Stelling: Ach ja, gemakkelijk 1-dimensionaal denken om Biden zo gemakkelijk op de leeftijdsfactor meer te sabelen, maar Biden ziet wel dat de jongere generaties niet meer in staat zijn om tot evenwichtige en wijze politiek te komen en een land dat volkomen gecorrumpeerd werd door polarisatie. Dat vele malen erger is dan op het Europese continent.
Een labiele grijsaard met een radicale woke agenda (Alexander van der Meer, COMMENTAAR/doorbraak.be – 30/04/2023)
Een labiele grijsaard met een radicale woke-agenda die waarschijnlijk niet van hemzelf komt: de Amerikaanse president in een notendop.
Het is goedbeschouwd verbijsterend dat er in een land als Amerika geen betere kandidaten voor het presidentschap te vinden zijn dan Biden en Trump, mocht het echt zover komen. Al bejubelden de Nederlandse media deze week nog zo hard de kandidaatstelling van president Biden voor een tweede termijn. Met koppen als: hij is de kandidaat die Trump kan verslaan.
De man is 80 en lijkt niet meer geheel compos mentis. En al zou je hem het voordeel van de twijfel gunnen, dan zou ik als Amerikaan toch zwaar tillen aan getuigenverklaringen in een Senaatscommissie die hard maken wat iedereen eigenlijk al wist: Biden’s verkiezingscampagne in 2020 was zo rot als een mispel.
*Beter zou geconstateerd zijn dat Biden een verademing was vergeleken bij Trump.
Voormalig CIA-onderdirecteur Mike Morell verklaarde hoe toenmalig campagneleider Anthony Blinken, nu minister van Buitenlandse Zaken, hem een totaal verzonnen brief liet schrijven over het inmiddels algemeen bekende laptop-verhaal van Hunter Biden. Volgens e-mails op die laptop was pa Biden betrokken bij dubieuze zaken van zijn zoon in China en Oekraïne, en was hij daar zelfs financieel beter van geworden.
*Complottheorieën? Geldt ook voor de onderstaande alinea’s.
Morell schreef in zijn brief dat dit verhaal ‘alle klassieke kenmerken vertoont van een Russische desinformatiecampagne’. Daar was geen enkel bewijs voor, zo geeft hij nu toe, maar hij wilde dat Biden de verkiezingen won. Datzelfde argument bracht ook 51 voormalig hooggeplaatste functionarissen van Amerikaanse inlichtingendiensten ertoe de brief mee te ondertekenen. Biden zelf zei destijds in het laatste verkiezingsdebat met Trump unverfroren: ‘Dat gezeur over die laptop is onzin. Het was gewoon een truc van de Russen. Wel 50 mensen van inlichtingendiensten hebben dat bevestigd, zelfs vijf vroegere directeuren van de CIA. Wat hij (Trump) zegt is a bunch of garbage.’
Hij loog, blijkt nu, al vind je er nauwelijks iets van terug in de media.
De actie van Biden’s campagneteam bleek zeer effectief: de brief overtuigde sociale media als Twitter en Facebook, die het verhaal meteen lieten verdwijnen. Ook de New York Times en CNN riepen triomfantelijk: ‘Hunter Biden laptop Russische propaganda, tientallen bazen van de inlichtingendiensten bevestigen het!’
Niemand vroeg nog naar bewijs.’
Nepnieuws
Het was niet de eerste keer dat de Democraten presidentsverkiezingen beïnvloedden met nepnieuws. Kandidaat Hillary Clinton werkte in 2016 ook samen met inlichtingendiensten om bizarre beschuldigingen aan het adres van Trump te fabriceren. Ook toen speelden Russen zogenaamd de hoofdrol: kandidaat Trump zou jarenlang met hen onder één hoedje hebben gespeeld. En ook toen hobbelden de Amerikaanse media, op een enkele uitzondering na, achter de Democraten aan. Trump had met de Russen samengespannen, de inlichtingendiensten hadden het immers bevestigd.
De FBI en de CIA worden geacht neutraal te zijn, maar blijken consequent met de Democraten te hebben samengewerkt om Trump uit het Witte Huis te houden of te laten verdwijnen. Dat bleek ook nog eens uitgebreid uit de Twitter-files.
President Biden bestempelt routinematig Donald Trump en zijn aanhang als ‘gevaarlijk voor de democratie’, maar Trump lijkt in dat opzicht een amateur vergeleken met hem
President Biden bestempelt routinematig Donald Trump en zijn aanhang als ‘gevaarlijk voor de democratie’, maar Trump lijkt in dat opzicht een amateur vergeleken met hem.
Diversity
Nog gevaarlijker voor de democratie en dankzij de media nauwelijks opgemerkt, is een presidentieel decreet dat Biden vorige maand afkondigde. Via de federale overheid wil hij racial equity topprioriteit maken om ‘achtergestelde groepen’ te steunen. Het klinkt onschuldiger dan het is. De president wil het hele beleid van de Amerikaanse overheid op de schop gooien om het op één lijn te krijgen met de woke-beginselen diversity, equity, inclusivity. Verscheidenheid, eerlijkheid, inclusiviteit.
Wat is daar mis mee, kun je denken. Het venijn zit in het woord equity, vaak verward met equality, gelijkheid. Dat betekent het niet. Eerder het tegenovergestelde: equity wil hier zeggen dat verhoudingen die als onrechtvaardig worden beschouwd, moeten worden rechtgetrokken door bepaalde groepen voor te trekken of positief te discrimineren. Volgens het dogma van de kritische rassentheorie: ‘de enige remedie voor discriminatie is meer discriminatie’.
Met name people of color en transgenders moeten voorrang krijgen: scholen worden bijvoorbeeld verplicht leerlingen buiten hun ouders om te assisteren als ze van gender willen veranderen. En mannen mogen niet geweigerd worden bij vrouwensporten als ze zeggen zich vrouw te voelen. Voor gekleurde minderheden moet ‘dekolonialisatie van het onderwijs’ beleid worden.
Leger ambtenaren
President Biden heeft positieve actie via een decreet nieuw leven ingeblazen. En dat voor ‘de komende generaties’. Hij wil een heel leger nieuwe ambtenaren om zijn racial equity in alle onderdelen van het overheidsapparaat af te dwingen. Een soort toezichthouders: soldaten in de cultuuroorlog die Biden heeft verklaard aan iedereen met twijfel over de woke-agenda. Lees: aan de Republikeinen. Dat moest wel per decreet omdat het nooit en te nimmer als wet door het Congres zou komen. Toch is dit vele miljarden kostende en niet aan enige tijdslimiet gebonden project zonder enige ophef tot stand gekomen. Biden heeft kennelijk meer krediet bij de media dan president Macron. Die kwam er met het opzij schuiven van de Assemblée om broodnodige pensioenhervormingen door te voeren, niet zo makkelijk af.
In Amerika zwijgen de media. Het volk zou eens in de gaten krijgen dat Biden en zijn Democraten de werkelijke culture warriors zijn
In Amerika zwijgen de media. Het volk zou eens in de gaten krijgen dat Biden en zijn Democraten de werkelijke culture warriors zijn. In plaats van degenen die zij daarvan beschuldigen: Republikeinen als de gouverneur van Florida, Ron DeSantis, de aangewezen presidentskandidaat om Biden te verslaan, mochten de Republikeinen Trump kunnen lozen.
Biden lijkt geen boodschap te hebben aan de Amerikaanse kiezer die op zijn beurt geen enkele boodschap lijkt te hebben aan zijn ‘positieve actie op steroïden’, zoals een commentator het noemde. Zelfs de betreffende minderheden niet, blijkt uit peilingen.
Pandemie
De president vaardigde al op de eerste dag van zijn presidentschap decreten uit om zijn racial equity op te leggen. Op grond daarvan kwam er in 2021een fonds om de middenstand te helpen met de gevolgen van de pandemie, uitsluitend bestemd voor winkeliers die tot een minderheid behoorden. In datzelfde jaar werd ook een regeling ingesteld om leningen aan landbouwers kwijt te schelden, maar niet voor witte boeren.
En na de verwoestende orkaan Ian in Florida vorig jaar, verklaarde vicepresident Harris letterlijk dat hulp geboden zou worden op basis van equity. Ze bedoelde: minderheden en vrouwen krijgen meer dan blanke mannen. Volgens Harris hadden die minderheden veel meer geleden. Onder president Biden hoeven armlastige witten consequent niet op steun te rekenen: zij hebben hun ‘white privilege’ en mogen het verder zelf uitzoeken.
Voor hij president was, leek Biden voor een Democraat nog behoorlijk rechts. Zijn plotselinge radicale agenda doet vermoeden dat hij niet zelf aan de touwtjes trekt. De naam van ex-president Obama valt dan vaak. Die is in ieder geval ook in een volgende ambtstermijn nog fit genoeg om van achter de schermen te regeren.
Zeven van de tien Amerikanen zeggen geen trek te hebben in een tweede termijn van deze president
De grootste gotspe is dat Biden beweert dat zijn totalitaire racial equity-beleid ‘het vertrouwen in de overheid zal herstellen’. Een dwaze gedachte en het tegenovergestelde blijkt. Zeven van de tien Amerikanen zeggen geen trek te hebben in een tweede termijn van deze president. Zelfs de meeste Democraten zien Biden niet meer zitten, al zullen ze wel op hem stemmen.
Maar gelukkig wist de Volkskrant nog een paar hoogbejaarden in het rijke en Democratische hart van New York op te diepen, die razend positief zijn over Biden: ‘Hij is pas 80 en kan makkelijk een tweede termijn aan.’
Hoe Balkenende en Rutte de deuren openzetten voor Russische spionage (Tom-Jan Meeus, Voorpagina/nrc.nl, 29 april 2023)
SPIONAGE
INTERVIEW Sigrid Kaag, Minister van Financiën
Sigrid Kaag: ‘We moeten gewoon weer binnen onze marges gaan leven’
Cybercrime
Hoe Balkenende en Rutte de deuren openzetten voor Russische spionage via o.a. Gerhard Schröder, François Fillon, Angela Merkel, Mark Rutte en Dmitri Medvedev bij de opening van Nord Stream, 8 november 2011, in Lubmin, Duitsland. Matthias Warnig, oud-Stasi-majoor en directeur van Nord Stream, staat aan de rechterkant op foto ANP.
Spionage | Vanaf het aantreden van Vladimir Poetin in 2000 zocht Den Haag de samenwerking met Rusland. Maar de Russische president speelde dubbelspel: gevoelige sectoren werden doelwit van Russische spionage.
Het nieuws in dit artikel:
Rusland heeft de „zéér vergaande samenwerking” met Nederland in de energiesector misbruikt om Nederland te bespioneren. Rusland kon zich zo innestelen in vitale nationale infrastructuur. Dit zegt het oud-hoofd Buitenlandse Inlichtingen van de AIVD, Kees Klompenhouwer, tevens voormalig ambassadeur in Oekraïne.
De kabinetten-Balkenende en -Rutte streefden sinds Poetins aantreden in 2000 naar vervlechting met Rusland, maar uit een reconstructie blijkt dat ze Poetins dubbelspel over het hoofd zagen. Zo was de gaspijpleiding Nord Stream, waaraan Nederland voor 1,7 miljard euro deelnam, volgens Klompenhouwer „absoluut een Russisch infiltratieproject”.
Hij herinnert eraan dat Rusland Oekraïense energiecentrales geregeld onklaar maakt en dat Oekraïners al jaren zeggen: „Wat Rusland nu bij ons doet, zullen ze later bij jullie proberen.”
Klompenhouwer maakte als AIVD’er in 2003 kennis met de methoden van de geheime dienst FSB. „Chantage, omkoping, moord – alles. Een criminele organisatie binnen de staat. Ik kreeg het koud op mijn rug.”
Die middag reed gashandelaar Geert Greving zijn 13-jarige zoon naar tennistraining in Groningen. Zijn contactpersoon bij de AIVD belde. Een onheilspellend bericht.
Greving werkte destijds, oktober 2001, een jaar of tien voor Gasunie op de Russische markt. Hij lobbyde voor een nieuw project met het Russische staatsgasbedrijf Gazprom: een pijpleiding direct van Rusland naar West-Europa – het leidde in 2011 tot Nord Stream 1.
Zijn lijntjes met de geheime dienst waren kort. De overheid zag Gasunie, beheerder van de gasinfrastructuur, als vitaal voor de nationale veiligheid: de dienst screende medewerkers en was er kind aan huis.
In één aspect van het spionagewerk zijn Russen traditioneel superieur: zij denken vooruit
Toch zal Greving dat telefoontje nooit vergeten: de AIVD liet weten dat de Russische geheime dienst, de FSB, de opvolger van de KGB, hem al een jaar volgde. Dat ze in zijn huis waren geweest. Dat ze zijn familie observeerden. „Ik hoorde: Geert, jij bent een doelwit van de Russen”, vertelt hij. Later ontving hij FSB-observatieverslagen die dit aantoonden.
Een intimiderende ervaring, al begreep hij het wel. Nadat Vladimir Poetin in 2000 president van Rusland was geworden, nam een netwerk van vooral oud-KGB’ers uit Sint-Petersburg het Kremlin over. „Daar moest je geen ruzie mee krijgen.” Het netwerk had ook Gazprom in handen. Poetin benoemde een bekende van hem uit Sint-Petersburg, Aleksej Miller, een man zonder ervaring in de gaswereld, tot bestuursvoorzitter. „En die nieuwe machthebbers zochten kwetsbaarheden om me te chanteren”, zegt Greving.
Vandaar dat hij 27 februari 2002 het hoofd beveiliging van Gasunie in een memo schreef dat Aleksej Miller hem liet ‘doorlichten’. „Kennelijk is er […] sprake van een gestructureerde FSB-inzet in de richting van Gasunie-activiteiten [in] Rusland.”
Het verhinderde niet dat dezelfde Aleksej Miller later in 2002, 26 november, welkom in Den Haag was. Premier Jan Peter Balkenende ontving hem in het Torentje.
Confronterende vragen
Vanaf dag één zat er een dubbelzinnigheid in de Haagse omgang met Vladimir Poetin. De politiek haalde de banden met de nieuwe baas van het Kremlin gretig aan, terwijl er volop signalen waren dat de geheime diensten, niet de kiezers, zijn machtsbasis vormden.
Het bracht Nederlanders in aanraking met een wereld van achterdocht en dubbelspel. Wat Geert Greving overkwam, kon iedereen gebeuren: wie een handelspartner van de Russen wilde zijn, was algauw mikpunt van hun spionage.
En in één aspect van het spionagewerk, weten inlichtingenbronnen, zijn Russen traditioneel superieur: zij denken vooruit. Langlopende operaties waarbij een geheim agent, informant of malware jaren verborgen zit in instituties. Terwijl in de westerse cultuur de korte termijn bepalend werd, ook in het bestuur, behielden Russen de ambitie soms decennia vooruit te plannen.
Cruciaal hierbij waren illegals. De meeste spionnen zijn zogenoemde legals – ze werken onder diplomatieke dekmantel – maar illegals leven vaak decennia onder valse identiteit in het buitenland. Diepte-infiltratie waarvoor westerse inlichtingenmensen terugschrikken. Poetin toonde geregeld zijn bewondering voor Russen die er hun leven voor opofferden.
Sinds hij vorig jaar Oekraïne binnenviel plaatst dit ook Nederland voor confronterende vragen. Het land heette Russen sinds 2000 van harte welkom in bijna alle maatschappelijke domeinen – energie, politiek, nanotechnologie, pijpleidingen, cultuur, bestuur, diplomatie, et cetera – en bood Poetins spionnen zo enorme kansen.
En niemand die nu weet hoezeer Russen daarvan misbruik hebben gemaakt – al is er genoeg bewijs dat ze niet stil hebben gezeten.
Koningin Beatrix proost met de Russische president Poetin in het Kremlin, 5 juni 2001, tijdens een vierdaags staatsbezoek aan Rusland. Foto ANP/Ed Oudenaarden
AIVD’er bezoekt Poetins wereld
Toch werd Den Haag tijdig gewezen op de gevaren van Poetins spionnenstaat: de AIVD (tot 2001 BVD) waarschuwde in haar jaarverslagen in 2000-2003 uitvoerig.
De nieuwe president gebruikte de inlichtingendiensten om „controle uit te oefenen op het economisch en maatschappelijk leven” (jaarverslag 2000). Hij zette ze in „tegen de NAVO, de EU, de defensie-industrie en high tech-firma’s” en wilde dat ze „hun activiteiten in het Westen opvoeren” (2001). Het regime bereidde zich voor op „information warfare”, gebruikte daarvoor „nieuwe informatie- en communicatietechnologieën”. Ook Nederland was „doelwit van Russische spionage” (2000-2003).
Binnen de AIVD zagen ze al in 2003 wat dit in de praktijk betekende. De diplomaat Kees Klompenhouwer, in 2002-2006 hoofd Buitenlandse Inlichtingen bij de dienst, merkte het in Moskou bij zijn kennismaking met de FSB – de dienst die Poetin leidde voordat hij premier (in 1999) en president (2000) werd.
„Ik ontmoette een boevenbende”, zegt Klompenhouwer nu. „Ze spraken openlijk over hun methoden: chantage, omkoping, moord – alles. Een criminele organisatie binnen de staat. Ik kreeg het koud op mijn rug.”
Maar Den Haag stond op politieke samenwerking en maatschappelijke vervlechting. De krijgsmacht was na de Koude Oorlog gehalveerd. En de enorme olie- en gasvoorraden van Rusland boden kansen aan Shell en Gasunie, wereldspelers in de energiesector.
Nord Stream heeft altijd gestonken
Dan Fried Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken voor Europa in 2005-2009
„We dachten: we moeten er als de kippen bij zijn”, zegt Ben Bot nu, oud-minister van Buitenlandse Zaken (CDA, 2003-2007). „Als je van belang in de energie bent, word je ook in de EU serieuzer genomen.”
Koningin Beatrix ging in 2001 al op staatsbezoek bij Poetin. Ze roemde „het grote Russische volk”. Ze citeerde Poetins streven naar „versterking van de rechtsstaat” instemmend, en ondertekende met de president een ambitieus uitwisselingsprogramma. Na 9/11, datzelfde jaar, werd het nog beter: Poetin was voortaan bondgenoot tegen terrorisme.
En Rusland speelde het spel van vriendschap vaardig mee. In het Palace Hotel in Noordwijk reikte de Russische ambassade vanaf 2004 de Rusprix uit. Een prijs voor Nederlanders die meehielpen aan een betere verstandhouding. De premiers Jan Peter Balkenende (2002-2010) en Mark Rutte kregen de Rusprix in 2010 respectievelijk 2012 voor hun, aldus de jury, „uitzonderlijke persoonlijke bijdrage aan de ontwikkeling van de relatie tussen de Russische en Nederlandse staat”.
Matthias Warnig, oud-Stasi, nu directeur van Nord Stream. Foto ANP/Panos
Ex-Stasi-majoor leidt Nord Stream
Op de foto bij de opening van Nord Stream, 8 november 2011, stond hij uiterst rechts, wegkijkend van mensen als Angela Merkel, Mark Rutte en Aleksej Miller. Grijs, gezet, in zichzelf gekeerd: Matthias Warnig, tot 1989 majoor bij de Stasi, de inlichtingendienst van de DDR, en sinds 2005 de directeur van Nord Stream.
„Een linkmiegel”, zegt Geert Greving nu. En Ben Bot, die als Nederlands zaakgelastigde in de DDR in de jaren tachtig wist van zijn Stasi-verleden: „Je kreeg nooit hoogte van hem.”
Voorjaar 2005 onthulde The Wall Street Journal dat Warnig en Poetin elkaar leerden kennen in de DDR, waar Poetin destijds voor de KGB werkte. Beiden weerspraken dit later. Maar de krant baseerde zich op DDR-archiefstukken en interviews met oud-Stasi-agenten die vertelden dat Poetin en Warnig elkaar hielpen bij de werving van Westerse spionnen.
Hun carrières liepen sindsdien parallel. Warnig leidde in de jaren negentig het filiaal van de Dresdner Bank in Sint-Petersburg, waar Poetin werkte voor de burgemeester. Nadat Poetin in 2000 president werd, kreeg Warnig een hoge functie bij Gazprom. Eind 2005 maakte Poetin hem bestuursvoorzitter van Nord Stream.
Nord Stream was absoluut een Russisch infiltratietraject
Kees Klompenhouwer oud-AIVD’er
Het plan van Gasunie voor een pijpleiding met Gazprom was eerder gestrand op een conflict over zeggenschap. Gasunie wilde de aandelen gelijk verdelen. Gazprom eiste 51 procent. „Toen zijn we uit de gesprekken gestapt”, zegt Greving.
Twee Duitse bedrijven accepteerden later wel een minderheidspositie, en de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder maakte Nord Stream mogelijk: hij gaf het bedrijf kort voor zijn vertrek in 2005 een bankgarantie van 1 miljard euro. Zijn opvolger Angela Merkel stond voor een voldongen feit. Na zijn vertrek werd Schröder op Poetins verzoek voorman van de raad van commissarissen van Nord Stream.
„Nord Stream heeft altijd gestonken”, vertelt de Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken voor Europa in 2005-2009, Dan Fried, telefonisch vanuit Washington. Schröders gedrag was, zegt hij, „gewoon corrupt”. En Poetin „een man van wie je wist dat hij niet te vertrouwen is”.
Fried: „Dus ik zei destijds tegen mijn Europese vrienden: geef Poetin nóóit een machtig wapen als Nord Stream, want hij zal het misbruiken.”
Nederlandse topambtenaren herinneren zich Frieds waarschuwingen uit 2006 woordelijk. Andere Europese hoofdsteden hadden ook vragen. Zweden vreesde dat de pijplijn „een Russisch spionageproject” was. Ook de Duitse inlichtingendienst BND weifelde. In 2006 organiseerde de dienst een symposium waarin directeur Ernst Uhrlau volgens het Hamburger Abendblatt wees op het gevaar van een groeiende Russische machtspositie: een conflict met Poetin over gas zou „wereldwijd gevolgen hebben”.
In Haagse binnenkamers bracht de AIVD ambtenaren van Buitenlandse en Economische Zaken vergelijkbare zorgen over. Het passeerde eveneens, bevestigen betrokkenen, in ambtelijk overleg op Algemene Zaken. In het jaarverslag 2007 zou de dienst openlijk waarschuwen voor „verder groeiende afhankelijkheid […] van Russische gasvoorraden” en constateerde ze dat Poetin zijn spionnen opdroeg dieper in het Westen te penetreren. Ze doken op steeds meer plekken in Nederland op. Hun voornaamste doel: zich „heimelijk in de energiesector” nestelen.
President Medvedev en zijn echtgenote bij Paleis Huis ten Bosch in Den Haag, waar ze koningin Beatrix ontmoeten, juni 2009. Foto ANP / Royal Images Valerie Kuypers
De AIVD-zorgen maakten opnieuw amper indruk: de kabinetten-Balkenende II, III en IV wilden zo graag het gasknooppunt (‘gasrotonde’) van Europa worden, dat ze de ongemakkelijke kanten van Poetin en zijn pijplijn dan maar op de koop toe namen.
En dus kwamen de bestuursvoorzitters Miller (Gazprom) en Marcel Kramer (Gasunie) oktober 2006 in Moskou formeel overeen dat Nederland alsnog minderheidsaandeelhouder van Nord Stream werd. Het zou uiteindelijk een kleine 1,7 miljard euro kosten. „De economische relatie tussen Nederland en de Russische Federatie is van […] toenemend belang”, schreef minister Joop Wijn (Economische Zaken, CDA), die erbij was in Moskou.
Later toonden ook Balkenende en Rutte zich enthousiast. Beiden bezochten tweemaal Nord Stream-plechtigheden, waarbij ook Warnig present was. Rutte tweemaal in 2011, Balkenende in 2010 en 2007.
Via Wikileaks bleek dat de laatste hoog opgaf over zijn gesprekken met Poetin: de economische banden boden hem ruimte gevoelige thema’s aan te snijden. De Amerikaanse ambassadeur in Den Haag noteerde in 2007: „Balkenende was duidelijk onder de indruk van Poetin.”
Poetin met bondskanselier Gerhard Schröder en diens vrouw Doris, tijdens de openingsceremonie van een industriebeurs in Hannover, 10 april 2005. Foto Yuri Kadobnov/AFP via Getty Images
Wist Den Haag waaraan het begon?
Maar achteraf wisten veel Haagse betrokkenen niet echt waaraan Nederland meedeed. Kenden ze bijvoorbeeld het Stasi-verleden van Nord Stream-baas Warnig? „Nee”, zegt Mark Frequin, destijds directeur-generaal Energie op Economische Zaken (EZ). „Ik had het graag geweten maar had geen idee”, zegt Richard van Zwol, in 2007-2011 secretaris-generaal op Algemene Zaken (AZ). Ook de Kamer was allerminst alert: de eerste keer dat de term ‘Nord Stream’ volgens de databank in een vergadering viel, was in 2007.
Maar betrokkenen hebben nú wel vragen over de Nederlander die voor Gasunie het Nord Stream-contract tekende: Marcel Kramer, een ingetogen man met een gezaghebbend cv in de olie- en gaswereld, die Gasunie in 2005-2010 leidde. Hij ging, net als eerder Schröder, na ondertekening van een Nord Stream-contract voor Poetin werken.
Meteen na zijn vertrek bij Gasunie kreeg hij, op persoonlijk verzoek van de Russische president, de leiding over South Stream, een Russische poging voor een pijplijn naar Zuid-Europa (die later mislukte). Kramers kantoor was tegenover dat van Matthias Warnig, in het Zwitserse Zug. Hij vertelde in kleine kring dat Algemene Zaken hem destijds verzekerde dat er geen bezwaar was. Ook oud-minister Bot, die destijds optrad als Kramers adviseur, zag „geen direct gevaar”.
Toch werden Gasunie-medewerkers al decennia gescreend door de AIVD – het beheer, transport, de opslag en beveiliging van gas door Gasunie waren immers geclassificeerd als vitaal voor de nationale veiligheid. De Russen kenden geheimen van Gasunie volgens Bot allang: „We zijn een open land. Mensen praten altijd.”
Het kan ook waarde hebben spionnen hun gang te laten gaan. Je leert hun methodes kennen, je ziet waar ze op uit zijn
Ed Kronenburg voormalig secretaris-generaal
Maar nu zegt oud-topambtenaar Van Zwol (AZ): „Ik wist dit niet, en nu zeg je: hier hadden we langer bij stil moeten staan.” Frequin, toen EZ: „Met de kennis van nu is het merkwaardig dat we hierover toen geen open vragen hebben gesteld.” En oud-AIVD’er Klompenhouwer, in 2013-2017 ambassadeur in Oekraïne: „Voor de nationale veiligheid zou je een regeling moeten hebben die zo’n overstap onmogelijk maakt.”
Er ligt een diepere vraag onder: moet je Nord Stream achteraf interpreteren als alleen een gaspijpleiding, of was het ook een Russisch infiltratieproject om positie in vitale westerse bedrijven als Gasunie te krijgen?
Voor Klompenhouwer is het na zijn ervaringen bij de AIVD en in Oekraïne geen vraag. „Dit was absoluut een Russisch infiltratietraject”, zegt hij. Een oud-Stasi-topman als directeur, het cultiveren en binnenhalen van mensen als Schröder, deelnemende landen paaien tot ze niet meer terug kunnen – „het past volledig in de modus operandi van Poetin.”
Hij zag het stramien in Kyiv keer op keer. „De Russen lokken hun partners met kortetermijnvoordelen, hun afhankelijkheid van Rusland groeit, ze zitten aan Rusland vast – en dan worden ze leeggetrokken.”
Marcel Kramer en Aleksej Miller op een conferentie in Sint-Petersburg, juni 2011 Foto Alexander Aleshkin/Epsilon/Getty Images
BZ-spion werkt 7 jaar voor Moskou
In het Limburgse Brunssum speelde zich in 2006 de proloog van een NAVO-drama af. Op een vergadering van contra-inlichtingenofficieren uit de lidstaten werd een cd-rom uitgedeeld met de namen van alle bekende Russische NAVO-spionnen, en details over een aantal Russische dubbelagenten.
Kort hierna belandde de cd-rom op het bureau van Poetin, schreef Der Spiegel vier jaar later. Het blad had een intern NAVO-onderzoek in handen waarin de dader „de schadelijkste spion uit de geschiedenis van de alliantie” werd genoemd: een Est genaamd Herman Simm.
Nadat Simm in 2008 werd opgepakt, bekende hij dat hij sinds 1995 voor de Russen werkte. Hij was als diepte-infiltrant aangestuurd door verschillende Russische illegals – de laatste had een Portugees paspoort.
In Nederland trok de zaak amper aandacht. Maar vier jaar later bleek Den Haag óók een soort Herman Simm te hebben.
Op 24 maart 2012 werd een ambtenaar van Buitenlandse Zaken (BZ), Raymond P., voormalig vice-consul in Hongkong, aangehouden op verdenking van spionage voor Rusland.
In informele mediacontacten hield BZ de zaak destijds klein: P., die schulden had, was geen diplomaat of hoge ambtenaar.
Maar uit AIVD-stukken en het Duitse en Nederlandse justitiedossier blijkt dat een vergelijking met Simm zo vreemd niet is, met dien verstande dat de Russen veel meer waarde aan P. hechtten. De betaling van 72.000 euro aan P. die justitie kon bewijzen, was „driemaal zoveel als Simm”, aldus inlichtingenkenner Bob de Graaff in een vertrouwelijk expertiserapport voor justitie. Internationaal zat P. in de „categorie grootverdieners onder de verraders”, noteerde De Graaff.
Blijkens een notitie van toenmalig AIVD-hoofd Rob Bertholee (24 september 2012) vroeg hij het hoofd beveiliging van de Europese Raad, Alexandro Legein, de zaak te wegen. Ook hij (‘vertrouwelijk’, 28 september 2012) wees Bertholee er op dat „het hoge bedrag” dat de Russen betaalden „de grote waarde demonstreert die zij aan de informatie hechten”. Hij concludeerde dat de zaak „schade aan de wezenlijke belangen van de EU en een of meer lidstaten” had toegebracht.
Hoe langer je naar de zaak-P. keek, hoe vaker je dacht: dit is het topje van de ijsberg
Een betrokkene
Alweer ging het om een diepte-infiltratie waarbij twee Russische illegals, sinds 1990 onder valse identiteit als echtpaar woonachtig in Duitsland, de ambtenaar vanaf zomer 2008 leeg trokken. De vrouw, student, onderhield het contact met Moskou, terwijl de man, werkzaam in de auto-industrie, P. bijna maandelijks bezocht. Volgens justitie meestal nabij plekken als Sea Life in Scheveningen of Madurodam.
Zo kregen de Russen in twee jaar „de ongelooflijk grote hoeveelheid” van „650 à 700 documenten” doorgespeeld, aldus De Graaff in de notitie. Veelal vertrouwelijke stukken inzake de EU of de NAVO die Poetin de kans gaf zijn favoriete spel te spelen: het Westen verzwakken door de verdeeldheid aan te wakkeren.
Het gaf de Russen ook vroegtijdig inzage in plannen over bijvoorbeeld de NAVO en Oekraïne, een nieuwe commandostructuur van de alliantie of hervorming van de NAVO-inlichtingenstructuur. Volgens De Graaff steeds „explosief” zo niet „uiterst gevoelig” materiaal. De Duitse inlichtingenexpert Manfred Zieger stelde in zijn deskundigenrapport voor justitie (15 maart 2013), ingebracht in de rechtszaak tegen de Russische illegals in Duitsland, dat P. „uitzonderlijk zwaar verraad” pleegde door in een enkel geval zeer specifieke militaire geheimen naar Moskou door te spelen.
Ook de honderden gelekte EU-documenten behelsden volgens de experts talrijke gevoelige kwesties: de ontwikkeling van het biometrisch paspoort, de bewaking van de Europese buitengrenzen, verslagen over de EU-werkgroep cybersecurity, et cetera.
Pijnlijk voor Den Haag was dat P. een brisant bericht van de ambassade in Moskou doorspeelde waaruit bleek dat Nederland actief de herverkiezing van president Dimitri Medvedev in 2012 wilde „schragen” (ondersteunen) ten koste van zijn opponent: Poetin.
Raymond P. in de rechtbank in Den Haag. P. zou volgens justitie zeven jaar lang geheime informatie aan de Russen hebben verkocht. Foto ANP / Aloys Oosterwijk
Mensen die destijds betrokken waren bij het feitenonderzoek, vreesden dat de zaak vele malen groter was dan ze konden aantonen. De Duitse justitie had gezien dat de illegals voor hun arrestatie „bewijzen hadden vernietigd”. Ook vonden de Duitsers een notitie waarin de illegals aangaven dat P. al voor 2008 voor de Russen werkte. De Nederlandse justitie zei op de zitting dat hij in 2005 was begonnen. Een lek van zeven jaar, en het Openbaar Ministerie had alleen bewijzen over de periode 2008-2011. Voldoende voor P.’s veroordeling in cassatie (2016) van acht jaar onvoorwaardelijk – maar een incompleet beeld van de schade.
Ook bleek in het onderzoek dat de Russen van P. allerlei informatie hadden gevraagd die liet zien dat ze veel verder in BZ wilden binnendringen. P. moest aangeven waar documenten lagen, hoe ze waren geclassificeerd, wat de procedures waren om eraan te komen, wie dat autoriseerde, of er een printer in de buurt was, et cetera.
Nog zorgelijker: P. had informatie over diplomaten aangeleverd: „functies, seksuele voorkeuren, burgerlijke staat alsmede hobby’s en zwakheden van collega’s”. Inlichtingenmensen wisten genoeg: de Russen waren doende méér spionnen op BZ te werven.
„Hoe langer je naar de zaak-P. keek”, zei een betrokkene, „hoe vaker je dacht: dit is het topje van de ijsberg.”
Maar politiek leiders hadden geen idee. In de maanden dat AIVD-hoofd Bertholee de schade van de zaak-P. in kaart bracht, besloten Mark Rutte (VVD) en Diederik Samsom (PvdA) in de formatie van 2012 het budget van de AIVD te korten, met 38 procent.
Russen hacken voor de minister
De relatie met Rusland verslechterde. Online liep het conflict al sinds de jaren 2000 op, waarbij diensten uit beide landen elkaar hackten. De botheid van Russische hackers die zagen dat ze waren betrapt, irriteerde inlichtingenofficieren. „Het kon ze geen flikker schelen als wij wisten wat ze deden”, zegt er een.
Gedrag dat zich verplaatste naar de echte wereld. BZ zag het Vriendschapsjaar met Rusland – 2013 – als kans op een ommekeer. Die kwam er niet, met als dieptepunt de mishandeling van een Nederlandse diplomaat in Moskou. „De positieve jaren waren voorbij”, zegt Renée Jones-Bos nu, toen secretaris-generaal op BZ.
De AIVD zag Russische hackers binnendringen bij lagere overheden – gemeenten, waterschappen. Toenmalig plaatsvervangend diensthoofd Marc Kuipers sprak er in 2013 over in Binnenlands Bestuur. De Russische spionage was nu omvangrijker dan tijdens de Koude Oorlog, zei hij, ook een kleine gemeente kon doelwit zijn. Russische hackers namen „enorme risico’s omdat de opbrengst vele malen groter is”.
Het ging van kwaad tot erger. In Moskou werden de remleidingen van de dienstauto van de AIVD-liaison doorgesneden. De dienst besloot hem in stilte terug te halen, en vroeg BZ de Russische ambassade te kortwieken, zeker toen na 2014 – annexatie Krim, MH17 – het aantal Russische spionnen in Nederland bleef groeien.
BZ aarzelde. „Het kan ook waarde hebben spionnen hun gang te laten gaan”, zegt Ed Kronenburg, de voorganger van Renée Jones als secretaris-generaal. „Je leert hun methodes kennen, je ziet waar ze op uit zijn.”
En Nederland zat ook niet stil: AIVD-hackers keken vanaf 2014 mee toen de Russische beïnvloedingsoperatie bij de Amerikaanse verkiezingen van 2016 leidde tot online inbraken in het Witte Huis en bij de Democraten, onthulden de NOS en de Volkskrant later.
Ook ministers profiteerden van hackers: inlichtingenbronnen bevestigen dat enkele bewindslieden voor een gesprek met een Russische ambtgenoot van de AIVD geregeld de gespreksagenda van hun Russische collega kregen – en na afloop soms ook de evaluatie.
In 2016 trad Renée Jones aan als ambassadeur in Moskou. Escalatie hing in de lucht. „Het is winter in onze betrekkingen”, hoorde ze bij haar aantreden. „Ik heb mijn winterjas aan”, reageerde ze.
Evengoed had BZ jaren na de zaak-P. zijn veiligheidsmaatregelen niet op orde. De ambassade had geen safe speech room – een ruimte die niet afgeluisterd kan worden – en verbindingen waren onvoldoende beveiligd, zodat de AIVD geen berichten naar Moskou durfde te sturen. „Ik moest geregeld naar Nederland om ze te lezen”, vertelt Jones.
Twee jaar later, april 2018, was de confrontatie compleet. Buitenlandminister Stef Blok (VVD, 2018-2021) bezocht ambtgenoot Sergej Lavrov in Moskou. Diezelfde middag werden Russische hackers in Den Haag betrapt bij het OPCW, de VN-organisatie tegen chemische wapens. Jones hoorde ervan toen ze vlak na Bloks bezoek door Moskou wandelde: „Bloody hell!”
Ze zag hoe de wapenwedloop van de Koude Oorlog online terugkeerde. Wederzijdse afschrikking, hard tegen hard: wie saboteert zal gesaboteerd worden. „Zij willen een andere wereldorde, dus we móéten ons verdedigen. If you want to keep the peace, prepare for war.”
Het slagveld beperkte zich niet tot het internet. Alleen al van 2006 tot 2017 werden in het NAVO-gebied twintig Russische illegals ontmaskerd, onthulde in 2018 de civiele geheime dienst van Duitsland, de Bundesverfassungsschutz. Het waren vaak zulke pijnlijke gevallen dat ze niet waren geopenbaard. De oud-correspondent van The Economist in Moskou, Edward Lucas, een vroege Poetin-criticus, schreef al in 2012 over het groeiende aantal Russische illegals: „Poetin wil het Westen vernietigen”.
De incidenten bleven toenemen. In april 2022 bemachtigde een Russische illegal met een Braziliaans paspoort een stageplaats bij het Internationaal Strafhof, net toen het onderzoek naar mogelijke oorlogsmisdaden door Poetin in Oekraïne begon. De AIVD greep in, Nederland zette hem uit, en alweer was er dat schurende ongemak: hoeveel illegals zaten hier al?
Buitenlandministers Stef Blok en Sergej Lavrov houden een persconferentie in Moskou, 13 april 2018. Foto EPA/Maxim Shipenkov
Nanotechnologie delen met Moskou
Toch hielden BZ en EZ tot vlak voor de invasie van Oekraïne vast aan het pad dat ze hadden uitgestippeld. Buitenlandminister Maxime Verhagen (CDA, 2007-2010) schreef de Tweede Kamer in het voorjaar van 2008 dat Poetin „van meet af aan [heeft] gewerkt aan […] de integriteit van de Russische staat.” Poetins assertiviteit leidde tot „fricties”, meende Verhagen, maar meer handel en onderlinge afhankelijkheid zouden de relatie verbeteren. „Economische vervlechting”, schreef hij, was „eerder een kans dan een bedreiging.”
En zo gebeurde het – het had alles te maken met Shell. In het eerste jaar van Poetins presidentschap kocht het bedrijf, toen nog Nederlands-Brits, in Siberië het grootste olie- en gasveld ter wereld, Sakhalin II. In 2005 eiste Poetin met betwistbare argumenten de zeggenschap op – en Shell boog in 2007. Het vroeg geen arbitrage aan, maar besloot te proberen een nieuw Russisch project binnen te halen: gaswinning op het Arctische schiereiland Jamal en de noordelijk gelegen Karazee.
Het zou jaren later op niets uitlopen. Maar tot dan deed Den Haag er alles aan, onder meer via een projectgroep (‘Delta’) van overheid en bedrijven, om Shell in die ambitie bij te staan. „Ons beleid werd erg door Shell gemotiveerd”, beaamt oud-SG Kronenburg van BZ. Van Zwol, toen de hoogste ambtenaar op AZ: „Het economisch belang van Shell en Nederland: daar stond een is-gelijk-teken tussen.”
Ook op de gevoeligste terreinen was samenwerking mogelijk. Rond een bezoek van Medvedev aan Den Haag, juni 2009, organiseerde BZ in Eindhoven een treffen tussen twaalf Russische en negentien Nederlandse kennisinstellingen om „samenwerkingsgebieden binnen het brede gebied van nanotechnologie” te vinden, aldus een verslag (‘BZ-Intern’, 26 juni 2009) van een beleidsmedewerker Rusland. Een afspraak voor een vervolg in Moskou was gemaakt, stond er.
Hoe ver dit ging bleek later. In 2014 wees het RIVM inzake nanotechnologie op het gevaar van „observatie door ‘kwaadwillenden’”, en eind 2020 zette Nederland Russische diplomaten uit omdat ze in de regio Eindhoven onder meer zochten naar geheimen inzake nanotechnologie.
Ook Gazprom werd met open armen ontvangen. Vanaf 2002 volgden honderden Russen een opleiding gasmanagement in Groningen, op een instituut van de universiteit, Gasunie en Gazprom. Gazprom kreeg een aandeel in een pijpleiding van Gasunie naar het VK. Het werd partner in de gasopslag bij Bergermeer, en kon zo mede de nationale gasvoorraad bepalen. Het kreeg in 2015 een belang in de olie- en gaswinning op de Noordzee. Shell stapte, anders dan Gasunie, in 2015 zelfs in Nord Stream II. En Follow The Money onthulde dat de Energiecommissie van Nederland en Rusland, met vijf leden van Gazprom, ook in 2018 en 2020 nog overlegde over verdere samenwerking.
Alleen: wat voor EZ en BZ zoeken naar vervlechting was, zag de AIVD als gevaar van innesteling. Zo signaleerde de dienst in 2017 voorbereidingen „om sabotage van de vitale infrastructuur in Europa (in de toekomst) mogelijk te maken”, waarbij „andere landen zich innestelen in bepaalde systemen”.
Het was de online variant van de illegal. En dat Rusland bij de „zéér vergaande” samenwerking van Gazprom met Nederland kans had gezien zich in te nestelen in de energiesector, stond voor oud-inlichtingenman Klompenhouwer vast.
„In Oekraïne was het jaren terug al een publiek geheim dat Rusland Oekraïense energiecentrales hackte”, zegt hij. „Ze onderzochten wat ze konden: lukt het ze zo’n centrale stil te zetten?” En talrijke Oekraïners, zegt hij, zeiden toen al: „Let maar op: wat Rusland nu bij ons doet, zullen ze straks bij jullie proberen.”
In het bijzijn van Balkenende en Poetin tekenen topmannen Marcel Kramer (Gasunie) en Aleksej Miller (Gazprom) voor de Nederlandse deelname in Nord Stream, 7 november 2007. Foto Oleg Klimov
De vragen die Nederland niet stelt
Dit voorjaar besloot BZ het aantal Russische diplomaten in Nederland tot een minimum te beperken, na aanhoudende spionageacties vanuit de ambassade. Een verlate verzetsdaad – de AIVD drong er binnenskamers al zeker tien jaar op aan.
Zo zat deze geschiedenis vol ongemakkelijke feiten.
Nederland betaalde ruim 1,5 miljard euro aan een door een oud-Stasi-topman geleide pijpleiding die Poetins greep op de gastoevoer vergrootte en volgens kenners een klassiek Russisch infiltratieproject was.
Het zocht de diplomatieke dialoog, maar kreeg er een spionage-gestuurde overval op BZ voor terug en belandde online in een nieuwe wapenwedloop.
Het werkte aan economische vervlechting – maar gaf elementaire kennis aan Russen prijs en stelde de energiesector bloot aan Russische innesteling.
En nadat de inlichtingendienst in elk van deze gevallen al vroeg wees op de risico’s of gevolgen van werken met Poetins spionnenstaat, werd haar begroting met ruim een derde gekort.
In Duitsland zijn politici en media sinds de invasie van Oekraïne niet bang zichzelf grote vragen te stellen: hoe konden ze Poetin zo verkeerd inschatten? Nederland behandelt het tot nu toe als een mislukt handeltje: pech gehad, zand erover.
Klompenhouwer: „Maar ook wij mogen ons afvragen: waarom hebben we ons zo enorm vergist?”
REACTIES
Premier Mark Rutte laat weten dat in zijn dossier inzake de opening van Nord Stream niets stond over het Stasi-verleden van Nord Stream-baas Warnig. Hij verdedigt dat het land vanaf 2000 „de banden” met Rusland „aanhaalde” en dat het na 2014 (bezetting Krim, MH17) „in gesprek„ wilde „blijven”. Tegelijk groeide nadien de aandacht voor „(economische) veiligheid, energiezekerheid en bescherming van de vitale infrastructuur”, zegt hij.
Oud-Gasunie-baas Marcel Kramer zegt dat hij „ruggespraak met Den Haag” had over zijn overstap naar Poetin in 2010. In de sector is volgens hem bekend dat vitale infrastructuur lastig te beschermen is. Alle landen, ook Rusland, zijn uit op kennis daarover. Hij is hierover, zegt hij, „nooit door Rusland benaderd”.
Oud-premier Jan Peter Balkenende wil niet reageren.
OVER DIT ARTIKEL
Voor dit artikel sprak NRC 31 mensen die een rol speelden bij de Nederlandse relatie met Rusland sinds Poetins aantreden: voormalig bewindslieden, topambtenaren, diplomaten, medewerkers van Shell en Gasunie, alsmede mensen uit de inlichtingenwereld.
De krant raadpleegde alle openbare stukken van de AIVD over deze periode en een aantal stukken van de Amerikaanse en Duitse diensten.
Ook had de krant inzage in enkele interne AIVD-documenten, interne memo’s van Gasunie en interne mails en documenten van de ministeries van Algemene Zaken, Economische Zaken en Buitenlandse Zaken.
*En de kampioen der reptielen aller tijden Thierry Baudet met zijn FvD gaan nu volkomen voor gaas.
TIJDLIJN
1999
Poetin wordt premier onder Jeltsin
2000
Poetin wordt president
2001
De AIVD constateert in zijn jaarverslag dat Poetin „de inlichtingen- en veiligheidsdiensten voor het uitbreiden van zijn eigen politieke machtsbasis” gebruikt. Nederland is een „belangrijk targetland van de Russische inlichtingen- en veiligheidsdiensten”. In het bijzonder moet Nederland uitkijken voor „een enorm reservoir aan hoogopgeleide computerdeskundigen”.
Koningin Beatrix gaat op staatsbezoek in Rusland
Poetin biedt de VS na 9/11 hulp aan in de strijd tegen terrorisme
2002
De Rijksuniversiteit Groningen, Gasunie en Gazprom beginnen een gezamenlijk opleidingsinstituut
2005
Poetin brengt een staatsbezoek aan Nederland. Confrontatie met Jeroen van der Veer (Shell) over Sakhalin II
2006
Bundesverfassungsschutz waarschuwt voor Russische belangstelling voor de economische infrastructuur van de EU
2006
De Est Herman Simm ontvangt in Brunssum een cd-rom met informatie over spionage, die naar Poetin wordt gelekt
Nederland neemt een aandeel in Nord Stream
2008
De AIVD constateert in het jaarverslag dat de Russische inlichtingendienst probeert „heimelijk informatie te vergaren over de energiesector” in Nederland
Poetin bezet gedeelte Georgië
2009
President Medvedev bezoekt Nederland. In Eindhoven wisselen kennisinstellingen informatie over nanotechnologie uit
Gazprom wordt partner in de gasopslag bij Bergermeer
2010
De Amerikaanse defensieminister Bob Gates noemt Rusland „een oligarchie in handen van de veiligheidsdiensten”; in de VS worden tien Russische illegals ontmaskerd
Balkenende krijgt de Rusprix voor bijdrage aan relatie met Rusland
2012
Ambtenaar Raymond P. wordt aangehouden op verdenking van spionage voor Rusland, hij blijkt begeleid door twee Russische illegals die sinds 1990 als echtpaar in Duitsland wonen
Premier Rutte krijgt Rusprix voor bijdrage aan de relatie met Rusland
2013
Nederlandse diplomaat in Moskou mishandeld; vriendschapsjaar met Rusland mislukt
2014
Kroonprins Willem-Alexander drinkt bier met Poetin bij de Olympische Winterspelen in Sotsji
Maidan-revolutie in Oekraïne
Rusland bezet de Krim; MH17 wordt uit de lucht geschoten
AIVD breekt in bij Russische hackersgroep die later een beïnvloedingscampagne van Amerikaanse verkiezingen begint
2015
Gazprom krijgt belang in olie- en gaswinning op de Noordzee; Shell in Nord Stream II
2016
Nederland wijst in referendum associatieverdrag met Oekraïne af, na een tegencampagne van Thierry Baudet
2017
De Bundesverfassungsschutz onthult dat in de periode 2006-2017 twintig Russische illegals op NAVO-grondgebied zijn ontmaskerd
Russische hackers betrapt bij de OPCW, de VN-organisatie tegen chemische wapens
AIVD constateert in jaarverslag dat er „steeds vaker activiteiten” zijn die „erop gericht zijn om sabotage van vitale infrastructuur” mogelijk te maken
2018
De Energiecommissie van Nederland en Rusland bespreekt in Den Haag mogelijk nieuwe samenwerking
2020
De AIVD meldt in jaarverslag dat politieke partijen doelwit van Russische spionage zijn
De AIVD ontmaskert twee Russische diplomaten als spionnen in de regio, ze probeerden onder meer informatie te verzamelen over nanotechnologie
2021
Waterschappen onder vuur van Russische cyberaanvallen
2022
Russische invasie in Oekraïne
Een Russische illegal bemachtigt een stageplaats bij het Internationaal Strafhof in Den Haag, dat net is begonnen aan onderzoek naar mogelijke oorlogsmisdaden door Poetin
Stelling: Uitgangspunt van dit nieuwe plan is gebaseerd op redelijkheid in verband met de financiële huishouding van de EU die degelijk moet zijn om ‘rechtvaardig’ en ‘billijk’ te worden, dus benadrukte Dombrovskis terecht dat het opstellen van nationale plannen geen ‘vrijblijvende’ exercitie is. “De Commissie is van zins de schulden en tekorten van eurolanden goed in de gaten te houden. De belangrijkste twee regels in het huidige SGP blijven intact. Die behelzen dat een euroland een staatsschuld van hooguit 60% van het bruto binnenlands product mag hebben. Het begrotingstekort mag daarnaast maximaal 3% van het bbp bedragen.” Vergeten wordt overeenkomstig een boek van oud-minister van Sociale Zaken (CDA) De Vries[i] dat dit willekeurige percentages zijn, die niet passen in deze maatschappij van harde data. Er zal dus onderzoek moeten worden gedaan naar wetenschappelijk verantwoorde percentages. Maar de Commissie is dus met dot plan in dit stadium op de goede weg.
Brussel gunt eurolanden meer ‘maatwerk’ om hun begroting op orde te brengen (Ria Cats, Europa/fd, 28-4-23)
In het kort:
De EU wil dat eurolanden zich meer ‘probleemeigenaar’ voelen van hun financiën.
Vooral landen met hoge schulden krijgen meer tijd voor schuldenreductie.
Brussel wil wel sneller boetes uitdelen voor landen die zelfs dan nog te weinig doen.
Eurolanden met te hoge staatsschulden moeten straks een plan bij de Europese Unie indienen hoe zij binnen vier jaar hun schuld flink denken te verlagen. Eventueel kunnen zij om een verlenging met hooguit drie jaar aanvragen, maar dan moeten ze wel extra groeibevorderende investeringen en hervormingen doorvoeren. Hun schuld moet bovendien in de tien jaar na indiening van het nationale plan blijven dalen. Lidstaten die hun plan niet uitvoeren, stromen ‘standaard’ naar de strafprocedure.
Dat staat in de langverwachte voorstellen van de Europese Commissie voor hervorming van EU-begrotingsregels in het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). In een toelichting zei Eurocommissaris Valdis Dombrovskis (economie) woensdag dat de Commissie de eurolanden meer ‘eigenaarschap’ en ‘maatwerk’ wil geven over hoe zij hun overheidsfinanciën weer gezond maken. Dit moet hen gemotiveerder maken om hun problemen op te lossen.
Tegelijk benadrukte Dombrovskis dat het opstellen van nationale plannen geen vrijblijvende exercitie is. De Commissie is van zins de schulden en tekorten van eurolanden goed in de gaten te houden. De belangrijkste twee regels in het huidige SGP blijven intact. Die behelzen dat een euroland een staatsschuld van hooguit 60% van het bruto binnenlands product mag hebben. Het begrotingstekort mag daarnaast maximaal 3% van het bbp bedragen.
Kapot bezuinigen
De Commissie wil landen met te hoge schulden of tekorten een ‘technisch traject’ uitvaardigen met instructies over hoe hoog hun netto-uitgaven mogen zijn. In geval van een tekort hoger dan 3% wordt een land geacht dat elk jaar verplicht met 0,5% van het bbp te reduceren. Landen die wel binnen de 3%-norm en het 60%-plafond blijven, krijgen van Brussel ‘technische informatie’ aangereikt met tips over hoe zij ook op langere termijn op financieel prudent kunnen blijven.
Eurolanden moeten hun in nationale plan ‘meerjarige uitgavendoelen’ opnemen en deze in principe baseren op het technische traject of de informatie, zo stelt Dombrovskis in het FD. Wanneer zij daarvan afwijken, moeten ze dat uitleggen. Indien een land niet tot een akkoord komt met de Commissie over zijn plan, blijft Brussel van zijn eigen ‘technisch traject’ uitgaan bij zijn periodieke beoordeling van dit land. Alle andere eurolanden moeten, evenals de Commissie, goedkeuring geven aan elkaars plannen en jaarlijks met een voortgangsrapport komen.
De belangrijkste wijziging ten opzichte van de huidige begrotingsafspraken is de afschaffing van de ‘1/20ste regel’. Die houdt in dat alle lidstaten met een hoge staatsschuld het teveel aan schuld jaarlijks met 5% verminderen totdat de 60%-norm is bereikt. Dit is voor onder meer Griekenland en Italië onhaalbaar, tenzij ze in de woorden van experts ‘hun economie kapot bezuinigen’. Meer flexibiliteit — via nationale plannen met bindende, heldere uitgavendoelen van vier tot zeven jaar — moet er volgens Brussel toe leiden dat ze kunnen blijven investeren in hun economische kansen, maar intussen toch hun schuld afbouwen.
Boetes
De Commissie wil lidstaten die hun eigen plan niet nakomen, automatisch in de zogeheten buitensporig tekortprocedure laten stromen. Die strafprocedure blijft de opmaat tot boetes. Tot dusver heeft Brussel nooit sancties uitgedeeld, hoewel eurolanden het SGP aanhoudend schenden. Een EU-ambtenaar wijt die gebrekkige handhaving mede aan de hoge boetes (van nu 0,2% van het bbp), die de financiële sores van een land louter vergroten. Daarom wil de Commissie de boetes verlagen en ze voortaan wel uitdelen.
De Duitse minister van financiën Christian Lindner laakt de ‘bilaterale onderhandelingen’ tussen Brussel en afzonderlijke lidstaten, en pleit voor ‘gelijke behandeling’. Minister van Financiën Sigrid Kaag vindt het Commissieplan ‘al met al een goede basis’.
[i] Oudminister Bert de Vries wil het kapitalisme hervormen
“Het kapitalistische systeem erodeert”, zegt voormalig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Bert de Vries (CDA) in onze podcast. In zijn boek Ontspoord kapitalisme doet hij enkele voorstellen om het kapitalisme te hervormen.
“Een spannende zoektocht”, noemt Bert de Vries het schrijfproces dat resulteerde in het bijna 700 bladzijde tellende boek Ontspoord kapitalisme. Daarin beschrijft hij gedetailleerd de geschiedenis van het kapitalisme. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog beleefde het kapitalisme in zijn ogen een hoogtepunt. Het leverde economische groei, welvaart en bestaanszekerheid. De trein ontspoorde aan het einde van de jaren zeventig.
“De vruchten werden niet meer gelijkmatig verdeeld”
Ontsporing betekent in de ogen van De Vries dat het westerse kapitalisme niet meer de belangen van “alle geledingen van de samenleving op evenwichtige wijze dient”. Er is sinds de jaren tachtig nog wel wat groei te bespeuren in de ontwikkeling van het nationaal inkomen per hoofd van de bevolking “maar de vruchten ervan werden niet meer gelijkmatig verdeeld”.
Waarom Bert de Vries dit boek schreef
Dat betekent dat aan de bovenkant van de samenleving een steeds kleinere groep er met een steeds groter deel van de buit vandoor ging. “Aan de onderkant kwam een steeds grotere groep er steeds bekaaider van af. Het systeem ontspoorde. Dat zette kwaad bloed”, schrijft hij in de inleiding van zijn boek.
Maar waardoor is het kapitalisme ontspoord? Die vraag zette De Vries ertoe aan een boek te schrijven, waarin hij een grote hoeveelheid gegevens, literatuur en meer persoonlijke anekdotes heeft verwerkt. Volgens hem is het kapitalisme niet met boze opzet ontspoord. Wel waren “naïeve economische theorieën” leidend voor overheidsbeleid. Ook was er “amoreel gedrag” en waren er “situaties waarin de gelegenheid de dief maakte”.
*Een vakeconoom ‘van huisuit’ die durft te poneren dat het om “naïeve economische theorieën” gaat, is niet alleen erg dapper, maar helaas is er geen publiciteitscampagne op gevolgd om zijn aanbevelingen verder uit te werken en te realiseren. Dat mag een blunder van de toenmalige (periode Lubbers) politiek als geheel worden genoemd.
Afschaffing van de Europese muntunie
Het eerste deel van Ontspoord kapitalisme, waarin de ontstaansgeschiedenis van het kapitalisme geschetst wordt, is goed leesbaar en verhelderend. Het boek wordt wat taaier als De Vries verschillende (zinvolle) afslagen neemt en minutieus bespreekt wat er gebeurde bij bijvoorbeeld de Griekse schuldencrisis of de bankencrisis van 2008. Het boek wint aan helderheid als als De Vries naar het einde toe zijn hervormingsplannen voorstelt.
Nu wil hij deels terug naar de gulden en de franc.
*Dit aspect mag van zijn kant naïef worden genoemd aangezien het een dubbelzinnige ontwikkeling en situatie binnenhaalt waar de Europese samenwerking niet mee gediend is.
Een van die hervormingen is de afschaffing van de Europese muntunie, herhaalt hij in het interview dat we met hem hadden. Daarmee steekt hij de hand deels in eigen boezem, want hij gaf er als minister in de jaren negentig mede groen licht voor. Nu wil hij deels terug naar de gulden en de franc.
Welke hervormingen staan Bert de Vries nog meer voor ogen? Luister hieronder naar het interview met hem.
Ignis webmagazine · Oud-minister Bert de Vries over de hervorming van het ontspoorde kapitalisme
Welke gevolgen van het ontspoorde kapitalisme vindt u het meest bedreigend?
“Dat de bestaanszekerheid van grote delen van de samenleving onder druk is komen te staan. Dat veroorzaakte een tweedeling in de samenleving die vervreemdt. De onderkant van de samenleving heeft steeds minder het gevoel dat zijn belangen in goede handen zijn bij dit systeem. Die tweedeling ging in de jaren tachtig helaas gepaard met afbraak van allerlei arrangementen die bescherming boden, zoals de rechten van werknemers, werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.”
Welke hervorming zou u meteen willen doorvoeren?
“Ik zou beginnen met het beperken van de macht van de aandeelhouders en meer gewicht toekennen aan de belangen van werknemers en andere stakeholders.”
En dan als volgende stap de stekker uit het Europroject halen…
“Nee, dat gaat mij te ver. Maar ik vind wel dat de muntunie mislukt is. De verwachting was dat de concurrentiekracht van de deelnemende landen door de muntunie naar elkaar zou toegroeien, maar die is uit elkaar gegroeid. Nederland en Duitsland profiteren wel van de muntunie, maar landen als Griekenland, Italië of Spanje zijn verder achterop geraakt.”
Stel, Italië krijgt de Lire terug, wat verandert er?
“Dan kan de Italiaanse overheid, als dat nodig is, de Lire devalueren om weer concurrerend te worden. Dat middel hebben ze nu niet. Ook krijgen ze weer soevereiniteit over hun begrotingsbeleid. Nu hebben ze zich te houden aan allerlei Brusselse regels. Dat is aanleiding tot veel spanningen die er niet toe leiden dat de landen van de muntunie dichter bij elkaar komen. Integendeel. Je ziet allerlei verwijten over en weer gaan. Ik denk dat het systeem van de muntunie op lange termijn niet houdbaar is. Dan kun je beter ten halve keren dan ten hele dwalen.”
*De toenmalige én huidige Unie zijn afhankelijk van structuren die noodzakelijkerwijs degelijk, effectief en rationeel/prudent zijn, maar zonder tussenoplossingen als de optie dat nationale munten van voorheen ‘weer soevereiniteit over hun begrotingsbeleid’ terug zou brengen aangezien de factor in de vorm van de veel verspreide onzin dat de lidstaten hun soevereiniteit hebben afgedragen, aperte onwaarheid is: er is sprake van een ‘gedeelde verantwoordelijkheid’ én dus óók ‘gedeelde soevereiniteit’ omdat de Unie een combinatie is van een ‘federatie én confederatie’ ofwel een gemengde orde van wetgeving die deels per natiestaat (ipv deelstaten, zoals in Duitsland) en deels per Unie als geheel wordt geregeld. Een compleet nieuw ‘organisatiemodel’ dus dat bij maar weinigen bekend is. Ook politici hebben dat nooit in de gaten gehad omdat oververhitte agendavoering hen dat niet mogelijk maakte. En met die stressfactor wordt helaas nooit rekening gehouden.
Bent u tegen de EU?
“Nee. Als ik kijk naar zaken als het klimaat, de aanpak van multinationals en de migratiecrisis, dan moet Europa zelfs meer doen. Maar die muntunie zit ons volgens mij in de weg. Het levert alleen maar ellende op. Daar gaat veel negatieve energie naartoe.”
*Dit klopt inderdaad op het eerste gezicht, maar is feitelijk beschouwd een bijzaak omdat de nieuwe constructie federatie/confederatie nooit écht overdacht en beredeneerd uitgedacht is geworden, maar een toevalstreffer en die leemte veroorzaakte dat dilemma van een ‘bijna’ onbestuurbaarheid.
Uw boek is somber. Ziet u ook lichtpuntjes in het huidige kapitalisme?
“Vergeleken met het overgrote deel van de wereld leven we nog steeds in een paradijs, zeker in Europa. Maar het kapitalistische systeem erodeert. In overgrote delen van de westerse wereld leven zorgen over bestaanszekerheid en heeft het vertrouwen in de toekomst een behoorlijke deuk gekregen. Daar komen de enorme zorgen over de klimaatontwikkelingen bovenop. Lichtpuntjes? Ik kan makkelijk zeggen: het zal mijn tijd wel duren, ik ben 82 jaar, maar mijn kinderen en kleinkinderen, daar heb ik best zorgen over.”
[Het hele gesprek met Bert de Vries kunt u hier terug luisteren of via uw favoriete podcast-app.
Bert de Vries (1938) was in de jaren tachtig fractievoorzitter van het CDA, en van 1989 tot 1994 minister van Sociale Zaken in het kabinet Lubbers-Kok. Hier vind je meer informatie over zijn boek Ontspoord kapitalisme.]
Tien jaar Nieuwe Zijderoute: ‘Peking doet niet aan liefdadigheid’ (Jean Dohmen, Analyse/fd, 27 apr. 23)
De Nieuwe Zijderoute bestaat tien jaar. China investeerde het afgelopen decennium wereldwijd honderden miljarden dollars in wegen, spoorlijnen en havens. Het project staat symbool voor Pekings snelgroeiende macht. En hoewel de kritiek aanzwelt en de risico’s voor China zelf toenemen, wil de Chinese leider Xi Jinping van geen wijken weten.
Het Belt and Road Initiative vergroot niet alleen de Chinese macht en invloed, het zorgt ook voor werkgelegenheid voor veel Chinese bouwvakkers, opzichters en ingenieurs.
In het kort:
Peking investeerde sinds 2013 wereldwijd een slordige $1000 mrd in infrastructuur.
Het Belt and Road Initiative moet vooral China zelf beter bereikbaar maken.
Vooral minder rijke landen staan in de rij om geld te lenen in Peking
Washington en Brussel vrezen dat zij te afhankelijk worden van China.
Het is nog niet eenvoudig om landen in Afrika, Azië of Zuid-Amerika te vinden waar Chinese werklui de laatste tien jaar géén sporen hebben nagelaten. Meer dan een miljoen bouwvakkers, opzichters en ingenieurs reisden sinds 2013 de wereld rond om te bouwen aan wat in Peking het ‘Project van de Eeuw’ wordt genoemd: het Belt and Road Initiative (BRI), ook bekend als de ‘Nieuwe Zijderoute’.
Het BRI is omstreden, maar de balans voor Peking is volgens Ties Dams van instituut Clingendael nog altijd positief. ‘Natuurlijk zitten er haken en ogen aan. Maar als je het vanuit Chinees perspectief bekijkt is het een waanzinnig succes’, zegt de China-kenner. ‘Belt and Road is het vlaggenschip geworden van de Chinese leider Xi Jingping, het project dat China’s invloed in de wereld zichtbaar heeft gemaakt.’
De nieuwe infrastructuur moet China beter verbinden met afzetmarkten en de economie een impuls geven. Het gaat om duizenden kleine en grote projecten, waarmee de afgelopen tien jaar bij elkaar om en nabij de $1000 mrd was gemoeid. Chinese bedrijven bouwden havens, wegen, spoorlijnen, vliegvelden, energiecentrales en complete olieraffinaderijen.
Drie voorbeelden: in Kenia legde een Chinees staatsbedrijf voor $3,5 mrd een nieuwe spoorlijn aan die de hoofdstad Nairobi met de kust verbindt. In China’s buurland Laos, dat de ambitie heeft de ‘accu van Zuidoost-Azië’ te worden, bouwden Chinezen op bestelling voor miljarden dollars aan waterkrachtcentrales. In Sri Lanka verrees aan de zuidkust voor zo’n $1,5 mrd een nieuwe haven.
Eerst bankier, nu crisismanager
Maar de Chinese leider Xi Jinping speelt niet voor Sinterklaas. Regeringen moeten het geld lenen én terugbetalen. De voorwaarden die Peking aan de leningen verbindt zijn volgens onderzoekers niet mals. Vergeleken met andere financiers is de rente hoog en de looptijd kort. Bovendien eist China vaak een onderpand: soms een haven of een spoorlijn, vaker grondstoffen.
‘Peking doet niet aan liefdadigheid. Het is allemaal transactioneel.’ ~ Henk Schulte Nordholt
‘Peking doet niet aan liefdadigheid’, zegt Henk Schulte Nordholt, sinoloog en auteur van het boek Is China nog te stoppen? ‘Het is allemaal transactioneel. China bouwt aan een nieuwe wereldorde en het BRI-project is een middel om dat doel te bereiken. Door diepe economische relaties aan te gaan, wil het landen aan zich binden.’
Bijkomend voordeel: Peking stelt geen kritische vragen over corruptie of mensenrechten, zoals Westerse donoren. Ook projecten waar andere geldschieters hun vingers niet aan wilden branden, kregen van China vaak groen licht.
Vergeleken met de beginjaren is China wel terughoudender. Ook corona speelde daarbij een rol. In zowel 2015 als 2018 investeerde Peking nog om en nabij de $120 mrd in het BRI, becijferden onderzoekers van de Fudan universiteit in Sjanghai. In 2021 en 2022 ging het om zo’n $68 mrd per jaar.
De sterk gestegen rente confronteert China met de schaduwkanten van zijn ambities. In plaats van geldverstrekker is Peking nu steeds vaker de crisismanager die moet ingrijpen om faillissementen te voorkomen van landen die de leningen niet meer kunnen afbetalen. Sinds begin 2020 moest China bijna $80 mrd aan schuld afschrijven of heronderhandelen, becijferden Amerikaanse onderzoekers. In de drie jaar daarvoor ging het om $17 mrd.
Ook cijfers van Duitse economen wijzen op problemen: sinds 2016 gaf Peking $185 mrd noodsteun, vooral aan BRI-landen. In 2021 alleen al ging het om $40 mrd. Ook in dit soort noodgevallen is de rente die Peking vraagt naar verhouding hoog.
Vast in de schuldenval
De regering-Trump verweet Peking aan debt trap diplomacy te doen: het zou armlastige landen met hoge leningen in een schuldenval lokken. Toen Sri Lanka door de dure en onrendabele haven van Hambantota in de problemen kwam, zag het in 2017 geen andere uitweg dan die voor 99 jaar aan China te leasen.
Het werd een rel, maar Peking ontkent dat er opzet in het spel was. De Britse hoogleraar politieke economie Lee Jones zag daar in het geval van Sri Lanka ook geen aanwijzingen voor. Toen hij twee jaar geleden naar het BRI keek, zag hij een ‘gefragmenteerde, rommelige en met matig bestuur omgeven verzameling projecten’.
China keek niet kritisch naar plannen en naar landen die geld vroegen. Gevolg daarvan is dat veel landen zwaar bij Peking in het krijt staan. Onderzoekers van de William & Mary universiteit in Virginia zetten anderhalf jaar geleden de landen met de grootste schulden aan China op een rij.
De complete top 25 bestaat uit landen die meedoen aan de Nieuwe Zijderoute. Van de 25 behoren er volgens de Oeso negentien tot de hoogste risicocategorie wat betreft kredietwaardigheid. De kans is groot dat China de komende jaren meer branden moet blussen.
Problematisch is ook dat een deel van de schulden aan Peking volgens de onderzoekers ‘verborgen’ is. China is geen lid van de Club van Parijs, waarin andere grote donoren samenwerken en informatie uitwisselen. Peking houdt zijn kaarten tegen de borst.
Aanvoerder van de lijst is Laos, dat met een schuld van bijna 65% van het bbp op weg lijkt een vazalstaat van China te worden. Behalve geld voor waterkrachtcentrales leende het ook miljarden voor een snelle treinverbinding. Met zijn 7,6 miljoen inwoners en economie van $14 mrd is het geen partij voor de reusachtige buur.
Dichter bij huis leende Montenegro, ook lid van de BRI-club, van China $1 mrd voor de aanleg van een snelweg van 41 kilometer. Het was een prestigeproject van toenmalig premier Milo Djukanović, die de negatieve haalbaarheidsstudies negeerde. Het land — met iets meer dan 600.000 inwoners en een bbp van $7 mrd — bezweek zowat onder de schuld en vroeg Brussel om hulp.
De Moracicabrug bij de Montenegrijnse stad Podgorica is onderdeel van een met Chinees geld betaalde snelweg. Het peperdure project heeft Montenegro in ernstige financiële problemen gebracht. Foto: Laura Boushnak/The New York Times
Vooral ‘win-win’ voor Peking
De Chinese ambassadeur in Montenegro houdt vol dat het een win-winsituatie is voor de twee landen. Peking stelt projecten graag zo voor, maar de grootste winnaar is in de praktijk China zelf. Het werk wordt gedaan door Chinese staatsbedrijven, waardoor het geleende geld meteen terugstroomt naar Peking.
‘Het is gebonden hulp’, zegt Schulte Nordholt. ‘Vaak nemen ze voor de vorm nog wat lokale onderaannemers aan, maar het liefst doen ze alles zelf. Voor de staatsbedrijven is het aantrekkelijk. De markt in China is verzadigd.’
‘Peking suggereert graag dat andere landen gelijkwaardige partners zijn’, zegt Dams. ‘De meeste landen weten dat dit niet zo is. Ja, vroeger, toen was China nog een ontwikkelingsland. Dat imago brokkelt snel af. China is nu een van de twee supermachten.’
‘Peking suggereert graag dat andere landen gelijkwaardige partners zijn. De meeste landen weten dat dit niet zo is.’Ties Dams
Corridors over land verbinden China met Zuidoost-Azië, het Midden-Oosten en Europa. Een corridor over zee linkt China aan Afrika en Europa, waar China sinds 2016 een controlerend belang heeft in de Griekse haven van Piraeus. Die fungeert als springplank naar de rest van Europa.
‘China heeft behoorlijk wat succes in het hertekenen van mondiale handelskaarten op een manier die China centraal stelt en niet de VS of Europa’, zei David Sacks van de Amerikaanse denktank Council on Foreign Relations dit jaar. Het grootste succes van het BRI is misschien wel dat andere landen in de rij staan om geld te lenen in Peking voor projecten waar Peking van profiteert.
Driekwart van de bijna 200 landen op de wereld doet mee aan het BRI, Afrika voorop. Het werelddeel telt nu 1,4 miljard mensen, maar in 2050 zijn dat er volgens de VN 2,5 miljard. De honger naar infrastructuur is enorm. Volgens de Afrikaanse ontwikkelingsbank is er jaarlijks tot $170 mrd nodig. Meer dan de helft van dat geld is er niet. Dus moeten regeringen het lenen.
Chinese hofhouding
Het is niet zo dat alleen China de vruchten plukt van het BRI. Onderzoek van de Wereldbank uit 2019 liet zien dat de nieuwe infrastructuur tot 12% minder reistijd leidt. Daardoor dalen de kosten, en nemen handel en welvaart toe. Niet alleen in de direct betrokken landen — vaak achterblijvers op het gebied van handel — vonden onderzoekers een positief effect, maar ook voor de wereld als geheel.
Maar de mate waarin landen echt profiteren van het BRI en in staat zijn de investeringen terug te verdienen, hangt af van meer factoren. Zoals hun bereidheid om handelsbarrières te slechten. ‘Het bouwen van infrastructuur is nu eenmaal riskant’, zegt Michele Ruta, een van de betrokken onderzoekers. Altijd is daar het risico dat landen hun schulden toch niet kunnen aflossen.
Dat niet alle projecten even zinvol zijn, neemt Peking op de koop toe. Door met leningen te strooien creëerden de Chinezen een hofhouding die China steunt als het internationaal onder vuur ligt. Het BRI was lange tijd synoniem voor het buitenlands beleid van de Volksrepubliek.
Die hofhouding bestaat niet alleen uit autoritaire regimes en ontwikkelingslanden. EU-lidstaat Griekenland, dat sinds de verkoop van de haven van Piraeus intensieve economische banden met Peking onderhoudt en net als andere landen in het oosten en zuiden van Europa lid werd van de BRI-club, blokkeerde in 2017 een Europese veroordeling van de mensenrechtensituatie in China.
In totaal zijn achttien EU-lidstaten, vooral uit het oosten en zuiden, toegetreden tot het BRI. Toch moeten China’s pogingen om hier voet aan de grond te krijgen volgens Schulte Nordholt inmiddels als ‘volledig mislukt’ worden beschouwd. De toegezegde investeringen bleven achterwege, en Peking schoot zichzelf in de voet door de Russen na de invasie in Oekraïne de hand boven het hoofd te houden.
Europa en de VS klagen nu over China’s opmars. De ironie van de geschiedenis is echter dat het enorme economische succes dat het pad effende voor de Nieuwe Zijderoute mede mogelijk is gemaakt door het Westen, dat gretig investeerde in het land. Dams: ‘In feite hebben wij het hele project mede mogelijk gemaakt door Peking aan dollars te helpen.’
*Klagen vanuit de VS en Europa heeft geen zin omdat zeker in ons land Rutte altijd heeft gefocust op goede handelsbetrekkingen met China. Alsof hij blind voor de gevaren van de digitale – spionageaspecten – ontwikkelingen in dat land.
‘Peking verzet zich tegen de huidige door de VS gedomineerde wereldorde,’ observeert Schulte Nordholt. ‘Maar Peking heeft er de afgelopen decennia ook enorm van geprofiteerd.’
‘In feite hebben wij het hele project mede mogelijk gemaakt door Peking aan dollars te helpen.’ ~ Ties Dams
Washington en Brussel besloten vorig jaar terug te duwen. Uit een studie van Deloitte bleek dat China’s voetafdruk in met name Afrika enorm is. Bijna een vijfde van de recente grote projecten daar is door Peking gefinancierd. De G7 willen een fonds met $600 mrd vullen om tegenwicht te bieden aan China’s groeiende invloed.
Omringd door jaknikkers
Ook in China zelf klonk de afgelopen jaren kritiek. Schulte Nordholt: ‘Je hoort geluiden uit de onderbuik. Dingen als: waarom moeten we die landen helpen terwijl er in China zelf nog zoveel moet gebeuren?’ Toch lijkt het uitgesloten dat Xi een punt zet achter zijn prestigeproject.
Schulte Nordholt: ‘De Nieuwe Zijderoute past perfect bij Xi’s verhaal over de renaissance van de Chinese natie. Hij is bereid daarvoor een prijs te betalen. China’s hogere politiek is als een zwarte doos, maar intern lijkt er geen sprake van verzet. Sinds het laatste partijcongres heeft Xi zich omringd met jaknikkers.’
Later dit jaar is er een nieuwe grote BRI-bijeenkomst in China. Intussen heeft Xi alweer nieuwe plannen geïntroduceerd die China’s politieke voetafdruk moeten vergroten. Het Global Development Initiative (GDI), dat zich richt op onderwijs, armoede en schone energie, is er één van.
Schulte Nordholt citeert een oud Chinees spreekwoord: ‘Je steekt de rivier over door de stenen te voelen. Dat is wat hier gebeurt. Xi gaat tastenderwijs voorwaarts. Belt and Road was vanaf dag één vaag. Er is nooit een concreet einddoel geweest. Precies dat stelt Peking in staat om continu aanpassingen te blijven doen en de beste route te zoeken naar meer invloed en meer macht.’
*Het heeft er alle schijn van dat Buitenlandse Zaken zich nooit heeft beziggehouden van de specialisten in ons land.
Gaat de Bank of Japan onder gouverneur Ueda dan wel op de rem trappen? (Marcel de Boer, Reportage/fd, 27-4-23)
Donderdag en vrijdag vergadert de Bank of Japan voor het eerst onder leiding van de nieuwe gouverneur Kazuo Ueda. Houdt ook de agressiefste van alle centrale banken op met zijn ultraruime monetaire beleid? De huidige inflatie is er hoog genoeg voor.
In het kort:
Na dertig jaar zonder enige noemenswaardige inflatie is Japan een goedkoop land geworden.
Nu ook daar de prijzen beginnen te stijgen, weten Japanners niet wat ze meemaken.
De BoJ heeft tien jaar lang alles uit de kast gehaald om een beetje inflatie te creëren.
Kan de instelling er nu mee stoppen, nu de geldontwaarding hoger is dan de doelstelling?
Opening krant! Op geen enkele krantenredactie in Japan is er begin december ook maar enige discussie over mogelijk. Het nieuws dat een kaartje voor de metro in Tokio vanaf maart met ¥10 omhoog gaat, zal een dag later op alle voorpagina’s komen. Omgerekend komt de verhoging neer op nog geen 7 eurocent, maar het is wél de eerste prijsverhoging in 28 jaar.
Net zo’n schok is de 10% prijsverhoging die supermarktketen Lawson eerder deze maand doorvoert op Kara-age Kun, een doosje kipnuggets dat de in Tokio alomtegenwoordige retailer al sinds 1986 verkoopt voor een prijs van ¥216, inclusief taks komt dat neer op €1,47.
Ook de prijsaanpassingen van ketchup, tofu en een knipbeurt bij de kapper zijn telkens voorpaginanieuws, zegt Shotaro Kugo, econoom bij het Daiwa Institute of Research. In een van de immense kantoren rondom mierennest Tokyo Station vertelt hij hoe Japan zucht onder een golf van inflatie. ‘Mijn loonstijging kan het niet bijhouden’, zegt hij vanachter een mondkapje én een spatscherm. ‘Ondertussen klaagt mijn vrouw steen en been over hoe duur de boodschappen wel niet zijn geworden.’
Exclusief energie en voedsel tikte de Japanse inflatie vorige maand 3,8% aan. De gemiddelde Nederlander lacht tegenwoordig om zo’n percentage, maar Japanners weten niet wat ze overkomt. Tussen 1992 en 2021 is het prijspeil niet meer dan 6% opgelopen, becijferde Yasumune Kano van denktank Chatham House. In het Verenigd Koninkrijk was dat in die periode 80% en in de Verenigde Staten ruim 90%. De laatste keer dat er in een maand 3,8% uit de bus kwam in Japan was in 1981.
Goedkoop voor buitenlanders
Inmiddels is het land ronduit goedkoop voor buitenlandse bezoekers, niet in de laatste plaats vanwege de zwakke yen. Haruhiko Kuroda, de eerder deze maand afgezwaaide gouverneur van de Bank of Japan, besloot vorig jaar als enige van de belangrijke centrale bankiers in de wereld om op zijn handen te blijven zitten. Hij bleef volhouden dat de inflatie tijdelijk is en nog lang niet duurzaam op de beoogde 2%.
Het gevolg was dat de renteverschillen stevig opliepen en Japan voor beleggers relatief gezien steeds minder interessant werd. Daar kwam nog een forse verslechtering van de handelsbalans bij, omdat de mondiale voedsel- en energieprijzen door het dak gingen en het grondstoffenarme Japan de importrekening fors zag stijgen.
Dat de inflatie niet net als in Europa en de VS dubbelcijferig opliep, is vooral te danken aan de regering van premier Fumio Kishida. Die heeft er met grootschalige subsidieregelingen alles aan gedaan om de gewone man zoveel mogelijk uit de wind te houden.
‘Zou Kuroda zijn meegegaan met de Fed en de ECB dan zou dat vermoedelijk een faillissementsgolf in de zwakke lokalebankensector hebben veroorzaakt’ ~ Martin Schulz, hoofdeconoom van Fujitsu
Het gaf Kuroda net voldoende ruimte om niets te doen, legt hoofdeconoom Martin Schulz van techbedrijf Fujitsu uit in een rokerig koffietentje in uitgaanswijk Shimbashi. Kuroda bleef vasthouden aan zijn negatieve rentetarief aan de korte kant en aan zijn controle van de lange rente — door het tienjaarstarief vast te prikken op maximaal 0,25%. ‘Zou hij zijn meegegaan met de Fed en de ECB dan zou dat vermoedelijk een faillissementsgolf in de zwakke lokalebankensector hebben veroorzaakt’, denkt Schulz.
Het gevolg was wel dat de yen verzwakte van een in voorgaande jaren redelijk stabiele ¥110 tot bijna ¥150 per dollar. Om de val te beperken besloot het ministerie van financiën afgelopen jaar om voor het eerst sinds 1998 voor vele tientallen miljarden aan buitenlandse deviezen te verkopen voor yens. Veel effect hadden de interventies niet. Pas toen de markten hun inschattingen over de renteverhogingen in de VS en de eurozone begonnen terug te schroeven, verdween de neerwaartse druk op de yen.
‘De BoJ had intussen wel de financieringswensen van de overheid kunnen blijven honoreren’, zegt Schulz. Het QE-opkoopbeleid van leningen ging namelijk gewoon door. ‘Dus Kuroda’s gok had gewerkt.’
In december, toen de markten waren gekalmeerd, besloot Kuroda echter volkomen onverwacht om de cap op het tienjaarsrente te verhogen naar 0,5%. De private handel in die leningen was grotendeels verdwenen vanwege de grote rol die de BoJ in dat deel van de obligatiemarkt speelde en daar wilde de bankgouverneur wat aan doen.
Aangezien hij eerder had gezegd dat een dergelijke stap gezien zou moeten worden ‘als een eerste aanzet tot beleidsnormalisatie’, was dit voor de markt een signaal dat de BoJ om was en net als de Fed en de ECB op de rem zou gaan staan om de oplopende inflatie te beteugelen. Daarop begonnen hedgefondsen en andere partijen het nieuwe plafond te testen door massaal short te gaan.
Dat was geenszins de bedoeling. Om de geest weer in de fles te krijgen zag de BoJ zich gedwongen de cap te verdedigen met recordaankopen van staatsleningen. In een maand tijd kocht de instelling voor ¥32.400 mrd op, een bedrag dat neerkomt op 6% van het Japanse bbp.
Nieuwe leest
Kuroda was in 2013 speciaal aangesteld door toenmalig LDP-premier Shinzo Abe om monetair gezien alles uit de kast te halen, zegt Chiwoong Lee, hoofdeconoom van Mitsubishi UFJ Morgan Stanley — ook in een megapand bij het station, zonder mondkapje, maar wel van achter een spatscherm. De huidige premier is ook een een LDP’er, maar van een andere politieke factie. Eentje die liever geen gekke dingen doet, maar meer vanuit rentmeesterschap opereert.
Wanneer Kishida als opvolger van Kuroda de academicus Kazuo Ueda aanwijst, weet dan ook iedereen in Japan dat deze man het beleid op een nieuwe leest gaat schoeien. De spanning die er was voor donderdag en vrijdag, wanneer de BoJ de eerste vergadering houdt met Ueda aan het roer, is evenwel alweer flink weggeëbd.
‘Er zijn verhalen dat alles duur wordt, maar dat is niet zo. Wel is het zo dat wanneer de gevoelsinflatie stijgt, dit zelfversterkende effecten heeft’ ~ Keiyo Hanamura, obligatiestrateeg van Capital Group
Eerder deze maand stelt Ueda in een persconferentie dat de geldontwaarding weliswaar al bijna een jaar boven de doelstelling zit, maar dat hij er nog niet van overtuigd is dat de prijsstijgingen ook trendmatig op 2% zijn gekomen. Weliswaar zijn uit de traditionele voorjaarsonderhandelingen tussen de sociale partners voor het eerst sinds jaren stevige loonstijgingen gerold — een belangrijk signaal dat de prijsstijgingen kunnen aanhouden — maar de grote vraag is of het genoeg is en of de lonen in Japan ook stabiel zullen blijven stijgen, zei Ueda.
‘Er is een duidelijk sterkere perceptie van inflatie’, zegt obligatiestrateeg Keiyo Hanamura van Capital Group, vanuit een gebouw dat grenst aan de keizerlijke tuinen in hartje Tokio. ‘Er zijn verhalen dat alles duur wordt, maar dat is niet zo. Bepaalde productgroepen worden duurder, niet alles. Maar het is wel zo dat wanneer de gevoelsinflatie stijgt, dit zelfversterkende effecten heeft.’
Het laatste dat de BoJ wil is dat de huidige inflatie en de duidelijk aantrekkende bedrijvigheid in de knop worden gebroken doordat er prematuur op de rem wordt getrapt, aldus Hanamura. Voorlopig blijft het ultraruime monetaire beleid dan ook gehandhaafd, denkt het gros van de analisten. Misschien dat de cap in juni verhoogd wordt naar 1%, of anders wellicht in september. Maar de BoJ zal dan mogelijk wel het bestaande opkoopprogramma verder opvoeren.
Uit een Reuters-peiling onder bijna vijfhonderd grote bedrijven blijkt dat een meerderheid van 52% graag ziet dat Ueda zich tijdens zijn eerste beleidsvergadering concentreert op bancaire stabiliteit. Slechts weinigen zien voordelen van een versoepeling van het beleid. Een derde zegt dat Ueda het beleid van voorganger Kuroda zou moeten handhaven.
Wat als de Japanners hun boeltje oppakken?
Alleen al van alle uitstaande Nederlandse schuld hebben Japanse beleggers zo’n 10% in handen, blijkt uit cijfers van onder meer Deutsche Bank en Barclays. Wanneer ze zich terugtrekken leidt dat op zijn minst tot flinke beroering, waarschuwde het IMF eerder deze maand nog in het Global Financial Stability Report. Dat ze zich terugtrekken is zeker niet denkbeeldig, eerder volkomen logisch. Japanse obligatiehouders hebben vorig jaar — net als iedere belegger — forse verliezen geleden op Amerikaanse en Europese obligaties omdat de Fed en de ECB hun beleidsrentes flink hebben opgetrokken en de koersen zijn getuimeld. Maar die hogere tarieven maken het voor Japanners nu historisch duur om die obligaties überhaupt in bezit te hebben, zegt Steve Donzé van Pictet Asset Management Japan. De beleggers, het gaat vooral om institutionele partijen, dekken vrijwel allemaal hun valutarisico’s af. De kosten van dollarhedges bedragen volgens Donzé 5,3% op jaarbasis en voor euro’s is dat 3,4%, terwijl dat begin vorig jaar nog vrijwel gratis was. Die kosten wegen niet op tegen het rendement dat gemaakt kan worden met nieuw aangekochte leningen en al helemaal niet met leningen die eerder zijn aangeschaft. Daar staat tegenover dat een Japanse twintigjarige lening 1,1% oplevert en een dertigjarige 1,3%, en daarvoor zijn hedges niet nodig. Vorige week liet Fukoku, een grote Japanse levensverzekeraar, al weten van plan te zijn om al zijn buitenlandse schuldposities af te wikkelen. De opbrengst van de verkopen, naar schatting €2 mrd, zal in Japanse schuld worden gestoken. Volgens het IMF beheerden Japanse institutionele beleggers medio vorig jaar een buitenlandse beleggersportefeuille van circa $5000 mrd, dubbel zoveel als voor de kredietcrisis van 2008. Allemaal dankzij tien jaar van monetair gas geven door de BoJ. Als maar een deel van dat geld gerepatrieerd wordt, zal dit volgens het IMF voor flinke wisselkoersbewegingen zorgen en voor kelderende obligatiekoersen in onder meer Australië, Frankrijk, Italië en ook Nederland.
Arrestatie Weski toont precaire positie strafadvocaten (digitale editie)
Analyse
Strafrechtadvocatuur De advocatuur zint op maatregelen om advocaten beter te beschermen, soms ook tegen hun cliënten.
Zijn strafrechtadvocaten voldoende beschermd tegen cliënten uit de zware criminaliteit? Kunnen zij voluit die belangen behartigen zonder er zelf in verstrikt te raken? Vragen zo oud als de strafadvocatuur zelf, maar door de arrestatie van strafadvocaat Inez Weski vrijdag weer actueel. Waarbij nog onduidelijk is of Weski, verdacht van het ongeoorloofd doorgeven van informatie in de zaak-Taghi, als dader of slachtoffer moet worden gezien – of allebei.
De beroepsgroep reageerde onthutst, ongelovig en geschokt. En zag zich bevestigd in recente initiatieven om advocaten beter te ondersteunen, via een noodnummer en noodknop. Binnenkort biedt de Nederlandse orde van advocaten een ‘vertrouwensadvocaat’ aan, met wie bedreigde of geïntimideerde advocaten off the record verontrustend gedrag van hun cliënt kunnen bespreken. En wel voordat ze de politie of de regionale deken bellen om aangifte te doen of zich uit een zaak terug te trekken. Het zijn initiatieven van de Taskforce bescherming tegen ondermijning die nu al weerbaarheidstrainingen en een ‘kantoorscan’ aanbiedt, plus een telefonische hulplijn. Bedoeld om zware criminelen op gepaste afstand te houden, vooral als ze cliënt zijn.
Integriteit
Weski is niet de eerste gerenommeerde strafadvocaat die klem raakte. In de jaren negentig werden de strafadvocaten Oscar Hammerstein en Piet Doedens in voorarrest gehouden. De verdenkingen waren witwassen en aanzetten tot meineed. Ze leidden niet tot veroordelingen, wel tot vergelijkbare ophef.
Discussies over integriteit liggen erg gevoelig. Strafadvocaten willen vermijden dat hun juridisch handelen door het publiek als hulp aan de criminaliteit wordt gezien. Maar juist als rechtsstatelijke dienstverlening: controle op de opsporing, garantie voor een eerlijk proces, bescherming van de grondrechten. Advocaten zijn daartoe gebonden aan vijf kernwaarden. Ze moeten onafhankelijk, partijdig, deskundig en integer zijn – en alles geheim kunnen en willen houden, ook als ze al lang geen advocaat meer zijn. Onlangs werd een al langer teruggetreden advocaat alsnog officieel uit het register verwijderd omdat hij uit wroeging onthulde dat zijn overleden cliënt de moordenaar van een kind was. Dat is voor advocaten een no-go.
De wet beschermt advocaten in ruil voor zulke strenge beroepsregels met het verschoningsrecht en beloont hen met het procesmonopolie. Toezicht op en toetreding tot het ambt regelt de advocatuur ook zelf. Politiek is daarover al enige tijd ongemak – zeker na de grote fraudezaak bij de landsadvocaat waar nota bene de bestuursvoorzitter zelf de dader bleek. Er gaan stemmen op ook buitenstaanders een rol te geven en het toezicht op de advocatuur te verscherpen, waarbij aan een Autoriteit Advocatuur wordt gedacht. Ook omdat de criminaliteit verhardt en corruptie en ondermijning grotere risico’s worden.
Advocatenkantoren zijn voor criminele organisaties aantrekkelijk. Je kunt er geld en goederen stallen, zaken doen en informatie uitwisselen zonder dat politie en justitie meekijken. Een advocaat ‘binnenhalen’ en integreren in de criminele organisatie kan dan een voorsprong bieden. Doelwit zijn financieel kwetsbare kleinere kantoren waar een onervaren advocaat leidt, met een nog beperkt klantenbestand. Daar een dikke stapel bankbiljetten op tafel leggen voor een (eerste) eenvoudig klusje kan zo’n kantoor op een hellend vlak brengen.
Geld uit belastingparadijzen
Strafadvocaten worden geacht weerstand te bieden aan grote bedragen cash. Ze moeten durven weigeren informatie over te brengen van en naar de verdachte cliënt – en girale betaling uit belastingparadijzen af te wijzen. Ook de ‘geheimhouderstelefoon’ mag niet worden uitgeleend aan de cliënt of diens contactpersonen. Geen instructies van anderen dan de eigen cliënt accepteren. Niets ‘regelen’ voor de cliënt dat geen direct verband houdt met de strafzaak. Of de belangen van de organisatie mee behartigen, afstand houden. Ondermijning treft ook niet alleen strafadvocaten. Criminele organisaties hebben ook behoefte aan financiële diensten, huur- en kooptransacties in onroerend goed en dus juridisch zakelijk advies.
Dat ontsporing een reëel risico is, blijkt uit de tuchtmaatregelen en de soms aanmerkelijke celstraffen. Zo kreeg een Brabantse advocaat in 2018 drie jaar cel wegens wapen- en drugshandel. De rechtbank noemde hem een „makelaar in de onderwereld”. In 2019 schrapte het Hof van Discipline een Haagse advocaat die „op zijn minst genomen de schijn heeft gewekt dat hij is opgetreden als facilitator van criminele activiteiten”, door een loods te huren waarin grondstoffen voor drugs werden aangetroffen. De advocaat had op z’n tuchtrechtelijke conto al een waarschuwing, vier berispingen, drie onherroepelijke voorwaardelijke schorsingen en één onherroepelijke onvoorwaardelijke schorsing.
In de strafzaak tegen motorclub No Surrender werd ook de advocaat veroordeeld tot twee jaar cel wegens het beïnvloeden van getuigen, en bezit van een drugslab en amfetamine. Een enkele keer lijkt het beroep van advocaat met opzet gekozen als dekmantel voor ‘eigen’ crimineel gedrag. Een Haagse advocaat kreeg veertig maanden cel in 2017 wegens miljoenenoplichting van haar eigen cliënten.
Stelling: Onderstaande beschouwing (en aanzet tot analyse) zal een lawine aan reacties oproepen, en aangezien deze website zich tijdens de crisis nadrukkelijk heeft doen gelden als criticaster van ‘scheve’ voorstellingen van zowel de kant van protestgeluiden, als van de overheid (die naar onze mening te rigide bezig was met uitspraken dat iedereen zich verplicht moest voelen om zich te vaccineren), hierbij een reactie op de informatie die hieronder door de krant wordt aangedragen.
Ons standpunt is onder te verdelen in een aantal aparte punten:
De compleet onbekende virus die uitbrak in Wuhan (China) bracht politiek en beleid in een volkomen nieuwe situatie, vergelijkbaar met de Grote Oliecrisis van 1973 die in de zeventiger jaren uitbrak.[i]
Dus een complete onbekendheid in politieke wereld en burgermaatschappij hoe dat ‘varkentje moest worden gewassen’. Dat geldt evenzeer voor de covidpandemie. Geen wonder dat er geen blauwdrukken klaar lagen die een voortvarende start van beleidsmaatregelen mogelijk te maken en alle hens aan dek nodig waren om overheids- en private maatregelen nodig maakte; op basis van gezond verstand en algemeen belang.
En nog steeds bestaat er nog geen aperte duidelijkheid over de aard van die covidcrisis. Noch over de oorzaak ervan, noch welk type vaccin als ideaal moet worden beschouwd, als die vraag vanwege onzekerheden in volgende generatie virussen, wel (on)mogelijk te bevechten zijn. Dat blijft vooralsnog een grote vraag.
Op blogs van deze website is steeds aangedrongen op parlementaire debatten, waarbij met name op aperte onzinnigheden door virusontkenners ‘niet’ mochten worden gepareerd door het kabinet, omdat er nog steeds een ‘recht’ op/van vrijemeningsuiting zou bestaan, die door deze (politiek-filosofische) site ten stelligste wordt ontkend: het gaat niet om ‘meningen’, want ongetoetst, maar om wetenschappelijke bewezen ‘feiten’, met direct de kanttekening dat vanwege het nieuwe want onbekende verschijnsel van een ‘afwijkend’ virus geen ‘bewezen’ feiten mogelijk zijn vanwege de afwezigheid van laboratoriumuitkomsten; die afwezigheid van bewezen feiten worden dan in dat geval (randvoorwaarde) automatisch ‘meningen’. Nog even los van het erkende feit dat er binnen iedere wetenschapstak, maar vooral binnen de economische vakgebieden ‘scholen’ bestaan met haaks op elkaar staande theorieën, maar binnen de ‘zachte‘ gedragswetenschappen is dat niet anders mogelijk. Harde natuurwetten bestaan daar niet.
Voor de goede orde: deze site maakt een ánder onderscheid in de feiten/meningenkwestie: er dient een onderscheid te worden gemaakt voor patiënten met een zwakke – chronische aanleg – gezondheid, tegenover die andere categorie die geen of nooit specifieke klachten hebben (gehad). Die mensen zijn dus ook geen bedreiging voor anderen – en daar ging het kabinet wél vanuit – zodat een mondkapjes plicht in dat opzicht onzinnig was. En met name ten aanzien van de adviezen van de toenmalige minister De Jonge, die bleef doordrammen over mondkapjes- en vaccinatieplicht, worden dan als ‘uiterst storend’ ervaren. Daar zullen nu achteraf gesproken nog vele mensen zich erg kwaad over kunnen maken. En terecht, omdat de politici geen rekening houden met burgers die wel op verantwoorde wijze leven en hun lichamelijke conditie op peil houden. Dat kan een regelrechte blunder van het kabinet worden beschouwd, afleidbaar uit onze ‘overmatige’ consumptiecultuur.
En juist die gedragscultuur wordt door verkeerde maatregelen van de overheid nog verder versterkt zodat de grote massa die onkundig en ongeïnformeerd is, de dupe wordt. Daar hield het kabinet geen rekening mee. Een stevig ‘minpunt’.
Ter afsluiting: er moest dus noodgedwongen binnen de overheid gezocht naar middelen om de juiste informatie te verspreiden en daaruit ook de aanpak die de juiste informatie kunnen brengen; en dan zijn de sociale media mét een duidelijke én juiste overheidsinformatie dringend gewenst. Ook daarover zal een evaluerend onderzoek naar gedaan moeten worden. Dat genoemde appgroepen in het artikel geen schoonheidsprijs verdienen vanwege de geheimhouding, is zonder meer duidelijk maar wél te rechtvaardigen, mits op basis van opgedane ervaring er wél een nieuwe wetgeving wordt opgebouwd/samengesteld om de algehele verwarring die is ontstaan, in de toekomst te vermijden. Maar de hóófdoorzaak van alle misverstanden was zeker te zoeken in de Tweede Kamer zelf waar de vrijheid van meningsuiting wordt misbruikt door de veronderstelling en dus te denken dat ‘feiten’ óók meningen zijn en dat is pertinent onjuist; vergelijkbaar met de NPO-kwestie in de zaak ON. Daar worden ongecontroleerde meningen verkocht en dus onzinnigheden die niet te accepteren zijn in politieke zin omdat er dan te veel tijd aan onnodige debatten wordt besteed en dan is bepaald niet effectief noch efficiënt. We kunnen onze tijd beter besteden. Zoals ook de vele zichzelf herhalende coviddebatten in de plenaire bijeenkomsten van de Tweede Kamer. Waardeloos en zinloos.
~!
‘Desinformatie’ werd gewist. Maar wie besloot wat? (Jet Schouten, In het nieuws/nrc.nl, 26 april 2023, papieren editie)
Achter de schermen desinformatie bestrijden: wat deden ambtenaren samen met Facebook en Google? (digitale versie)
Onderzoek sociale media | Desinformatie werd tijdens de pandemie actief bestreden door leden van een denktank – op initiatief van het ministerie van VWS. Berichten op sociale media verdwenen.
Het is woensdag 17 februari 2021, bijna een jaar na de eerste coronabesmetting in Nederland. De vaccinaties tegen het coronavirus zijn inmiddels op gang gekomen en de Tweede Kamer buigt zich over verlenging van de avondklok. Een ambtenaar van het ministerie van Volksgezondheid stuurt een mail aan een Nederlandse vertegenwoordiger van Facebook en aan een ambtenaar van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De ambtenaar heeft een bericht gelezen van een huisarts over corona op Twitter. „Zou jij dit aan Twitter kunnen doorsturen?”, mailt de ambtenaar. „Misschien kunnen ze deze man blokkeren?” En, wil hij weten: „Nemen jullie vanuit de IGJ contact met zo iemand op?”
Mag de overheid meebepalen wat jij op sociale media ziet?
De volgende dag mailt de IGJ terug: „Ik word erop gewezen dat vragen aan Twitter het account te blokkeren als een vorm van censuur kan worden uitgelegd. […] Wellicht dat een denktank-deelnemer dit beter onder de aandacht kan brengen?”
Wie de huisarts is en waarom deze huisarts op Twitter geblokkeerd zou moeten worden, blijft onduidelijk. Deze en andere vertrouwelijke mails zijn in december 2022 openbaar gemaakt door het ministerie van Volksgezondheid na Kamervragen over de werkwijze van de ‘denktank desinformatie’. Deze club van zo’n 35 ambtenaren, communicatie-experts en zorgverleners speurt sinds april 2019 – nog voor de coronapandemie – op initiatief van het ministerie van VWS naar ‘spookverhalen’ over vaccineren. Ook Nederlandse vertegenwoordigers van grote online platforms als Facebook, Google, Instagram en YouTube zijn lid van deze denktank.
Grotendeels geheim
Wat de denktank binnenskamers bespreekt, blijft grotendeels geheim. Wel is duidelijk dat het gaat om berichten die in de ogen van de leden „schade aan het openbare domein” kunnen veroorzaken, blijkt uit de openbaar gemaakte stukken. De leden volgen discussies op social media, weerspreken „onjuiste informatie” en kunnen elkaars hulp inroepen bij „ontplofte discussies” of bij het reageren op „antivaxers”.
Bij desinformatie is er volgens de overheid sprake van misleidende informatie, vaak met een kwade bedoeling, om „schade” toe te brengen aan de „samenleving, democratie of volksgezondheid”. Het verschil met misinformatie (informatie die niet klopt) zit in de intentie van de boodschapper, bij desinformatie is sprake van opzet. Juridisch gezien is desinformatie een relatief nieuw begrip, legt desinformatie-onderzoeker Michael Klos uit. Onjuiste informatie verspreiden is niet per definitie strafbaar, zegt de jurist en bestuurskundige. Online platforms als Meta (moederbedrijf van Facebook en Instagram), LinkedIn en Twitter hanteren een eigen beleid om desinformatie en misinformatie te weren van hun platforms.
Sinds de discussies over nepnieuws, trollen en de Russische inmenging in de Amerikaanse presidentsverkiezingen, wordt ook in Nederland door verschillende ministeries nagedacht over de beste manier om desinformatie te bestrijden in het publieke online debat. Volgens de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) is de verspreiding van desinformatie een „reële dreiging” die zich vooral online manifesteert.
Signalen doorzetten
Wie de leden van de denktank desinformatie zijn, is geen openbare informatie. Wel heeft staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS, ChristenUnie) in augustus aan de Kamer bekendgemaakt dat de leden binnen en buiten de overheid in de denktank samenwerken. Het ministerie van VWS is initiator en deelnemer van de denktank en kan „signalen” doorzetten naar de andere leden. Het RIVM, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en Nederlandse vertegenwoordigers van Facebook (inmiddels Meta), YouTube, Instagram, Google zijn lid van de denktank. Ook een „blogger” en een „columnist” hebben op enig moment deel uitgemaakt van de denktank. Uitwisselen van signalen gebeurt in vertrouwen en op vrijwillige basis, schrijft de staatssecretaris.
De leden van de denktank bespreken onderling signalen, bijvoorbeeld een uitlating van een arts met „een uitgesproken mening” over Covid-19-vaccinatie. Per signaal, bijvoorbeeld een bericht op sociale media, bespreken de leden of en wat voor reactie „passend” is. Een actie kan bestaan uit het aanspreken van een zorgverlener door de IGJ of leden als Twitter en Facebook ondernemen actie door te reageren op online berichten. „Indien nodig wordt misinformatie minder prominent geplaatst en desinformatie geblokkeerd”, schreef toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid Paul Blokhuis (CU) in een Kamerbrief van 28 januari 2021.
Per signaal, bijvoorbeeld een bericht op sociale media, bespreken de leden of en wat voor reactie „passend” is
NRC onderzocht de achtergrond en werkwijze van de denktank die aanvankelijk ad hoc samenkomt en „mild” reageert, maar tijdens de pandemie de grenzen van de vrije meningsuiting opzoekt. Ambtenaren en commerciële online media platforms als Facebook en Google bepalen gezamenlijk wat signalen van desinformatie zijn.
Het roept de vraag op hoe deze denktank opereert, waarin de overheid achter de schermen samenwerkt met private bedrijven als Facebook en Google. Wie bepaalt, op basis van welke informatie, wat desinformatie is? En blijft er ruimte over voor kritische vragen in het publieke debat?
Zorgen over vaccin
Huisarts Henk de Vos uit Zuid-Beijerland zit in de zomer van 2021 met een dilemma. Het is 29 juni 2021 en de Gezondheidsraad maakt die dag het Covid-19-vaccin van Pfizer beschikbaar voor jongeren tussen de 12 en 17 jaar. De Vos maakt zich zorgen. Er zijn nog geen lange termijn gegevens over het nieuwe vaccin. Hij stuurt de ouders van de kinderen uit zijn praktijk hierover een mail en sluit af met: „De uiteindelijke beslissing is aan u.” De meeste ouders reageren positief op zijn mail, een enkeling gaat de discussie met hem aan. Van collega’s hoort de Zuid-Beijerlandse huisarts niets. „Ik stond hier wel zo’n beetje alleen in”, blikt hij terug.
Anderhalve maand later, op 19 augustus, ontvangt De Vos een brief van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Een collega heeft hem aangemeld als mogelijke verspreider van „desinformatie”, zo blijkt. Daarom doet de toezichthouder onderzoek naar de huisarts. Zijn mail kan leiden tot „risicovolle verwarring” en bij patiënten „het vertrouwen in de geneeskundige zorg” schaden, schrijft de toezichthouder.
Een priklocatie in Veghel. De denktank desinformatie was in het bijzonder gericht op berichten over vaccinaties. Foto Olivier Middendorp
Hoe komen jullie hierbij, wil De Vos van de Inspectie weten. De informatie van de huisarts is „niet volledig”, antwoordt de Inspectie. Na een korte briefwisseling hoort de Vos niets meer van de Inspectie.
Wat de Vos niet weet, is dat de inhoud van zijn mail onderwerp van gesprek is in de denktank desinformatie, zo blijkt uit vertrouwelijke documenten die openbaar zijn gemaakt.
375 meldingen
De Inspectie (IGJ) laat weten dat er vanaf maart 2020 zo’n 375 meldingen en signalen zijn binnengekomen „over zorgverleners die zich niet aan de voorschriften van de eigen beroepsgroep over het geven van juiste informatie over corona zouden houden”.
Onjuiste uitspraken kunnen leiden tot „risicovolle verwarring” voor de patiënt, schrijft zorgminister Ernst Kuipers (D66) vorig jaar aan de Kamer. De inspectie is er met het versturen van zo’n brief als aan huisarts De Vos op gericht deze uitingen te „stoppen”. Ook als niet meteen duidelijk is of de zorgverlener in strijd handelt met de richtlijnen van de beroepsgroep.
Het roept de vraag op in hoeverre een arts mag afwijken van deze richtlijnen. Daarover verschillen de meningen. Volgens hoogleraar gezondheidsrecht Martin Buijsen moeten artsen zich houden aan normen en richtlijnen van hun beroepsgroep. Zo niet, dan mag de Inspectie ingrijpen, zegt hij.
De wetenschappelijke beroepsvereniging voor huisartsen (NHG) laat weten dat „beargumenteerd afwijken” van de richtlijn mogelijk moet blijven. „Een weerwoord is belangrijk voor een wetenschappelijke vereniging”, aldus de NHG.
Huisarts De Vos kan anderhalf jaar later nog steeds niet begrijpen waarom er nooit een inhoudelijk gesprek op gang is gekomen met de Inspectie. De Vos: „Ik voelde me boos toen ik die brieven van de inspectie kreeg en begon aan mezelf te twijfelen. Had ik iets verkeerds gedaan?”
Sleutelrol
Desinformatie ondermijnt het vertrouwen in vaccinaties. Dat is schadelijk voor de volksgezondheid, schrijft staatssecretaris van Volksgezondheid Van Ooijen aan de Kamer.
Dat inzicht is niet nieuw. Als de vaccinatiegraad in 2017 daalt, ontstaat er behoefte aan een plan. Het is november 2018 als toenmalig staatssecretaris van Volksgezondheid Paul Blokhuis de strijd aanbindt. Zijn actieplan heet ‘Verder met vaccineren’.
De vaccinatiegraad is volgens een RIVM-rapport uit 2017 voor het derde achtereenvolgende jaar gedaald. Vertrouwen in het Rijksvaccinatieprogramma speelt een sleutelrol bij de bereidheid om te vaccineren, schrijft Blokhuis. Een recente mazelenuitbraak in een aantal Europese lidstaten onderstreept de noodzaak.
De staatssecretaris schakelt hiervoor een ‘vaccinatie-alliantie’ in, een besloten genootschap van zo’n honderd deskundigen dat onder zijn departement valt. De alliantie krijgt de opdracht om een denktank te vormen, die ‘spookverhalen’ over vaccinaties moet weerspreken en voorkomen dat deze een podium krijgen. Een „snelle respons” op sociale media en „correctie van onjuiste kennis” in de media is heel belangrijk. Het ministerie van Volksgezondheid zit de bijeenkomsten voor, plant de bijeenkomsten en mailt de denktank-leden over signalen.
In het verslag van de eerste bijeenkomst, in april 2019, vraagt een ambtenaar van het ministerie van Volksgezondheid aan de leden van de denktank. „Kunnen we voor het vervolg een beroep op jullie doen?”
Wat doen online platforms zelf al om misinformatie tegen te gaan? „Online welzijn” is het onderwerp van een gesprek tussen Blokhuis en Nederlandse vertegenwoordigers van Facebook en Google. „Wat kan er nog meer gedaan worden”, schrijven de ambtenaren van Volksgezondheid bij de agendapunten voor deze bijeenkomst. „Is het bijvoorbeeld mogelijk om niet alleen onjuiste informatie minder zichtbaar te maken, maar ook om de juiste informatie beter zichtbaar te maken? Hoe ver willen ze gaan?”
Naar aanleiding van het gesprek over online welzijn mailt een vertegenwoordiger van Facebook het ministerie van Volksgezondheid met een aanbod. Facebook kan berichten „voeden” in „het systeem” waardoor schadelijk geachte berichten lager in tijdlijnen terechtkomen. Op deze manier „kunnen we het check-mechanisme een beetje helpen”. De medewerker van Facebook mailt het ministerie:
„Wat ik dus mag bieden is dat ‘jullie’ mij max vijf berichten per notoire pagina of groep aandragen. Die kan ik dan in het systeem voeden met waarschijnlijk zeer snel resultaat.”
En in een ander document over acties van de denktank staat:
„Facebook voert uit, suggesties voor nieuwe hoaxes kunnen bij VWS gemeld worden.”
De denktank flirt ook met het idee om de pers te beïnvloeden, bijvoorbeeld door te bellen met redacties als er „onjuiste informatie over vaccinatie in artikelen staat”. Er wordt ook geprobeerd een symposium – eventueel samen met de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) – te organiseren over vaccinaties „en verantwoordelijkheid van journalisten daarbij.” Zover is het „gelukkig” nooit gekomen, laat de secretaris van de NVJ weten.
De denktank spreekt onderling over online signalen die de vaccinatiegraad onder druk kunnen zetten. Zoals een marketingstunt van „Miss Natural Lifestyle”. In januari 2020 wil deze „natuurlijke levensstijl” groep een blender uitdelen aan zwangeren die vaccinatie voor kinkhoest weigeren. De casus wordt in de denktank besproken en de Inspectie (IGJ) vraagt de beheerder van die groep om deze oproep aan te passen.
Wantrouwen tegen vaccins en de overheid werd tijdens de pandemie regelmatig gemanifesteerd tijdens demonstraties, zoals hier in Den Haag. Foto Joris van Gennip
Ook bespreekt de denktank hoe ze „niet eenduidige” doelgroepen zoals jongeren kunnen bereiken, bijvoorbeeld via nieuwsmedia als Vice en FunX. Het is belangrijk om niet te „pusherig doen, dat werkt averechts”. Want mensen gaan door „wantrouwen” in de overheid sneller twijfelen en kunnen dan „negatief” gaan denken over vaccineren.
De inspanningen van de denktank slaan aan. Begin 2020 constateert staatssecretaris Blokhuis: „Er is flink ingezet op voorlichting en communicatie, inhaalcampagnes, en het tegengaan van desinformatie. En met resultaat: we zien een lichte stijging van de vaccinatiegraad.”
Wat niemand dan nog weet, is dat er een coronavirus rondwaart, ook in Nederland. Het nog onbekende virus zal vaccineren in een ander daglicht zetten.
Op 6 maart 2020 overlijdt de eerste coronapatiënt in Nederland en later die maand verklaart de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) Covid-19 tot een wereldwijde pandemie. Sluiting van horeca en scholen volgen. Vrijheidsbeperkende maatregelen, zoals de 1,5 meter afstand en zoveel mogelijk thuisblijven. In afwachting van een werkzaam vaccin schakelt het ministerie van Volksgezondheid de denktank in.
Een ambtenaar mailt de leden:
„Hebben jullie gereageerd op berichten rondom Corona door 5G, corona vaccins, medicatie, remedies of op berichten dat de corona uitbraak en alle maatregelen zwaar overdreven zijn?”
Lees één van de openbaar gemaakte WOO-verzoekenover Denktank Desinformatie
In hoeverre is het ministerie sturend in de denktank die ze zelf heeft opgericht en waar ze zelf aan deelneemt? Tegenover de Tweede Kamer benadrukt de staatssecretaris keer op keer dat de leden op persoonlijke titel reageren. Tegelijkertijd vragen ambtenaren aan de leden van de denktank om te reageren op berichten met desinformatie of misinformatie in de (sociale) media.
Wat betreft de wijze van reageren op desinformatie mailt een ambtenaar dat de leden meer „sturing” kunnen geven. De reactie op desinformatie vindt de ambtenaar in de denktank „beperkt”. Het ministerie denkt ook na over de samenstelling van de denktank. Als het adresboekje van de denktank wordt geüpdatet, mailt de ambtenaar van Volksgezondheid:
„Eventueel aanvullen met proactieve blogger of een vertegenwoordiger geschreven pers (journalist, columnist?) Twitter contact ook vragen. Actie voor mij”.
Het ministerie van Volksgezondheid houdt ook bij welke signalen onderling worden gedeeld. En ook de toon van het debat is een punt van zorg, blijkt uit de stukken:
„Het is de laatste tijd stil in de denktank. Er worden vrijwel geen signalen meer gedeeld. Vanuit VWS zien we een toename, is de stroom desinformatie nog te overzien?” En: „De toon verandert, de desinformatie wordt steeds agressiever.
Een demonstratie begin 2021 tegen de coronamaatregelen op het Museumplein in Amsterdam. Foto Olivier Middendorp
Een Nederlandse vertegenwoordiger van Facebook, lid van de denktank, mailt het ministerie van Volksgezondheid dat het platform „verantwoordelijkheid” wil nemen om „Covid-19 misinformatie tegen te gaan”. De vertegenwoordiger van Facebook mailt eerder aan een ambtenaar van Volksgezondheid: „Wellicht goed om de komende weken even bij te praten over de efforts van Facebook op dit onderwerp met jou en de relevante collega’s? Daarnaast ben ik benieuwd naar jullie zorgen en concrete ambities.”
Wanneer een „nepbericht” van de website van de TOS (Turkse Omroep) rondgaat dat er „iets” aan het vaccin zou zijn toegevoegd waarna consultatiebureaus de vaccins massaal zouden hebben teruggeroepen, mailt een ambtenaar van Volksgezondheid de denktank:
„Wij ontvingen onderstaand bericht. Kunnen jullie erop reageren als je daartoe in de gelegenheid bent? Veel dank.”
Facebook antwoordt nog geen uur later.
„Mocht iemand verschijnen hiervan op FB zien, dan hoor ik het graag. Dat kan ik hier actief naar laten kijken en zorgen dat er eventueel downranking [het lager plaatsen van een bericht, red.] effectief wordt toegepast.”
Als Kamerleden in augustus vorig jaar vragen of er namen of accounts gedeeld worden van mensen die desinformatie zouden verspreiden, antwoordt de staatssecretaris dat „het kan voorkomen dat er namen of accounts gedeeld worden.”
Eind 2020 – als het landelijk vaccineren tegen covid op punt van beginnen staat – ziet de denktank dat er veel vragen over vaccinatie komen. Maar „veel vragen zijn nog niet te beantwoorden”, staat in een verslag uit deze periode. Wat is het „juiste” antwoord? Duiden of iets misinformatie of desinformatie is, is soms „lastig”. Het RIVM en VWS gaan werken aan een plan van aanpak. Bijvoorbeeld antwoorden op één plek verzamelen ten behoeve van „uniforme beantwoording” in een „eenvoudige taal”. En wederom concludeert het ministerie dat vertrouwen in de overheid en vertrouwen in het vaccin hand in hand gaan.
Voormalig huisarts en TV-dokter Ted van Essen laat desgevraagd weten betrokken te zijn bij de denktank. Op de vraag of er grijze gebieden zijn wat „juiste” en wat desinformatie is, zegt Van Essen: „wij volgden als denktank de wetenschap. „Als je dat niet doet, dan ben je van God los.”
Door de snelheid van wetenschappelijke ontwikkelingen zijn berichten niet altijd makkelijk en snel te beoordelen door online platforms, legt desinformatie-onderzoeker Klos uit. Bijvoorbeeld over de oorsprong van het coronavirus. Aanvankelijk werden berichten dat het virus ‘ontsnapt’ is uit een lab in de Chinese stad Wuhan als „hoax” gelabeld en verwijderd door online platforms. Toen de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) in januari 2021 ter plekke onderzoek ging doen, werden dergelijke berichten weer (tijdelijk) toegelaten, vertelt Klos.
Blokkeren
De focus op zorgwerkers is een aparte „actielijn” binnen de denktank . Er zitten ook zorgverleners in de denktank. Zij spreken elkaar aan „op het belang van vaccineren” en op „artikelen met onjuiste informatie”.
Tijdens een werksessie onder leiding van de NCTV wordt de vrijheid van meningsuiting besproken. Er bestaat een „spanningsveld” tussen deze vrijheid en het adresseren van desinformatie, staat in het verslag.
Het ministerie van Volksgezondheid doet suggesties voor de agenda. Een ambtenaar stelt voor om de „invloed van desinformatie op de vaccinatiegraad” te bespreken „of waar ligt de grens voor vrije meningsuiting?”
In coronatijd schakelde het ministerie van Volksgezondheid de al bestaande denktank desinformatie in. Foto Olivier Middendorp
Wanneer mag een bericht op sociale media geblokkeerd worden? Hier praat de denktank ook over. „Als iets schade zou kunnen berokkenen aan de volksgezondheid dan halen we het hele bericht weg van het platform.” En: „blokkeren is heftig, maar alleen verbergen kan echt prima.” Wie dat zegt, is onbekend, de naam is in het verslag weggelakt.
In mei 2021 signaleert een ambtenaar dat de toon in het debat over desinformatie verandert. Deze ambtenaar van het ministerie van Volksgezondheid stelt voor om: „sterker en serieuzer in te zetten op de bestrijding van desinformatie en anti vax berichten voordat het echt de vaccinatiegraad (voor COVID) gaat beïnvloeden.”
Desinformatie is alleen maar toegenomen sinds de start van de denktank, staat in een van de laatste openbaar gemaakte e-mails. En de actieve deelnemers in de denktank zijn vooral ambtenaren, schrijven ambtenaren zelf.
Er wordt een vraag gesteld:
„Als we de denktank willen laten voortbestaan (…) hoe krijgen we mensen meer in beweging?”
Naar aanleiding van Kamervragen over de denktank schrijft staatssecretaris Van Ooijen in februari dit jaar dat er „de afgelopen periode geringe activiteit” van de denktank desinformatie is geweest. De denktank zal „op korte termijn” bijeenkomen. „Deze bijeenkomst zal in het teken staan van de toekomstige invulling en rol van de denktank”.
Hoogleraar gezondheidsrecht Martin Buijsen ziet weinig toekomst voor deze denktank: „Berichten verwijderen van LinkedIn en Twitter? Dat lijkt me juridisch en ethisch niet wenselijk. De grens ligt wat mij betreft bij strafbare feiten. Deze denktank verbaast me zeer. In wat voor samenleving leven we als individuele artsen hun meningen niet meer mogen ventileren en wij deze meningen niet meer mogen horen? De overheid moet ver blijven van het begrip desinformatie, daarmee speel je op de man en niet op de bal. Bovendien is het werk van de denktank niet controleerbaar. Een transparante overheid moet dit soort schimmige begrippen als desinformatie niet gebruiken.”
ARTSEN POSTS EN PROFIEL VERWIJDERD
NRC sprak afgelopen weken zestien artsen en wetenschappers die te maken kregen met het verwijderen van posts op sociale media waar zij kritische kanttekeningen plaatsen bij het coronabeleid van de overheid. In sommige gevallen werd een online profiel op social media verwijderd. Of dit het directe gevolg is van het werk van de denktank desinformatie, is niet traceerbaar.
Arts en influencer Sabine Pinedo: „De angst onder artsen om door collega’s voor ‘wappie’ te worden uitgemaakt, is heel erg groot.” Een bericht van Pinedo op LinkedIn over een onderzochte bijwerking van een Covid-19 vaccin, met een link naar een wetenschappelijk artikel hierover, werd op 30 november 2022 verwijderd. Ze krijgt als verklaring „dat het in strijd is met onze professionele community-richtlijnen.” Pinedo: „Dat is toch geen wetenschap? Is er dan maar één waarheid?”
Als ze een bericht stuurt naar iemand anders op LinkedIn kwam daar zeker een keer deze tekst bij: „Als de content van dit bericht ongewenst of schadelijk is, meld het dan aan ons. We zullen de afzender niet op de hoogte stellen.”
Recent is Pinedo’s LinkedIn-profiel voor de tweede keer verwijderd.
LinkedIn laat weten „om privacyredenen” niet inhoudelijk in te gaan „op specifieke zaken rondom onze leden”.
Evelien Peeters, oprichter van de stichting Artsen Collectief: „Alleen al de term ‘desinformatie’ vind ik zorgwekkend. Wetenschap is voortdurend in ontwikkeling en daar horen minderheidsstandpunten bij. Artsen worden bang zich uit te spreken door de agressieve toon van reacties op sociale media. Steeds door dezelfde personen, waarbij steevast de werkgevers getagged worden. Dit leidt tot zelfcensuur en onderdrukt belangrijke openbare discussie.”
REACTIES
Ministerie van VWS: „De standaard werkwijze is dat VWS terughoudend is in het aanspreken van leden [van de denktank]. Noch de denktank noch het ministerie van VWS heeft op enige manier (mede) bepaald welke berichten wel en niet toegestaan waren op de platforms. Vanuit het ministerie van VWS heeft er geen vergoeding of compensatie plaatsgevonden voor deelname aan de denktank. Er zijn enkele medewerkers van het ministerie betrokken geweest.”
Inspectie Gezondheidszorgen Jeugd Wat betreft de brieven aan huisarts Henk De Vos meldt de inspectie: „Wij kunnen en mogen niet op individuele casussen ingaan.”
„Een belangrijk doel van de denktank is het over en weer delen van signalen over desinformatie. Zo heeft IGJ signalen uit de denktank gedeeld binnen haar organisatie en vice versa. Er is verder geen sprake van een samenwerking tussen de IGJ en Facebook en Google er werden slechts signalen over en weer gedeeld.”
LinkedIn: „We gebruiken technologie en teams met reviewers om content te beoordelen en content te verwijderen die in strijd is met ons beleid.” Gebruikers van het platform kunnen bezwaar aantekenen tegen verwijderde content. „We weten dat we het niet altijd goed zullen doen.”
Ondanks De Mos’ vrijspraak: aan ombudspolitiek blijven grote bezwaren kleven (Commentaar nrc.nl, 25-4-23)
Corruptie
(…)
Intussen maakt het vonnis duidelijk dat de Tweede Kamer te lang aarzelde met de Wet op de politieke partijen, met regels voor de financiering. De strafrechter zocht naar normen om de handel en wandel van ‘Hart voor Den Haag’ te beoordelen en vond ze niet. Wat de rechtbank de kans gaf eigen opvattingen als maatstaf te nemen. De strafrechter toonde zich opvallend ingenomen met de ombudspolitiek van De Mos c.s. Donaties van bedrijven bewijzen hun „worteling in de maatschappij”. „Juist ondernemers” moeten niet afgeschrikt worden door „mogelijke verdenking van corruptie”. De Mos overtuigde de rechter dus niet alleen van politiek-op-bestelling, die als „strafrechtelijk kleurloos” werd beoordeeld, maar won ook een medestander. Of in eventueel hoger beroep dat even hartelijk meegevoeld wordt, moet afgewacht worden.
*Vanwege deze laatste zin mag de wens van De Mos dat het OM niet in hoger beroep te gaan – lees: ‘moet gaan’ -, niet aan tegemoet worden gekomen omdat duidelijk is dat er in de Tweede Kamer ook aanvullende gemeentelijke wetgeving noodzakelijk is, om deze leemte op te lossen.
‘Feit is dat aan ombudspolitiek bezwaren kleven, die strafrechtelijk dan niet relevant mogen zijn, maar wel reëel. Bevoordeling en cliëntelisme staan per definitie op gespannen voet met het algemeen belang en zeker met rechtsgelijkheid. Zeker in de rol van wethouder is gauw de schijn van belangenverstrengeling gewekt. Dan zijn er dus bestuurlijke integriteitsregels geschonden. De Mos had daar geen antenne voor en scheerde als wethouder langs de afgrond.
Het rechterlijk oordeel dat omkoping bij een nieuwe politieke beweging op voorhand niet waarschijnlijk is omdat er nog geen macht te verdelen valt, is niet de sterkste pijler onder deze uitspraak. De twintig fracties in de Kamer en de dertien in de Haagse gemeenteraad laten zien dat de kiezer makkelijk tot nieuwe partijen is te verleiden. De komeetachtige opkomst van BBB, mede gefinancierd door de agro-industrie via een marketingbureau, laat zien dat vroeg investeren ook snel invloed kan opleveren. Het is dus eerder zaak ook in een vroeg stadium al scherp te zijn op gekochte partijen en vooraf toebedeelde invloed. Daarin had het OM dus wél een punt.
Stelling: Visieontwikkeling was vóóraf noodzakelijk over de vraag hoe die Groningse gasbaten ‘rechtvaardig’ en ‘evenredig’ of zelfs ‘redelijk’ gedeeld moesten worden in de vorm van een nationaal beleid; in werkelijkheid bepaalde de kortzichtige markteconomie de ‘verdeling’; en achteraf kan dat als het faillissement van het marktmechanisme worden beschouwd @anp @tweedekamer
Rutte reageert in Groningen op enquêterapport gaswinning @ANP
ANP, 25-4-23
DEN HAAG (ANP) – Het kabinet komt, twee maanden na de presentatie, met een reactie op het eindrapport van de parlementaire enquête over de gaswinning in Groningen. Premier Mark Rutte reist zelf af naar het dorp Garmerwolde, in het gebied dat al jarenlang geteisterd wordt door aardbevingen als gevolg van de gaswinning.
De parlementaire enquête legde bloot hoe de overheid decennialang wegkeek van de problemen die de gaswinning in de provincie veroorzaakte en financiële belangen voorrang gaf. De gasmiljarden spekten de staatskas en de betrokken oliemaatschappijen, maar voor de soms “rampzalige gevolgen” voor Groningers was lange tijd geen aandacht.
Samen met staatssecretaris Hans Vijlbrief (Mijnbouw) zal Rutte uit de doeken doen hoe het kabinet denkt het jarenlang negeren van de belangen van Groningers goed te maken. De enquêtecommissie sprak van een “ereschuld”. Om die in te lossen is niet alleen een zak geld nodig maar ook plannen die zorgen voor leefbaarheid en economisch perspectief.
Regionale bestuurders gaven eerder al een voorzetje. Zij willen dat de rijksoverheid de komende decennia minstens 30 miljard euro investeert in de regio. Of het kabinet aan die eis wil voldoen, valt te bezien. Na een gesprek vorige week in Groningen bleek er nog een “substantieel gat” te gapen tussen wat de regio wilde en wat het kabinet bereid was te bieden.
De Tweede Kamer onderschrijft in grote meerderheid de bevindingen van de parlementaire enquêtecommissie. Na het meireces volgt nog een debat met het kabinet over de conclusies en aanbevelingen. Dan komt ook de rol van Rutte zelf aan bod. Over hem concludeert de commissie dat hij niet voor de Groningers heeft gedaan wat nodig was.
Of het OM óf Inez Weski maakte een fout (Wil Thijssen, Ten eerste/de Volkskrant, 24-4-23)
Arrestatie – Analyse: topadvocaat
Tot verbijstering van velen is topadvocaat Inez Weski vrijdag gearresteerd. Welk lot haar wacht, hangt af van veel factoren. Het OM kan ernaast zitten. Weski kan een ernstige fout hebben gemaakt, al dan niet opzettelijk. Of is een derde scenario mogelijk.
Is Inez Weski een crimineel?
Nee, zal iedereen die haar goed kent beamen. De 68-jarige strafrechtadvocaat heeft de reputatie van integer, deskundig en betrouwbaar. Toch is zij vrijdag gearresteerd op verdenking van deelname aan een criminele organisatie. Die van haar cliënt welteverstaan, Ridouan T., hoofdverdachte in het liquidatieproces Marengo.
Volgens het Openbaar Ministerie heeft Weski, die al meer dan veertig jaar in het vak zit, zich bezondigd aan het doorgeven van informatie van en naar haar cliënt, terwijl die in beperkingen zat en dus geen contact mocht hebben met anderen dan zijn advocaat. De verdenkingen rezen vorig jaar zomer, toen de politie tijdens het Marengoproces heimelijk berichten van de cryptofoons SkyECC wist te ontsleutelen. Dit impliceert dat ook Weski zich van zo’n cryptofoon heeft bediend.
Via Weski zou Ridouan T. zijn drugshandel en witwaspraktijken vanuit detentie hebben kunnen voortzetten, luidt de redenering. Schending van de beperkingen van een gedetineerde is een doodzonde in de advocatuur. Ridouan T.’s tweede advocaat annex neef, Youssef T., is daarvoor begin dit jaar veroordeeld tot 5,5 jaar celstraf. Wacht Weski eenzelfde lot?
Dat hangt af van het bewijs dat het OM denkt te hebben, en hoe dat bewijs wordt gewogen en geïnterpreteerd. Er zijn in principe twee scenario’s denkbaar: het OM heeft het mis, of Weski heeft een ernstige fout begaan, al dan niet opzettelijk.
Het eerste scenario is heel goed denkbaar; het OM slaat wel vaker de plank mis. Tijdens het Marengoproces beschuldigden de officieren van justitie meerdere advocaten van de zeventien verdachten van het doorgeven van informatie aan derden, in de periode dat hun cliënten eveneens in beperking zaten. Na een dekenonderzoek bleef van die beschuldigingen weinig over.
Daadwerkelijk strafbaar
Daarnaast is het de vraag wat die berichten dan behelzen, en of ze daadwerkelijk strafbaar zijn. Dat oordeel is aan de rechters. Afgelopen vrijdag maakte de rechtbank in Den Haag nog korte metten met alle beschuldigingen van het OM tegen politicus Richard de Mos, omdat het OM zijn communicatieverkeer onterecht als belastend heeft geïnterpreteerd. OM-topman Gerrit van der Burg benadrukte zondag in het tv-programma WNL dan ook dat het strafonderzoek tegen Weski ‘nog alle kanten op kan gaan’.
In het tweede scenario, waarin het OM wél overtuigend bewijs zou hebben tegen Weski, zou de advocaat een ernstige fout hebben begaan. Daarbij zijn ook weer twee opties denkbaar: óf ze is een crimineel met winstoogmerk geworden – wat hoogst onwaarschijnlijk is -, óf ze heeft iets strafbaars gedaan omdat ze geen andere mogelijkheid zag. Anders gezegd: ze moest iets doen wat ze niet wilde, maar onmogelijk kon weigeren. Omdat er bijvoorbeeld serieus gevaar dreigt voor haarzelf of haar naasten.
Gezien de geschiedenis van Marengo is ook die gedachte reëel. Meerdere verdachten zijn immers aangeklaagd voor betrokkenheid bij liquidaties, een lot dat ook de broer (Reduan), advocaat (Derk Wiersum) en vertrouwenspersoon (Peter R. de Vries) van de kroongetuige trof. Van mishandelingen tot moorden – alle dreigingen zijn in dit proces al voorbijgekomen.
Omdat kort voor Weski’s arrestatie ook Ridouan T.’s neef Anouar is opgepakt, lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat Weski, als haar aanhouding terecht is, (ook) met deze neef heeft gecommuniceerd. Anouar T. wordt gezien als belangrijke spil in Ridouan T.’s organisatie.
Veiligheidscursussen
In deze veronderstelling draait alles om de vraag: kun je een cliënt iets weigeren als die je met de dood bedreigt? De Nederlandse Orde van Advocaten en de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten zijn sinds het begin van Marengo volop met deze kwestie bezig. Er worden zelfs veiligheidscursussen voor raadslieden georganiseerd.
Er waart nog een derde scenario rond: Weski zou preventief, voor haar eigen veiligheid, zijn opgepakt en vastgezet nu het Marengoproces bijna is afgerond. Dat lijkt een vergezochte hypothese: het zou betekenen dat zowel Weski als het OM detentie boven beveiligers verkiest om haar veiligheid te garanderen, en dat het OM over de reden van haar aanhouding naar media en maatschappij heeft gelogen.
Hoe onwaarschijnlijk dit ook klinkt, toch is ook dit scenario niet ondenkbaar. Aantoonbaar liegen, ook door het OM, is al vaker voorgekomen in het Marengoproces: kroongetuige Nabil B. werd op zijn eigen verzoek aangehouden en ingesloten wegens wapenbezit, terwijl hij zich in werkelijkheid had gemeld als kroongetuige. Het was een leugen om bestwil van het OM: zo bleef voor de leden van T.’s organisatie zo lang mogelijk verborgen dat B. belastende verklaringen over hen aflegde.
Welk scenario ook het juiste blijkt – ze zijn allemaal niet fraai. Ze getuigen van ‘het meest verziekte, vergiftigde proces ooit’, zoals advocaat Onno de Jong het tijdens zijn pleidooi benoemde. Van corrupte advocatuur tot liquidaties waaronder vergis- en wraakdoden en de ontdekking van een gewelddadige uitbraakpoging uit de strengst beveiligde gevangenis: Marengo is in elk opzicht elk voorstellingsvermogen al te boven gegaan.
De politie heeft vrijdagmiddag ook Anouar T. gearresteerd, de 29-jarige neef van Ridouan T. Eerder werd hij aangeklaagd wegens betrokkenheid bij de moord op advocaat Derk Wiersum. Hij zou auto’s hebben geleverd voor de moord in september 2019 op Wiersum, die destijds kroongetuige in de Marengo-zaak Nabil B. bijstond. Vrijdag werd hij opgepakt op verdenking van drugshandel. Anouar T. zou een spil zijn in de criminele organisatie van zijn neef. Zondag werd bekend dat de zitting morgen van het Marengo-proces is uitgesteld op verzoek van de advocaten die dan het woord zouden voeren, in verband met de arrestatie van Weski.
*Vanaf deze plaats wordt onvoorwaardelijk vertrouwen in Inez Weski uitgesproken!
Hoe is de relatie tussen een advocaat en de verdachte van een zwaar delict? ‘Je zegt: jij bent belangrijk, maar ik ben belangrijker dan jij’ (Mark Beunderman, In het nieuws/nrc.nl, 24-4-23)
Advocatuur De arrestatie van advocaat Inez Weski laat zien hoe lastig de relatie is tussen strafpleiters en verdachten van zware delicten. Vakgenoot Erik Thomas wijst naar het OM. „Het strafrecht is aan het afkalven.”
(…)
‘Minstens zo belangrijk in de relatie met de cliënt, zegt Thomas, is het „niet positiever voorstellen” van diens zaak dan deze daadwerkelijk is. In de praktijk betekent dit dat hij verdachten de laatste jaren vaker moet teleurstellen, zegt hij. „De mogelijkheden van wat je voor hen met het strafrecht kan bereiken, zijn met de loop der jaren in Nederland zwaar ingeperkt.” Het Openbaar Ministerie, zegt hij, is bij grote zaken vooral bezig met „pr”, de rechterlijke macht is „ongeïnteresseerder geraakt in rechtsstatelijkheid”. Volgens Thomas bleek dit in de zaak rond motorbende Satudarah, die hij verdedigde. Daarin werd door OM en rechter teruggegrepen op het civiel recht, op basis waarvan de organisatie werd ontbonden. „Een behoorlijke veronachtzaming van de wetsgeschiedenis, die zegt dat je eerst de route van het strafrecht helemaal moet uitputten”, aldus de advocaat.
Het klinkt alsof uw werk zwaarder onder druk staat door de manier van werken van de overheid dan door het gedrag van cliënten.
„Ja, zo ervaar ik dat. Het strafrecht is als cultuur aan het afkalven. Er wordt amper nog gecommuniceerd door het openbaar ministerie, met name bij de grote zaken gaat het steeds meer om het beeld naar buiten. De cultuur verhardt, van alle kanten overigens. Je ziet het aan het toenemend aantal wrakingen van rechters. En ook aan zoiets als de aangifte van Weski tegen het OM vorige week (volgens Weski wilde het OM haar cliënt Taghi ontvoeren in Dubai, red.). Ook de arrestatie van Weski past in het beeld. Op zich is een arrestatie van een advocaat niet nieuw: in het verleden is bijvoorbeeld Piet Doedens opgepakt. Dat was ook niet de minste. Maar ik vrees dat het in Nederland net zo wordt als in Amerika: strafrechtadvocaten moeten heel erg goed gaan opletten.”
MARENGO-PROCES UITGESTELD ‘IMPACT ARRESTATIE WESKI NIET TE OVERZIEN’
Het Marengo-proces tegen onder meer Ridouan Taghi wordt voorlopig uitgesteld vanwege de arrestatie van advocaat Weski. Dat hebben advocaten Nico Meijering en Christian Flokstra, die een andere verdachte bijstaan, de rechtbank verzocht, die daar volgens de twee mee heeft ingestemd.
De advocaten „kunnen de impact van die arrestatie” op de zaak-Marengo „op dit moment niet overzien”. Dinsdag zou de verdediging reageren op de aantijgingen van het OM. Er is nog geen nieuwe datum bepaald.
Vrijdag zou ook Anouar T., de neef van Ridouan Taghi, zijn opgepakt. De Landelijke Recherche bevestigt dat een 29-jarige man uit Utrecht is aangehouden op verdenking van drugshandel, maar wil niet zeggen of het om de neef van Taghi gaat, zoals De Telegraaf meldt.
De 29-jarige Anouar werd al eerder verdacht van betrokkenheid bij de moord op advocaat Derk Wiersum. Hij werd door de Amsterdamse rechtbank vrijgelaten in afwachting van zijn proces. Volgens De Telegraaf wordt hij verdacht van drugshandel, maar is zijn arrestatie – net als die van Weski – onderdeel van een strategie van de Landelijke Recherche om de criminele machtsstructuur rond Ridouan Taghi te ontmantelen.’