Poetin gaat de Baltische landen niet bezetten, maar blijft zijn toevlucht nemen tot ‘alternatieve feiten’, betoogt Jeroen Bult.
Door: Jeroen Bult, de Volkskrant, 15 november 2017, 02:00
In zijn jongste rapport, De toekomst van de Navo en de veiligheid van Europa, concludeert de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) terecht dat Ruslands militaire machtsvertoon een passend antwoord behoeft; de Navo zal meer moeten investeren in de verdediging van de oostelijke lidstaten, vooral die van Estland, Letland en Litouwen.
AIV-advies – ‘De toekomst van de NAVO en de veiligheid van Europa’
pdf (609.6 kB)
Sinds de verkiezing van de wispelturige Donald Trump lobbyen Estse, Letse en Litouwse politici en diplomaten zich in Washington suf om zekerheid te krijgen over de Amerikaanse toewijding aan de Navo. Met redelijk succes, gemeten naar het aantal hoge Amerikaanse bezoekers aan de Baltische hoofdsteden. Er is ongetwijfeld van gedachten gewisseld over precaire zaken als een mogelijke snelle bezetting van de Litouws-Poolse grensstrook door Rusland, de zogeheten Anti-Access/Area Denial-kwestie.
Maar wie denkt dat er in de straten van Tallinn, Riga en Vilnius een paniekstemming hangt, vergist zich. Het leven gaat door, de hypotheek moet worden afgelost. En zoals de toenmalige Estse president Toomas Hendrik Ilves eens heeft opgemerkt: ‘Kon West-Berlijn worden verdedigd tijdens de Koude Oorlog?’
Eén vraag blijft echter onderbelicht in het rapport: waarom zou Rusland de Baltische republieken binnenvallen? Wat heeft Poetin ermee te winnen, behalve wat afleiding van binnenlandse problemen? Wil Rusland zichzelf werkelijk opzadelen met van haat vervulde Esten, Letten en Litouwers? Die zullen de wapens oppakken. Riho Terras, de bevelhebber van het Estse leger, heeft reeds bezworen dat zijn manschappen indien nodig strijd zullen leveren, ‘zeker ook tegen personen zonder duidelijk herkenbare insignia’, een verwijzing naar de ‘groene mannetjes’ die plots opdoken op de Krim. Ruslands geopolitieke isolement zal compleet zijn, de gevolgen voor de toch al wankele Russische economie catastrofaal.
De verklaring waarmee de AIV op de proppen komt, is in denktanks een grijs gedraaide plaat: de Russische minderheid. ‘Voor de stabiliteit van de Baltische staten’, stelt het rapport (blz. 46), ‘is het van belang dat Estland en Letland een oplossing vinden voor het vraagstuk van de stateloosheid van Russischtalige minderheden en het feit dat zij geen politieke rechten hebben, zoals stemrecht.’
De meeste Narvaërs willen hun stad niet zien afzakken tot het verpauperde niveau van het Russische Ivangorod
Maar het percentage permanente ingezetenen van Estland in het bezit van de Estse nationaliteit is gestegen van 68 procent in 1992 tot 84,3 procent in 2012. Het percentage statelozen is gedaald van 32 procent in 1992 tot 6,8 procent in 2012 (8,9 procent genoot in 2012 het staatsburgerschap van een ander land, meestal dat van Rusland). Degenen die nog een stateloze status hebben, genieten volop politieke en sociale rechten en mogen alleen niet meedoen aan de parlementsverkiezingen. Iets wat statelozen en buitenlanders in Nederland trouwens ook niet mogen.
De AIV vervolgt dat ‘discriminatie, werkloosheid en andere achterstelling van met Rusland sympathiserende minderheden ruimte bieden voor openlijke en heimelijke pogingen van de Russische regering om de maatschappelijke samenhang in de Baltische staten te verzwakken en redenen tot ingrijpen vanuit Rusland voor te wenden.’ Hier worden Russischtaligen als een dociele vijfde colonne van Moskou neergezet – over discriminerend gesproken. ‘Wij vormen geen bedreiging voor wie dan ook, we willen een normaal leven kunnen leiden!’, verzuchtte een lerares van het Kesklinn Gümnaasium in de Estse grensstad Narva tegen mij. Jelena en de meeste andere Narvaërs willen hun stad niet zien afzakken tot het verpauperde niveau van het Russische Ivangorod, aan de andere kant van de grensrivier. Zij willen Estland, de EU en de euro niet inruilen voor Rusland en de roebel. En de echte radikalinski’s worden al jaren in de gaten gehouden door de Estse inlichtingendienst.
Hoewel men het zekere voor het onzekere moet nemen en de defensiestrategieën zal moeten aanpassen, zal Poetin het risico van een bezetting van Estland, Letland en Litouwen niet durven nemen. Hij zal er veeleer voor kiezen zich van ‘hybride’ methoden te blijven bedienen en zijn propagandamachine nieuwe ‘alternatieve feiten’ laten uitbraken. Spoedig zal blijken wie de ware bedreiging voor de westerse veiligheid vormen: niet Jelena en de andere eerlijke, hardwerkende ‘Russen’ in Narva, maar de met Poetin dwepende apologeten van het populisme die die alternatieve feiten gretig tot zich nemen.
Geen paniek dus vanwege de vermeende Russische dreiging, want de Russen hebben hun handen vol aan Syrië en de Koerdische enclaves in het Midden-Oosten. De AIV zal om de toekomst met betere rapporten moeten komen op straffe van hun eigen opheffing. Immers, de oorlog van de toekomst is de digitale met nepnieuws en nieuwe varianten van ‘agiprop’, om een oude term te gebruiken. Poetin probeert alleen de Westerse samenwerking af te breken maar dat helpt zijn chaos in eigen natie niet om beter en gezonder te worden.
[Jeroen Bult is historicus en publicist. Hij werkt aan een boek over Estland sinds 1991.]
https://www.volkskrant.nl/opinie/poetin-zal-de-baltische-staten-niet-gaan-bezetten-maar-de-propagandamachine-flink-laten-draaien~a4537705/