Klaver: “We willen niet één sterke linkse partij. We hebben vier sterke progressieve partijen nodig om de macht van rechts te breken.” (Tweet via Nieuwsuur van gisteren: https://twitter.com/nieuwsuur/status/790651911045206016)
Dit debat is naar mijn inschatting een verkenning van linkse mogelijkheden. Dat is ook alles, niets meer en niets minder, aangezien een sterke linkse partij niet mogelijk is, evenmin als vier sterke progressieve partijen. Daar is het electorale klimaat helemaal niet naar. Er bestaat geen links-rechts-dualisme of –dichotomie meer in ons land; het land is gefragmenteerd in multipolariteit, het bestaan van vele polen op de politieke balk van uiterst links (SP) tot uiterst rechts (VNL) ergens tussen dat conglomeraat in pluriform islamitische oriëntatie via Denk. Kortom, evenveel richtingen als er etnische bevolkingsgroepen of –delen in ons land bestaan. Weliswaar kunnen al die pluriforme of multiculturele etniciteiten opgedeeld worden in een symbolische scheiding tussen links en rechts – als men per se wil blijven vasthouden aan een dichotomie -, maar de overeenkomsten binnen het rechtse oorspronkelijke of klassieke liberalisme (VNL) dat bijna een libertarische sekte is én de tamelijk rechtse VVD, is onvergelijkbaar en dus te zinloos om dat in schema onder te brengen. Met modern liberalisme heeft VNL namelijk niets te maken.
Er kan alleen tussen links en rechts een versterkte vorm van samenwerking worden nagestreefd, maar dat is in campagnetijd moeilijk om vol te houden omdat campagnetijd polarisatietijd is. Pas na de verkiezingen komen de realistische mogelijkheden tot samenwerking aan de orde, maar wel alleen voor die partijen die niet zwaar gefrustreerd uit de uitslag tevoorschijn zijn gekomen, zoals SP in 2012. De winnaars VVD en PvdA konden met hun lijsttrekkers direct aan de slag omdat er geen generatiekloof aanwezig was en met twee partijen onderhandelen altijd makkelijker is dan met meerdere. Het was meer de Rotterdamse houding van ‘niet lullen maar poetsen’. Maar die tijden zijn nu voorbij en een 4- of 5 partijencoalitie ligt dus erg voor de hand zonder een duidelijke linkse of rechtse signatuur. Dat zal wennen worden. Daar wordt, gelet de dialoog tussen Samsom en Klaver, nog geen rekening mee gehouden. En bovendien gaan ze uit van de huidige peilingen, terwijl die nog erg kunnen gaan schuiven in de komende vier maanden. Alles is dus nog mogelijk en elke inschatting van de uitslag is bedrog.
Maar de verslaving op het Binnenhof om in dichotomieën te denken is zo overheersend, dat de politieke fantasie nauwelijks ruimte overlaat tot meer creativiteit.
Er bestaat wel meer noodzaak tot het vormen van een toekomstvisie en dat is geen enkele partij tot nu toe gelukt want ze komen allemaal met lossen beleidsmaatregelen die ofwel het Rutte-beleid weer terugdraaien of juist dat beleid verder willen voortzetten. Dat is kortetermijndenken of -werk, waar na de verkiezingen niets mee zal gebeuren. Belangrijker zijn de actuele kwesties van nu: hoe staan we in CETA en hoe in TTIP? Daaromheen valt een mondiale visie op te bouwen. Waarom voor of tegen dergelijke handelsverdragen. Daar wil het electoraat graag over meedenken. Daar zullen de verkiezingen om moeten draaien.