(Marijn Jongsma, Monetair/fd, 9 juni 22)
In het kort:
- Hoge inflatie en lage groei nopen tot het terugdraaien van het ultraruime monetaire beleid.
- In veel regio’s is er sprake van aanbodinflatie, in de Verenigde Staten vooral van een hogere vraag.
In de eurozone, waar de oorlog in Oekraïne zwaar op de economie drukt, moet de ECB volgens de Oeso behoedzaam te werk gaan.
De eurozone zal volgend jaar een magere groei laten zien, die bij verdere afsluiting van grondstoffenimporten uit Rusland gemakkelijk kan omslaan in een recessie. Tegelijk blijft de inflatie ruim boven de doelstelling van 2%. Die ongemakkelijke combinatie noopt de Europese Centrale Bank ertoe om bij de afbouw van het ruime monetaire beleid voorzichtig te werk te gaan, zegt de Oeso in haar halfjaarlijkse outlook.
De club van ontwikkelde landen gaf deze waarschuwing woensdagmorgen, voorafgaand aan de tweedaagse ECB-bestuursvergadering die deze keer in Amsterdam plaatsvindt. Tijdens de persconferentie op donderdag zal ECB-president Christine Lagarde naar verwachting bekendmaken dat de grootschalige opkoop van obligaties vrijwel direct stopt, een opmaat naar renteverhogingen in juli en september. Een stimulerend beleid is gezien de hoge inflatie en lage werkloosheid ook niet meer nodig, beaamt Laurence Boone, hoofdeconoom van de Oeso.
Aanbodinflatie
Ze maant echter tot voorzichtigheid in Europa, waar ‘aanbodinflatie’ domineert: gestegen prijzen van voedsel en energie zijn dominant in de geldontwaarding. In de Verenigde Staten is de situatie volgens Boone anders. Daar is de sterke vraag een dominante factor – hetgeen al leidde tot oplopende inflatie voor de recente prijsschokken – waardoor het beleid sneller kan worden verkrapt.
De Oeso bepleit een behoedzame draai in landen waar de kerninflatie (inflatie exclusief voedsel en energie) relatief laag is, de opwaartse druk op de lonen bescheiden blijft en het aangekondigde embargo op Russische olie het meeste effect heeft. De organisatie in Parijs spreekt van een ‘balanceeract’ tussen het bestrijden van de inflatie en het op gang houden van het post-coronaherstel. Met het verhogen van de rente moeten centrale banken een pas op de plaats maken als de economische groei onverwacht verder terugvalt en de werkloosheid oploopt.
De Oeso voorziet voor eind 2023 een beleidsrente van 3 tot 3,25% in de Verenigde Staten, tegen 1,5% in de eurozone (1% voor de depositorente). Een fors trans-Atlantisch renteverschil dus, en ook voor wat betreft de obligatie-aankopen rekent de Oeso op verschillende paden. Daar waar de Federal Reserve de balans afbouwt, houdt de ECB de portefeuille ter waarde van €4900 mrd naar verwachting op peil door aflossingen en rentebetalingen te herinvesteren. Lagarde zei eerder dat gericht te kunnen doen, om zo verder oplopende rentes in kwetsbare landen als Spanje en Italië te stoppen. Het feit dat de renteverschillen toenemen geeft al aan dat dit niet genoeg is; analisten verwachten dat de ECB donderdag met extra stootkussens komt.
Experiment
Het ultraruime monetaire beleid van de afgelopen ruim tien jaar, een erfenis van de krediet- en schuldencrisis, geldt als een groot experiment. Maar hetzelfde geldt voor de afbouw ervan. De meeste centrale banken zijn gestopt met de grootschalige obligatie-aankopen (‘kwantitatieve verruiming’) of hebben dat aangekondigd, aldus de Oeso, maar slechts weinigen hebben al aangegeven of en hoe snel ze de opgeblazen balans willen afbouwen. Deze ‘kwantitatieve verkrapping’ zal volgens de organisatie leiden tot hogere rentes en dalende aandelenkoersen, zeker als er naast periodieke aflossingen actief obligaties worden verkocht. In de eurozone zou zo’n terugtrekkende beweging in bepaalde lidstaten de rente ‘disproportioneel’ opjagen.
Voor de eurozone is zo’n koerswijziging toekomstmuziek. In het eerste kwartaal was de fut er al uit in de muntunie, en het tweede kwartaal belooft niet veel beter te worden. Inflatie vreet aan de koopkracht, en de toegenomen onzekerheid drukt op de investeringen. Voor dit jaar verwacht de Oeso nog een groei van 2,6%, om in 2023 terug te vallen naar 1,6% – daar waar de wereldeconomie in beide jaren met circa 3% blijft groeien. De inflatie zakt in de prognoses terug van 7% dit jaar naar 4,6% in 2023. Nederland kampt met een wat hogere inflatie en een lagere groei (1,1% in 2023). Ook de groei in de VS (1,2% in 2023) valt stevig terug, mede als gevolg van de beleidsdraai van de Fed.
In december was de Oeso nog een stuk optimistischer, en gezien de onzekerheden door de oorlog in Oekraïne is het maar zeer de vraag of de nieuwe prognoses worden gehaald. De aangekondigde ban op Russische olie is al ‘uitdagend’, en er is een kans dat alle energie-exporten van Rusland naar Europa worden stopgezet. Hierdoor zouden veel landen in 2023 in een recessie belanden, aldus de Oeso.
*De beleidsmakende economen krijgen boeiende, maar pittige tijden te verwerken en het is te hopen dat ze daar met voldoende creativiteit en nuchterheid tegenaan gaan.
https://fd.nl/economie/1441731/oeso-ecb-moet-teugels-behoedzaam-aanhalen-gif2caMd3aZR