Tags
Wiegel ruikt kansen: D66 eruit, Forum erin (Hans Goslinga, Katern de Verdieping/Trouw, 29-2-20)
(…)
Waarom is het van belang de overwegingen van Wiegel voor het voetlicht te halen? In de eerste plaats vanwege zijn fijn afgestelde neus, die ruikt dat de kans op een centrum-rechtse coalitie reëel is, ook al zou zo’n coalitie politiek anders geladen zijn dan in de jaren zeventig en tachtig. Daarbij weet hij dat het CDA liever over rechts dan over links regeert. Ten tweede, Wiegel is nog het enige lid van de VVD dat het politieke spel speelt. De rest van de partij lijkt murw geregeerd na tien jaar Rutte. Vanuit de fractie en de partij hoor je nauwelijks iets. Dat de politiek ook spel is, dat met ernst moet worden gespeeld, weten op het Binnenhof nog maar weinigen. De verbetenheid regeert. De gedachte dat de politiek theater nodig heeft, in de beste zin van het woord, om posities te verhelderen en een relativerende toets aan te brengen, ging verloren – misschien wel sinds de moorden op Fortuyn en Van Gogh.
Een ‘fijn afgestelde neus’? Welnee, een romantische maar oerdegelijke conservatief die eigenlijk in de 19e eeuw geboren had moeten worden, en dus toen alleen met het klassieke liberalisme bezig kon zijn. Maar als 20e-eeuwer kon hij als conservatief romanticus niets anders dan visieloos het verleden verafgoden. Hij heeft geen bijdrage geleverd aan het ‘moderne’ liberalisme want dat bestond in zijn ogen niet.
Een wezenlijk verschil met toen [Zijn leiderschap jaren ‘70] is dat de polarisatie destijds meer betrekking had op zaken dan de polarisatie nu, die mensen rechtstreeks raakt in hun bestaansruimte en daarom giftiger is, en bedreigend voor de verhoudingen in een democratie. Het kostte het CDA in 1977 onder Van Agt weinig moeite de draai van Den Uyl naar Wiegel te maken. Vergelijk dat eens met de weerstand in 2010 om de samenwerking met de PVV.
Wiegel moedigde afgelopen zondag in het tv-programma ‘WNL op Zondag‘ deze nog niet beproefde samenwerking in Brabant aan en prees de lijn van CDA-fractieleider Pieter Heerma geen enkele partij uit te sluiten. Mogelijk onderschat hij hoe een pact met populisten aan de existentie van de christen-democratie raakt, maar voelt hij wel aan dat Brabant trendsettend kan zijn voor de landelijke gang der dingen. Hij zinspeelde daar al op: D66 eruit, Forum erin. Het laat zich raden waarom Wiegel hier een voorstander van is. Zijn partij zou daarmee in staat zijn het zogenoemde ‘gat op rechts’ te dichten, dat door de samenwerking met links steeds groter is geworden. Het zou in zekere zin herstel betekenen van de oude orde, die samenwerking tussen links en rechts uitsloot.
Een aantal kanttekeningen:
- Het ‘gat op rechts’ te dichten’ is in zekere zin en illusie aangezien er geen ‘rechts’ en ‘links’ meer bestaan omdat er geen rechts of links-blok kunnen worden gevormd vanwege de politieke versplintering. Daarin maakt Wiegel dus cruciale denkfout. Een ‘gat rechts dichten’ komt dus in zijn strategische, maar illusoire denken neer op een fusie tussen VVD en Forum, maar dat is nog geen compleet rechts bolwerk omdat PVV ontbreekt; dat is de les geweest van Rutte-1.
- Daarom klopt de stelling ook niet dat ‘de samenwerking met links steeds groter is geworden’, want die samenwerking noodgedwongen is gevormd door de verspintering. Dus is er ook samenwerking met D66 en/of CU nodig. Want zelfs Wiegel denkt niet aan samenwerking van de SP of Denk.
- Er is dus geen sprake van een ‘herstel van de oude orde’, hoe graag conservatief Wiegel dat ook zou zien. Die oude orde is definitief verleden tijd. Daarom is alleen WNL bereid geweest om Wiegel weer eens uit te nodigen voor een gesprekje. Zonder de risico’ s van een blunderende Wiegel te overdenken.
- Om alle net genoemde punten is ook de slotalinea gebaseerd op diezelfde denkfouten van de auteur en dus ongeldig:
‘Wiegel was in 1994 tegen paars, omdat een coalitie met de PvdA zijn partij van haar natuurlijke positie zou losmaken. Niet slecht [sic] gezien ook. Maar als we de politiek weglaten en louter kijken door de bestuurlijke bril die Heerma en Wiegel tegenwoordig zo graag opzetten, is het dan, nog afgezien van hun donkere kanten, zo verstandig weer met populisten in zee te gaan? Het is al twee keer eerder, in 2002 met de LPF en in 2012 met de PVV, faliekant mislukt. Daar zit een zwak punt. De populisten bedrijven wel politiek, maar naar hun aard zijn ze, anders dan Wiegel in zijn gloriedagen, niet in staat hun macht om te zetten in bestuurlijk handelen.’
Wiegel als politicus van de oude stempel had mordicus tegen samenwerking met de PvdA en daarom tegen paars. En juist die vastgeroeste bastions zijn nu vervangen door nieuwe bastions van de noodzakelijke samenwerking van veelkleurige kabinetten. De VVD zal nooit meer alleen met CDA en Forum kunnen samenwerken. Dus luidt de conclusie dat, zonder de WNL-uitzending te hebben beluisterd, het op voorhand niet verstandig was om het wel te beluisteren omdat het oude koeien uit de sloot had betekend. Verstandige mensen verspillen hun tijd niet aan die nostalgie.
De slotconclusie luidt dus: Geen ‘punten’ voor Wiegel die in de tekst van Goslinga wél genoemd worden.
https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/881/articles/1094749/41/1