Tags
Akkoord met oliebedrijven is opsteker voor Wiebes
Er blijft zo’n 450 miljard kubieke meter aardgas in de Groningse bodem, is het resultaat van de overeenkomst. Met de deal is een jarenlange rechtsgang voorkomen over een uiterst ingewikkeld onderwerp. Dat zou luilekkerland zijn geweest voor juristen, maar niet per se in het voordeel van de bedrijfsvoering van de NAM.
Daarom krijgt de NAM met ingang van dit jaar 27%: van de winst, maar ook van de kosten.
Maar wat verder uitzoomend: als de verdeelsleutel van de kosten niet was veranderd, dan was de NAM wellicht snel in het rood beland. En Shell heeft herhaaldelijk gezegd: we zijn geen charitatieve instelling. Oftewel, dan was de gaswinning mogelijk snel gestaakt, terwijl Nederland het gas uit Groningen de komende jaren nog gewoon nodig heeft.
Wat een onvoorstelbaar onzinnig argument is dit! Want er kan door de overheid uit alternatieve bron worden ingekocht.
Wel blijkt uit de overeenkomst dat de NAM de facto accepteert dat zij geen zeggenschap meer heeft over het gas. ‘Bij de vaststelling van het winningsniveau (…) is voor NAM geen rol weggelegd’, zo staat in het akkoord. ‘NAM heeft geen keuzevrijheid over hoeveel er wordt gewonnen.’
Met de afspraken trekt de Staat de regie over de gaswinning geheel naar zich toe, terwijl NAM financieel aansprakelijk blijft, aldus minister Wiebes in een verklaring. ‘Beloofd is beloofd’, zei Marjan van Loon, president-directeur van Shell Nederland, over de eerder al toegezegde mondelinge garantie over de schadebetaling aan de Groningers.
De NAM en de Staat gaan elk €500 mln investeren in een fonds dat de leefbaarheid en de economie van de regio een impuls moet geven. Zo moet er een miljard komen ‘voor het toekomstperspectief van Groningen’, aldus de minister.
In de overeenkomst staat alleen dat de NAM altijd kan en blijft betalen voor ‘aardbevingsschade en de versterking van gebouwen’.
En toch: geen claim voor de Staat, en de NAM die zijn zeggenschap opgeeft en haar aansprakelijkheid benadrukt. Een deal lag weliswaar voor de hand, maar minister Wiebes heeft wel eens een slechtere dag gehad.
Tot slot een opmerking over de vraag hoe ver de informatieplicht aan de Tweede Kamer trekt: in de gehouden debatten over de afschaffing van de dividendbelasting werd door de Kamer gevraagd naar het ‘wanneer, waar en hoe’ van de onderhandelingen met de lobbyisten van de multinationals. Waarschijnlijk was deze letterlijke vraag symbolisch bedoeld want de Kamer kan vanzelfsprekend nooit deze details vragen.
Het gaat om hoofdzaken en over de noodzaak om alle relevante details op tafel te krijgen, zodat de kern van een probleem of meningsverschil duidelijk wordt. Maar nimmer om ‘hoeveel gesprekken’ hebben plaatsgevonden. Dat is natuurlijk van de zotte. Zulke Kamerleden zijn hun zetel niet waard(ig).