Prinsjesdag
In de Troonrede belooft het kabinet te bouwen aan een land met meer zekerheden, dat zich wel op tijd moet voorbereiden op de toekomst.
Wilma Kieskamp, Trouw, 17 september 2019
De zon schijnt nog steeds over Nederland, maar de schaduwen tekenen zich af. Met een groot penseel tekent het kabinet nu al Hollandse wolkenpartijen aan de horizon, die in de verte opdoemen uit onvoorspelde windrichtingen. Met datzelfde penseel wijst het kabinet aan waar het zonnige plaatje nu ook al zijn schaduwpartijen heeft.
Het kabinet Rutte-III is het nieuwe politieke jaar begonnen met de boodschap dat het opnieuw goed gaat met de economie, het zoveelste jaar op rij. Maar de toon is anders dan een jaar geleden, toen de premier nog uitbundige beloftes deed. Alles zou beter worden, was toen het onversneden positieve verhaal. Iedereen zou het merken.
Dit jaar is de toon voorzichtiger. Mensen moeten zich weer ‘zeker voelen en vertrouwen in de toekomst kunnen hebben, houden of herwinnen’, sprak koning Willem-Alexander gisteren. De Troonrede somde de zorgen op van de middeninkomens: een fatsoenlijk inkomen, waardevol werk, een betaalbaar huis in een veilige buurt, toegankelijke en goede medische zorg.
Publieke voorzieningen moeten sterker worden
De hele Troonrede ademt bezorgdheid over wat gewone Nederlanders aan onzekerheden blijven voelen, ondanks al die economische voorspoed, met nu al voor het vijfde jaar een begrotingsoverschot. Er is geld genoeg, en de extra uitgaven zijn er ook aan verpleeghuizen, defensie, spoorwegen, politieagenten, leraren. Maar het kabinet tempert vast de verwachtingen over de effecten. Publieke voorzieningen moeten ‘sterker’ worden. Tegelijkertijd is de boodschap dat ‘niet elk vraagstuk met een financiële injectie meteen is opgelost’. Het lerarentekort, zo is de vrees, zal ondanks extra geld nog nijpend blijven.
Klinkt chaotisch want ook het kabinet worstelt met de tegenslagen van sinds de stikstofcrisis en naderende brexit.
Bij de andere toon hoort ook het relativeren van koopkrachtplaatjes, in de politiek nu vaak nog een belangrijke graadmeter. Nederlanders gaan er komend jaar 2,1 procent op vooruit. Dat zijn gemiddelden. “De levens van ruim 17 miljoen individuele Nederlanders passen niet in een mal”, erkent het kabinet. “Geen enkel leven voegt zich naar de mediaan van een statistisch model.” In het Nederland van de komende jaren zal het vooral moeten gaan over een breder soort zekerheid. Al herhaalde premier Rutte ook de oude belofte dat ‘mensen meer moeten overhouden in de portemonnee’.
Hoe blijft Nederland geld verdienen?
Maar vooral wil het kabinet de discussie doortrekken. Maar liefst elf keer klonk het woord ‘toekomst’ in de Ridderzaal.
Nederland moet zich nu vast, in goede tijden, voorbereiden op ‘de grote veranderingen die nodig zijn’, niet alleen voor het klimaat en de pensioenen, maar ook voor de zorg, het onderwijs en voor de vraag hoe Nederland zijn geld kan blijven verdienen. Minister van financiën Wopke Hoekstra waarschuwt al dat Nederland niet moet ‘indommelen’. Het kabinet studeert op een speciaal investeringsfonds, te vullen met miljarden euro’s. Met dat geld moet de welvaart vergroot worden zodat alle burgers in het land blijven merken dat er geld is voor publieke voorzieningen. Rutte-III verlegt daarmee ook voor zichzelf vast de horizon, tot ver na deze kabinetsperiode.
Nederland dommelt niet in maar het ministerie van Financiën had allang de details van zo’n investeringsfonds uitgezocht moeten hebben want het was prof. Sylvester Eijffinger (Tilburg) die op BNR duidelijk uitlegde hoe dat investeringsfonds uitgewerkt moet worden met de lage rentestanden waardoor overheden gratis geld kunnen lenen. Maar dat fonds mag niet op de rijksbegroting worden opgenomen omdat er dan risico’s van politieke manipulaties ontstaan door lobbygroepen dreigen, zoals met het investeringsfonds uit de gasbaten ten tijde van de kabinetten Lubbers is gebeurd.
Nederland blijft een land van verstandige compromissen
Het risico voor het kabinet is dat de vette jaren van de economie alweer voorbij zijn voor de burgers in het land het hebben gemerkt, terwijl een onzekere toekomst zich aandient, met de brexit en handelsoorlogen. Maar het kabinet is optimistisch over de veerkracht van het land, en gelooft niet dat de harde toon op sociale media weergeeft hoe het land er werkelijk voor staat. “Nederland blijft een land van vrijwilligers en van verstandige compromissen in het brede midden. (….) Mensen willen meedoen en hun bijdrage leveren. Dat is wat ons bindt.”
Wat hier vermeld staat – ‘gelooft niet dat de harde toon op sociale media weergeeft hoe het land er werkelijk voor staat’ – is klinkklare nonsens, waaruit blijkt hoe slecht het kabinet en de politiek de sociale werkelijkheid kent, want de haat tegenover de politiek kent geen grenzen en wordt steeds sterker.
Met vier zeer verschillende middenpartijen in één coalitie is die lofzang ook anders te lezen, als een onderstreping van het eigen bestaansrecht van Rutte-III. In het belangrijke pre-verkiezingsjaar dat vanaf vandaag aanbreekt, spreken VVD, CDA, D66 en ChristenUnie zichzelf ook wat moed in.
Wat betekent dat ‘het eigen bestaansrecht van Rutte-III’? Het betekent alleen dat de realiteit van veelkleurige meerderheidskabinetten is doorgedrongen tot de politiek. Kabinetten van de toekomst bestaan uit minstens 4 tot 5 partijen en keuzes of traditionele blokvorming zijn niet meer mogelijk. De aloude tegenstelling links/rechts bestaat niet meer dankzij de politieke versplintering.
(…)
https://www.trouw.nl/politiek/rutte-iii-werpt-alvast-een-bezorgde-blik-op-de-toekomst~b233689d/