Tags
(Naomi Ellemers, Expert/fd, 11 jan. 22)
De nieuwe Europese richtlijn voor rapportage over duurzaamheid (CSRD) moet vanaf volgend jaar een gelijk speelveld creëren. Bedrijven kunnen hiermee hun toekomstige relevantie goed toetsen, schrijft universiteitshoogleraar Naomi Ellemers.
Volgend jaar moeten veel bedrijven rekening houden met een nieuwe standaard voor verslaglegging van hun bedrijfsvoering. De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) vraagt dit van organisaties die, gezien hun omzet en aantal werknemers, van openbaar belang worden geacht. Deze Europese richtlijn stelt organisaties vanaf 2023 verplicht ook te rapporteren over maatregelen die ze nemen om maatschappelijke schade van hun activiteiten te beperken. Dit geldt niet alleen voor milieuaspecten, zoals gebruik van grondstoffen en biodiversiteit, maar ook voor sociale aspecten als de gezondheid, veiligheid, en gelijke behandeling van werknemers, en de lokale bescherming van mensenrechten.
Wie dit alles als een verplicht nummer ziet, haalt misschien opgelucht adem als het eigen bedrijf net buiten deze verplichting valt. Of leunt achterover, zodra het gelukt is een mooi rapport op te leveren. Maar dat is niet verstandig. Want je kunt erop wachten dat de kring van bedrijven waarvoor deze nieuwe regels gelden geleidelijk wordt uitgebreid en dat de richtlijnen de komende jaren nader worden gepreciseerd en aangescherpt.
‘Voor schaars talent is werken aan een duurzame doelstelling vaak net zo belangrijk als een goed salaris’
Nobelprijswinnaar Milton Friedman stelde in de vorige eeuw dat het vergroten van winstgevendheid de belangrijkste maatschappelijke verantwoordelijkheid van een onderneming is. Dat idee is inmiddels allang achterhaald, en dat hoeft ook helemaal geen probleem te zijn. Investeerders verwachten steeds vaker dat bedrijven hun maatschappelijke risico’s in kaart brengen. Consumenten willen vaak best iets meer betalen voor duurzame producten. En ook voor het aantrekken van schaars talent blijkt werken aan een heldere maatschappelijke doelstelling van een bedrijf minstens zo belangrijk als het bieden van een goed salaris.
Het vermijden van maatschappelijke schade door bedrijfsactiviteiten is dus niet langer een nice to have, maar steeds meer een need to have. Een bedrijfsmodel waarmee werknemers ziek of overspannen raken, of waarmee vervuilende energiebronnen worden ingezet, is op de lange termijn niet houdbaar. Maar waar start je die transformatie?
Wie als eerste begint loopt het gevaar de concurrentieslag te verliezen, omdat bedrijven die zich niets van deze zaken aantrekken vooralsnog sneller en goedkoper kunnen werken. Maar als iedereen zo denkt, gaat er niets veranderen, en komen we allemaal in de problemen. In de gedragswetenschap wordt dat een sociaal dilemma genoemd. Uit tal van onderzoeken blijkt dat dit soort situaties op te lossen zijn door duidelijke regels te stellen, en die ook te handhaven.
Bochtjes afsnijden
De nieuwe rapportagerichtlijnen komen daarmee tegemoet aan de zorgen van de voorlopers: de bedrijven die als eerste andere keuzes maken door te investeren in duurzaamheid van hun activiteiten, terwijl anderen dat niet doen. De richtlijnen bieden een eenduidige manier om deze meerwaarde te benoemen en zichtbaar te maken voor investeerders, klanten, toezichthouders en werknemers. Zo creëer je een gelijk speelveld waarin iedereen aan dezelfde eisen moet voldoen, en het steeds moeilijker wordt om concurrentievoordeel te behalen door bochtjes af te snijden.
Het uiteindelijke doel van die richtlijnen is dan ook niet om rapportages te verzamelen. Het gaat erom steeds meer bedrijven te prikkelen om de maatschappelijke en milieurisico’s van hun activiteiten systematisch in kaart te brengen, en hun bedrijfsvoering daarop af te stemmen. Niet door te etaleren wat er allemaal al gebeurt of door dat te overdrijven. Wel door je af te vragen hoe je de relevantie en de overlevingskansen van je bedrijf op de lange termijn kunt zeker stellen.
Toch constateerde toezichthouder AFM dat bedrijfsrapportages tot voor kort weinig aandacht besteedden aan duurzaamheidsrisico’s, en dat niet-financiële prestatie-indicatoren (kpi’s) maar weinig concreet zijn. Vorig jaar nog gaven analisten en institutionele beleggers aan dat de rol van deze overwegingen in de bedrijfsmodellen van veel organisaties erg onduidelijk is.
Ook bedrijven die zeggen actief met duurzaamheid aan de slag te zijn, kunnen nog wel stappen zetten. MVO Nederland en de Universiteit Utrecht vroegen afgelopen jaar meer dan 70 bedrijven van verschillende grootte en uit diverse sectoren wat ze hier concreet aan doen. Daarbij werd hun aanpak van grondstoffengebruik en circulair werken vergeleken met hun personeelsbeleid ten aanzien van diversiteit en inclusie. Het eerste dat opviel was dat veel organisaties voor deze twee thema’s een eigen aanpak hebben, die bij een verschillende afdeling is belegd. Het gevolg is dat er geen geïntegreerde visie ontstaat op beide thema’s, en dat lessen vanuit het ene vlak onvoldoende worden benut op het andere vlak.
Verankeren
Van alle ondervraagde bedrijven die aangaven dat ze ‘bezig zijn’ met deze maatschappelijke thema’s, bleek maar ongeveer de helft ook helder te kunnen formuleren welk doel ze proberen te bereiken, welke middelen daarvoor beschikbaar zijn, en wie ervoor verantwoordelijk is. Zo schiet het natuurlijk niet op! Het is immers de moeite waard zorgvuldig te doordenken hoe je als bedrijf maatschappelijke doelen kunt bereiken, en hoe je die kunt verankeren in de bedrijfsstrategie. De bedrijven die daarin de meeste stappen hadden gemaakt, bleken ook het beste in staat hun maatschappelijke doelstellingen te verenigen met hun financiële doelstellingen.
Het grote gevaar is dat de nieuwe CSRD-richtlijnen vooral discussie uitlokken over de vraag wat er precies gevraagd wordt. En dat bedrijven hun creativiteit inzetten om te bedenken hoe ze dit alles zo gunstig mogelijk op papier kunnen zetten. Bedrijven die daarop aansturen, verspelen een kans om ook in de toekomst van betekenis te zijn.
*Scherp geschreven kritisch verslag, dat het algemene inzicht in bedrijfsvoering bevordert!
[Naomi Ellemers is sociale- en organisatiepsycholoog en universiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht.]
https://fd.nl/opinie/1426515/grijp-duurzaam-jaarverslag-aan-als-sprong-voorwaarts-nka2caJ0dfs2