Tags
Stelling: Omdat onderstaande kanttekeningen vanuit filosofisch oogpunt zijn opgeschreven ontstaat een nuttig vergelijk tussen een historicus enerzijds en politiek filosoof anderzijds. Samenvattend: eens met de stelling dat radicalisering op rechts plaatsvindt in dit land, maar er is sprake van een nieuw type radicalisering dan gebruikelijk in de leerboeken, omdat de uitwerking naar complottisten heeft plaatsgevonden sinds Wilders anti-islamhetze zodat er een nieuwe vorm van ideologisering in dit land ontstond, parallel aan België (Vlaams Belang, v/h Vlaams Blok in de periode Wilders), Frankrijn (Le Pen), tegen de grote instroom van ‘gastarbeiders’ uit Turkije en Marokko) en mede veroorzaakt door de afwezigheid van adequaat migratiebeleid omdat het uitgangspunt/verwachting was dat die instroom ook een uitstroom zou bewerkstelligen. Dat bleek een inschattingsfout te zijn geweest, dan nooit politieke gevolgen heeft gekregen vanwege de verbale begaafdheid van Wilders en de machteloosheid van de toenmalige grote volkspartijen PvdA, CDA en VVD. Die tanende macht van die ooit grootste blokken in de Kamer heeft tot verlamming geleid en daarmee afbladdering van die 19e-eeuwse klassieke ideologische stromingen. Er werd in de politiek niet meer op hoog niveau van consistentie/coherentie (ofwel ‘samenhangend’ en ‘duurzaam’ voor de lange termijn) en logica (noodzakelijk voor een evenwichtig debat) gedebatteerd. De imperia van sociaal- en christendemocratiën zijn ingestort en na vertrek van Rutte zal het de buurt zijn aan de VVD. Dat betekent het definitieve einde van grote volkspartijen omdat die ‘blokken’ niet meer beschikten over echte denkers. Daarmee kregen de blaaskaker de ruimte om zich tegen alles wat de gevestigde orde was, af te zetten. Dat is dus een andere betekenis van ‘polarisatie’ dan de auteur bedoelt. Het gaat om hard tegen hard tussen machthebbers (nieuwe regentenklasse) en de buitenparlementaire oppositie omdat nieuwelingen vanuit die hoek in de Kamer (D’66/en getransformeerd naar D66 als grootste vernieuwer naast Nieuw Links binnen de PvdA), allemaal op mislukkingen uitliepen. Ideologische dromerij kunnen die pogingen worden genoemd. Alleen D66 heeft zich redelijk kunnen handhaven, maar echte denkkracht is vandaag niet meer opgewassen tegen de anti-wetenschappelijke demonstranten, want allemaal gesloten bolwerken en non-transparant. Daarom is dit bestel ten dode opgeschreven.
De nieuwste loot aan de politieke boom is BBB, maar ook daar ontbreekt intellectueel ‘inzicht’ en dat speelt in een gezond democratisch stelsel een doorslaggevende rol. Het grootster bezwaar van BBB is de zoveelste poging om na Fortuyn en PVV de blaaskaken het hoogste woord voeren en dat gaat op termijn simpelweg vervelen. De bevolking (dat ook voor iedere andere bevolking in westerse democratieën geldt, is dat het publiek ‘murw’ wordt gebeukt door formeel politiek en ambtelijk taalgebruik waar de bevolking geen boodschap aan heeft. Kortom, allerwege bestaat chaos en wat Rutte als waarschuwing uitdraagt dat een niet-stem op zij VVD het land van de chaos kan redden, op een forse denkfout berust omdat hij nog steeds miskent of tenminste niet in de gaten heeft dat het bestel door betonrot is aangetast. Het valt niet meer te herstellen. En dat zal welke coalitie ook in de toekomst gaat aantreden niet meer lukken. We moeten ons daarom bezinnen op een nieuws en volkomen transparant en open model van politiek bedrijven. Representativiteit is een achterhaald beginsel en daarom moet het afgelopen zijn met partijvorming én partijen die in het ‘oude gareel’ gaan meelopen, want dat is de dood in de pot. En tussen mengvormen van directe democratie-modellen en volksraadplegingen gaan aantreden en het is alleen vanuit de nieuwe besluitvormingspraktijk van de dag ‘dat er een nieuw bestel zal groeien en ontwikkelen waardoor de ‘geïnformeerde’ bevolking in kan meedraaien. Want zonder de noodzakelijke ‘geïnformeerdheid’, dat óók ‘inspanning en energie’ vraagt!, kan geen verantwoord besluit ooit worden genomen.
Samenvattend: de hier geplaatste kanttekeningen raken aan het betoog van De Dijn, maar zij blijft steken in één kermerkende denkfout: “het idee dat we te maken hebben met ‘polarisatie’ – een versterking van de extremen op het politieke spectrum ten nadele van het gematigde midden – is gewoon fout. Het is veel accurater om te zeggen dat er zich een radicalisering heeft voorgedaan aan de rechterzijde van het politieke spectrum.” De versterking van de extremen speelt aan beide kanten van het midden, maar links is uitgeput geraakt vanwege hun traditionele oppositie van de afgelopen halve eeuw en zij hebben ook heen benul hoe dat wél moet worden aangepakt, namelijk door ‘tekst en uitleg’ dat door de bevolking en de stemmers begrepen wordt. Dat mankeert gewoonweg. Steeds oude riedeltjes. Radicaal rechts is daarentegen de uiting van ééndimensionale denkers (Herbert Marcuse!) die zijn vastgelopen (én getraumatiseerd) binnen de traditionele volkspartijen, die zich vanwege nieuwe geopolitieke en geglobaliseerde verhoudingen genoodzaakt zagen én voelden, om met ‘houtje-touwtje-beleid’ in hun eigen landen(en) de wereldwijde ontwikkelingen door innovaties (en nieuwe wereldmachten) te verwerken in hun analyses.
Dáárom zijn (al sinds enige tijd) socialisme, christelijke politiek, maar zeker óók het klassieke liberalisme (dat puur en alléén neerkomt op eenzijdig-economisch liberalisme ofwel neoliberalisme en dus ‘half-half’) geen adequaat antwoorden te bieden hebben op hedendaagse ‘verschuivingen’ op deze wereldgemeenschap. En met het benoemen van dit laatste begrip verlangt ook de mondiale samenleving om rechtvaardigheid en eerlijkheid. Die is allerwege afwezig. En de nieuwe populisten aller landen proberen vanwege deze interne chaos hun voordeel te behalen: als er niet naar ons geluisterd wordt, dan scheppen we onze eigen chaos want: ‘wie niet luisteren wil, moet maar voelen.’
Polarisatie? De radicalisering vindt plaats op rechts (Annelien De Dijn, Opinie/nrc.nl, 9-6-23)
Politiek ‘Polarisatie’ is een frame waar vooral de VVD van profiteert, schrijft Annelien De Dijn.
Polarisatie is het nieuwste politieke buzzword. Je kan tegenwoordig geen krant meer openslaan of er staat wel een artikel in over de gevaren van polarisatie. De groei van extremen en de krimp van het gematigde politieke midden zou een existentiële bedreiging vormen voor de Nederlandse democratie, zo wordt ons steeds weer voorgehouden.
De afgelopen jaren is de bezorgdheid over polarisatie aanzienlijk toegenomen. Tussen 2012 en 2022 verdrievoudigde het aantal vermeldingen van de term ‘polarisatie’ in krantenartikelen. Ook wetenschappers hebben zich op het thema gestort. In 2022 alleen verschenen maar liefst drie wetenschappelijke bundels die het fenomeen polarisatie proberen te duiden. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat 75 procent van de bevolking zich zorgen maakt over toenemende polarisatie van de politiek en het publieke debat.
„Polarisatie”, zo stelt het SCP, „houdt in dat groepen (oftewel ‘polen’) met verschillende opvattingen tegenover elkaar (komen te) staan. Polarisatie kan zowel duiden op een toestand als op een proces: het kan gaan over zowel het bestaan van tegenstellingen als een vergroting van die tegenstellingen. In het laatste geval gaat het erom dat de uitersten groeien of meer uit elkaar komen te liggen en ‘het midden’ kleiner wordt”.
Toenemende polarisatie is problematisch. Niet alleen omdat dit zorgt voor een verruwing van het politieke debat. Op termijn kan de groei van extremen een existentiële dreiging vormen voor de Nederlandse democratie. Zo waarschuwt het SCP: „Een gepolariseerde samenleving […] kan ervaren vijandigheid tussen politieke tegenstanders aanwakkeren. Dat kan op den duur de sociale cohesie en het functioneren van de democratie aantasten.”
Geweldsdreiging
Maar klopt dit beeld wel? Het is zeker zo dat er de afgelopen twee decennia belangrijke verschuivingen in het Nederlandse politieke landschap zijn geweest. Maar als we kijken naar de aard van die veranderingen, zien we vooral een radicalisering van rechts. Van een corresponderende radicalisering van links daarentegen is weinig te merken.
Rutte kon steeds herhalen: stem op mij, anders heb je de chaos van de radicalen
Dat wordt ten eerste duidelijk als we naar Nederlands belangrijkste politieke actoren kijken: politieke partijen. Sinds 2002 zijn er in Nederland een aantal nieuwe partijen op het toneel verschenen die niet alleen de grondrechten van grote groepen in de samenleving maar ook de Nederlandse democratie zelf ter discussie stellen. Een partij zoals de PVV wil de islam verbieden, in strijd met de godsdienstvrijheid. PVV-politici verdedigen in het openbaar de omvolkingstheorie – het idee dat er een samenzwering bestaat om witte Nederlanders te vervangen door migranten uit Midden-Oosten en Afrika. En met de opkomst van Forum voor Democratie lopen er in Nederland voor het eerst sinds het Interbellum weer politici rond die politieke conflicten met geweld willen oplossen in plaats van via de electorale weg. Forum-Kamerlid Pepijn van Houwelingen uitte in een debat dreigementen aan het adres van D66’er Sjoerd Sjoerdsma („Uw tijd komt nog wel, want er komen tribunalen”). Forum-aanhangers bedreigen politici van andere partijen regelmatig met geweld; in plaats van dit gedrag te veroordelen hitsen Forum-verkozenen hen op. Forum verspreidt ten slotte ook samenzweringstheorieën over verkiezingsfraude.
Aan de linkerzijde van het politieke spectrum komt dit gedrag eenvoudigweg niet voor. Sylvana Simons van BIJ1, zonder enige twijfel een van de meeste linkse parlementsleden van Nederland, heeft nog nooit een van haar politieke tegenstanders bedreigd of monddood proberen te maken. In tegendeel, zij kreeg zelf zoveel doodsbedreigingen dat het OM op een gegeven moment maar liefst twintig personen moest vervolgen die haar hadden bedreigd.
Ook buiten het parlement is duidelijk dat de radicalisering zich vooral voordoet aan de rechterkant van het politieke spectrum. Uit een recent rapport van de AIVD blijkt bijvoorbeeld dat de dreiging van terrorisme en extremisme vooral aan de rechterkant van het spectrum zit. Aan linkerzijde is er sprake van toenemend activisme, bijvoorbeeld naar aanleiding van de klimaatcrisis, maar deze linkse activisten hebben respect voor de democratische spelregels.
Cui bono?
Kortom, het idee dat we te maken hebben met ‘polarisatie’ – een versterking van de extremen op het politieke spectrum ten nadele van het gematigde midden – is gewoon fout. Het is veel accurater om te zeggen dat er zich een radicalisering heeft voorgedaan aan de rechterzijde van het politieke spectrum.
Waarom blijven we het dan zo hardnekkig hebben over polarisatie? Wat verklaart het succes van dit frame? Het antwoord op die vraag kunnen we vinden via het principe Cui bono? Wie heeft er baat bij? En dat zijn vooral de zogenaamde mainstream rechtse partijen: de VVD en CDA. Het discours over polarisatie laat deze partijen namelijk toe om zich te presenteren als het ‘gematigde midden’, dat versterkt moet worden om de dreiging van ‘extremisme’ in te dammen.
Die strategie werd voor het eerst geïntroduceerd door het CDA, dat zich in 2012 profileerde als het ‘radicale midden’. Daarmee probeerden de christen-democraten zich vooral af te zetten tegen toenmalig gedoogpartner PVV. Maar de grootste pleitbezorger – en de belangrijkste begunstigde – van dit frame is de VVD. Tijdens verkiezingen positioneert Mark Rutte zichzelf en zijn partij steeds opnieuw als de vertegenwoordiger van het gematigde midden, die Nederland zal beschermen tegen de ‘extremen’, in het bijzonder de PVV. Media spelen daar maar al te graag op in. Zo stond Rutte tijdens de campagne van 2021 keer op keer tegenover Geert Wilders. In deze debatten ging het bitter weinig over de inhoud. In plaats daarvan kon Rutte steeds herhalen: stem op mij, anders heb je de chaos van de radicalen.
Hoeveel baat de VVD heeft gehad bij het polarisatieframe werd opnieuw duidelijk tijdens de Provinciale Statenverkiezingen van maart. Toen probeerde Rutte plotseling een andere aanpak. In plaats van een tweestrijd tussen de ‘gematigde’ VVD en ‘extreme’ partijen zoals de PVV probeerde hij van de verkiezingen een confrontatie te maken tussen rechts (VVD) en links (PvdA en GroenLinks). Dat pakte echter behoorlijk verkeerd uit voor de VVD, die veel stemmen verloor aan een uitdager op rechts, de BBB.
Laten we het woord ‘polarisatie’ schrappen uit ons politieke vocabulaire. Door de focus op polarisatie wordt de aandacht afgeleid van het echte probleem: namelijk de gevaarlijke radicalisering van rechts, dat steeds duidelijker een bedreiging begint te vormen voor de Nederlandse democratie.
*Het spreekt voor zichzelf dat deze kanttekeningen hypothetisch zijn geformuleerd, die nog niet getoetst zijn, maar pas nader onderzocht kunnen worden als er indicaties zichtbaar worden dat een en ander in die richting aan het ontwikkelen is.
[Annelien De Dijn is hoogleraar moderne politieke geschiedenis (Universiteit Utrecht).]
Dit is een bewerking van een bijdrage aan het KNAW-symposium ‘Levende polarisatie?!’ van 7 juni.