We vertrouwen de digitale wereld en wantrouwen het echte leven (redacteur, Opinie/fd, 8-9-21)
Cancelcultuur, fakenews en prestatiedruk. Als Generatie Z’er kan ik bevestigen dat deze woorden de wereld van mijn generatie treffend beschrijven. Elke generatie heeft bewogen tienerjaren. Toch zijn die van Generatie Z opvallend. Digitalisering stuurt ons steeds meer en (zeker sinds de pandemie) speelt het de hoofdrol in ons leven. We studeren, leren en daten online, en bezoeken theater en musea ook al virtueel. Een revolutie waarin onze zintuigen langzaam maar zeker worden overgenomen door de technologie.
*Het is maar de vraag of op basis van deze omschrijving ‘Digitalisering stuurt ons steeds meer en (zeker sinds de pandemie) speelt het de hoofdrol in ons leven’ juist is omdat het weliswaar klopt dat digitalisering niet meer weg te denken is als technisch verschijnsel (hardware, software maar wel allemaal in de vorm van apparaten) maar een hoofdrol? Dat is te vaag want de vraag roept ook een antwoord op welke hoofdrol? De digitale wereld is een veel snellere wereld dan de nondigitale, ofwel de wereld voorafgaande aan de digitale revolutie, maar de wereld en maatschappij veranderen daar niet wezenlijk door. Het gaat om de invloed van de digitale techniek die het leven ‘flitsend’ snel maakt, vandaar de term ‘flitskapitaal’, en de mensheid ondergaat daarmee zowel voor- als nadelen van, want een voorbeeld van dat laatste is de onvoorstelbare rijkdom die de bancaire wereld met digitale techniek mogelijk heeft gemaakt en daarmee de ongelijkheid onder de mensen exponentieel heeft verhoogd. Maar de afsluitende zin: ‘revolutie waarin onze zintuigen langzaam maar zeker worden overgenomen door de technologie’ is veel te vaag, laat staan of deze uitspraak wetenschappelijk geldig is.
‘Terwijl juist deze generatie liever niet droomt, maar doet. We zijn realistisch, pragmatisch en autonoom als het om klimaat of carrière gaat. Maar als het op relaties aankomt, houden we liever de boot af. Uit onderzoek blijkt dat deze generatie pas op veel latere leeftijd voor het eerst seks heeft dan voorgaande generaties. Terwijl we wél met onze billen schudden op TikTok, en ons letterlijk en figuurlijk blootgeven op Instagram.
*Wat is dat: ‘generatie die liever niet droomt, maar doet’? Haal je de koekoek, dat geldt voor alle generaties.
‘Als alles kan en alles mag, hoe moet ik dan liefde vinden? Juist door die vrijheid en fluïde vorm van ontmoeten en liefhebben ontstaan vraagtekens. Is het raar als ik met iemand afspreek via Tinder? En hoe weet ik dat dit niet stiekem een man van 65 is?
*Het is onjuist dat ‘alles kan en mag’! dus hoort er geen voorwaardelijke ‘als’ ervoor te staan. Het probleem van ‘liefde vinden’ geldt voor iedere generatie! En apps als Tinder hoeven helemaal nioet gebruikt te worden!
‘Er is geen handleiding als het om de liefde gaat, laat staan voor Generatie Z. Wij moeten een onbewandeld pad begaan, waarin we niet weten of we de ander wel blind kunnen vertrouwen. We willen iemand fysiek ontmoeten, maar hoe dan? Online is de keuze reuze. Op datingapps ontstaat er een ware onlinesnoepwinkel. Het streven naar perfectie is een vereiste om door deze plastische en oppervlakkige keuring te komen. In die digitale wereld neemt kwetsbaarheid een nieuwe vorm aan. Zo strijdt bij de realisten én idealisten van mijn generatie de behoefte aan een romantisch sprookje met de angst om blind te vertrouwen op een ander.
*Nog steeds geen verschillen met voorgaande generaties!
De paradox: we vertrouwen de digitale wereld, maar wantrouwen het individu. We zijn een bange generatie. Bang voor imperfectie, teleurstelling en kwetsbaarheid. Waar we bouwen aan onze carrière en vechten voor het klimaat, is het tijd om ons in het diepe te gooien voor de liefde. Want zonder vallen en opstaan komen we er niet. We moeten de kracht gaan zien van blind vertrouwen.
*Die paradox bestaat niet want de stelling ‘we wantrouwen het individu’ is ongeldig; de een wordt vertrouwd, de ander gewantrouwd.
‘Het standaardmodel van de deeltjesfysica beschrijft bijna alle natuurkundewetten. Al sinds de jaren zeventig voorspelt het met succes. Tot recent, want het muon blijkt zich vreemd te gedragen.
*Of de standaardmodellen van de deeltjesfysica over 50 jaar nog geldig zijn, moet worden afgewacht. En dat geldt ook voor ‘met succes voorspeld zijn’ want zeker in de wetenschap gelden geen eeuwige warheden. En daarmee zijn alle volgende zinnen stuk voor stuk speculatie. En sluiten we deze blog af.
Een muon is een deeltje dat lijkt op een elektron, met een grotere massa. Elke seconde vliegt er een muon door een oppervlak ter grootte van uw duimnagel. Volgens het standaardmodel heeft het muon een magnetisch moment van g=2. Echter, uit experimenten volgt g=2,00233184122.
Theorie en experiment zijn in strijd met elkaar. Moeten we nu de theorie verwerpen? De eerste vraag: Vertrouwen we het experiment? Is het betrouwbaar en nauwkeurig genoeg? Door meerdere onafhankelijke experimenten te doen stijgt de betrouwbaarheid, maar het bouwen van een deeltjesversneller kost veel tijd en geld. Op dit punt hebben we de optie om blind op het standaardmodel te vertrouwen en te claimen dat het experiment onzin is. Dat zal niet zo snel gebeuren, want de wetenschapper wil het naadje van de kous weten.
Dan de tweede vraag: Kunnen we de theorie aanpassen, zodat deze in overeenstemming is met de experimenten? In ons muon-probleem kunnen we bijvoorbeeld een nieuw deeltje of kracht introduceren. Laten we dit voor de lol een hildon noemen. Het hildon zou het afwijkende magnetisch veld van het muon kunnen veroorzaken, dat gebeurt immers al als deeltjes elkaar tegenkomen. Het bijzondere van het hildon is dat het bijna uitsluitend met muonen mag interacteren, want anders zou het standaardmodel voor de andere deeltjes juist afwijken. Gelukkig is dit mogelijk, want het muon heeft een grote massa (200x zwaarder dan het elektron) en zal dus veel waarschijnlijker andere deeltjes tegenkomen. Laat die Nobelprijs maar komen!
Experimenten zullen de komende jaren uitwijzen of we te maken hebben met een structurele meetfout die de wetenschappelijke wereld weer wat om handen geeft, of dat hildons (of andere krachten of deeltjes) daadwerkelijk bestaan. Het mooiste zou zijn als het hildon een deeltje is in het hildon-zwaartekrachtsveld. Dan komt de droom van alle natuurkundigen uit: alle fundamentele krachten zijn dan geünificeerd in het standaardmodel. We kunnen dan weer volledig vertrouwen in en vasthouden aan het standaardmodel.
Om de wetenschappelijke wereld en de discussie scherp te houden, zullen we wetenschappers nodig hebben die geloven in het standaardmodel én wetenschappers die er niet in geloven.
Over 34 jaar ben ik miljonair, als mijn beleggingsstrategie werkt. Een paar tientjes per maand, belegd in een breed pakket van bedrijven op verschillende continenten, sieren mijn toekomst met financiële vrijheid. Tot die tijd probeer ik mij zo min mogelijk met de markt bezig te houden, om emotionele misstappen te vermijden. Koek en ei, op papier.
Ik blijk niet de enige jongvolwassene die zich met aandelen bezighoudt. Volgens het Nibud belegt bijna de helft van de bevolking tussen de 18 en 34 jaar oud. Ook zij denken vast, net als ik, aan hun pensioen. Dit project wordt een beproeving, vooral in de donkere dagen van de economie. Ben ik op cruciale momenten in staat om mijn poot stijf te houden? Ik moet drie decennia lang vertrouwen op een weldoordacht meesterwerk dat ik ontwierp als 21-jarige student.
Naast blind vertrouwen in mijn strategie moet ik vertrouwen in de competentie en betrouwbaarheid van de managementteams van de bedrijven waar ik kleine stukjes van bezit. Hoe moet ik die vertrouwen terwijl ik ze niet ken? Eens in de zoveel tijd zoek ik de directie van enkele bedrijven op. Tureluurs van alle prestaties op hun LinkedIn-pagina’s realiseer ik me dan dat ik ze een stukje van mijn hard verdiende geld heb gegeven. Dat ik deze mensen vertrouw om mijn inleg te verdubbelen, of zelfs te vertienvoudigen.
Maar dit vertrouwen is breder dan alleen in de vrouwen en mannen van de Zuidas. Het vertrouwt er ook op dat de meeste mensen deugen. Dat je buurvrouw naar haar werk fietst en denkt dat zij het vandaag beter gaat doen dan gisteren. Of zoals Paul Gerla, oud-topman van Van Lanschot-Kempen, in zijn meesterpreek bij de Nieuwe Poort sprak over hoop, geloof en liefde als fundamentele bindmiddelen voor vertrouwen. Ik vertrouw op de motivatie van mensen om efficiënter en beter te willen zijn. Want dat zal leiden tot betere prestaties van de bedrijven waar zij werken, waar ik als aandeelhouder van profiteer.
In 2055 blijkt of mijn strategie heeft gewerkt. Of ik in de komende decennia mijn plan volg, in plaats van angstig mijn aandelen te verkopen bij crises. Dan zal mijn hoop, geloof en liefde in de goedheid van de mens mij belonen. Wellicht vindt u mij een tikkeltje naïef. We gaan het zien.
[Hilde den Boer (21) is student Technische Natuurkunde aan de TU Delft en is propulsion engineer bij Delft Hyperloop.]
https://fd.nl/-/1411651/we-vertrouwen-de-digitale-wereld-en-wantrouwen-het-echte-leven-fhi1cahHMMxp