Een versplinterende wereld heeft nog steeds een IMF nodig (Commentaar/nrc.nl, 18-4-23)
Geo-economische fragmentatie
Een korte geschiedenis van de eenentwintigste eeuw, zo luidde in 2005 de subtitel van The world is flat, een bestseller van de Amerikaan Thomas Friedman. Globalisering maakte van de wereld een grenzeloos gelijk speelveld, met kansen voor iedereen – al zou de factor arbeid nog wel even op universele rechtvaardigheid moeten wachten. De eindoverwinning van het democratisch kapitalisme naar westers model leek een kwestie van tijd.
Nu was het sowieso gewaagd om na vijf jaar al een relaas van een eeuw te schrijven waarvan het leeuwendeel zich nog moet voltrekken. Anno nu, nog niet eens op een kwart, lijkt de geschiedenis zich geheel anders te voltrekken. Een reeks van gebeurtenissen en ontwikkelingen maakt dat de wereldeconomie aanstuurt op een scenario van fragmentatie. Van déglobalisering, van in-besteding in plaats van uitbesteding. Van investeringen die het, in plaats van ver overzee, steeds dichter bij huis zoeken. En van een herwaardering van economische autonomie en zelfvoorziening, in een wereldeconomie waarin het onderlinge vertrouwen afneemt en de argwaan groeit.
*”Anno nu, nog niet eens op een kwart, lijkt de geschiedenis zich geheel anders te voltrekken”, en dat is bepaald geen nieuw verschijnsel en daarom een teken aan de wand dat met name op rechts er nooit rekening wordt gehouden met deze natuurlijke, economische wetmatigheid van cycli die ons keer op keer overvallen. En ‘rechts’ zou kunnen weten dat deze wetmatigheid gemanifesteerd wordt door een permanente afwezigheid van rechtvaardigheidsgevoelens, dat altijd wereldwijd speelt. Zowel in het oosten als in het westen, maar natuurlijk ook in het noorden en zuiden. Vanwege het materiële en dus materialistische denken wordt hiermee nooit voldoende rekening gehouden.
En links schiet immer tekort om hun idealisme effectief, adequaat én strategisch op papier te verwoorden zodat ze het dwingend karakter krijgen die hun electorale concurrenten zullen overtuigen. Dat vermogen heeft links niet en daarom ontstaat een ‘levenslange’ patstelling dat polarisatie wordt genoemd. En zo blijven we in de matrix-fuik gevangen die ons permanent parten speelt.
Er wordt aldus geen enkele mondiale vooruitgang geboekt. Centrumrechts (VVD, CDA, D66) houdt in arren moede vast aan economisch marktmodel (ofwel het neoliberalisme) en libertarisch-romantisch rechts (FvD) en tot slot radicaal rechts (PVV, JA21, BVNL) blijven in hun matrix gevangen. Oplossingen zijn niet in zicht.
De redenen voor die verandering zijn bekend. Eerst was er de financiële crisis, die het vertrouwen in het westerse economische model aantastte en een periode inluidde van relatief lage productiviteits- en welvaartsgroei. Daarna volgde de pandemie, waarin bleek hoe kwetsbaar die lange, complexe productie- en aanvoerlijnen waren die over de globe waren aangelegd. En vervolgens versterkte de oorlog in Oekraïne de geopolitieke breuklijnen die zich de jaren daarvóór al hadden gevormd.
Onder dit alles speelt de opkomst van China. Een ‘multipolair systeem’ waarin verschillende supermachten naast elkaar bestaan, was begin deze eeuw nog een theoretisch concept. Het is nu al vrijwel realiteit. ‘Geo-economische fragmentatie’ is daar een onderdeel van – een herschikking van de bedrijvigheid in de wereld volgens de nieuwe breuklijnen van de geopolitiek.
Een belangrijk aspect ervan is de toekomst van het management van het economische en financiële systeem in de wereld. Afgelopen week hielden het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank hun voorjaarsvergaderingen. Het is de vraag hoe deze twee organisaties, opgericht in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog, hun toekomstige rol nog kunnen spelen.
Representatief zijn zij niet meer: de VS hebben in beide organisaties een blokkerende minderheid voor belangrijke besluiten. Een reeks van veranderingen in het aandeelhouderschap van landen, met bij behorend stemrecht, heeft er niet in geresulteerd dat China een soortgelijk gewicht heeft gekregen. Hier is sprake van een lastig dilemma. Twee extreme scenario’s zijn denkbaar: óf China krijgt zelf meer macht in beide organisaties, met een mogelijke verlamming of Amerikaanse desinteresse als gevolg. Of de verhouding blijven zoals ze zijn, waarbij IMF en Wereldbank marginaliseren en overblijven als representanten van slechts één deel van de wereldeconomie.
Het is van groot belang hier een uitweg uit te vinden. De wereld heeft coördinatie nodig van economisch en financieel beleid, met voldoende financiële vuurkracht om een verschil te kunnen maken in tijden van crisis. En, op zijn minst, een forum waarin gemeenschappelijk beleid en diagnoses kunnen worden ontwikkeld. De dreigende fragmentatie van de wereldeconomie is al tragisch genoeg.
*De conclusie van dit commentaar is dat het IMF noodzakelijk blijft omdat er vooralsnog – en hopelijk geen ‘eeuwen lang’ want dan zijn de Middeleeuwen weer terug – armlastige landen blijven bestaan en dat dus ook de vluchtelingenstromen naar de rijke landen blijven komen en aankloppen in de hoop op barmhartigheid.
Omdat dáár ook weer een commercieel belang achter zit – mensenhandelaars – kampen de ontvangende landen met een gebrek aan opvangmogelijkheden waarvoor noodzakelijkerwijs óók een oplossing moet worden gezocht aangezien ‘grenzen sluiten’ (PVV, JA21) getuigt van kortzichtigheid en een grenzeloos egoïsme en gebrek aan ethisch besef. De mens(heid) kan veel meer dan ze denken te kunnen. Welke politieke partij durft dat te beseffen en daarmee vorm te geven, zodat een oplossing gerealiseerd kan worden? Wijsheid is binnen de politiek tot heden geheel afwezig.