Tags
‘Team-Juncker’ wist Europa geen nieuw elan te geven (Tijn Sadée & Rene Moerland, nrc.nl, 12 september 2018
Europese Commissie Woensdag houdt Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker zijn laatste Staat van de Unie-rede. Deze vier kwesties bepalen zijn nalatenschap.
‘Team-Juncker’ zou de politieke strijd aangaan, in dienst van elke burger, van de pas toegetreden Roemeen tot en met de ontevreden Nederlander.
Resultaat is dat helemaal niemand tevreden is en het uitgangpunt was ook belachelijk: een ontstaansgeschiedenis van de EU vol met ruzies en staatslieden die vechtend over straat rolden kun je niet omtoveren in een paradijselijke gemeenschap. Daarvoor is de 21e eeuw veel te complex geworden met alle noviteiten als de ICT-ontwikkelingen (en vooral de algoritmen en sociale media) én de globalisering, vooral geïnitieerd door het flitskapitaal, nieuwe ontwikkelingen die iedereen voor overweldigende verrassingen plaatsten, zoals migratiestromen.
Economische, en financiële als de Eurocrisis moesten worden gepareerd waardoor een kettingreactie aan burgeropstanden binnen EU-lidstaten ontstond, die iedereen onder de gevestigde orde van staatslieden met een mond vol tanden deed staan. Merkel was de echte leider die rust in de tent hield en zeker niet de Europese Commissie. Maar deze structuur klopt van geen kant en daarom is Juncker de grote mislukking geworden van ongekend formaat.
Hij zou „de Commissie van de laatste kans” gaan leiden. Met die dramatische woorden trad Jean-Claude Juncker eind 2014 aan als voorzitter van de Europese Commissie. Het was zijn antwoord op de opmars van anti-EU-partijen in heel Europa.
Juncker beloofde een meer politieke Commissie – een die sterk genoeg zou zijn om tegenwicht te bieden aan multinationals en die paar regeringsleiders van de grote landen. ‘Team-Juncker’ zou de politieke strijd aangaan, in dienst van elke burger, van de pas toegetreden Roemeen tot en met de ontevreden Nederlander.
De ‘grote politieke ervaring’ die Juncker meebracht was hoopvol dacht iedereen binnen de EU-gremia, maar dat bleek een complete misrekening. Het was de oude orde die kopje onder aan het gaan was en waaruit ook de mislukking van Merkel zichtbaar werd: vertrouwend op haar politieke kleur die de dienst uitmaakte in de unie. Dat werkt zo niet meer.
Is dat gelukt? Deze woensdag houdt Juncker voor de vierde keer zijn jaarlijkse Staat van de Unie, zijn laatste in de opmaat naar de Europese verkiezingen in mei 2019.
Bij zijn laatste is het tijd de balans op te maken. Werd het die politieke Commissie die het initiatief naar zich toe zou trekken en nieuw enthousiasme wist te wekken? Niet echt. Vier kwesties zullen de erfenis van Team-Juncker bepalen.
‘Niet echt’ of ‘helemaal niet’? Dit laatste dus.
1 Migratie
In de vluchtelingencrisis in 2015 werd al snel duidelijk dat een beroep op principes („Wir schaffen das”) niet genoeg zou zijn om Europa te verenigen. Er moesten praktische oplossingen komen om de overbelasting van zuidelijke landen op te lossen. De Commissie probeerde eerst vergeefs solidariteit af te dwingen door verdeelquota op te leggen. Oostelijke lidstaten onder aanvoering van Hongarije werkten niet mee. De Turkije-deal – waarbij Turkije in ruil voor 3 miljard euro steun beloofde de Syrische vluchtelingen niet door te laten naar Griekenland – smaakte naar meer.
Maar het lukt niet om dergelijke afspraken ook te maken met Afrikaanse landen. Dus komt Juncker met ‘makkelijkere’ voorstellen: verder investeren in gezamenlijke grensbewaking en kustwacht, meer hulp aan Afrikaanse landen, betere asielprocedures in Europa.
Allemaal blablabla. Blunder 1.
2 De waarden die Europa verbinden
Juncker is nog een believer van de oude Europese stempel: decennia stond zijn engagement in het teken van Europese integratie en eenwording – termen die uit de mode zijn. Zomaar ‘meer Europa’ beloven, draagt niet bij aan het vertrouwen van burgers. Dat tonen uitslagen van verkiezingen en referenda vaak genoeg aan. De les die pro-Europeanen trekken, is dat je altijd moet zeggen waarvóór je meer Europa wil: een defensiegemeenschap opbouwen, onafhankelijk van Trumps Amerika en tegen het bedreigende Rusland. Om klimaatverandering aan te kunnen.
Ook allemaal blablabla. De pro-Europeanen hebben de grootste blunders gemaakt door de unie veel te snel uit te breiden en dat is nu zichtbaar geworden door de tegenmachten die in de vorm van de Visegradlanden zijn ontstaan. Het interview met oud-staatssecretaris Gabor, zelf oud-Hongaars vluchteling in 1956 na de Russische inval, toonde gisteravond zijn ‘reserves’ en emotionele verbijstering tegenover het EP-rapport-Sargentini (geen enkel begrip vanuit Brussel voor de communistische overheersing van Oost-Europa door de USSR), waardoor het huidige nationalisme in genoemde landen te billijken is, zo meende hij.
Klopt niet, want de wereld staat niet stil bij de zichtbaar geworden trauma’s van Oost-Europa, waaruit ook weer blijkt dat Gabor zelf (https://nl.wikipedia.org/wiki/Dzsingisz_Gabor ) Hongaar is gebleven en de politieke evolutie psychisch niet kunnen bijbenen. Dat geldt natuurlijk voor alle vluchtelingen door de hele menselijke geschiedenis heen en daar heeft de Commissie ook te weinig bij stil gestaan; maar wat wil je met zo’n technocratisch apparaat?
En het gaat vaker niet om méér Europa. Maar om het bewaken van de ondergrens: waarden als democratie, pluriformiteit, rechtsstaat en solidariteit waar niet aan getornd mag worden. Daar gaan de conflicten met Hongarije en Polen over. Velen beschouwen de aanhoudende ruzies met oostelijke lidstaten als bedreigender voor de Europese toekomst dan Brexit.
Juncker heeft uitdrukkelijk en altijd gepleit voor een méér Europa in de vorm van een complete EU met alle Europese naties als lid. Maar hij vergat één ding: het organiseren en opzetten van een ‘organische eenheid’ is noch de mens, noch een economische unie gegeven zonder de bijbehorende psychische infrastructuur. Het draagvlak moet bewust én zorgvuldig worden geschapen maar daar is nooit enige Commissie aan toegekomen. Integendeel, democratisering van de EU is nooit van de grond gekomen. Het ging sinds Barroso om de snelheid van integratie en uitbouw en dat betekent niets anders dan forceren. Een garantie tot mislukking op korte termijn dus, maar een nuttige leerschool voor de lange termijn want ooit zal een succesvolle EU ontstaan, want dat is gelet op de globalisering onvermijdelijk want onomkeerbaar zoals ik gisteren schreef. Het is een kwestie van springen op en aanhaken bij een rijdende trein die door blijft denderen (https://www.coolenchina.com/dit-een-case/ ).
3 De boel bij elkaar houden
De Britse keuze voor Brexit per referendum overkwam Europa. Tot nu toe levert dat de Unie een opmerkelijk gevoel van eenheid op in het onderhandelen met het Verenigd Koninkrijk. Dat komt – naar overtuiging van Brusselse diplomaten – niet in de laatste plaats omdat de EU het onderhandelingsmandaat vast bij de Commissie heeft gelegd, zodat er niet steeds gebekvecht wordt tussen de lidstaten over de koers tegenover Londen. Alles kan mislopen als er dit najaar geen (goede) deal komt – mogelijk door de Britten. Maar elk akkoord is ook spannend voor de EU: welke effecten zal de nieuwe Britse positie op andere lidstaten hebben?
4 Veiligheid
De overeenstemming over defensiesamenwerking (Pesco) is voor de Commissie een succes. Maar wanneer wordt het concreet? Intussen komen er nieuwe voorstellen: meer informatie-uitwisseling tegen terrorisme. Bescherming tegen online manipulatie van verkiezingen. Juist op veiligheidsgebied is het lastig laveren tussen vrijheden (van meningsuiting) en veiligheid.
Dus, is het Team-Juncker gelukt? De Commissie bleek niet de aanjager van nieuw elan. Maar zij is wel de manager gebleken die de regeringsleiders nodig hebben. Europa moet beschermd worden tegen migratie, terrorisme, onberekenbare vrienden (Trumps Amerika), machoburen (Rusland), globalisering, klimaatverandering. Als dat niet lukt, zeggen Europese leiders als Juncker, dreigt verdere opkomst van populisme en nationalisme. Ook dáár moet Europa in hun ogen dan weer tegen beschermd worden.
Het moet nog bewezen worden dat de Commissie wel de ‘manager is gebleken die de regeringsleiders nodig hebben’, om deze zin te parafraseren. Deze Commissie heeft veel te veel weerstanden opgeroepen. Dat staat vast en daarmee een nieuwe schakel van mislukking geworden in de bestaande bestuurlijke ketting.
Dat is het lot van Juncker: praktisch schaven aan een vooral defensieve agenda is kennelijk het hoogste wat een overtuigde Europeaan bij de Commissie nu kan bereiken. Een bescheiden rede zou Juncker deze woensdag passen: met nog maar acht maanden te gaan tot de Europese verkiezingen bestaat nog altijd de helft van de voorstellen van zijn Commissie slechts op papier.
En dat ferme antwoord op de opmars van de anti-EU-partijen? De angst daarvoor, zeker na de winst van de Italiaanse populisten, is volgens ingewijden in Brussel alleen maar groter geworden.
Zolang die angst in Brussel blijft bestaan kan er geen positieve impuls ontstaan.