Hyperbolie (Beatrice de Graaf, Wetenschap/nrc.nl, 29-5-21)
Column | Tijdens de pandemie worden dramatische vergelijkingen en overdreven termen gebruikt, merkt Beatrice de Graaf. Dat is een nare bijwerking van corona.
De risico’s en neveneffecten van corona zijn groot en mogelijk blijvend, niet alleen in medisch opzicht. Een zo’n effect is de onmiskenbare uitbraak van hyperbolie. Daarmee bedoel ik de verspreiding van het gebruik van hyperbolen op de sociale media en in de publieke ruimte. Uit de keuze van de metaforen begrijpt u dat ik niet denk dat dit een gezonde ontwikkeling is.
Wat zijn hyperbolen? Het is een stijlvorm waar de oude Grieken en Romeinen al graag gebruik van maakten. In de retorica is het ‘een sterk overdreven omschrijving van iets wat praktisch onmogelijk geacht wordt’. Aristoteles vond de hyperbool niet altijd gepast. Want, zoals hij terecht constateerde, wanneer de hyperbool in een politieke context gebruikt wordt, dan lijkt de politicus vooral verteerd door woede en emotie (pathos) en dat komt de logos en de ethos meestal minder ten goede. Cicero was eveneens van mening dat je dit stijlbloempje met mate moest toepassen.
De vruchten van de pandemie
Maar op sociale media is laveren amper te doen. Mirko Schäfer, Jeroen Bakker en hun team van de Utrecht Data School hebben in kaart gebracht hoe die uitbraak van hyperbolen op sociale media om zich heen greep tijdens de Covid-19-crisis, en nog altijd voortwoekert. Bakker analyseerde bijvoorbeeld hoe de hashtag Nexit zich tussen maart en juni 2020 (dus bij de eerste lockdown) verspreidde. Dat deed hij door alle tweets met die hashtag te analyseren op verspreiding binnen Twitter en daarnaast ook te kijken hoe het algehele media-ecosysteem eruitzag dat de gebruikers en verspreiders buiten Twitter met elkaar verbond. Van de kleine 30.000 tweets met een #nexit behoorde 40 procent tot hetzelfde cluster van accounts op Twitter. Dat cluster koppelde de #nexit vervolgens aan hashtags zoals #stemzeweg, #EUSSR en #kominverzet – alle drie hyperbolen, want sterke en niet-realistische overdrijvingen.
Hysterisch lachen
Dikwijls gingen deze hashtags ook vergezeld van dramatische memes: een hysterisch lachende Mark Rutte voor de EU-vlag bijvoorbeeld, of erger. Wanneer zo’n cluster eenmaal de gang te pakken had, en viral ging, kon geen socialemedianavigator die hyperbool nog vermijden. Alle opvarenden werden meegezogen in de kolk van hysterie en pathos. En ook het media-ecosysteem buiten Twitter werd de diepte ingetrokken, want, zoals Bakker laat zien, tweets met hyperlinks (naar YouTube) kregen veel meer aandacht en hadden een grotere impact in het netwerk. Op die manier woekerde die hyperbole zweer door.
Hoe hangt dat dan met corona samen? Niks is gunstiger voor emoties dan geconfronteerd te worden met een gevoel van crisis en urgentie. Bakker laat overtuigend zien hoe pieken in de uitbraak van hyperbolie op Twitter synchroon liepen met mediapublicaties en grote politieke events. De aankondiging van het grote Corona Relief Fund van 750 miljard euro op 27 mei leidde tot een vertienvoudiging van de #nexitfrequentie op Twitter – met alle scheldkanonnades van dien.
Waarom is dat erg? Heel simpel gezegd: hyperbolen mobiliseren emoties, laten gematigde stemmen verstommen, en wakkeren angst, euforie en woede aan. En zo vernauwen ze het spectrum van de politieke mogelijkheden, ondermijnen ze vertrouwen in collectieve inspanningen en creëren ze een hysterische fantasiewereld. Het is dan ook geen wonder dat complottheorieën gedijen bij emotionalisering. Die emotionalisering ontstijgt vervolgens het Twitterplatform, slaat over naar het bredere media-ecosysteem, en vindt de weg naar de straat. Wat vervolgens tot escalatie van protesten leidt.
Een hyperbool in de politieke arena kan een vlak pleidooi wat oppeperen. Maar wanneer dit zich vertaalt in lijfelijke intimidatie op het Binnenhof, is het geen hyperbool meer maar een aanval op de democratie, en op echte mensen.
De grote boosdoeners
En nee, het ligt niet alleen aan Twitter. Het zijn niet alleen de big-techbedrijven die hier de grote boosdoeners zijn (ook wel natuurlijk, maar even niet in deze column). Zoals de onderzoekers van de Dataschool aantonen, neemt de kans op escalatie toe als de brug wordt geslagen vanuit de echokamer van de Twitterkrochten naar de brede media-ecosystemen van YouTube, alternatieve media, of echte kranten. Als termen als ‘Vierde Rijk’, ‘dictatuur’, ‘politiestaat’, ‘rouwstoet voor de democratie’ (recentelijk ‘Neurenberg 2.0’) niet langer als gepeperde overdrijving, maar als feitelijke beschrijving van de werkelijkheid worden gebruikt.
Let wel: dat is geen geautomatiseerd proces. De knooppunten van deze hyperbole escalaties zijn echte mensen, politici, influencers, die welbewust vertrouwen inruilen voor ondermijning, en constructieve rede voor leugenachtige overdrijving. Met president Trump en zijn retoriek aan de vooravond van de Capitoolbestorming als de belichaming van de hyperbool.
Volgens Aristoteles waren hyperbolen iets voor jonge heethoofden. Oudere en wijzere burgers dienden zich er beter niet van te bedienen. Want, zoals die andere meester van de retorica Quintillianus al zei, wat is een hyperbool anders dan een leugen? De redenaar die alleen nog maar het instrument van de overtreffende en overdrijvende trap kan gebruiken, verliest niet alleen de realiteit uit het oog, hij is een leugenaar. Tegen die bijwerking van corona moet het medicijn nog worden uitgevonden.
[Beatrice de Graaf is hoogleraar geschiedenis van de internationale betrekkingen in Utrecht.]
https://www.nrc.nl/nieuws/2021/05/28/hyperbolie-a4045257#/handelsblad/2021/05/29/#404