Tags
Dwangzorg | De hoge werkdruk in de ggz en de problemen rond de wet over gedwongen opname kan mogelijk gevaar opleveren voor patiënten.
Martin Kuiper, nrc.nl, 24 mei 2020
De problemen rond de nieuwe Wet verplichte ggz, die de gedwongen zorg voor psychiatrische patiënten regelt, nemen toe. Er zijn „concrete signalen” dat geneesheerdirecteuren van ggz-instellingen „hun functie opgeven”, omdat de werkdruk te hoog is en omdat zij bezorgd zijn over de kwaliteit van de zorg die zij leveren. Dit blijkt uit een brief, in het bezit van NRC, die afgelopen week namens een twintigtal bestuurders van de belangrijkste ggz-instellingen naar staatssecretaris Paul Blokhuis (Volksgezondheid, CU) is gestuurd.
Op 1 januari van dit jaar verving de wet verplichte ggz de BOPZ. Psychiatrisch patiënten hebben sindsdien meer inspraak in hun behandeling en mogen meebeslissen over het type dwangbehandeling en hoe deze wordt toegepast, bijvoorbeeld op welke manier er toezicht op hen wordt gehouden en welke medicatie zij krijgen toegediend. In 2018 werden 27.000 dwangopnames opgelegd, waarvan een derde met spoed.
Nog voor de wet in werking trad, was er al kritiek: doordat ggz-instellingen eerst allerlei procedures moeten doorlopen, werd het aanvragen van dwangzorg door ggz-instellingen ingewikkelder. De wet was, volgens de Nederlands Vereniging voor Psychiaters (NVvP), een „bureaucratisch monster” en de organisatie raadde af om de wet in te voeren.
In de Tweede Kamer ligt inmiddels een voorstel om de wet op verschillende punten te wijzigen, maar die aanpassingen gaan, volgens de brief aan Blokhuis, lang niet ver genoeg. „Van de u bekende 25 meter aan bureaucratie gaat er met het huidige reparatievoorstel slechts 1,5 af.”
De administratieve last heeft, volgens de briefschrijvers, „alarmerende gevolgen”. Doordat psychiaters minder tijd in de behandeling van hun patiënten kunnen steken, komt de kwaliteit van de zorg „in het gedrang”. Patiënten worden bedolven onder brieven over hun verplichte zorg, zegt Arnoud Jansen, geneesheerdirecteur van De Dimence Groep, een instelling in Overijssel. Bij elke fase krijgen ze post, zegt hij: „Maar die brieven begrijpen ze vaak helemaal niet.” De vele procedures „ontmenselijken” de patiënten, volgens de brief aan Blokhuis, en werken vervreemdend.
De wet heeft een averechts effect, zegt NVvP voorzitter Elnathan Prinsen: de „rechtspositie” van patiënten is op papier sterker geworden, maar in de praktijk zwakker geworden doordat patiënten alle formulieren niet kunnen doorgronden. „De wet leidt niet tot minder dwang maar tot meer.”
Ook leidt het vele papierwerk tot „zichtbare en zorgwekkende afname van het werkplezier van psychiaters en geneesheerdirecteuren”. Sommigen van hen stoppen met hun werk, volgens de brief. Prinsen bevestigt dat. Geneesheerdirecteur Jansen speelt ook weleens met die gedachte, zegt hij. „Ik was een soort geweten en een intern toezichthouder: wel of geen dwangbehandeling? Ik vul nu de helft van mijn tijd formulieren in.”
Vertraging en achterstand bij OM
Het aanvragen van dwangzorg bij het Openbaar Ministerie verloopt volgens ggz-instellingen ook uiterst moeizaam. Veertien instellingen uit Overijssel en Gelderland stuurden afgelopen vrijdag een brandbrief naar de Inspectie voor de Gezondheidszorg, waarin ze hun zorgen uiten over de „werkachterstand” bij het OM. Van „honderden” patiënten in Overijssel en Gelderland moet de gedwongen zorg verlengd worden, zegt Jansen, maar dit dreigt mis te gaan omdat de aanvragen op de plank blijven liggen bij het OM. Volgens Prinsen speelt dit probleem in het „hele land” in meer of mindere mate.
Wanneer een ggz-instelling verlenging wil van gedwongen zorg, dient de geneesheerdirecteur een aanvraag in bij de officier van justitie. De officier legt deze voor aan de rechter die beslist. Bij de vorige wet liep de zorg door tussen de oude en de nieuwe aanvraag, sinds 1 januari van dit jaar niet meer. Ook blijven aanvragen zo lang liggen, dat de informatie verouderd is wanneer ze eenmaal in behandeling worden genomen. De aanvraag moet vervolgens opnieuw worden opgesteld, zegt Jansen. „Dan ben je zo een paar maanden verder.”
Volgens de brief aan de Inspectie zijn de problemen de afgelopen tijd groter geworden. Heleen Rutgers, landelijk portefeuillehouder Wet verplichte ggz bij het OM, erkent per mail dat er „in een beperkt aantal regio’s” achterstanden zijn ontstaan. Die hebben geen gevolgen voor de verlening van verplichte zorg, schrijft ze. „Er wordt in deze regio’s hard gewerkt om de achterstanden in te lopen.”
Uitstellen van verplichte zorg kan gevaarlijk zijn volgens Jansen, en leidt wekelijks tot „noodmaatregelen”. „Wij behandelen een man die één keer per week electroshocktherapie krijgt, omdat hij anders gevaarlijk is. Zijn behandeling wordt misschien onderbroken.”