Tags
Ria Cats • Economie & Politiek/fd, 6-3-18
Nederland heeft naar eigen zeggen een ‘alliantie‘ gesmeed met zeven andere Europese lidstaten om de Hollandse agenda van soberheid en begrotingsdiscipline beter in Brussel over het voetlicht te krijgen. Dat schrijft minister Wopke Hoekstra van Financiën dinsdagochtend aan de Tweede Kamer.
De coalitie bestaat naast Nederland uit Denemarken, Zweden, Finland, Estland, Letland, Litouwen en Ierland, alle bepaald niet de machtigste lidstaten binnen de EU. De landen hebben een gezamenlijk document (‘non-paper’) gepresenteerd, waarin zij hun visie op een verbetering van de Economische en Monetaire Unie (EMU) uiteenzetten.
De EMU werd in 1991 opgericht met als doel de euro in te voeren, de werking van de interne Europese markt te verbeteren en om samen te werken op het gebied van economische en begrotingspolitiek. De afgelopen jaren, ten tijde van de financiële crisis, is de EMU al steeds verder uitgebouwd, met onder meer de oprichting van de bankenunie en van het noodfonds ESM om lidstaten in geldnoodbij te staan.
Probleemleningen
Wat de alliantie van Nederland en de zeven andere lidstaten betreft mag hier nog best een tandje bij. Zo is de bankenunie, waarin wordt geregeld dat banken in de hele eurozone onder hetzelfde toezicht- en garantiestelsel vallen, nog onvoltooid. Volgens de acht EU-landen moet de prioriteit hierbij liggen op het terugdringen van risico’s in de financiële sector, onder meer door voorzieningen te treffen voor probleemleningen en te kijken naar de risicoweging van staatsobligaties op bankbalansen.
Daarnaast dient het noodfonds ESM (het Europese Stabiliteits Mechanisme) te worden omgezet in een Europees Monetair Fonds (EMF). De besluitvorming hierover blijft vervolgens, net als nu bij het ESM, volledig in handen van de lidstaten, zo bepleit de alliantie. Een belangrijk onderdeel van het EMF moet zijn dat eerst investeerders hun verliezen nemen, alvorens een land met onhoudbare schulden bij het noodfonds kan aankloppen. Verder moet ook de kapitaalmarktunie worden uitgebouwd zodat kapitaal vrij kan circuleren over de EU, aldus de acht lidstaten.
Structurele hervormingen
# Essentieel echter is vooral dat de coalitie van Noord-Europese landen meent dat de sleutel voor een sterkere EMU allereerst in handen is van de afzonderlijke nationale lidstaten zelf. Zij moeten zich aan de Europese begrotingsregels houden en structurele hervormingen doorvoeren om hun economieën te versterken. Wel dienen de maatregelen draagvlak te hebben onder de bevolking van een lidstaat en is het niet de bedoeling dat ze leiden tot een overdracht van bevoegdheden aan Brussel.
Dit zijn maatregelen die heel nuchter en realistisch klinken en vanwege het streven naar voldoende draagkracht onder de bevolking al direct een troefkaart in handen heeft vergeleken bij de grote lidstaten binnen de EU. Vanwege het succesvolle economische herstelbeleid van Portugal lijkt dat land als kleinere lidstaat ook een kandidaat voor de alliantie van de noordelijken, maar zij zullen politiek-cultureel verbonden voelen aan de zuidelijke lidstaten; maar op termijn best een haalbare kaart, zeker met het gebrek aan efficiënte economieën in de zuidelijke lidstaten.
# Hoekstra zegt hierover: ‘De andere zeven landen vinden net als wij dat sterke economieën leiden tot een sterker Europa. Dat begint op nationaal niveau door het nemen van maatregelen die de weerbaarheid vergroten.’ Door een coalitie met de andere Noord-Europese lidstaten aan te gaan, krijgen de Nederlandse ideeën volgens de CDA-bewindsman meer betekenis, waarmee hij vooral bedoelt dat hij dan in Europees verband een grotere vuist kan maken.
Niet-eurolanden
Het is echter sterk de vraag hoeveel indruk de alliantie van Nederland met Zweden, Denemarken, Finland, Ierland, Estland, Letland en Litouwen gaat maken. Het zijn alle relatief kleinere landen wat betreft inwonertal en economie. Zweden en Denemarken zijn zelfs geen eurolanden. Niet toevallig begint het non-paper dan ook met de stellingname dat discussie over de EMU ‘in inclusief verband’ worden gevoerd, waarbij niet-eurolanden deelnemen aan deze discussie als zij dat willen.
De komende maanden, met name in maart en juni, overleggen de EU-lidstaten over de toekomst van de EMU. Ook de begroting van de Europese Unie staat op de agenda in Brussel. De huidige, die maximaal 1% bedraagt van al het geld dat de Europeanen verdienen en produceren, loopt in 2021 af. Nederland wil deze niet laten stijgen en vindt louter Oostenrijk, Finland, Zweden en Denemarken als medestanders op haar pad.
In het Duitse coalitieakkoord staat bijvoorbeeld dat de bijdrage van Duitsland aan de EU best kan stijgen. Ook president Emmanuel Macron van de eveneens machtige lidstaat Frankrijk wil meer geld voor de Unie.
Een nuttige eerste aanzet om te komen tot een herkenbare politieke geschilpunten, zonder dat het op klassieke loopgraven hoeft uit te lopen. Frappant is de afwezigheid van Benelux-bondgenoot België want zij zijn natuurlijk te federalistisch ingesteld. Maar deze noordelijke alliantie kan een goed tegenwicht bieden aan de Visegrad-landen, die geen principiële EU-overtuiging bezitten en dus tot een politieke keuze moeten worden gedwongen, desnoods via het Europese Hof.