Tags
Voor het eerst sinds het ingaan van de lockdown is er een dag voorbijgegaan dat niemand in Nederland aan het coronavirus is overleden. Het is een moment om bij stil te staan, want morgen kan het alweer voorbij zijn.
Joep Engels, Trouw, 22 juni 2020
Sterfgevallen van het weekeinde worden vaak pas in de loop van maandag doorgegeven waardoor het instituut op dinsdag de cijfers moet corrigeren.
Officieel heeft het virus in Nederland 6090 slachtoffers geëist. Sinds 10 maart meldde het RIVM elke dag nieuwe sterfgevallen. Op het hoogtepunt van de epidemie waren er dagelijks meer dan honderd coronadoden. In de tweede helft van april heeft de daling ingezet en deze maand waren het telkens minder dan tien doden per dag.
Het sein staat op groen
Sinds 1 juni zijn veel coronamaatregelen versoepeld en nog altijd staan alle seinen op groen. De cafés en restaurants gingen weer open, net als de theaters en de middelbare scholen. Nieuwe kansen voor het coronavirus, zo leek het. Maar nog altijd zijn de signaalwaardes op het dashboard waarmee het kabinet de epidemie in de gaten houdt, laag. Er zijn nauwelijks nieuwe ziekenhuisopnames of nieuwe patiënten op de intensive care. En de reproductiefactor R is gedaald naar 0,56, ruim onder de gevarengrens van 1 dus.
Is de versoepeling dan onbestraft gebleven? Dat kun je op basis van deze waardes niet zeggen, reageert Jacco Wallinga, modelleur van het RIVM. “Er zit in de waarde van de reproductiefactor een grote onzekerheid. De R zwabbert ergens rond de 1 en we kunnen door die onzekerheid niet aantonen of de R groter is dan 1 of kleiner.” Bij een R groter dan 1 groeit het aantal besmettingen.
De onzekerheidsmarge blijft
De rekenmeesters van het RIVM leiden de R af uit het aantal ziekenhuisopnames, en via een ander model ook uit de IC-bezetting. Maar dat zijn rekenpartijen met terugwerkende kracht. Eerst moeten alle registraties op orde zijn, en dan pas kunnen Wallinga en zijn team herleiden hoe groot het besmettingsrisico op een bepaald moment moet zijn geweest waardoor een deel van de besmette personen twee of drie weken later in het ziekenhuis belandde.
De R van 0,56 die nu op het dashboard van het kabinet prijkt, is dan ook niet de reproductiefactor van vandaag, maar van 29 mei. Schattingen van later datum zijn zo onzeker dat het RIVM alleen de bandbreedte aangeeft maar aan R geen waarde toekent. De grafiek loopt nog door tot 11 juni: op die dag zou R ergens tussen 0 en 7 moeten liggen.
Dat komt ook door de lage aantallen. Nu het nog maar om enkele ziekenhuisopnames per dag gaat, heeft een verschil van één of twee opnames meer of minder een groot effect op de uitkomst. Dat kan je ook andersom bekijken, zegt Wallinga. “Je kunt in de grafieken zien dat de R op 16 maart, toen de lockdown werd ingevoerd, niet alleen snel begon te dalen tot onder de één, maar dat die onzekerheidsband ook heel smal werd. We hadden een vrij scherp beeld van de reproductiefactor. Sinds eind april is die band breder geworden en sindsdien is het moeilijk te zeggen of die groter of kleiner is dan één. Je kunt hooguit zeggen dat hij redelijk stabiel rond die waarde zwabbert.”
Dat is ook goed nieuws, voegt hij eraan toe. “Het betekent dat de aantallen zeer laag zijn. En dat is waar we naar streefden.” Maar ze zeggen dus niets over het effect van de versoepeling. “Als de aantallen over een paar weken weer flink stijgen, weten we dat het te veel is geweest. Maar als ze dan nog steeds op dit niveau zitten, dan is het een indicatie dat we nog op de goede weg zitten.”