Stelling: Om dit Kamerdebat tot een goede uitkomst te leiden, graag antwoorden op de volgende vragen, die van een concreet en helder antwoord dienen te worden voorzien opdat dit debat maatgevend zal worden:
- Het gaat niet om het zoeken naar de balans tussen ‘het vrije woord en dreigende taal’, want dat is te vaag en onbestemd, terwijl het om exacte normen gaat, zodat de Kamervoorzitter voor eens en altijd weet hoe op te treden.
*Voor de goede orde: ‘dreigen’ ofwel ‘ dreigende taal’ wordt in het woordenboek omschreven als ‘iets onaangenaams in het vooruitzicht stellen’ of ‘te wachten staan’, ‘gevaar lopen’ en ‘op het punt zijn’. Het is duidelijk dat als er met iets ‘ernstigs’ rekening moet worden gehouden, dat er dan sprake is van delicten uit het wetboek van strafrecht. En dat los van ‘simpele dreigingen’ die in formuleringen die in het Kamerdebat voorkomen uit de hoek van FVD en PVV, zoals in het volgende deel [31/3] zal blijken.
2. Het gaat kortom over wat het vrije woord betekent en wel binnen de marges van respectvol en fatsoenlijk gedrag zoals (zoals dat idealiter blijkt uit een normale standaardopvoeding) dat op straat ook gevraagd wordt, en dus geen beledigingen, smaad, laster en alle begrippen in ook in dat wetboek van strafrecht, maar dan niet in de dagelijkse omgangsvormen tijdens de eenvoudige communicatie tussen burgers onderling.
3. Niet vergeten mag worden de historische oorzaak en bron van de vrije meningsvorming in onze grondwet die gericht was op het verschijnsel censuur; het draaide toen om de toen gebruikte argumenten waarom het autoritaire koningschap mocht worden aangepast en getransformeerd naar een (ooit ‘volmaakte’) democratische gedachtenuitwisseling, zo dat toen al mogelijk was.
Maar vandaag de dag gaat het om de complexe maatschappijstructuur in de huidige fase of stand van onze beschaving, die pertinent onmogelijk vanwege gemeende noodzaak tot politieke profileringdrift en sensatiehonger van de persorganen. Om deze reden bestaat er geen argument om ook als Kamerlid zich niet te houden aan de fatsoensnormen van respect, evenwichtigheid en verdraagzaamheid, want de facto draait iedere gedachtewisseling om de juiste en dus zuivere argumenten en redenering. Grensoverschrijdende uitingen zijn nooit en te nimmer noodzakelijk en zijn een uiting van een onvolwassen persoonlijkheid. Dus geen opruiende taal en scheldwoorden want dat getuigt van onfatsoen.
4. Fortuyn meende dat ‘juist in het parlement het vrije woord vóór alles [sic] ging’, maar dat klinkt aardig doch te vaag om realistisch en als fatsoenshalve haalbaar te worden genoemd. Dat ‘alles moet kunnen’ lijkt teveel op ‘absolute’ meningsvrijheid, terwijl er geen absolute (vrijheids)rechten überhaupt bestaan: recht op (groeps- en soms enkelvoudige) belediging is, zoals bekend, al ongeoorloofd, want in veel gevallen strafbaar.
~
Op zoek naar de balans tussen het vrije woord en dreigende taal (Esther Lammers, Vandaag/Trouw, 29-9-22)
Debatstijl • De Kamer is verdeeld over een voorstel om de eigen omgangsregels aan te scherpen. Mag een Kamerlid een collega dreigend toespreken?
*’Dreigen’ wordt in het woordenboek omschreven als ‘iets onaangenaams in het vooruitzicht stellen’ of aankondigen dat ‘het hem of haar te wachten staat’ en dat dus de persoon in kwestie ‘gevaar loopt’ of ‘op het punt staat’ gevaar te lopen, en dat geldt dus voor iedere *intimiderende* handeling van welke burger dan ook: betekent ‘het bang maken’. Politiek en dus parlementair behoort een dergelijke uitlating dus te allen tijde ‘verboden’ te zijn als onbehoorlijk gedrag.
De timing van het debat van vandaag kan niet beter. De Tweede Kamer buigt zich over een nieuw omgangsvoorstel van fractieleiders Gert Jan Segers (CU) en Jan Paternotte (D66), waarmee Kamerleden die dreigende taal uitslaan sneller kunnen worden aangepakt. Juist afgelopen week bleek dat de politiek worstelt met de eigen gedragsregels.
Een week geleden verliet het voltallige kabinet als protest nog de vergaderzaal tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen, nadat Thierry Baudet (Forum voor Democratie) suggereerde dat minister Sigrid Kaag een spion zou zijn. Afgelopen weekend zette Baudets partijgenoot, Pepijn van Houwelingen, een gefotoshopt plaatje op Twitter waarop ministers Ernst Kuipers en Karien van Gennip een nazivlag zouden hijsen.
*Fotoshoppen door een nazivlag aan te brengen op iemands foto is zonder meer én ronduit beledigend. Daarover behoeft geen enkele twijfel te bestaan want gewoon een schoftrenstreek. Of liever puberaal, om de kwaliteit van dit Kamerlid te duiden.
Baudet werd het woord ontnomen door de Kamervoorzitter. Tegen Van Houwelingen beraadt het kabinet zich op stappen, terwijl de D66-fractievoorzitter tegen hem een klacht bij de Kamer heeft ingediend. De boodschap van de coalitie is duidelijk: zij gaat ferm optreden tegen grensoverschrijdende uitingen.
Het is niet voor het eerst dat de politiek zich buigt over de eigen verruwde omgangsvormen. Dat gebeurde ook na de entree van de LPF in de Kamer, en na de entree van de PVV. Steeds luidde de conclusie dat de Kamervoorzitter moet optreden, en dat de Kamer ook zelf het Kamerlid tot de orde kan roepen.
Maar in de praktijk worden de debatten steeds harder van toon. Dat komt ook omdat de Kamer vindt dat in het huis van de democratie principieel iedereen alles moet kunnen zeggen, ook als het schuurt of kwetst. Partijen als de PVV en FvD gebruiken die vrijheid.
Ook in 1934 probeerde de Kamer paal en perk stellen aan de ‘volkse’ woorden van de communistische en nationaalsocialistische partijen. Ze besloten toen een ‘lijkenregister’ in te voeren, waardoor de voorzitter alle opruiende taal en scheldwoorden mocht schrappen uit de notulen van Kamerdebatten. De geschrapte woorden kwamen in dat register.
Het register bestond tot 2001. Toen werd het stilletjes geschrapt nadat de opkomende politicus, Pim Fortuyn, het ‘geforceerde en gematigde’ taalgebruik in de Tweede Kamer ‘hypocriet’ had genoemd. Fortuyn vond dat juist in het parlement het vrije woord vóór alles ging.
*De angst voor Fortuyn onder politici was dermate groot dat men niets beters of anders kon bedenken dan dat ‘vrije woord‘ maar onbedachtzaam toe te staan en dat alleen omdat in politieke kringen geen filosofen rondlopen die ook enig inzicht hebben in het staatsrecht. En wel omdat filosofisch geen absolute rechten bestaan en staatsrechtelijk omdat er altijd gekeken moet worden naar de context van de omstandigheden.
‘Sindsdien is het vrije woord een hoog goed in de Kamer [sic]. Maar de coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie sprak in de formatie af voortaan weer een streep te trekken bij grensoverschrijdende uitingen, omdat er een relatie is met het toenemend aantal bedreigingen van politici, bestuurders, wetenschappers en journalisten.
*Dat er een relatie staat buiten kijf, maar dat is een bijzaak. Het gaat om het principe dat er grenzen bestaan aan ‘absolute’ vrijheden, vanwege de simpele reden dat de iedere vrijheid beperkt is als andere vrijheden (van medeburgers) in het gedrang komen. Stel je voor: dan komen we weer in het Wilde Westen terecht. Dat dit wijsheids-inzicht in de Kamer verloren is gegaan, spreekt boekdelen.
‘Het aanscherpen van de gedragsregels vloeit hieruit voort. Segers (CU) en Paternotte (D66) benadrukken dat ook zij ‘bijzonder veel waarde’ hechten aan het vrije woord. Zij willen alleen uitingen aanpakken die zijn “gericht op het aanjagen van zodanige ernstige vrees [nota bene!] bij een ander, dat diegene ernstig wordt gehinderd in het uitoefenen van zijn ambt”.
*Dit is weer een bijzaak en dus een drogreden.
De coalitie steunt hun voorstel, maar bij de rest van de Kamer overheerst scepsis. Wordt met dit voorstel het vrije woord niet aangetast? Verbetert het imago van de Kamer hierdoor? De rechterflank is ronduit negatief. Ook de SP vraagt zich af wie hier iets mee opschiet. De Kamervoorzitter kan nu al iemand schorsen of het woord ontnemen, zoals recent bij Baudet bleek. Daarvoor hoeft het reglement helemaal niet te worden veranderd.
*De rechterflank is in navolging van PVV altijd en qualitate qua negatief en afbrekend want ‘hard-rechts’ als symbool van conservatisme en nostalgie; ofwel achterhaald denken.
https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/1675/articles/1669792/3/2