Tags
Vierdaagse lesweek is een reële optie voor Amsterdamse basisscholen (Janne Chaudron, Trouw, 23 december 2019)
Lerarentekort
Amsterdamse basisscholen hebben serieuze plannen een vierdaagse lesweek in te voeren om het lerarentekort het hoofd te bieden.
Amsterdamse basisscholen overwegen een vierdaagse lesweek. Op de vijfde dag gaan de kinderen waarschijnlijk wel naar school, maar schoolbesturen praten momenteel over een alternatieve invulling. “Het is een reële mogelijkheid”, zegt Lieke Thesingh van het Breed Bestuurlijk Overleg Amsterdam (BBO), de vereniging van basisschoolbesturen.
Amsterdamse schoolbesturen denken na over noodmaatregelen om het lerarentekort het hoofd te bieden. Eind januari moet er een plan liggen. Minister Arie Slob (onderwijs) maakte begin vorige week in een Kamerbrief duidelijk dat de vijf grote steden (Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Almere en Rotterdam) de ruimte krijgen om maatregelen te nemen.
“Er ligt nu een aantal plannen op tafel, een vierdaagse lesweek is daar onderdeel van. Het is een reële mogelijkheid, maar staat nog niet vast”, aldus Thesingh die betrokken is bij het overleg over het noodpakket. Het voordeel van zo’n vierdaagse lesweek is dat leraren ontlast worden en tijd hebben om huiswerk na te kijken of lessen voor te bereiden.
Amsterdam en Den Haag hebben momenteel het meeste last van het lerarentekort. Amsterdamse basisscholen kwamen begin november 384 voltijds leraren tekort, begin dit schooljaar lag dat aantal nog op 280.
Onorthodoxe maatregelen
Zestien Amsterdamse basisscholen in Nieuw-West sloten begin december de deuren vanwege het lerarentekort. De Amsterdamse wethouder van onderwijs, Marjolein Moorman, onderschrijft de noodzaak onorthodoxe maatregelen te nemen. Ze schreef eerder in een brief aan de gemeenteraad: “Het college betreurt het dat de crisis in het onderwijs zo ernstig is dat dit soort maatregelen nodig zijn, maar begrijpt dat goed onderwijs niet alleen is uit te drukken in het aantal lesuren.”
Daarom kijken de Amsterdamse schoolbesturen nu naar mogelijkheden om de lesweek anders in te richten, met minder lesuren. “Niets is ondenkbaar, maar we hebben niet nu al besloten om over een maand een vierdaagse lesweek in te voeren”, reageert Arnold Jonk van het Amsterdamse schoolbestuur Samen tussen Amstel en IJ. Hij wijst erop dat er meerdere varianten momenteel besproken worden. “Er zitten veel aspecten aan zo’n vierdaagse lesweek: is het organiseerbaar? Wat betekent dit voor leerkrachten, en wat voor de kinderen? We denken er over na. Het is ook niet helemaal nieuw, want een school in Hoorn doet het al.”
Bildung
Hoe die eventuele vijfde dag wordt ingevuld, is nog onduidelijk. Thesingh: “Je kan denken aan kunst, cultuur of iets in de trant van bildung. Maar we weten het echt nog niet.” Bildung (letterlijk: vorming) is in opkomst in het Nederlands onderwijs en vindt zijn oorsprong in Duitsland. Persoonlijke en sociale ontwikkeling van het kind staan daarbij voorop. Het komt neer op een brede vorming op het gebied van empathie, ethiek en creativiteit.
“Het is niet zoals je het zou willen, maar ze maken op Amsterdamse basisscholen wel van de nood een deugd”, reageert Nienke Meijer, tot volgende week bestuurder bij de Vereniging Hogescholen en verantwoordelijk voor de portefeuille lerarenopleidingen. Ook zij is betrokken bij het overleg over de noodmaatregelen. “Hoe mooi is het als kinderen op die vijfde dag iets extra’s meekrijgen in de trant van persoonsvorming, technische vraagstukken of maatschappelijke innovatie.”
Lagere werkdruk
Je doorbreekt volgens Meijer bovendien de negatieve discussie over het lerarentekort omdat de werkdruk wordt verlaagd en leraren in die uren de kans krijgen zichzelf te ontwikkelen. Wie die extra lessen moeten gaan geven? “Denk aan mensen uit het bedrijfsleven die een didactische aantekening hebben.”
In hoeverre het ministerie en de onderwijsinspectie akkoord gaan met zo’n eventuele vierdaagse lesweek, is onduidelijk. Maar Thesingh van het BBO benadrukt dat alles in goed overleg gaat.
en
‘Ik blijf liever in de klas, mevrouw’ (Lenneke van der Burg, Opinie onderwijs/Trouw, 23 december 2019)
Leerlingen weten vaak zelf al wat voor hen goed werkt, merkt docente Lenneke van der Burg.
Niet zo lang geleden werd ik verrast. De rector kondigde mijn 25-jarig jubileum in het onderwijs aan. Veel geleerd, veel gelachen in die tijd, dacht ik. Maar lesgeven aan pubers: het is ook een activiteit waarvoor je alle energie nodig hebt, waarbij je geen moment kunt verslappen. Lesgeven is werk dat een intelligentie vraagt die niet altijd meteen gezien en financieel gewaardeerd wordt.
Datzelfde geldt voor de zorg, zoals filosoof en Trouw-redacteur Leonie Breebaart dat mooi beschrijft (Letter & Geest, 30 november). “Hoe knap is het niet”, zegt zij, “om een oude dame aan tafel te houden die aankondigt dat ze ‘nu naar huis gaat’”.
De kunst van het interpreteren
Zij gebruikt daarvoor de academische term ‘hermeneutiek’, de kunst van het interpreteren. Aan ons in het onderwijs de schone taak het gedrag van pubers te duiden. Wat heeft hij nodig? Wat bedoelt de leerling als hij zegt ‘het helemaal niet meer te snappen’. (In zijn eigen woorden: “Ik viet het niet, mevrouw.” Dat viet bleek de verleden tijd te zijn van het Brabantse vatten.)
Ik geef een voorbeeld uit de praktijk. Differentiatie is het nieuwe toverwoord in het onderwijs. Leerlingen niet allemaal hetzelfde laten doen, op hetzelfde moment, maar kijken hoe we voor elke leerling kunnen differentiëren, een eigen programma opstellen. Daar zit wat in. Sommige leerlingen snappen iets meteen, anderen hebben meer uitleg of oefening nodig.
Het werken met digitale leermiddelen helpt hierbij. Leerlingen kunnen in hun eigen tempo werken. De docent kijkt op zijn eigen laptop figuurlijk over de schouder van de leerling mee.
Als docent Latijn en Grieks heb ik al het voorrecht de slimme en gemotiveerde leerlingen van het gymnasium les te geven. Maar ook daar zijn er kinderen die sneller gaan dan de rest. Dus ik verzin iets voor mijn drie-gymklas met 32 leerlingen. Als je een acht of hoger staat, mag je meedoen aan het project De Klas Uit. Die leerlingen hoeven niet in de lessen Grieks aanwezig te zijn, maar werken zelfstandig in de mediatheek. In de tijd die zij overhouden, ontwikkelen ze zelf lesmateriaal. Daarmee gaan ze Grieks geven op hun oude basisschool.
Check
De schoolleiding is enthousiast: differentiatie: check, uitdaging voor excellente leerlingen: check. De docent is enthousiast: een aantal leerlingen minder in de drukke klas. Leerlingen bovendien die vaak vroegen: “Wat kan ik nog doen mevrouw? Ik ben klaar.” En aan de leerlingen die blijven, kan ik meer aandacht geven.
En de leerlingen? Zijn die ook enthousiast? Jazeker. Twee van hen willen meteen beginnen en nemen dezelfde dag nog contact op met hun juf van vroeger. Maar niet iedere leerling die aan het criterium voldoet, wil mee doen. Een van hen bijvoorbeeld zegt: “Ik ben wel goed in Grieks, maar lesgeven aan anderen is niets voor mij. Ik houd er niet zo van om in het middelpunt te staan”. Een ander wil ook niet, met het argument: “Het is veel te gezellig in de klas met mijn vrienden, mevrouw. Laat maar.”
Geen minpunten
Dat vond ik interessant. Hoe motto’s heel goed kunnen klinken in het onderwijs. Hoe je bij zoiets als ‘differentiatie’ eigenlijk geen minpunten kunt bedenken. Maar hoe dan blijkt dat leerlingen zichzelf beter kennen dan een onderwijskreet. Zo goed dat ze precies weten dat zo’n project bij hen niet past.
Gnooti seauton, zei het orakel van Delphi. Een aloude wijsheid die nog steeds geldt: Ken uzelf. Twee leerlingen kennen zichzelf en blijven daarom in de klas. Ondertussen zijn twee enthousiaste leerlingen met nog zes anderen vol energie en plannen bezig. Ze maken flyers, lesmateriaal, en kahoot-quizjes, met vragen via de mobiele telefoon. In januari gaan ze lesgeven.
Mijn conclusie is dat deze huidige generatie scholieren zelf beter wet dan de autoriteiten hoe het onderwijs georganiseerd moet worden en dat er dus vertrouwen aan deze generatie gegeven moet worden. Hoe minder onderwijsregels vanuit Den Haag, hoe heilzamer het gaat werken. En wat prachtig dat onderstaande getuigenis van wat er mogelijk is en op grotere schaal ‘wordt’, zo mooi past bij een kortere lesweek in de klas. Geen ‘gedicteer’ meer in de klas zelf door leerkrachten, maar ook niet vanuit Den Haag en er kan dan in alle rust een nieuwe structuur – veelkleurig – worden uitgevonden in de klas. Van onderuit laten groeien. Ik heb zelf ook voor de klas gestaan en ben er dus van overtuigd dat dit mogelijk is.
https://www.trouw.nl/opinie/ik-blijf-liever-in-de-klas-mevrouw~b654d601/