het oog hersteld – de hoogste rechter draagt voor, de Kamer benoemt na vertrouwelijke raadpleging. De PVV zit stil, op één keer na, in 2017, toen het tegen maar liefst vier gelijktijdige benoemingen stemde. Onduidelijk bleef waarom. Een poging om de procedure minder gevoelig voor politieke invloed te maken is mislukt. Houden sindsdien alle topjuristen die de Hoge Raad ambiëren hun mond over de PVV? Het chilling effect, toch? We zullen het nooit weten.
Zal de PVV straks benoemingsmacht uitoefenen met het eigenbelang als maatstaf? In de triomf van de nieuwe PVV-voorzitter van de Tweede Kamer klonk al een zeker revanchisme. Bosma droeg z’n verkiezing op aan „heel veel PVV’ers die de afgelopen twintig jaar een prijs hebben moeten betalen voor het feit dat ze PVV’er waren, werden ontslagen, een promotie niet kregen”, etc. En je kunt bij de PVV makkelijk een hele reeks beledigingen aan het adres van ‘vooringenomen’ rechters, journalisten en bestuurders terugvinden die dan nu ‘rechtgezet’ zou kunnen worden. Op X droomde Wilders al van een PVV-burgemeester in Rotterdam – en dat is dan nog een legitieme politieke benoeming.
Maar daar hoeft de mars door de instituties natuurlijk niet te stoppen. Uit Polen en Hongarije weten we dat greep op de rechtspraak door middel van ‘eigen’ benoemingen begon met het wettelijk verlagen van de pensioneringsleeftijd voor rechters. Waarna er automatisch honderden vacatures ontstonden. Aangezien ook ‘bij ons’ rechters door de Kroon – dus door het kabinet – worden benoemd, liggen hier kansen. Denk ook aan de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak (die macht heeft over plaatselijke gerechtsbesturen), de nieuw te benoemen Nederlandse rechter in het Europese Hof in Luxemburg, de voorzitter van de Raad van State, die er immers ook een keer mee ophoudt.
En wat is er nog meer? Een nieuwe Nationale Ombudsman? Kijk ook eens naar het bestuur van de NPO, waar de brave staatssecretaris Sander Dekker (VVD, mediazaken) eerder al eens onder vuur kwam omdat hij ‘te veel’ partijgenoten bij de NPO benoemde. Happy days waren dat. Te veel VVD’ers! Misschien blijkt er behoefte bij de PVV om de politieke kleur van de NOS-hoofdredacteur of de korpschef van de nationale politie te gaan meewegen? Bij de WRR zijn a-politieke benoemingen traditioneel zeldzamer dan politieke benoemingen. Met ooit Van de Donk (CDA), Scheltema (D66) en Donner (CDA), gevolgd door de partijloze Knottnerus en nu Corien Prins. Dat kan makkelijk weer terug naar toen, nietwaar?
Nieuwe tijden, nieuwe elites.
Folkert Jensma is juridisch redacteur en schrijft om de week op maandag.
Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 29 januari 2024
*De afspraak was toch absolute radiostilte tijdens deze formatieperiode? Als er iets in Wilders ogen verkeerd gaat, dan is dat zijn ‘argument’ om het stilzwijgen te doorbreken. Mooi voorbeeld van de ideale leidersfiguur dus…maar niet heus.
‘Wilders zet partners klem met een sigaar uit eigen doos’ (Digitale-kop nrc.nl)
‘De ongewenste cadeaus van Wilders’ (kop van de papiereneditie nrc.nl
(Column Hubert Smeets, Opinie/nrc.nl, 11 januari 2024)
Historicus en journalist Hubert Smeets schrijft om de week een column over binnenlandse en buitenlandse politiek. Tot eind 2021 schreef hij een column over de kantelende wereldorde.
Het politieke amateurisme van Dilan Yesilgöz, Pieter Omtzigt en Caroline van der Plas is om te huilen. Na zijn succesvolle verkiezingscampagne, waarin hij het cordon sanitaire rondom de PVV door de VVD liet onttakelen, heeft Geert Wilders zijn potentiële coalitiegenoten wederom het nakijken gegeven. Door met een kattenbelletje drie eigen wetsvoorstellen in te trekken, heeft hij deze week opnieuw het initiatief naar zich toe getrokken.
Een van de wetsontwerpen, opgesteld in de eerste twee jaar van Rutte III, had tot doel om islamitisch onderwijs, moskeebezoek, Koran en boerka/nikab in het publieke domein – niet koranbezit thuis, zoals de NOS abusievelijk stelde – te verbieden op straffe van vijf jaar cel. De Grondwet speelde voor de PVV geen rol. Toen de Raad van State negatief adviseerde, liet Wilders weten dat hij geen boodschap had aan „politiek correcte reflexen van bange mensen”.
Eerder had de PVV een wetsontwerp ingediend om terroristen „op voorstel van de AIVD” zes maanden gevangen te kunnen zetten zonder dat er een rechter aan te pas hoefde te komen, een „administratieve detentie” die volgens de wetstekst eindeloos zou kunnen voortduren omdat de beroepsmogelijkheden danig zouden worden beperkt.
Na de val van Rutte IV afgelopen zomer waren beide wetsvoorstellen nog in het parlement in behandeling. Ondanks de demissionaire status van de medewetgever, achtte de Tweede Kamer ze niet controversieel. Ook Yesilgöz, Omtzigt en Van der Plas sloegen geen alarm.
Dat was raar. Want de voorstellen waren qua reikwijdte toch echt anticonstitutioneel. De wetten zouden niet slechts een einde hebben gemaakt aan de „uitwassen van 1968”, zoals Telegraaf-redacteur Wierd Duk recent de huidige „culturele revolutie” typeerde in een pleidooi voor een radicale „paradigmawisseling”; ze zouden ook de bijl aan de wortels van de veel oudere historische rechtsstaat hebben gezet.
Een verbod op de islam zou de godsdienstvrijheid om zeep helpen, die Nederland formeel vanaf 1579 en feitelijk sinds 1853 kent. De administratieve detentie zou nog obscuurdere consequenties hebben. Zo’n maatregel bedreigt het Engelse principe habeas corpus (1679) dat in Nederland in 1814 grondwettelijk is verankerd. Het derde initiatief, dat burgers met een dubbele nationaliteit het stemrecht wilde ontnemen en zo een postume afwijzing was van onze eigen vaderlandse Opstand tegen de tiende penning (1569), laat ik even buiten beschouwing, mede omdat de tekst zo slecht was geformuleerd dat groepen Nederlandse migranten in Nieuw-Zeeland, Canada, Australië, VS en ook het geliefde blanke Zuid-Afrika van Tweede Kamervoorzitter Martin Bosma van hun kiesrecht zouden zijn beroofd.
Reden om opgelucht adem te halen? Nog niet. Dat Wilders op zijn plannen terugkomt – waarom hij zijn „dna” heeft afgeknipt, liet hij in het midden – mag een ‘geste’ lijken, maar is voor de gepaaide ontvangers een ongewenst cadeau waar je blijheid om moet veinzen.
Wilders dwingt zijn onderhandelingspartners namelijk tot dankbaarheid over concessies die niet meer zijn dan een sigaar uit eigen doos. Als Yesilgöz en Omtzigt desondanks nog noten op hun zang hebben, kan Wilders ze nu afschilderen als rupsjes nooitgenoeg: als hij een deel van zijn eigen dna afstaat, moeten anderen hem ook tegemoetkomen.
Of ze daarop een antwoord hebben, is de vraag. Steeds weer worden Yesilgöz en Omtzigt afgetroefd door het tactisch vernuft van Wilders. Als het er bij informateur Plasterk in De Zwaluwenberg op aankomt, zijn beiden dus aangewezen op de strategische intuïtie van „brave burgers”, die wel verandering willen maar geen oren hebben naar revolutionaire politiek of paradigmawisseling.
*Volgens een persbericht is het overleg in Hilversum succesvol beëindigd, maar zonder enige toelichting is dit een zinloze mededeling. Het valt namelijk niet te beoordelen. Weinig vertrouwenwekkend, en daarom moet dus rekening worden gehouden met een komende mislukte formatiepoging. Wilders is uiterst geslepen bezig en daar staat onvoldoende knowhow van de onderhandelaars tegenover.
Hubert Smeets is journalist en historicus. Hij schrijft om de week op deze plaats een column.
Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 11 januari 2024.
*Wat een vertoning was de opening van het debat over de verkiezingsuitslag. De huidige verkenning is dus al mislukt omdat pas na beantwoording van de collega-Kamerleden de andere toon vanuit de nieuwe rol pas zichtbar was. Klaarblijkelijk vond hij het toch gepast om de oude oppositionele toonzetting van zijn tekst te handhaven en pas na een slijmscherpe reactie uit de mond van Stephan van Baarle (DENK) kwam Wilders weer bij zinnen en kwam zijn onderhandelaarstoon naar boven. Dat ging dus moeizaam en daarmee gaf hij Gerd Leers gelijk met zijn waarschuwing; die eerdere blog van deze ochtend verscheen.