De gemene Duitser is terug (Juurd Eijsvoogel, Buitenland/NRC Handelsblad, 23 juli)
Reportage Duitsland: In korte tijd van meest geliefde land op aarde tot de boeman van Europa. Berlijn maakt zich zorgen.
‘Het valt niet meer te ontkennen, ook niet in Berlijn: de gemene Duitser is terug. Het beeld is al zo’n honderd jaar oud: de Duitsers als een gemeen, lelijk en heerszuchtig volk. (…)’
Dit beeld van de gemene Duitser is natuurlijk weer de vox populi, kwaadaardig populisme omdat de gemene Duitser een wat goedkope en gemakkelijke metafoor is voor een gemeenschappelijke besluitvorming op de laatste EU-top dat het Griekse drama tot een eindbeslissing moest brengen. Een meerderheid die niet door Merkel werd afgedwongen, maar het een sterk realistisch blok van Duitsland, Nederland, Finland, de Baltische lidstaten en Slowakije een stevig fundament kreeg. Dat de pers en geschreven media hierin meegingen wil alleen maar iets over de huidige kwaliteit van de media iets zeggen. Wederom een bewijs dat journalistiek in handen van de commercie populistische reacties oplevert. Deze hetze-achtige ontwikkelingen leveren alleen maar het bewijs dat de EU een problematisch onvolwassen adolescentieperiode doormaakt, waarin iedereen de weg kwijt is. Er is maar één conclusie mogelijk dat de Europese Commissie voor de onmogelijke taak staat de visie in het Vijf Presidenten Rapport gerealiseerd te krijgen. Eerst dient deze ‘geforceerde’ Duitse kwestie te worden opgelost, want anders is dat rapport volkomen onbespreekbaar. De Noord-Zuidscheidslijn wordt een veenbrand die niet meer te blussen valt. Dat heeft Syriza mooi voor elkaar gekregen met grote bekken als van Varoufakis.
‘Zolang het bleef bij spotprenten in Griekse kranten, waarop Duitse politici werden afgebeeld in naziuniform of de Hitlergroet brachten, was het voor Duitsers vooral ergerlijk. Men zag het en probeerde het te negeren. Vervelender werd het al toen ook Griekse politici historische parallellen gingen trekken tussen het Duitse beleid in de eurocrisis en Hitler-Duitsland, dat in Griekenland gruwelijk heeft huisgehouden [Waar niet trouwens? Maar dat wordt weer niet genoemd]. Maar ook dat was nog weg te wimpelen als onzinnige overdrijving.
‘Dat het probleem veel groter is, begint pas tot Duitsland door te dringen sinds de laatste top van de leiders van de eurozone, nu bijna twee weken geleden. De Duitsers dreigen met hun harde opstelling hun goede imago te verspelen – en niet alleen in Griekenland, en ook niet alleen in het zuiden van Europa.
‘Donald Tusk, president van de Europese Raad, zei vorige week in een interview met een aantal Europese kranten hoe geschokt hij was over het enthousiaste onthaal dat anti-Duitse opmerkingen van de Griekse premier Tsipras kregen in het Europees Parlement. „Het leek wel een anti-Duitse demonstratie, van links en radicaal-rechts. Het was voor het eerst dat ik zulke emoties zag in een anti-Duitse context. Van bijna het halve Europees Parlement.”
‘In maart klonk nog alom hoon, toen Der Spiegel een fotomontage op zijn omslag plaatste van Angela Merkel samen met een groep Wehrmachtofficieren op de Akropolis [Inderdaad weerzinwekkend en dat van een Duits blad; respectloos naar de eigen regering, want meegaand in het sentiment van de zuidelijke lidstaten]. De kop luidde: ‘The German Übermacht; hoe Europeanen de Duitsers zien’. Inmiddels erkennen vrijwel alle Duitse media dat het imago van Duitsland inderdaad weer is ingehaald door het bruine verleden. “Het is dieptriest, maar mensen zijn weer bang voor Duitsland”, zegt Jakob Augstein, hoofdredacteur van het opinieblad der Freitag en fel criticus van de regering-Merkel.
‘Zaterdag ruimde de Süddeutsche Zeitung een hele pagina in voor de : comeback van de gemene Duitser”. Hoe kon de stemming zo kantelen, vroeg de krant zich vertwijfeld af. Zal het weer overwaaien, als de ergste crisiskoorts voorbij is? “Of is het een teken dat Duitsland weer terugvalt in de rol van de gevreesde en geïsoleerde hegemoon in het hart van Europa?
(…)
‘Uiterst pijnlijk voor Duitsland was bijvoorbeeld dat de voorzitter van de regerende Parti Socialiste, Jean-Christophe Cambadélis, vorige week een ‘open brief aan een Duitse vriend’ schreef, waarin ook hij de Duitsers hun geschiedenis nog eens inpeperde. „Europa begrijpt de koppigheid van je grote land niet, beste vriend. Zou jouw land de solidariteit zijn vergeten die Frankrijk heeft getoond meteen na de gruwelijke misdaden die uit naam van Duitsland zijn begaan? Als Duitsland de solidariteit op het continent de rug toekeert, stelt het Europa in feite voor een rampzalig alternatief: een verschrikkelijk referendum – voor of tegen Duitsland.”
Schandalige opmerkingen vanuit Franse hoek. Als deze trend maatgevend wordt is de EU ten dode opgeschreven. Want waarom worden de andere lidstaten niet genoemd die even verantwoordelijk waren voor het EU-besluit ten aanzien van Griekenland? En waar blijven de belastingbetalende burgers in de lidstaten die de Griekse schulden mogen oplossen? De enige echte schuldige zijn de Noord-Europese banken die goed hebben verdiend aan de Grieken, zoals destijds Jan Kees de Jager ook triomfantelijk rondbazuinde.
‘Dat kwam hard aan. In een bitter commentaar schreef Die Welt zaterdag dat „de grootste nettobetaler van de Europese Unie nu verweten wordt uit egoïstische motieven de eenheid van Europa op het spel te zetten”. De open brief van Cambadélis is volgens de krant alarmerend. Maar als de Franse president Hollande wordt geprezen als de vader van het in Brussel bereikte compromis, dan moet daarbij wel bedacht worden dat het nieuwe Franse zelfbewustzijn alleen mogelijk is „op kosten van de Bondsrepubliek”.
„Duitsers zijn boos omdat ze vinden dat ze álles hebben gedaan om het verleden achter zich te laten – en nu begint iedereen er toch weer over”, zegt Hans Kundnani in het beroemde Berlijnse Café Einstein, aan de boulevard Unter den Linden. Kundnani is een in Berlijn wonende Brit en auteur van The Paradox of German Power. Na de oorlog trokken de Duitsers zich veel aan van kritiek van de buitenwereld, zegt hij. „Ze wilden dat vooral de Fransen, de Britten en de Amerikanen van hen hielden. Maar dat is veranderd. Ik geloof eigenlijk dat het ze niet echt meer veel kan schelen. Er is een neiging om kritiek af te doen als een anti-Duitse campagne, van mensen die ons niet begrijpen, uit zijn op ons geld of andere dubieuze motieven hebben.”
Binnen Europa gelooft maar een handjevol landen in de Duitse aanpak van de eurocrisis, zegt Kundnani. „Landen zoals Nederland, Finland, de Baltische landen en Slowakije. De Duitsers doen wanhopig hun best om de indruk te wekken dat zij bemiddelen tussen die landen en de Grieken. Maar dat is niet geloofwaardig. Duitsland heeft de macht, dat is voor iedereen duidelijk.”
De laatste zin kent geen logisch verband met het voorafgaande ‘Maar dat is niet gelloofwaardig’. Immers, wie zegt dat het niet geloofwaardig is? Er is wel degelijk bemiddeld tussen Merkel/Hollande naar de Grieken toe. Dat heb ik in mijn blog zelfs geschreven. Er is hier sprake van een gebrek aan degelijke analyse en eigenlijk alleen van wishful thinking.
‘Merkel en haar minister van Financiën Wolfgang Schäuble krijgen de laatste tijd vaak het verwijt dat ze Duitsland niet Europees willen maken, zoals altijd het beleid was, maar heel Europa Duits. Maar volgens Kundnani leidt dat debat af van een belangrijker kwestie, die erachter schuilgaat. „We beleven een transformatie van de hele Europese Unie. De vraag is of de unie niet eigenlijk bezig is een rechts project te worden.’
Ook hier weer giswerk dat is overgenomen uit de publieke opinie. De analyse van het plan Vijf Presidenten Rapport die op deze site wordt besproken, toont het omgekeerde aan: het toekomstperspectief is het sociale marktdenken en dat is nadrukkelijk geen vorm van neoliberalisme en het neoliberale marktdenken.
„Vroeger dwong het IMF ontwikkelingslanden harde structurele hervormingen af, in ruil voor leningen. Europeanen vonden dat toen een harde vorm van kapitalisme. Later paste Europa die aanpak zélf toe op landen die tot de unie wilden toetreden. En nu worden leden van de eurozone er onder Duitse druk aan onderworpen.’
Dit laatste is niet waar omdat er een collectief van de genoemde buurstaten van Duitsland bestaan die eensgezind een realistisch herstelplan voorstaan. Maar ondertussen zijn er wel accentverschuivingen ontstaan, namelijk dat zelfs het IMF stelt dat zwaar bezuinigen geen anticyclisch beleid betekent, maar de recessie in de hand werkt. Dat is een juist economisch inzicht maar vermoedelijk houden de noordelijke lidstaten hieraan vast om zekerheid te hebben dat de regels weer niet overtreden worden, zoals in het verleden zo vaak is gebeurd. Bovendien kent Griekenland een uiterst dubieuze reputatie wat betreft het nakomen van afspraken.
„Zo staat de Europese Unie voor veel burgers alleen nog voor bezuinigingen. De EU als een slechte kopie van het IMF. Dat is rampzalig, en er bestaat ook geen consensus over. Maar als Europa op die manier een rechtse onderneming wordt, dan heeft de EU een groot probleem. Dan keert links zich ervan af, terwijl rechtse politici er niet voor op de bres staan.”
Inderdaad heeft de EU dan een groot probleem, want niet alleen links keert zich dan van het gehele project af, maar ook de partijloze burgers binnen de EU. Er bestaat over de keuze tussen het Angelsaksische en het Rijnlandse model geen overeenstemming en die zal er ook nooit komen. En zelfs als rechte politici er niet voor op de bres durven staan, dan nog blijft het besluitvormingsproces tijdens de ‘toppen’ wel rechts. Een enkelzijdig Angelsaksisch (aandeelhouders)model wordt op het continent niet geaccepteerd. Dat betekent het einde van de Unie. En helaas voor rechtse politici heeft de huidige praktijk uitgewezen dat de combinatie van Angelsaksisch én Rijnlands werkt. Dus waarom die gouden formule wijzigen?
‘De situatie is volgens Jakob Augstein [reeds genoemd] “brandgevaarlijk”. Hij verwijt de Duitse politiek en de Duitse media dat de juistheid van de economisch en politiek koers in de crisis in Duitsland eigenlijk niet ter discussie staat. “Het deprimeert me dat we een leider als Merkel hebben. Ze zou nu een krachtige stap vooruit moeten doen, zoals Hollande heeft voorgesteld, naar een Europese economische regering. Kohl had dat allang gedaan.”
Dit zijn volkomen juiste woorden van Augstein, die de spijker op de kop slaat. We staan inderdaad voor een brandgevaarlijke situatie en die kan alleen ongedaan gemaakt worden met een goede en evenwichtige visie, zoals trouwens Merkel dat ook heeft getoond met de EnergieWende. Ze kan het dus wel, maar daarin speelde de publieke opinie een andere rol, omdat de grote meerderheid van de bevolking tegen kernenergie is. Maar hier in de Griekse kwestie speelt de meerderheid van de burgers die geen cent meer overhebben voor de Grieken, terwijl er wél hulpgeld gestuurd moet worden. Merkel verkeert in het spagaat van een bondskanselier die als erfgoed geen Grexit wil nalaten en dus de Unie heel wil houden, terwijl de Grexit als een vrijwillige uittreden van de Grieken eigenlijk ideaal is. Want eigen financiële zelfstandigheden keert dan weer terug en dan is een devaluatie of afwaardering van de drachme weer mogelijk. En daarmee het herstel van de Griekse economie. Maar de Grieken willen in de euro blijven, tenzij in de komende periode de omslag gaat plaatsvinden.
‘Duitsland bevindt zich in het klassieke dilemma van een grootmacht: andere landen roepen om leiderschap in crisissituaties, maar als Duitsland zich laat gelden krijgt het de wind van voren. “Als we te weinig doen is het niet goed, maar als we wel optreden zijn we al gauw de hegemoon”, zegt Hanni Hürsch, correspondent in Londen van tv-kanaal ARD en samensteller van het boek So sieht uns die Welt. (…)’
Dit is een juiste constatering van Hürsch en het is een feit dat Merkel in de Griekse crisis te weinig van zich heeft laten horen en zeker geen visie heft geëtaleerd. Dat is en blijft de algemene zwakte van Europese politieke leiders, en zolang dat aanhoudt is er geen kans op een mentale klimaatverbetering binnen de EU. Zo wordt de visieloze politiek afgestraft.