Tags
Ondanks De Mos’ vrijspraak: aan ombudspolitiek blijven grote bezwaren kleven (Commentaar nrc.nl, 25-4-23)
Corruptie
(…)
Intussen maakt het vonnis duidelijk dat de Tweede Kamer te lang aarzelde met de Wet op de politieke partijen, met regels voor de financiering. De strafrechter zocht naar normen om de handel en wandel van ‘Hart voor Den Haag’ te beoordelen en vond ze niet. Wat de rechtbank de kans gaf eigen opvattingen als maatstaf te nemen. De strafrechter toonde zich opvallend ingenomen met de ombudspolitiek van De Mos c.s. Donaties van bedrijven bewijzen hun „worteling in de maatschappij”. „Juist ondernemers” moeten niet afgeschrikt worden door „mogelijke verdenking van corruptie”. De Mos overtuigde de rechter dus niet alleen van politiek-op-bestelling, die als „strafrechtelijk kleurloos” werd beoordeeld, maar won ook een medestander. Of in eventueel hoger beroep dat even hartelijk meegevoeld wordt, moet afgewacht worden.
*Vanwege deze laatste zin mag de wens van De Mos dat het OM niet in hoger beroep te gaan – lees: ‘moet gaan’ -, niet aan tegemoet worden gekomen omdat duidelijk is dat er in de Tweede Kamer ook aanvullende gemeentelijke wetgeving noodzakelijk is, om deze leemte op te lossen.
‘Feit is dat aan ombudspolitiek bezwaren kleven, die strafrechtelijk dan niet relevant mogen zijn, maar wel reëel. Bevoordeling en cliëntelisme staan per definitie op gespannen voet met het algemeen belang en zeker met rechtsgelijkheid. Zeker in de rol van wethouder is gauw de schijn van belangenverstrengeling gewekt. Dan zijn er dus bestuurlijke integriteitsregels geschonden. De Mos had daar geen antenne voor en scheerde als wethouder langs de afgrond.
Het rechterlijk oordeel dat omkoping bij een nieuwe politieke beweging op voorhand niet waarschijnlijk is omdat er nog geen macht te verdelen valt, is niet de sterkste pijler onder deze uitspraak. De twintig fracties in de Kamer en de dertien in de Haagse gemeenteraad laten zien dat de kiezer makkelijk tot nieuwe partijen is te verleiden. De komeetachtige opkomst van BBB, mede gefinancierd door de agro-industrie via een marketingbureau, laat zien dat vroeg investeren ook snel invloed kan opleveren. Het is dus eerder zaak ook in een vroeg stadium al scherp te zijn op gekochte partijen en vooraf toebedeelde invloed. Daarin had het OM dus wél een punt.