Stelling: Voor de niet-vakeconoom valt niet vast te stellen of de huidige discussie/debat om een afwijkend thema van de economische of fiscale theorie draait, te weten alleen een tijdelijke koopkrachtvermindering voor de laagste inkomenscategorieën vanwege de boycot van het Westen t.a.v. Russische energie. Dit verschijnsel is vermoedelijk een compleet onbekend fenomeen binnen de economisch-wetenschappelijke onderzoekswereld. Zeer terecht dat daarover een pittig debat is ontstaan tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen. Gefortuneerden én Kamerleden met riante onkostenvergoedingen die om die reden geen reden tot klagen hebben, kennen dus dat probleem ook helemaal niet omdat ze mijlenver van deze dagelijkse spanningen afstaan. Alleen daarom zouden die onkostenvergoedingen van Kamerleden heel sterk verlaagd moeten worden. En aldus kan worden vastgesteld dat het gemiddelde Kamerlid, met name op de rechter flank geen recht van spreken hebben, en zelfs de titel ‘volksvertegenwoordiger’ niet verdient. Voer ook voor politiek filosofen.
Hoogleraar over nieuw inkomensonderzoek: we zijn wél een egaal landje (Christiaan Pelgrim, Interview, 14 oktober 2021 [archief])
Interview met Koen Caminada, hoogleraar empirische analyse van sociale en fiscale regelgeving
Neemt de koopkracht van Nederlanders amper toe? Groeit de inkomensongelijkheid? Nee, zegt de hoogleraar die dit met het CBS onderzocht. Ik denk dat we te maken hebben met een geïmporteerde discussie.” Wel zijn er andere ongelijkheden, zoals tussen huizenbezitters en huurders.
Nederlanders hebben volop geprofiteerd van de economische groei. De koopkracht is sinds eind jaren zeventig met bijna 60 procent gestegen, de belastingdruk is gedaald en de inkomensongelijkheid is al sinds 1990 stabiel.”
*De vraag is of deze situatieomschrijving van 1990 nog van toepassing is op de huidige situatie in ons land, waarin explosieve vormen in inkomensvorming hebben plaatsgevonden die tot de eindjaren 90 niet bestonden, zoals in de techindustrie en met name de ICT en digitale innovaties waar de rijkten van de wereld hun fortuin hebben vergaard en de absurde, en zelfs exorbitante salarissen van professionele sporters en met name voetballers (en basketballers in de VS) in de zeer lucratieve competities en, andere sector, de mediamiljardairs.
‘Deze conclusies van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Universiteit Leiden, die donderdag gepubliceerd zijn, gaan recht in tegen het maatschappelijke sentiment. Politici en adviesorganen wijzen al jaren op de groeiende ongelijkheid in Nederland.
Economen zijn diep verdeeld over dit onderwerp. Vooral sinds een econoom van de Rabobank in 2018 sombere onderzoeksresultaten presenteerde. Het besteedbaar inkomen van huishoudens, schreef hij, staat al veertig jaar vrijwel stil.
CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen zette daar een positief beeld tegenover. Vorig jaar schreef hij het boek Met ons gaat het nog altijd goed: 8 sombere mythes over Nederland ontrafeld. En afgelopen voorjaar weersprak Van Mulligen de Rabo-studie ook nog in een officiële CBS-publicatie. De inkomens zijn wél grotendeels meegegroeid met de economie, was zijn conclusie.
*Dit laatste zegt dus helemaal niets. Een schande dat zo’n opmerking wordt uitgesproken of gepubliceerd en bijna karakteristiek voor de economen(wereld) zonder sociaalwetenschappelijke kennis. .
Van Mulligen en het CBS kregen het verwijt dat hun stellingname het onafhankelijke imago van het statistiekbureau bezoedelt. Ook de Rabobank-economen reageerden. Zij kwamen slechts gedeeltelijk terug op hun eerdere conclusies. Het inkomen per huishouden stagneert volgens hen wel degelijk: „Niet sinds 1977, maar ‘pas’ sinds 2001.”
Slaat het CBS nu weer terug, geholpen door wetenschappers van de Universiteit Leiden? Nee, zegt de initiatiefnemer van het onderzoek Koen Caminada, hoogleraar empirische analyse van sociale en fiscale regelgeving in Leiden. „Deze discussie heeft geen enkele rol gespeeld bij het besluit om dit onderzoek te doen.”
Drie jaar lang hebben de wetenschappers eraan gewerkt, zegt de hoogleraar. „We waren dus al begonnen vóórdat het boek van Peter Hein van Mulligen uitkwam.”
Caminada, die al jaren onderzoek doet naar inkomensongelijkheid in Nederland, wilde vooral dat alle jaren van de inkomensstatistiek onderling vergelijkbaar zouden worden, van 1977 tot en met 2019. Tot nu toe zaten daar twee ‘breuken’ in, door de invoering van nieuwe meetmethodes. „Ik wilde graag consistente cijfers gebruiken; ook voor beleidsmakers is dat belangrijk. Nu hebben we voor deze hele periode één statistiek.”
In een rapport van 150 pagina’s beschrijven de wetenschappers wat hen opvalt in die cijfers. „Maar wie vindt dat wij iets over het hoofd hebben gezien, kan nu zelf met de cijfers aan de slag”, zegt Caminada. „De belangrijkste winst is dat je het debat nu kunt voeren op basis van consistente cijfers.”
*In verband met de huidige inflatie en gebrek aan koopkracht voor primaire levensbehoeften die louter en alleen uit de boycot voortvloeien, zijn deze ‘consistente cijfers’ volstrekt irrelevant. Hopelijk begrijpen de (beleids)economen dat. Het debat ontwikkelt zich dus nu in de verkeerde richting.
Zitten de Rabo-onderzoekers er nu definitief naast? Zijn de inkomens ook sinds 2001 niet gestagneerd?
„Eerder heb ik ook een dergelijke analyse gemaakt. Sinds 2001 zag je dat alle brutoverbeteringen werden wegbelast. Maar dat gold tot 2014. Daarna is de belastingdruk weer gaan dalen. Wij hebben nu voor het eerst de voorlopige cijfers van 2019 meegenomen. Ook daar zit een lastenverlichting in. Het hangt er dus echt vanaf in welke periode je meet.”
*Uit deze opmerking wordt helder en duidelijk dat de huidige inflatie een volkomen ander karakter heeft dan de gebruikelijke waarmee de fiscalisten en economen al decennia lang mee worstelen.
Waar komt dan het beeld vandaan dat de inkomens achterblijven en steeds schever groeien?
„In heel veel landen loopt de inkomensongelijkheid op, vooral aan de top, bijvoorbeeld bij de 1 procent hoogste inkomens. Dat geldt bijvoorbeeld voor Angelsaksische landen en ook Duitsland. In Nederland zien we dat niet. Ook internationaal gezien hebben wij een relatief vlakke inkomensverdeling. We zijn echt een egaal landje.
*Dus tot aan de Russische invasie in Oekraïne en even daarvoor vanwege de spanningen over wat de Russen, ofwel Poetin, zouden gaan doen. Maar de snelle besluitvorming waarvoor de Europese Commissie een pluim verdient tegen de achtergrond van de trage historie op dat terrein, is hier vermoedelijk sprake van een compleet nieuwe probleemstelling en moet er nog een passende hypothese over worden geformuleerd. Zodat ook de voorzitters van de belangenorganisaties als VNO/NCW niet voor verrassingen worden geplaatst en ongecontroleerde – want niet getoetste en dus willekeurige – uitspraken doen. En ten tweede wordt nu ook duidelijk, of althans zichtbaar, dat de denktanks zich op exact dit terrein van de onverwachte geopolitieke veranderingen en verschuivingen in de wereld, zich snel moeten bezinnen op de consequenties hiervan ten aanzien van 1. Migratiestromen, die in alle ernst een definitief karakter zullen gaan krijgen/ontwikkelen omdat inmiddels één continent onleefbaar is geworden en dat kunnen er meerdere worden, zoals in Azië en ‘terra incognita’ Zuid-Amerika waar de drugsterreur de samenleving ontwricht en de drugsmaffia een bijdrage levert aan de inflatie wereldwijd.
2. Deze continentale knelpunten komen waarschijnlijk wat betreft inflatoire ontwikkelingen – kortstondig dan wel permanent – overeen met het mogelijk ‘eeuwige’ strijdtoneel in Oekraïne. Dat heeft een even ontwrichtend effect als de covidcrisis die zich permanent zal manifesteren (zoals door specialisten wordt voorspeld) maar als trend ook – gelet op dit betoog – met regelmaat zal voordoen. En laat één ding duidelijk zijn, het zijn andere economisch-fiscale worstelingen dan precies een eeuw geleden toen de eerste grote crash zich voordeed. Adam Smith had nooit de huidige geopolitieke omstandigheden kunnen voorspellen. Zelfs Chat-GPT had deze ontwikkelingen niet kunnen voorzien omdat deze techniek geen eigen denkvermogen bezit en ook niet kon terugvallen op documenten en dus data die al beschikbaar waren; als ze overigens geopenbaard mochten worden indien geen bedrijfsgeheimen. De vraag is dan alleen wat de wetenschappelijke denktanks en universiteiten hierover al weten ofwel vastgesteld hebben of al bezig zijn met analyses op dit nieuwe terrein.
De armoedecijfers zijn gedaald, maar dat komt vooral door de AOW. Die beschermt heel goed tegen armoede onder ouderen.
„Ik denk dat we te maken hebben met een geïmporteerde discussie. Het gaat er bij mensen niet zomaar in dat de inkomensongelijkheid in zoveel landen toeneemt, maar in Nederland niet. Toch is het wel te verklaren.
„In Nederland is het Centraal Planbureau (CPB) heel dominant in de voorbereiding van beleid. Die rekent alle kabinetsplannen door in koopkrachtplaatjes. Als de inkomensgevolgen te groot dreigen te worden, gaat de politiek dat repareren. Dat is uniek aan Nederland. Met die traditie moet je ook niet raar opkijken als de inkomensverhoudingen in veertig jaar tijd amper veranderen.”
*Toch klopt deze redenering niet ‘meer’, omdat er sinds de hierboven omschreven ontwikkelingen geen verandering van/in economische analyses is opgetreden, die dus wel hebben plaatsgevonden (sinds Oekraïne en de inmiddels immer dreigende invasie in Taiwan).
De laatste jaren was er veel kritiek, ook van politici, dat het loon van werknemers te weinig steeg. Valt dat bij nader inzien ook mee?
„Nou, nee. Als je specifiek naar de jaren na 2001 kijkt, dan kenmerken die zich wel echt door minder koopkrachtontwikkeling. Dat is ook wat de politici op hun netvlies hebben zitten. Dit komt ook deels door de lastenverhogingen van de eerste kabinetten-Rutte. De laatste jaren verbetert dit weer. Dit beeld zal dus weer bijgesteld worden door de nieuwere gegevens.”
*Wat nu opvalt is dat een economische analyse uit 2021 nu vanwege de oorlog in Oekraïne, waaraan de Westerse zich terecht heeft gecommitteerd, het hele economische betoog in duigen is gevallen. Ernstig probleem voor de economenwereld.
‘Wel constateren de onderzoekers toegenomen ongelijkheid in ‘primaire inkomens’: wat mensen zélf verdienen zonder overheidsingrijpen – dus via uitkeringen, belastingen en premies. De overheid moet dus steeds meer geld herverdelen om de verhoudingen recht te trekken.
De koopkrachtstijging van mensen in de bijstand is beduidend kleiner geweest dan die van werkenden
‘Dat zou je slecht nieuws kunnen noemen. Maar volgens Caminada ga je dan voorbij aan de oorzaken eronder. Dit komt níét doordat grootverdieners extreem veel meer zijn gaan verdienen, of lage inkomens veel minder.
*Wel door de recente ontwikkelingen van een jaar geleden.
‘De werkelijke oorzaak? De groep van mensen met ‘primaire inkomens’ ziet er nu heel anders uit dan in 1977. Toen bestond die vooral uit voltijds werkende mannen. Nu zitten er veel meer deeltijdwerkers bij, die relatief weinig verdienen. Studenten met een bijbaan, maar ook vrouwen die de afgelopen decennia meer zijn gaan werken. Caminada: „De vraag is dus hoe erg deze ontwikkeling is. Ik zou denken dat het goed is dat de arbeidsparticipatie van vrouwen is toegenomen.”
*Deze redenering schiet intuïtief voor niet-vakeconomen tekort.
Toch maken allerlei belangrijke instituten (SCP, CPB, DNB) zich zorgen over de ongelijkheid in Nederland. Is dat terecht?
„Ja, dat is terecht. Wij kijken alleen naar de inkomenspositie. Dat sluit allerlei andere soorten ongelijkheden niet uit, zoals die tussen mensen met een eigen huis en een huurwoning. En zo zijn er nog veel meer ongelijkheden die tot enorme verschillen kunnen leiden. Die discussie zou ik zeker niet willen bagatelliseren.”
*Naar ons weten is hierover niet of nooit in deze details gedebatteerd in de Tweede Kamer.
Er zijn ook zorgen over mensen die op bijstandsniveau leven.
„De koopkrachtstijging van mensen in de bijstand is beduidend kleiner geweest dan die van werkenden. Die groepen zijn uit elkaar gegroeid: kinderen in een bijstandsgezin kunnen minder doen dan kinderen van werkenden. Niettemin is hun koopkracht in veertig jaar tijd toegenomen – niet afgenomen.”
*Deze laatste zin is volmaakt zinloos want het zegt helemaal niets – en dus wetenschappelijk een schande – en is dus erg suggestief. Bron voor manipulatie van het parlement door het kabinet. Ruttes verbale manipulaties zouden eens officieel onderzocht moeten worden.
Het percentage arme huishoudens is sinds de jaren negentig gehalveerd, schrijven jullie. Is dat goed nieuws?
„Ja en nee. De armoedecijfers zijn gedaald, maar als je daarónder kijkt, zie je dat dit vooral komt door de AOW. Die beschermt heel goed tegen armoede onder ouderen. Nog maar 3 procent van de senioren leeft onder de armoedegrens, en dat zijn eigenlijk allemaal mensen met een migratieachtergrond die niet vijftig jaar in Nederland hebben gewoond. Daardoor hebben zij geen volledige AOW.”
„Een kwart miljoen kinderen leeft nog onder de armoedegrens. Dat zijn bijna allemaal kinderen van ouders met een niet-westerse migratieachtergrond. Dit is echt een hardnekkig probleem. Gemiddeld groeit 1 op de 13 kinderen op in armoede, ongeveer twee per schoolklas. Bij kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond is dat een op de vier. Als je dat ziet… Dan is de ontwikkeling misschien [sic!] goed geweest, maar het zijn geen cijfers om trots op te zijn.”
*In tegendeel, maar toen was ‘de politiek’ zich daarvan nog niet in volle omvang niet bewust.
[Correctie (14 oktober 2021): In een eerdere versie van dit artikel stond dat 1 op de 13 kinderen zonder migratieachtergrond opgroeit in armoede. Dit is het gemiddelde van álle kinderen. Hierboven is dat aangepast.]