Tags
Stelling: Het is niet duidelijk wat de verslaggevers met hun onderstaande observaties willen, omdat ze zich wel afvragen of er sprake is van een aftastende gespreksronde, want parallel met de start van voorganger Tjeenk Willink, maar er volgt een constatering op vanwege het feit dat de contouren van een nieuw kabinet al zichtbaar worden. De indruk bestaat immers bij alle partijleiders dat er een centrum-links kabinet zal komen. En Kaag is de stelligste van het 18-tal en dat zijn we immers inmiddels van haar gewend. Zij is de verpersoonlijking van de nieuwe voorhoede van de nieuwe bestuurscultuur. Niet zeuren en vooral: snelheid maken want er zijn inmiddels twee maanden verloren gegaan.
De rest blijft hangen in de aloude strategie van de kaarten tegen de eigen borst houden. Mijn vraag is overigens een andere: was informateur Hamer echt van plan een herhaling van de eerste ronde te regelen of heeft zij zich daarover niet uitgelaten en wilde ze uit de eerste hand een eigen indruk opdoen? Want als zij echt haast wil maken met het eindrapport van 6 juni, dan zal ze de regie in eigen handen moeten nemen en zonder dralen op haar einddoel afkoersen: ‘afgelopen met de verkiezingscampagne en nu aan het werk met een combinatie van een herstelplan plus de contouren van een kort regeerakkoord. Dat kan als er een rompkabinet komt met VVD en D66 als motorblok en de rest schuift aan afhankelijk van de ontwikkelingen die vervolgens gaan komen.
Dit scenario moet nu al in het hoofd van Hamer zitten om haar missie op 6 juni te kunnen afsluiten met de dwingende eis dat geen fractieleider zich nog opstelt als campagnestrateeg, want dan zit de mislukking van deze formatie al ingebakken. En het herstelplan zal al op zichzelf moeilijk genoeg zijn en dus zal daar in volle vaart op af gekoerst moeten worden. Dat moet binnen een week wat contouren betreft afgerond moeten kunnen worden aangezien de meningsverschillen ogenblikkelijk duidelijk worden en er geen tijd meer verloren mag worden.
Contouren nieuw kabinet lijken zowaar in zicht (Lamyae Aharouay en Philip de Witt Wijnen, nrc.nl, 19 mei 2021)
Kabinetsformatie De nieuwe informateur is begonnen aan haar eerste rondje. Dat kost tijd, maar potentiële partners voor de volgende ronde zijn in zicht.
(…)
Er was genoeg te zien en te beleven. Maar het echte spektakel bevond zich een paar meter verderop, waar de politiek leiders van nu één voor één te gast waren bij de nieuwe informateur. Mariëtte Hamer hield de afgelopen twee dagen haar eerste gespreksronde met de voorzitters van alle, inmiddels achttien Tweede Kamerfracties.
Contouren zichtbaar
Wéér een aftastende gespreksronde, waarin iedereen nog eens mag zeggen wat hij of zij belangrijk vindt? Je zou denken: dat haalt opnieuw het tempo uit de formatie. Maar voor het eerst in de twee maanden na de verkiezingen lijken zich de contouren van een nieuw kabinet zowaar voorzichtig af te tekenen.
In de eerste plaats omdat een aantal van de hoofdrolspelers zich daarover expliciet uitliet – Sigrid Kaag van D66 en Wopke Hoekstra van het CDA. Kaag was er het duidelijkst over. Haar ambitie, zei ze, is dat er nog vóór de zomer een nieuw kabinet is geformeerd. Wat haar betreft zal dat „een stabiel en zo progressief mogelijk kabinet” zijn. Kaag: „Dan denk ik aan D66, GroenLinks, PvdA, VVD en CDA.”
CDA-leider Wopke Hoekstra heeft tot nog toe na de verloren Kamerverkiezingen steeds geweigerd te zeggen of zijn partij nog eens in een kabinet-Rutte wil zitten. Hij zei steeds dat het initiatief voor de formatie niet bij hem lag. En dat hij geen zin had om aan te schuiven bij het „liberale motorblok” van de twee winnaars VVD en D66.
Dinsdag was die toon duidelijk veranderd. Nu zei Hoekstra dat hij zich ook „zeer wel kan voorstellen dat wij deelnemen in een volgend kabinet.” En hoewel hij nog niet meteen mee wilde „gaan pimpampetten” noemde hij wel degelijk een aantal mogelijke gesprekspartners voor de volgende fase. Hij is bereid te gaan praten met GroenLinks en de PvdA, en evenzeer met JA21, de ChristenUnie en zelfs de SP. Voor dat laatste aanbod toonde Lilian Marijnissen zich later op de dag best ontvankelijk. Al sluit haar partij nog altijd de VVD van Mark Rutte uit.
Over die kwestie vanuit het CDA-perspectief – de ‘factor-Omtzigt’ – liet Hoekstra zich dinsdag niet uit. Daarmee blijft de prangende vraag onbeantwoord in hoeverre het populaire maar tijdelijk uitgeschakelde Kamerlid een blokkade is voor een eventueel nieuw, vierde kabinet-Rutte. De twee hebben nog altijd niet met elkaar gesproken, zei Rutte dinsdag.
De partijleiders die van D66-leider Kaag zo’n uitdrukkelijke uitnodiging kregen om mee te doen, hapten dinsdag niet meteen toe. PvdA-leider Lilianne Ploumen zei nog altijd niet overtuigd te zijn door Ruttes vorige week geopperde voorstellen voor een andere politieke bestuurscultuur. Over wat Rutte wél moet doen om haar vertrouwen terug te winnen, wilde Ploumen niets zeggen. „Ik ga zijn huiswerk niet doen.”
De kiezer heeft centrumrechts sterker gemaakt, toch komt er een centrumlinks kabinet ~ Geert Wilders PVV-fractievoorzitter
Opmerkelijk was dat sommige partijleiders, die door uitsluiting aan de zijlijn staan – of zelf niet met Rutte willen samenwerken – al wel durfden te voorspellen dat een kabinet van VVD, D66, CDA en PvdA en/of GroenLinks het meest waarschijnlijk is. „De Nederlandse kiezer heeft centrumrechts sterker gemaakt”, zei bijvoorbeeld Geert Wilders (PVV), „en toch gaat er een centrumlinks kabinet komen.”
Los van de vraag wie met wie moet onderhandelen – behalve pimpampetten, was daarvoor ook het schudden van de kaarten of de legpuzzel een veel gebruikte spelletjesmetafoor – gingen de gesprekken met de informateur toch veel „langs de lijnen van de inhoud”, zoals veel fractieleiders hadden gehoopt.
Daarbij spitst de discussie zich nu vooral toe op de timing. Moet er aan de onderhandelingstafel eerst een ‘crisis- en herstelplan’ komen om uit de coronacrisis te komen, en dan pas een regeerakkoord voor de komende jaren? En wat kan en mag het huidige demissionaire kabinet nog doen? De begroting voor 2022 moet immers nu al worden voorbereid en er moet snel een besluit komen over verlenging van de sociaal-economische steunmaatregelen na 1 juli.
ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers zei het „onverantwoord” te vinden als het huidige kabinet zich niet al over grote vraagstukken als de woningmarkt en onderwijs buigt, ook voor volgend jaar. Het nieuwe kabinet zal die begroting voor 2022 dan met een amendement kunnen bijsturen.
Maar Jesse Klaver van GroenLinks vindt dat het huidige kabinet zich moet beperken tot het crisisbeleid. Voor de overige grote kwesties komt het aan op „politieke keuze”. Die zijn dus „voor later”.
Uit deze onenigheid moet Mariëtte Hamer een werkbare lijn in zien te trekken. Haar voorgenomen deadline: zondag 6 juni.