Stelling: zie alle geplaatste kanttekeningen bij vele alinea’s.
‘We moeten onze democratie opnieuw uitvinden, niet bang zijn voor experimenten’ (Interview • Jean Dohmen & Han Dirk Hekking, Politiek/fd, 23 sept. 23
Nederland maakt zich op voor de spannendste verkiezingen in meer dan een decennium. Twee nieuwe partijen gooien hoge ogen, oude partijen worstelen. ‘Het tijdperk van de volkspartijen is voorbij’, zegt politiek historicus Pepijn Corduwener.
In het kort:
- Het tijdperk van de grote volkspartijen is voorbij.
- Zwevende kiezers kijken per verkiezing wie ze steunen [hun stem uitbrengen].
- Nieuwe partijen schudden het politieke landschap op.
- Angst voor experimenten is onterecht, zegt politiek historicus.
De ooit zo machtige Franse Parti Socialiste zetelde in Parijs lang in een monumentaal pand pal tegenover het parlement. Nu staat het hoofdkantoor van de partij, een voormalig magazijn in de voorstad Ivry sur Seine, ingeklemd tussen een poké bowl-restaurant en een schroothandelaar. In Nederland ging het niet anders. De PvdA verruilde haar monumentale onderkomen aan de Amsterdamse Herengracht voor een anoniem kantoorgebouw aan de rand van de stad.
‘Symbolisch’, vindt historicus Pepijn Corduwener dat. ‘Het tijdperk van de volkspartijen is voorbij.’ Niet alleen de sociaal-democraten gingen kopje onder, ook de christen-democraten. Vijf zetels zijn er in de Ipsos-peiling over van het Christen Democratisch Appèl. In de Tweede Kamer hebben de christen-democraten er nu nog 15. De partij heeft de laatste decennia wel meer tegenslag gekend, maar zo bar en boos als nu was het nog nooit.
In zijn dit jaar verschenen boek The Rise and Fall of the People’s Parties beschrijft de universitair hoofddocent aan de Universiteit Utrecht de teloorgang van christen-democraten en sociaal-democraten die het in West-Europa na de oorlog decennialang voor het zeggen hadden. In Nederland haalden CDA en PvdA samen in 1982 nog 60% van de stemmen, in 2021 bleven ze steken op 15%.
In de jaren 50 en 60 waren de partijen op het toppunt van hun macht. Na de Tweede Wereldoorlog hadden burgers behoefte aan politieke rust. Keine Experimente! is de beroemd geworden leus waarmee de West-Duitse christen-democraat Konrad Adenauer de verkiezingen van 1957 inging. Hij haalde meer dan de helft van de stemmen. Geen wonder dat de volkspartij in tijden van politieke onrust en versplintering tot de verbeelding spreekt.
Is die nostalgie terecht?
‘De volkspartijen boden na de oorlog veel stabiliteit. Verkiezingsuitslagen schommelden, maar lang niet zo radicaal als nu. De partijen konden mensen heel goed van onderop mobiliseren. Ze waren vertakt in de samenleving en daardoor konden ze brede groepen kiezers vertegenwoordigen, tegenstellingen overbruggen en draagvlak voor besluiten creëren. Ze brachten overheid en burger bij elkaar. Het stelde ze in staat goed te besturen en compromissen te sluiten met tegenstanders. Dat is iets waar we nu heel erg naar zoeken.’
‘De volkspartijen hadden ook de nodige tekortkomingen. Ik zou willen waarschuwen voor te veel nostalgie naar die tijd.’ ~ Pepijn Corduwener:
‘Maar de volkspartijen hadden ook de nodige tekortkomingen‘, voegt Corduwener daar onmiddellijk aan toe. ‘Ze werden zonder uitzondering geleid door mannen van middelbare leeftijd. De positie van vrouwen was dramatisch. En vooral in landen als Italië, Oostenrijk en België hadden de partijen ook een enorme macht over de overheid en over de samenleving. In Nederland was dat laatste minder het geval. Maar volkspartijen werden onvermijdelijk ook banenmachines. En er waren corruptieschandalen. Ik zou willen waarschuwen voor te veel nostalgie naar die tijd.’
*Het belangrijkste argument van de huidige politieke crisis wordt niet aangestipt of benoemd: vanwege de partijdiscipline bij stemmingen die worden afgedwongen door regeerakkoorden, is er geen tijd en ruimte meer voor werkelijk debat en dialoog en daardoor wordt de ‘democratie’ vermoordt, vanwege één hoofdoorzaak: het woord of begrip is nooit (afdoende) uitgekristalliseerd geraakt en dat is ook logisch en begrijpelijk: er bestaat geen ‘volk’ dat de afgeleide van ‘volksdemocratie’ inhoud kan geven.
Daarom zijn er ooit politieke partijen in het kader van emancipatiebewegingen ontstaan, in de veronderstelling dat als de leden van georganiseerde partijen bij entree of beginnend lidmaatschap worden geïnformeerd over de partijbeginselen en democratische uitgangspunten van onze ‘representatieve democratie’, zonder voldoende grondwetskennis (dus het staatsrecht) omdat dat alleen in grote lijnen uit de leerboekjes staatsinrichting op middelbare scholen werd besproken. Maar alles evolueert en dat geldt dus ook voor het politieke proces.
Dat is een zaak van ieder partijbestuur en machtstechnieken die in de praktijk altijd gaan meespelen. Het schoolvoorbeeld van deze ontwikkelingen in de praktijk wordt in het boek van Pieter Omtzigt uitstekend beschreven. En dat speelt/speelde niet alleen binnen het CDA, maar overal en die ‘politieke praktijk’ heeft iedereen die in een of meer partijen actief is geweest, aan den lijve ervaren. Om die reden is deze website ook een podium voor onafhankelijke politieke denkgeesten zonder partijdogmatiek; vandaar de naamgeving: AquariusPolitiek.
Een laboratorium waarin wordt uitgedacht hoe het bestaande bestel verbeterd, gerenoveerd en vernieuwd kan worden. De worden ongemerkt alle ‘democratische’ uitgangspunten en debattechnieken bleven onbesproken. Geen letterlijke bezinning wat democratie precies betekent als er in de praktijk van alle dag geen ‘volk’ bestaat, maar alleen in abstracte zin van geografische bevolkingsdata. Dat is een probleem zoals we sinds de eerste (recente) hervormingspogingen van Pim Fortuyn hebben meegemaakt. In het kader van de Politieke Evolutie bleek een vaste Wet van Hindermachten te bestaan die namelijk een ander maatschappelijk verschijnsel hinderden en zo mogelijk blokkeerden als nieuwe initiatieven tegen de belangen van de gevestigde orde ingingen. Daarom mislukten tot heden alle pogingen tot hervorming en verandering.
Zomaar pogingen kunnen bij toeval slagen zoals de twee meest voor de hand liggen voorbeelden van D66 en PvdD, en over PVV valt nog niets te voorspellen omdat het een éénmanspartij is, die door omstandigheden zo ontstaan is na vertrek van Wilders uit de VVD en het Reglement van Orde niet kon voorzien in parlementariërs die vertrekken en voor zichzelf beginnen. En ideologisch is PVV een uiterst dubieuze constructie waarover in het langere verleden op deze plaats veel kritische kanttekeningen zijn geplaatst vanwege de grondwetschending. Daarom had afgelopen dagen tijdens de APB fractieleider Van Baarle van Denk gelijk. Dat thema blijft een eeuwig knelpunt tot het moment dat daarover een staatsrechtelijke studie zal verschijnen, want het ontbrak de Tweede Kamer de moed om daartegen in te gaan.
Maar ook volkomen mislukken van nieuwe hervormingsinitiatieven zijn legio; denk aan alle nieuwe namen die bij de bevoegde Kiesraad zijn aangemeld. En dat gaat dus voor het grootste deel van alle nieuwe initiatieven op. Het meest recent: FvD en alle afsplitsingen vanuit die partij; de vraag is hoelang ze nog zetels zullen bemachtigen. Maar een voorspelling van de verwachtingen is wel mogelijk: vanwege alle dwaasheden en algemeen erkende onzinnigheden die uit de kringen worden rondgebazuind kan het niet zonder gevolgen blijven.
Omdat ze als Forumvertegenwoordigers inmiddels zijn gedegenereerd tot een politieke sekte die dus onvermijdelijk zal uitsterven: complottheorieën als onbewijsbare beweringen horen niet in de Staten-Generaal thuis; en nota bene Wilders toonde tijdens het afgelopen debat het lef om een andere dwaasheid te checken bij Baudet: 9/11 en de Maan kwamen langs en ‘feitelijk’ bevestigd vanuit bestaande complottheorieën, zodat vermoedelijk een effectieve respons van Wilders met zijn treffende en rake opmerking, dat dit Kamerlid zelf op weg naar de Maan onderweg blijkt, de garantie zal zijn dat hij als volksvertegenwoordiger van een sekte niet meer serieus genomen kan en zal worden.
Maar dat de ‘vrijheid van meningsuiting’ en ‘onschendbaarheid’ van parlementariërs tot onzinnige debatten heeft geleid, heeft de coronacrisis afdoende bewezen en zal dus zo snel mogelijk moeten worden opgeheven na de installatie van de nieuwe Kamerleden na 11/22.
Caroline van der Plas ziet haar BBB ‘in de geest van de Katholieke Volkspartij’, een partij die haar hoogtepunt beleefde in de jaren 50 en 60.
‘Ook dat is nostalgie. Maar niet alleen: electoraal concurreert ze met het CDA en ex-CDA’er Omtzigt. Ze claimt door die vergelijking hun traditie. Ze richt zich tot een grote groep mensen die op het CDA zou kunnen stemmen en zegt: mijn partij is ook jullie huis. Daar komt bij: in het spectrum waar zij zit, zijn veel partijen ten onder gegaan. Als kiezer kun je denken: is die Van der Plas mijn stem wel waard? Wie weet wat voor gedoe ze krijgen in de fractie? Door zich te plaatsen in een traditie die ver terug gaat probeert ze uit te stralen dat ze geen eendagsvlieg is.’
Is het in deze samenleving nog mogelijk burgers tot een langdurige vaste relatie met een politieke partij te verleiden?
‘Dat is precies het probleem van deze tijd. Het kan best nog wel voorkomen dat een partij, ook een oude volkspartij, het bij verkiezingen goed doet, maar dat op de lange termijn structureel volhouden is door de versplintering van de samenleving met haar zwevende kiezers onmogelijk geworden.’
*De ervaring hier en elders leert dat politieke fragmentatie tot onbestuurbaarheid leidt en dus tot de ondergang van dat staatsbestel die dat mogelijk maakt.[i]
‘In de hoogtijdagen van de volkspartij waren mensen sociaal-democraat of christen-democraat. Dat was een deel van wie zij waren. Niet alleen in het stemhokje, maar ook bij de harmonie, ‘s zondags in de kerk, op het voetbalveld. Dat is allemaal weg. Een stem uitbrengen is veel meer voorlopig en voorwaardelijk geworden.’
*Sinds de ontzuiling en de huidige maatschappij verdwenen zuilen – behalve de naamgeving uit traditionele en nostalgische overwegingen – meer bestaan, is er ook vanuit staatrechtelijke aspecten ongeschoolde burgers een einde gekomen aan de oude emancipatie en wordt nu de bevolking geacht een verantwoorde stemkeuze te maken. Maar dat is natuurlijk een illusie en de huidige zetelbezetting is daarvan een levens voorbeeld. Vermoedelijk zijn daarover nog geen wetenschappelijke onderzoeken gedaan. Het wachten is op het moment dat daarover een eerste publicatie verschijnt.
Hebben de volkspartijen hun eigen graf gegraven door decennialang compromissen te zoeken?
‘Ja en nee. De focus op besturen en op het sluiten van compromissen pakten electoraal gezien op termijn inderdaad niet goed uit. Doordat partijen zich zo sterk met hun bestuurlijke rol identificeerden, werden ze kwetsbaar. Omdat wantrouwen in de overheid daardoor ook meteen wantrouwen in die partijen was. Er waren genoeg mensen binnen de partijen die ervoor waarschuwden. “Pas op”, zei een prominente Duitse sociaal-democraat eind jaren zeventig, “wij zijn een partij geworden die bestaat uit mensen die overheidsfuncties ambiëren, ze hebben, of hebben gehad.” Daar deden ze niets mee. Besturen zat in hun DNA.’
Maar dat is niet de belangrijkste reden?
‘De individualisering van de samenleving, het afbrokkelen van de zuilen maakte de neergang onvermijdelijk. Daar hadden de partijen geen antwoord op. Burgers keerden zich sinds eind jaren 60 steeds meer af. Mensen kwamen niet meer naar manifestaties en wilden geen lid meer worden. Zo verloren partijen het contact met de burgers. De bestuurders probeerden het tij in de jaren 80 te keren door er “open partijen” van te maken en zo de muur tussen leden en niet-leden af te breken. Niet-leden mochten meeschrijven aan het verkiezingsprogramma. Maar daardoor was er nog minder reden om lid te worden.’
‘Als kiezer kun je denken: is die Van der Plas mijn stem wel waard? Door zich te plaatsen in een traditie die ver terug gaat probeert ze uit te stralen dat ze geen eendagsvlieg is.’ ~ Pepijn Corduwener
‘De pogingen die ze ondernamen om de neergang te stoppen hadden soms iets aandoenlijks. Angela Merkel reikte op een gegeven moment op een congres van de CDU een prijs uit voor veelbelovende initiatieven om nieuwe leden te werven, zoals een standje op de zaterdagse markt. Het was allemaal niet genoeg, en ook niet fundamenteel genoeg. Ze waren bang hun eigen macht te verspelen. De eigen positie ter discussie stellen, dát wilden ze niet.’
Hoe kijkt u naar de samenwerking tussen PvdA en GroenLinks? Is dat een poging van de PvdA om relevant te blijven?
‘Natuurlijk is dit een poging om iets te doen aan de positie waarin de PvdA zit. Maar dat is vrij laat. De crisis in de volkspartijen diende zich decennia geleden al aan. De urgentie is eigenlijk pas vrij laat doorgedrongen, want heel lang hoopten de volkspartijen dat de neergang tijdelijk was: als zo meteen die populistische golf over is gespoeld, dan gaan we weer verder op de oude manier. Maar nu is het ook echt wel duidelijk dat dat echt niet meer zo is. Ik weet ook niet of dit het ei van Columbus is. Tot nu toe is het vooral een tactische alliantie: kijken of ze samen groter kunnen worden dan ieder apart.’
Bent u zelf ook een zwevende kiezer?
‘Ja, en als ik om mij heen kijk, zie ik vrij veel mensen die ook zweven. Misschien niet helemaal tussen uiterst links en uiterst rechts, maar ze zweven wel.’
Neemt het gevaar van instabiliteit en polarisatie daardoor niet toe?
‘Nou, ik zou zeker niet durven zeggen dat we dat we in een fase van democratische neergang terecht zijn gekomen. Wel in een overgangsfase. We hebben sinds 1945 alleen maar democratie gekend mét volkspartijen. De oude volkspartijen trokken niet alleen veel stemmen, maar ze bestuurden ook het land. De planbureaus, de vakbonden en veel andere maatschappelijke organisaties waren allemaal bemenst door die partijen. Nu die volkspartijen verdwijnen, moeten we onze democratie opnieuw uitvinden. We zitten middenin dat proces.’
*Boeiende uitspraken maar de vraag is of we ooit in staat zijn de huidige democratische neergang te beperken door het ‘weer gezond’ te maken? Dat kan ook een utopie zijn omdat de noodzaak tot emanciperen zoals in de 19e eeuw niet meer voor ons tijdsgewricht geldt. Er is nu sprake van de noodzakelijke emancipatie van de praktisch geschoolde beroepsbevolking tegenover de figuurlijke ‘overmacht’ van de intellectuele elites. Dat is een heel ander probleem dat niet vanuit een democratisch bestel kan worden opgelost waarin alleen machtsbelangen een dominante én bepalende positie innemen.
Daarom moet er nu gedacht worden aan een ander type besluitvorming, zoals op deze website ©geformuleerd in de vorm van DDD = Digitale Directe Democratie. Dan krijgt iedereen op basis van eigen verantwoordelijkheidsgevoel een stem in het ‘kapittel’, zowel op basis van de bestuurlijke besluitvorming alswel een noodzakelijke visieontwikkeling over de langetermijn toekomst.
Dat kan binnen een bestel worden geregeld zonder representativiteit vanuit ‘noodzakelijk geachte’ politieke partijen, maar vanuit eigen individuele aanmelding zoals dat ook in de VS plaatsvindt door inschrijving. De aanhalingstekens betekent een onderverdeling in dit collectieve besluitvormingsproces, dus zonder de begrippen referendum en volksraadplegingen te noemen. Waarom niet deze begrippen?
Omdat zowel het EU- als het Oekraïnereferendum hebben aangetoond dat deze gemanipuleerd kunnen worden: het komt per definitie neer op een populariteitsuitslag over het zittende kabinet. En het begrip zoals vroeger vanzelfsprekend was een ‘verstandig kabinet’ is een even grote illusie als alle andere bestaande of denkbare illusies. Er moet dus een bestel bedacht of uitgevonden worden om iedere burger met een actieve en bewust politiek inzicht een bepalende stem te kunnen geven door via inschrijving tot deelname een stem te geven die volwaardig meetelt en alleen de complete uitslag van die stemming bepaalt wat er gaat gebeuren: zo wordt de toekomstige digitale landsbestuurder benoemd naar de rato van uitgebrachte stemmen per kandidaat (meeste stemmen levert automatisch de nieuwe minister-president op; en dat geldt provinciaal en gemeentelijk ook voor lokale publieke functies. Maar ook voor alle begrotingen en andere wetsvoorstellen die denkbaar zijn. Niemand kan nog voorspellen of dit op een chaos gaat uitlopen of niet, omdat een eigen stembepaling wel aan iedere stemmende burger de verantwoordelijkheid geeft dat zijn stemkeuze ook een verantwoorde keuze mag worden geacht.
Het moet gewoon een keer worden uitgeprobeerd voordat het huidige bestel is ingestort. En wat de noodzakelijke grondwetswijziging betreft, zo’n ingewikkeld proces kan (verantwoord) worden omzeild in de wetenschap dat de kieswetten nog allemaal gebaseerd zijn op de oude normen – ontwikkelingen na de grootste grondwetswijziging van 1848, maar nooit tot een haalbaar en uitvoerbaar einde gebracht – en dat is dus alleen mogelijk als bij een toekomstige Tweede Kamerverkiezing een algemene stemmenstaking uitbreekt, zoals bij wijze van spreken de PS-verkiezing van vorig jaar waar BBB tot grootste werd uitverkozen, uit protest tegen het bestaande landelijke ontwikkelingen in Den Haag.
Het nadeel van de huidige procedures is dat er nauwelijks of geen echte wijzing van het bestel zelf kan worden uitgevoerd, omdat de bestaande staatsrechtfilosofie luidt dat er alleen democratie bestaat via de vastgestelde regels, i.c. de partijen waarbij nieuwe partijen mogelijk zijn door inschrijving in het kiesregister, maar anders niet.
De huidige grondwet verbiedt referenda, mede vanwege het risico van manipulatie, zoals in het recente verleden al afdoende bewezen. Maar de opkomst van nu twee nieuwe partijen die de bevolking in hoge mate boeien, is de tijd gekomen om een bestel te introduceren zonder partijen, maar geen absoluut verbod, maar een bestel mét én zónder, en dus op individuele inzet. Naar keuze. Moet kunnen. En eerlijker dan op dit moment mogelijk is want de overgrote meerderheid van de stemgerechtigde bevolking is geen lid van een politieke partij, waartoe ook deze blogger gerekend kan worden, en dat geeft alleen het kleine minderheid van de hele bevolking die wel lid van een politieke partij een grote stem in het geheel van de besluitvorming. En niemand weet welke potentie die ‘ongebonden’ burgers in huis hebben, waardoor de huidige politieke kanalen bediend kunnen worden, ware het niet dat dat wel altijd neerkomst op ego-schade van de verkozen bestuurders. De politieke cultuur bestaat per definitie uit ambitieuze egotrippers die alleen voor hun persoonlijk carrièrebelang gaan en verder niets. Dat is het omgekeerde van representativiteit. De enige uitzondering is Pieter Omtzigt, die het fort-Den Haag voortdurend heeft bestookt met kritische vragen die door een verbaal manipulerende minister-president en dus met zijn coalitiegenoten werd geblokkeerd. Dat tijdperk is nu ten einde.
In Italië kwam in 1994 na de implosie van de volkspartijen Silvio Berlusconi aan de macht. Hij zag zijn partij, Forza Italia, meer als supportersclub dan als partij.
(…)
Nieuwe bewegingen zijn vaak rechts-populistisch. In Frankrijk deed Emanuel Macron als man van het midden een geslaagde gooi naar de macht. Wat kunnen we van hem leren?
‘Frankrijk is een fascinerend voorbeeld. Macron laat ook zien dat we in deze discussie — wat komt er in de plaats van de oude volkspartijen? — meer moeten doen dan ons fixeren op de zoveelste nieuwe ster van populistisch rechts. Macron zei in 2017 letterlijk: “Ik ruik de zwakte van de oude partijen.” Hij voelde goed aan hoe broos het vertrouwen was.’
Natuurlijk speelde zijn persoon daarbij een belangrijke rol. In deze onvoorspelbare tijd, waarin ideologie veel minder een rol speelt, gaat het nadrukkelijk om de vraag: kan ik die persoon vertrouwen, maakt hij de juiste keuzes? We zien dat vaak als iets negatiefs, maar dat hoeft het volgens mij niet te zijn.’
‘Macron laat bovendien zien dat het niet alleen om marketing gaat, maar ook om de inhoud [sic!]. De oude partijen durfden geen duidelijke keuzes te maken. Macron zette daar een verhaal tegenover waar je van alles van kan vinden, maar dat wel heel uitgesproken was: pro-Europees, pro-markt, pro-burgerlijke vrijheden.’
‘Heel lang hoopten de volkspartijen dat het een tijdelijke neergang was: als die populistische golf over is gespoeld, dan gaan we weer verder op de oude manier.’ ~ Pepijn Corduwener
‘Probleem is wel: zijn rol is nu uitgespeeld, want hij kan na twee termijnen niet nog een keer president worden. Wat blijft er van de beweging van Macron over als hij er zelf niet meer is? Daar hebben meer nieuwe bewegingen die zijn gebouwd rond één persoon mee te maken. Hun kracht is ook hun zwakte. Als ze steun verliezen, in opspraak raken, of hun maximaal aantal termijnen opgesoupeerd hebben, is de beweging weg. De oude volkspartijen hadden vroeger een kader en ervaren bestuurders die zo’n klap beter op konden vangen.’
*Hangt van de omsstandigheden af. De toekomst wordt gemaakt door de schrijvers die voorbij de status van bestsellers zeker weer herkiesbaar zijn.
Bestaat de toekomst uit “pop-up-partijen” die tijdelijk een electoraal gat vullen en dan weer verdwijnen?
‘Dat zou best kunnen. Ik zie in deze fase geen partij structureel 30 of 40% van de stemmen halen. Maar als pop-up-partij moet je niet alleen een aansprekende lijsttrekker hebben, maar ook mensen die kabinetsposten en zetels kunnen vullen.’
*Dit is een aanname die nog eerst bewezen moet worden. In het DDD-model dat hierboven beschreven werd worden verkozen maar falende bewindspersonen direct vervangen als alle deelnemende stemmers daartoe besluiten. Een groot voordeel van dit nieuwe bestel: eindeloze ambtelijke overleggen zijn dan niet meer mogelijk en zeker niet als de verkozen bestuurders go9ed beslagen en overtuigend op het toneel verschijnen.
‘Zo is de democratie in veel Europese landen veranderd in een borrelend laboratorium. Corduwener is ervan overtuigd dat de kracht van de democratie ligt in het openstaan voor hervormingen. Dit in tegenstelling tot autoritaire regimes, die zichzelf niet ter discussie kunnen stellen omdat ze dan het kleed onder hun bestaan vandaan trekken.
De democratie is in een experimentele fase terechtgekomen, iets waar de oude Adenauer destijds voor waarschuwde.
*De moeite van een goed doordacht, of in meervoud uitgedrukt: meerdere experimenten die voorhanden zijn als een eerste poging mislukt, zal de belangstelling wekken onder brede lagen van de bevolking. En daarmee zal het vertrouwen in de ‘ideale’ democratie gaan groeien. Maar het oude, huidige model, is ten dode opgeschreven vanwege de loze beloftes die in het recente verleden (1 april-debat) zijn gedaan. Die zijn niet meer voor herhaling vatbaar.
‘We moeten niet bang zijn voor democratische experimenten. Met volkspartijen leefden we in een democratie [*Oh ja? Alleen in formele zin!]. Zonder volkspartijen ook. Die partijen hadden wel een bijzondere kwaliteit: ze creëerden een stabiel bestuur, mobiliseerden mensen en waren in staat om tegenstellingen te overbruggen. Dat zijn belangrijke kwaliteiten, waar we wel iets van moeten zien te behouden. Want zonder deze partijen zetten we ook een stap in het duister.’
*Dit laatste is onzin want geschreven uit een onbestaande utopie.
[Het boek van Corduwener beschrijft de neergang van de sociaal-democraten en de christen-democraten.]
https://fd.nl/politiek/1488652/we-moeten-onze-democratie-opnieuw-uitvinden-niet-bang-zijn-voor-experimenten
[i] Zie een voorafgaande blog over een analyse van J. Th .J. van den Berg o ver Frankrijk en Italië.