Tags
‘ING negeerde waarschuwingen van drie ministers inzake salarisverhogingen’ (redacteur, Financiële sector/fd, 22-10-18)
Drie ministers van Financiën op rij hebben ING gewaarschuwd voor sociale onrust als de bank haar plannen zou doorzetten om de salarissen van de bedrijfstop fors te verhogen. Dat meldt dagblad De Telegraaf op basis van via de Wet openbaarheid van bestuur verkregen interne documenten van het ministerie van Financiën.
28 maart 2018: Jeroen van de Veer, ING’s president-commissaris, geeft in de Tweede Kamer uitleg over de voorgenomen verhoging van het salaris van topman Ralph Hamers met 50% tot ruim €3 mln.
De krant meldt dat uit de correspondentie tussen ING en de ministers van Financiën Jan Kees de Jager, Jeroen Dijsselbloem en Wopke Hoekstra ‘een jarenlange wrijving’ blijkt over topbeloningen. Sinds de redding van ING door de overheid met €10 mrd belastinggeld is er druk vanuit Financiën om terughoudend te zijn met loonsverhogingen voor de top van de bank.
De conclusie van deze openbaarmaking luidt natuurlijk dat de informatieplicht van het kabinet aan de Tweede (en Eerste) Kamer aan herziening toe is, omdat die plicht te vaag in art 68 van de Grondwet is geformuleerd: ‘De ministers en de staatssecretarissen geven de kamers elk afzonderlijk en in verenigde vergadering mondeling of schriftelijk de door een of meer leden verlangde inlichtingen waarvan het verstrekken niet in strijd is met het belang van de staat.’ (https://www.denederlandsegrondwet.nl/9353000/1/j9vvkl1oucfq6v2/vgrncvh0maxh ).
Het knelpunt dat is ontstaan vloeit voort uit de gegeven praktijk dat het kabinet door de laatste decennia heen vindt dat er teveel gezeurd wordt door Kamerleden met teveel detailvragen en daarmee klaarblijkelijk besloten heeft om veel schriftelijke Kamervragen met ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden.
Daaruit is de huidige praktijk ontstaan, en bovendien bleek uit de recente Kamerdebatten over de afschaffing van de dividendbelasting dat gesprekken met het bedrijfsleven of andere belangenbehartigers als vertrouwelijk want privaat worden beschouwd, maar dat is feitelijk natuurlijk niet aan de orde. Ieder overleg en gesprek met een minister-president is een politieke kwestie en dus een publieke verantwoordelijkheid, waardoor het niet meer dan logisch wordt een samenvatting van die gesprekken naar de Kamer te sturen, dat neer zal komen op een puntsgewijze opsomming van agendapunten.
En omdat en aantal Kamerleden (te noemen zijn in ieder geval want puttend uit mijn geheugen: SP (Marijnissen) en Denk (Azarkan), maar mogelijk meer woordvoerders) in genoemdendebatten van moment tot moment afspraken wilden kennen, wat een onzinnige vraagstelling is (vanwege het irrelevante karakter daarvan), zal de bestaande vaagheid dienen te worden opgeheven. Ieder politiek-zakelijk gesprek of overleg is politiek relevant en in beknopte zin kunnen – lees: moeten – mededelingen aan de Kamers worden doorgestuurd.
Van der Veer
Dit jaar nog moest president-commissaris Jeroen van der Veer onder druk van kabinet en Tweede Kamer terugkomen op een salarisverhoging voor ceo Ralph Hamers, die in 2013 bij zijn aantreden als topman op last van Dijsselbloem met een lager aanvangssalaris genoegen moest nemen. Volgens De Telegraaf blijkt nergens uit de verkregen documenten dat geplande salarisverhogingen met het ministerie waren afgestemd, zoals ING bij herhaling beweerde.
Het kabinet én de Tweede Kamer dienen zich te realiseren dat een betere informatievoorziening niet alleen realistisch is, maar ook noodzakelijk vanwege de maatschappelijke kenmerken zoals snelheid van ontwikkelingen en technische mogelijkheden binnen dit ‘heden’, en daarop dienen alle betrokken partijen zich in te stellen; bestuurders én bedrijfsleven/belanghebbenden buiten de private sector, zoals subsidieontvangers.
Dit geldt niet alleen de principiële vervlochtenheid van maatschappelijke verbanden (zoals ook de financiële markten volledig met elkaar vervlochten zijn met alle risico’s vandien), maar ook door de ‘hectiek’ en ‘werkdruk’ die hierdoor ontstaan, zodat de effectiviteit én efficiency van dat maatschappelijk handelen dat in crisistijden zelfs in seconden gaat tellen. Daarvan is ‘niet iedereen’ zich van bewust, zoals tijdens de crises van het afgelopen decennium bleek.
De wereld is nog méér interdependent geworden dan we al dachten en dat is een gegeven feit waarop nog niet alle deelhebbenden zijn ingespeeld.
https://fd.nl/ondernemen/1275040/ing-negeerde-waarschuwingen-inzake-salarisverhogingen