Tags
Verhoren | Of het nou kwam door gebrek aan kennis, ervaring of nieuwsgierigheid: op meerdere momenten liet de Kamercommissie kansen liggen om nieuwe informatie over moskeefinanciering te achterhalen. Vijf momenten sprongen eruit.
‘Kansen bleven liggen’ kan beter vervangen worden door een compleet blunderende commissie zodat voortaan een veel zwaardere commissie moet worden ingesteld om dit soort onmogelijke opdrachten uit te voeren. Niet op voorhand onmogelijk, maar wel vanuit de ervaringswereld met de bestuurders van het Haga Lyceum die het bloed onder de nagels van de burgemeester van Amsterdam vandaan haalde. Deze islamitische bestuurders blijken erg goed voorbereid op een ‘gegarandeerde’ confrontatie met de lokale overheid en nu ook met de landelijke.
Dus de conclusie van NRC dat er ‘vijf momenten uitsprongen’ is nog relatief ‘schappelijk’ berekend en uit beleefd of hoffelijk uitgedrukt. Deze heren imams en bestuurders waren weerzinwekkend speels en uitdagend bezig of zelfs in de persoon van Salam tenenkrommend assertief; het collectief blijkt veel te hebben bijgeleerd sinds ze hier woonachtig zijn. Afwisselend hebben ze zitten dollen met de commissieleden.
‘Bent u Moslimbroeder?’
Een uitgelezen kans om meer te horen over de invloed van buitenlandse geldschieters, bood het verhoor van bekeerling Jacob van der Blom. Tot vorig jaar had hij de leiding over de Essalammoskee in Rotterdam – gefinancierd door een fonds dat gelieerd is aan het fundamentalistische Moslimbroederschap. Van der Blom sprak in NRC eerder over bemoeienis vanuit dat fonds met de moskee.
Maar daar stond de commissie slechts vijf minuten bij stil. Ze richtte haar pijlen liever op de persoon Van der Blom zelf. Is híj soms een Moslimbroeder? „Heeft u een eed afgelegd aan het internationale Moslimbroederschap?”
Met een ontkenning nam de commissie geen genoegen. „Dat verklaart u onder ede? Dat weet u zeker?” De commissie was opgestookt door voormalig inlichtingenanalist Ronald Sandee, die Van der Blom in een eerder verhoor zonder bewijs tot Moslimbroeder had bestempeld. „Als het loopt als een eend, kwaakt als een eend, dan kan het een eend zijn”, was de redenering van Sandee.
Nasr el Damanhoury
‘Heeft u dit ondertekend?’
Een salafistische organisatie die bij uitstek bekendstaat om innige contacten met buitenlandse geldschieters, is de stichting Waqf van Nasr el Damanhoury. Maar de voorzitter kwam eenvoudig weg tijdens het verhoor. De commissie verzuimde hem open vragen te stellen over zijn gehele netwerk van donateurs in de Golfregio, maar beperkte zich tot slechts drie casussen die al in de media beschreven waren.
Zo ondervroeg de commissie El Damanhoury over een aanbevelingsbrief voor buitenlandse financiers die hij in 2018 geschreven zou hebben voor een nieuwe moskee in Geleen. „Ik kan mij dat niet herinneren”, zei hij. De commissie bleef hem erover doorzagen, maar hier wreekte zich een slechte voorbereiding. Zo had de commissie uit berichtgeving van NRC en Nieuwsuur kunnen opmaken dat deze aanbevelingsbrief niet in 2018, maar in 2012 was geschreven. En niet door El Damanhoury, maar door een andere medewerker van de stichting.
Je zou bijna de indruk krijgen dat Kamerleden helemaal geen kwaliteitskranten lezen en daarom blunderen bij dit soort ondervragingen. Met als enige excuus dat een ondervraging van moskeebestuurders een precedent betekende maar dan hebben ze betrokken leden van de commissie niet goed heeft gelet op de getoonde brutaliteiten van het bestuur van Cornelis Haga Lyceum in Amsterdam; dat is dus nagelaten en de resultaten waren er dus ook naar. De enige kwalificatie die recht doet aan deze wanprestatie is een zware onvoldoende. Vermoedelijk bestond de indruk dat dit varkentje wel even gewassen kon worden.
Helemaal pijnlijk werd het verhoor toen El Damanhoury zijn ondervrager Chris Stoffer (SGP) dwong een definitie te geven van ‘salafisme’. Stoffer kwam er niet uit: „Dat is… onder anderen… via politieke invloed.. ehm.. ergens.. binnen te komen.”
Abdelhamid Taheri
‘Dat moet u de penningmeester vragen’
Wel tien keer verwees As Soennah-voorzitter Abdelhamid Taheri tijdens zijn verhoor naar de penningmeester. Wie het geld stuurde? „Moet u aan hem vragen”. Aanvragen voor buitenlandse fondsen? „Dat deed een commissie onder leiding van de penningmeester”. Zo kon Taheri al te lastige vragen uit de weg gaan. Opvallend genoeg wees hij de commissie erop dat hij vooraf had aangeboden om deze penningmeester bij het verhoor aanwezig te laten zijn. Dat had de commissie niet nodig geacht. Een inschattingsfout, want hierdoor bleven vele vragen van de commissie onbeantwoord.
Op dit soort – ‘Moet u aan hem vragen’ – reacties waren de commissieleen overduidelijk niet geprepareerd of voorbereid en dat maakte de hele serie zittingen tot een bizarre vertoning waarmee de politiek geen dienst heeft bewezen aan de samenleving. Kortom, blunders vlogen elkaar opvolgend tegemoet.
Pauline Krikke
‘Geef ons dat ambtsbericht!’
„Mevrouw Krikke, het ging om een ambtsbericht!” Het is Tunahan Kuzu (Denk) die voormalig burgemeester Pauline Krikke van Den Haag aan de tand voelt over de financiering van de As Soennah-moskee. NRC en Nieuwsuur meldden dat inlichtingendienst AIVD de burgemeester vertrouwelijk had gewaarschuwd voor Koeweitse geldstromen naar die moskee. Dat ging via een zogeheten inlichtingenbericht, waarover de ontvanger geen mededelingen mag doen – zelfs niet over het bestaan ervan. Maar Kuzu gaat er in het verhoor blindelings vanuit dat het hier om een – minder geheim – ambtsbericht gaat. „Dus u kúnt die informatie delen”.
Krikke: „Ik weet niet meer of het een ambtsbericht was.”
Ik meen Krikke horen antwoorden dat zij rechtens niet gemachtigd was hierover iets te zeggen en mijn reactie – luisterend naar Kuzu – was ook dat hij de overheidsregels niet kent. Vandaar dat hierboven terecht wordt opgemerkt dat hij er blindelings vanuit ging dat het niets met ‘minder geheim’ te maken had. Overigens is Kuzu vaker te betrappen op een gebrekkige kennis van ons staatsrecht.
Kuzu: „Mevrouw Krikke, het gíng om een ambtsbericht, en volgens de heer Schoof [AIVD-directeur] zijn die berichten niet geheim.”
Krikke: „Ik wil de geheimhouding niet schenden.”
Kuzu: „U beroept zich op de geheimhouding. Ik constateer dat er geen sprake is van geheimhouding”.
En zo ging het nog even door. De commissie had er goed aan gedaan zich vooraf te verdiepen in de verschillende wijzen waarop de AIVD burgemeesters kan informeren.
Suhayb Salam
‘Ik ben nog niet klaar’
Met een lach kwam hij binnen en hij was vastberaden de rollen om te draaien. Suhayb Salam van de Utrechtse stichting Al Fitrah koos vanaf het eerste moment voor de confrontatie met de commissie die hém moest ondervragen.
Zijn langdradige antwoorden liet hij niet onderbreken door de ondervragers. „Ik ben nog niet klaar, nee, ik bepaal wanneer ik een antwoord af heb.” Commissielid Stoffer probeerde de imam tot een „ja” of „nee” antwoord te dwingen, maar „dat zal niet gebeuren” verzekerde Salam, die onverstoorbaar door nieuwe vragen heen bleef praten.
Op een zeker moment wist commissievoorzitter Michel Rog (CDA) niets anders te bedenken dan Salams microfoon uit te zetten. Koren op de molen van de controversiële imam. „Heeft u nou mijn microfoon uitgezet? Een imam monddood maken? Is dat wat u wilt?”
Het verhoor dat over schimmige financiering had moeten gaan – ook zijn eigen achterban hekelt de niet-transparante boekhouding van Salam – mondde uit in een discussie over of je als moslim niet-islamitische feestdagen zou mogen meevieren. Daarmee had de imam zijn ondervragers precies op het terrein waar hij zich het meeste thuis voelt. Een illustratie van hoe de commissie totaal geen vat kreeg op het verhoor.
De commissie was bizar slecht voorbereid aangezien uit de vraagstelling bleek dat het om slecht geïntegreerde nieuwe Nederlanders ging. Ook werd nooit doorgevraagd als de vrijheid van meningsuiting door de ondervraagde aan de orde werd gesteld (dat de moslims hun eigen waarden en normen mogen bepalen) en bleek dat alle ondervraagden hun eigen invulling daaraan gaven, in plaats van de intentie om te vragen naar de bedoeling om de grondwet daarbij.
Het gebrek aan een vorm van staatsinrichting tijdens de inburgeringscursussen breekt daarop flink op. Ook veroorzaakt een inconsequent migratiebeleid zonder drukmiddelen in de volkswijken waar deze migranten wonen om vervolgcursussen te volgen, waardoor de grondwet degelijk kan worden uitgelegd. En examinering daarvan. Zonder een voldoende afgesloten resultaat wordt geen (definitieve) verblijfsvergunning verstrekt.
De brutaliteit die Salam etaleerde houdt ook een duidelijke waarschuwing in dat de orthodoxe migranten slak hebben aan het zwakke gezag van de Nederlandse overheid en politieoptreden. Ons land is veel te gedogend, slap en ‘solidair’ gebleven. Dat straft zich automatisch zo af.