‘Stop met dat gejammer in islamdebat’ (Hans van Zon, AD, 23 januari)
Interview Maurits Berger (50) islamoloog
Het Westen worstelt met de islam. Na de aanslagen in Parijs stuitert het debat over ‘hoe nu verder?’ alle kanten op. Groeiend wantrouwen en onbegrip overheersen, constateert islamoloog Maurits Berger: ,,We moeten het niet erger maken dan het is.”
‘,,Aan de ene kant krijg ik genoeg van al die Nederlandse zelfgenoegzaamheid. Dat jaren ’50-denken, van ‘zo doen we dat nu eenmaal’. Op die manier leg je de bal steeds weer bij de ander, die moet zich maar aanpassen,” zegt de professor islam en het westen, verbonden aan het Instituut voor Religiestudies (Universiteit Leiden).
,,Maar ik krijg ook genoeg van al dat gejammer van sommige moslims die anderen altijd overal de schuld van geven. Ik schrik soms van het slachtoffercomplex onder moslims, zowel hier als in de moslimwereld. Van mensen die de eigen conflicten, de eigen rotzooi ontkennen en altijd met de vinger naar het Westen wijzen.”
‘Berger (50) wijst erop dat de moslims en de islam wel degelijk een zelfreinigend vermogen tonen in antwoord op de terroristische aanslagen van een radicale minderheid. ,,Je moet dat in het Westen wel willen zien. Honderden geestelijken, van de groot-moefti in Egypte tot imams in Nederland, spreken hun afkeer uit over de gruweldaden van de Islamitische Staat en andere fundamentalisten die zich daaraan willen spiegelen. Die eensgezinde afkeuring in de moslimwereld is uniek, maar het is ons ontgaan,” aldus de islamoloog.
‘Berger waarschuwt voor het opblazen van tegenstellingen: ,,Je kunt niet in oorlog zijn met de islam. Of met de democratie. Hooguit met volgelingen. Met mensen die een religie of een ideologie misbruiken voor foute politieke doeleinden. Om een gewaardeerd medelander te zijn hoeven ze hun religie toch niet overboord te gooien? Te veel mensen maken er onterecht een wij-zij-tegenstelling van. Het ‘ben je niet voor ons dan ben je tegen ons’ speelt overal op. Maar de meeste moslims hebben niets tegen de rechtsstaat. Ze willen wel dat ze als Nederlander een eigen identiteit kunnen houden.”
‘Veel moslims zijn daarom, stelt Berger, ook zo verontwaardigd over de oproep ‘Laat je horen’ van Ahmed Aboutaleb, de burgemeester van Rotterdam. ,,Zo’n oproep versterkt de geur van wantrouwen. Van ‘Wat heb je te verbergen?’. Ik snap wel dat moslims daar nijdig van worden. Alsof ze hun eigen onschuld moeten bewijzen. Alsof alleen zij een probleem hebben. En niet wij allen. (…)
‘Maurits Berger vraagt ook begrip voor een andere worsteling. ,,Tot grote ontsteltenis van ouders wint het salafisme, een fundamentalistische stroming in de soennitische islam, terrein onder moslimjongeren in Europa. Zij zijn puriteinser dan hun ouders, laten zich veel strikter leiden door de Koran. Op zich niet erg, behalve dat het ook voedsel biedt aan de radicale types. Het is een probleem dat niet alleen moslimouders maar de samenleving als geheel aangaat.”
‘Maurits Berger stoort zich in de discussie aan de onzin die voorbij komt. ,,Nogal wat Nederlanders weten weinig over de islam, maar hebben er vaak wel een mening over. We zoeken naar die ene islam, maar vinden die niet. Natuurlijk niet. De echte islam is flexibel, er is veel interpretatie mogelijk.”
Elke religie heeft zijn ‘rekkelijken’ en ‘letterlijken’, zegt hij ,,Met de Islamitische Staat zijn de letterlijken door grenzen geschoten. Hun radicale interpretatie wordt ook in het Midden-Oosten niet gepruimd. Het kalifaat is een thuisland voor moslims die de gruwelijke werkelijkheid ervan ontkennen.”
(…)’
Ja, er komt heel veel onzin voorbij en dat zou in dit geval ook de regering wel duidelijk mogen maken, ondanks de godsdienstneutraliteit die de regering in acht hoort te nemen. Maar de scheiding van kerk en staat wil niet zeggen dat het kabinet geen standpunt mag innemen als er alleen maar onzinnigheden gedebiteerd worden. Weliswaar heeft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid al een en ander over integratie gezegd, maar naar mijn weten nog niet uitsproken dat er alleen op basis van feiten en controleerbare gegevens iets gezegd kan worden en niet op wat nationale onderbuikgevoelens oproepen. Maar ook Asscher worstelt met het hele kabinet met de nieuw ontstane situatie naar aanleiding van Parijs, maar ook een dergelijke nieuwe situatie moet een regering geprepareerd zijn.
Op basis van dit uitstekende interview kan de regering wel degelijk een aantal richtlijnen opstellen hoe het debat zich in ons land zich kan en dient te ontwikkelen en ook afstand nemen van de overbekende retoriek van Wilders PVV. Zoals: ‘Iedereen dient zich met respect uit te spreken over andermans godsdienst en alleen waar in naam van een religie strafbare handelingen worden gepleegd dient direct tot strafvervolging te worden overgegaan.’ En moslims die hier woonachtig zijn behoren zich ‘aan de basisnormen van onze samenleving te houden, met inbegrip van de vrijheid van meningsuiting.’ Zij die zich storen aan vermeende discriminatie en blasfemie – hier te lande uit het strafrecht gehaald – dienen een cursus geestelijke en mentale weerbaarheid aangeboden te krijgen.