Tags
Als eerste spreekster Mevrouw Marijnissen (SP):
‘Voorzitter. Wij maken ons grote zorgen. We maken ons zorgen over de vraag of het kabinet op tijd de grip op het virus weet terug te krijgen, en over het afnemende vertrouwen dat er in de samenleving voor de maatregelen lijkt te zijn. Veel mensen vinden de maatregelen onduidelijk. Ze maken zich er zorgen over of de maatregelen wel voldoende zijn en of ze wel op tijd komen. Wij denken dat dit te maken heeft met het feit dat niet duidelijk is wat op dit moment precies het doel of de strategie van het kabinet is.
‘In de zomerperiode, toen het aantal besmettingen opliep, hebben we het kabinet steeds zorgen horen uitspreken over die toename. Maar eigenlijk werd daar steeds bij gezegd: ja, we maken ons zorgen, want het gaat niet goed en het aantal besmettingen loopt op, maar gelukkig gaat het in de ziekenhuizen nog goed; daar is nog niks aan de hand. De fractie van de SP denkt dat dat niet goed is. We hebben immers uit de eerste golf kunnen leren dat op het moment dat het in de ziekenhuizen fout gaat, we al te laat zijn. Dan is het virus ons al voor, lopen we achter de feiten aan en zijn we de grip op het virus verloren. Dat is waar we nu staan. Daarom zijn de extra maatregelen nodig.
*Commentaar op deze openingszinnen die voldoende zijn om een kernmerk te noemen van deze woorden. Dat de fractie van SP grote zorgen maakt is geen verrassing, maar wie alle voorgaande debatten heeft gevolgd weet dat het steeds dezelfde zorgen zijn, maar eigenlijk een machteloos punt want naar mijn mening valt van dat uitgangspunt niets te verwachten. Dit vanwege het thema van de covid zelf: volkomen onvoorspelbaar, grillig en nooit eerder heeft ooit een regering zo’n wispelturig beleidsterrein in handen gekregen en daarover is iedere poging om tot beleid te komen per definitie een poging tot en niets anders dan dat; zonder dat er enige zinvolle voorspelling gemaakt kan worden want zeker in de beleidssituatie waarin het kabinet volkomen afhankelijk is van deskundigheid van dat OMT als adviesorgaan. En daarom is ieder voorgaand debat daarop stuk gelopen of anders gesteld: alles is bij zo logisch mogelijk uitzetten van de beleidslijnen toch een ‘gok’ want er was niets voorspelbaars in deze zaak voorhanden en daarom was een consensus van de beleidsvormers zelf het enige instrument dat men in handen had. Kortom: ieder zittend kabinet had hetzelfde gedaan. Daarmee is de inbreng van Marijnissen afdoende getypeerd.