Tags
Stelling: ‘Goed, de VVD-fractie moest inbinden, wat uit menselijk oogpunt te begrijpen is: met nieuwe verkiezingen (volgens peilingen) zouden van de 34 Kamerleden niet minder dan dertien van hen naar een nieuwe baan moeten gaan zoeken. Voor ons zou het nog erger zijn: een nieuwe coalitie zou er eentje worden van zes of zeven partijen.’ Met deze observatie kunnen de politici in Den Haag uit de voeten, hoewel dan de strijd ontbrandt hoe hoog die drempel moet zijn en de oude klassieke minderheden zoals de orthodoxen van de SGP een uitzonderingssituatie gaan eisen. Anders kan het populisme als gevolg van het versplinterde landschap niet bestreden worden.
Mark Caesar (Column Sylvain Ephimenco, Vandaag/Trouw, 10-11-22)
Veni, vidi, vici (ik kwam, ik zag, ik overwon) moet premier Rutte hebben gedacht na amper 3,5 uur vergaderen met de VVD-fractie. Niet dat hij, zoals Julius Caesar, de Slag bij Zela had gewonnen, maar in hetzelfde tijdsbestek dat je nodig hebt om naar twee voetbalwedstrijden te kijken, had Mark Caesar alweer een crisis bezworen. Chapeau! Hij hoefde dit keer niet tot in de kleine uurtjes in een vergaderingshok te zweten, maar alleen iets bijna beloven dat hij niet zal nakomen: de instroom van asielzoekers drastisch beperken. Hierover bleef hij overigens nogal vaag en ontwijkend als hij om meer precisie werd gevraagd.
Nu wil ik niet al te streng zijn voor deze ‘recordpremier’: hij is al twaalf jaar het doelwit van sidderende haat, blinde wrok en negatieve oordelen over zijn persoon, die meestal door partijdigheid zijn ingegeven. Schrijf iets gunstigs over hem en hoor hoe kiezen en tanden beginnen te knarsen.
Mijn bewondering gaat vooral naar zijn gave om uit verloren positie altijd terug te komen en eventueel te winnen. Een jaar geleden was Mark Rutte politiek bijna dood. In zijn borst stond het mes dat de vrouwelijke Brutus van de heterogene liberale familie erin had gestoken. Een jaar later staat Sigrid Kaag (D66), de Brutus in kwestie, nog mijlenver verwijderd van haar droom om Ruttes plek in te pikken. Bij de laatste peiling van Maurice de Hond wordt ze als minst vertrouwde minister geklasseerd. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat Rutte als goede tweede staat genoteerd.
Goed, de VVD-fractie moest inbinden, wat uit menselijk oogpunt te begrijpen is: met nieuwe verkiezingen (volgens peilingen) zouden van de 34 Kamerleden niet minder dan dertien van hen naar een nieuwe baan moeten gaan zoeken. Voor ons zou het nog erger zijn: een nieuwe coalitie zou er eentje worden van zes of zeven partijen.
Algemeen wordt aangenomen dat er geen oplossing is om de asielinstroom te beperken. Laten we toch als kanttekening noteren dat het inwilligingspercentage van toegekende eerste asielaanvragers met 85 procent zeer hoog is in Nederland, wat als een magneet voor asielmigranten werkt. Bij de Belgische buren is dit 43 procent en in Frankrijk 26 procent (het gemiddelde in de EU is 46 procent volgens de IND). Wel is uit de cijfers uit die landen niet exact vast te stellen hoeveel afgewezen asielzoekers na een procedure alsnog verblijf krijgen.
Ook wordt algemeen aangenomen dat verdragen een asielstop of drastische vermindering van de instroom onmogelijk maken. Onderzoeker migratiebeleid Karin Geuijen zegt in Trouw: “De regering zit vast aan internationale verdragen en Europese afspraken, daar kan ze weinig aan doen, behalve als je afspraken wil opbreken of opzeggen.”
Dan vraag ik me af of dit ooit is geprobeerd. Je kunt bijvoorbeeld naar de bijzondere situatie van Nederland wijzen om eventueel een soort van uitzonderingsclausule aan te vragen. Of is dit te naïef?
In 2022 is de gemiddelde bevolkingsdichtheid in Nederland 523 inwoners per vierkante kilometer land terwijl het EU-gemiddelde op 109 inwoners ligt (VZinfo.nl). Tel daarbij op het woningtekort en de bouwcrisis die door de stikstofeisen wordt verergerd.
Wat heb je aan het naleven van verdragen als statushouders niet kunnen doorstromen?
*Een goede en zelfs treffende slotvraag!
https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/1711/articles/1694975/2/7