Wat wintervuur met ons doet (Marli Huijer, Religie En Filosofie, Katern de Verdieping/Trouw, 2-1-24)
In Scheveningen en Duindorp staken ze de vreugdevuren al op de dag voor oudjaar aan. Met de jaarwisseling zou er een harde wind door Nederland gaan waaien en ze namen het zekere voor het onzekere. (…) Ook vorig jaar won de veiligheid het al van de traditie. (…)
Het gebruik om de winterzonnewende met vuren en lichten te vieren, gaat terug tot ver voor onze jaartelling. Het bekendste voorbeeld zijn de saturnaliën, een midwinterfeest in het antieke Rome ter ere van de god Saturnus, dat met lawaai, kaarsen en cadeaus werd gevierd. Historici zien dit heidense festival als de bron van de midwinterfeesten. Toch vielen de saturnaliën niet op 21 of 31 december, maar op 17 december. […] De essentie zit hem niet in de precieze dag, maar in wat het feest bewerkstelligt. Het gaat erom wat het met ons doet.
In De mythe van de eeuwige terugkeer schrijft de filosoof en historicus Mircea Eliade dat rituele feesten mensen van oudsher verbinden met mythische gebeurtenissen die het ontstaan van het heelal en de aarde mogelijk maakten. Lang geleden bootsten primitieve volkeren in rituele feesten de schepping van de kosmos na. Ze doofden het vuur om het oude ten einde te brengen en staken daarna het nieuwe vuur aan zodat een nieuwe schepping geboren kon worden. Ook nu nog imiteren mensen vrijwel overal die archaïsche rituelen door met vreugdevuren of vuurwerk het oude jaar uit te luiden en het nieuwe te verwelkomen.
Vuur heeft in deze midwinterfeesten een speciale betekenis. Net als water, lucht en aarde is vuur van levensbelang voor het menselijk bestaan. Door op vuur te koken, er wilde dieren mee op afstand te houden, zich eraan te warmen en eromheen te zingen en te dansen vergrootten mensen hun kans op overleving. Het vuur bracht hen samen, het verbond hen met elkaar en met het hogere of spirituele.
Maar vuur is ook levensgevaarlijk. Het kan alles kapotmaken en het kwaad verder aanwakkeren, zowel het fysieke als het innerlijke vuur: één enkele uitbarsting kan al desastreus uitpakken.
In het moderne leven heeft elektriciteit het vuur uit het dagelijkse leven verdrongen. Kinderen kunnen opgroeien zonder ooit een echt vuur te zien. De vertrouwdheid met het vuur gaat daardoor verloren, en daarmee de verbindende en beschermende werking ervan.
De enige manier waarop we iets van die vertrouwdheid kunnen herwinnen, is door rituelen met vuur nieuw leven in te blazen. Mij lijkt het geweldig als we in onze eigen buurt met oudjaar op een veilige plek een groot, echt vuur mogen stoken. Ieder die dat wil, kan dan aanschuiven, zodat het vuur meteen de eenzaamheid verjaagt.
Het zou een mooie deal zijn: als compensatie voor een vuurwerkverbod mag er in alle buurten een gemeenschappelijk vuur worden aangestoken. Want hoe mooi vuurwerk ook is, tegen een echt vuur kan het niet op. Wel zo stil ook.
Op welke dag dat wintervuur plaatsvindt, maakt niet uit. Desnoods vanavond nog. Zolang het maar een terugkerend, ritueel feest voor iedereen wordt.
*De conclusie is dat een heel oude traditie opnieuw werd uitgelegd en dat is de psychologische winst van deze column! Met dank aan de krant en auteur.
https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/2061/pages/28/articles/1959289/28/2