Cameron houdt de deur open (commentaar NRC Handelsblad, 11 november)
# Camerons verlanglijst behelst vier punten: de Europese interne markt mag geen verschil maken tussen eurolanden en niet-eurolanden; concrete afspraken over het terugdringen van regelgeving; een grotere rol voor nationale parlementen bij Europese wetgeving; en beperken van het vrije verkeer van personen binnen de Unie. Bij een flink aantal van deze onderwerp is een vergelijk mogelijk al was het maar – om een Engels woord te lenen – omdat er nogal wat window dressing in zit. Terugdringen van regelgeving is bijvoorbeeld een speerpunt van de nieuwe Europese Commissie. Het grootste obstakel, ook getuige de reacties uit Brussel, is vooralsnog de wens van Cameron om het Europese principe van het vrije verkeer van personen aan banden te leggen. Dit raakt de fundamenten van de Europese Unie omdat hierdoor verschillende categorieën burgers kunnen ontstaan. Dit was juist wat het Verenigd Europa achter zich wilde laten.
Over het grootste obstakel kunnen we kort zijn: het Britse probleem is waarschijnlijk ook de reden waarom hun sociale voorzieningen anders in elkaar zitten dan op het continent. In ons land is immers geen sprake van het feit dat je zonder meer direct recht hebt op WW- of bijstandsuitkering. Daarvoor gelden voorwaarden – zoveel jaren een arbeidsbetrekking achter de rug hebben om recht op WW te verkrijgen – en een migrant die al na een half jaar op straat komt te staan, heeft dus geen recht op welke uitkering dan ook. EU-lidstaatburgers zoals bijvoorbeeld Polen, dienen in die situatie terug te keren naar hun geboorteland, indien zij zich niet binnen de kortste keren aan een nieuwe baan kunnen helpen. Maar er zijn genoeg uitzendbureaus die hen daarbij behulpzaam kunnen zijn. Daarom redden de Oost-Europeanen zichzelf hier in de regel wel.
Maar omdat algemeen bekend is dat je in het VK gemakkelijk aan een baan komt zonder werkvergunning en er geen effectieve arbeidsinspectie bestaat, is het goed mogelijk dat onze sociale infrastructuur afwezig is aan de overzijde van de Noordzee, en dat de Britse politiek en parlement daar eerst wat aan kunnen en moeten doen.
Dat laat onverlet dat de toestroom naar Engeland veel groter is dan in andere EU-landen het geval is, en daarom mag er best een norm worden ontwikkeld, waarbij duidelijk is waar grenzen als maatstaf behoren te liggen omtrent de toestroom van migranten, en wanneer die grenzen overtreden worden. Daar hebben alle lidstaten veel aan. Kortom, alle punten van Cameron zijn een uitstekend aanknopingspunt om een brede maatschappelijke discussie op te starten over de Staat van de Unie. Daar wordt de EU alleen maar beter van. Er is geen watervrees nodig, ondanks alle felle anti-EU-stemmen en anti-euro-burgers. Zij worden op hun wenken bediend als de politici het eerlijke verhaal gaan vertellen en empathie kunnen tonen aan de bevolking. Beide factoren zijn namelijk altijd afwezig geweest in de opbouw van het Europese Huis. En dat is de zwakte van de huidige EU, waaraan ook nog het democratisch tekort moet worden toegevoegd. Genoeg weeffouten om van de EU nog een krachtige democratische infrastructuur te maken.