Tags
Stelling: Dit is tekenend voor de grote blunder, waaraan Shell ‘wel eens’ ten onder kan gaan, aangezien dat altijd het lot is van #fundamentele én principiële blunders: omdat hieruit geen maatschappelijke signaalfunctie vanuit kán en kón gaan (aangezien je – tot sint juttemis – blijft investeren in fossiel. Schijnheiligheid druipt er vanaf. Jammer dat er niet genoeg werd doorgevraagd.
Als een bedrijf als Shell niet bijstuurt wie dan wel?’ (Ex-topmanagers Shell interview, gen auteursnaam staat gemeld, Katern de Verdieping/Trouw, 20-7-23)
De klimaatcrisis vraagt om een veel actievere rol van oliemaatschappijen. Zij moeten meer doen om de energietransitie te versnellen, stellen twee ex-topmanagers van Shell. ‘Ze moeten het principe ‘do no harm’ toepassen.’
Ik heb geen schaamte dat ik daar gewerkt heb”, zegt voormalig Shell-manager Guus Kessler. “Shell heeft energie geleverd die de wereld welvaart heeft gebracht.”
Kessler was als vice-president belast met projectmanagement. Samen met Jelte Bosma, die in zijn laatste functie bij Shell chief petroleum engineer was, wil hij een signaal afgeven dat het tijd wordt dat Shell zijn “morele en historische plicht serieus gaat vervullen” en “meer klimaatactie moet laten zien”.
Bij elkaar opgeteld hebben Bosma en Kessler een halve eeuw Shell-ervaring. Ze werkten over de hele wereld. Kessler is inmiddels een eigen bedrijf begonnen in de energietransitie: Darel. Hij leidt transitieprojecten bij klanten. Bosma, mede-oprichter van Darel, leidt de non-profit educatietak, die inmiddels meer dan 10.000 scholieren in de leeftijd tussen 15 en 18 jaar les heeft gegeven over de energietransitie. Het doel is draagvlak te vergroten voor klimaatbeleid.
Oud-managers die kritiek leveren op Shell, dat ligt gevoelig. “We willen niet bekritiseren of polariseren, we willen Shell juist aanmoedigen”, zegt Bosma. Kessler: “Want als de grote bedrijven niet meedoen, gaan we klimaatverandering niet stoppen. We hebben iedereen nodig. Het is geen vrijwillige change, het is een crisissituatie en daar hoort crisismanagement bij.” Het tweetal benadrukt te spreken op persoonlijke titel.
De aanmoediging geldt niet alleen voor Shell. “Voor bedrijven als ExxonMobil en BP geldt hetzelfde”, zegt Bosma. “De olie- en gassector zou een hoofdrol moeten spelen in de energietransitie. Ze zouden zich moeten opstellen als probleemeigenaar en meer actie moeten ondernemen. Bedrijven als Shell staan aan het roer. Als zij niet bijsturen, wie dan wel?”
Leidende rol
Kessler: “Dat Shell het naar eigen zeggen relatief beter doet dan zijn branchegenoten is mooi, maar het is niet goed genoeg. De klimaatinstabiliteit die ontstaat als de aarde meer dan anderhalve graad opwarmt, is een mondiaal probleem. Dat vraagt om harde maatregelen van overheden en bedrijven. Shell kan daar een veel actievere rol in spelen, liefst een leidende.”
Het tweetal vindt dat oliemaatschappijen de ‘oprechte verantwoordelijkheid’ moeten nemen om niet alleen de eigen CO2-uitstoot te verminderen, maar ook die van hun klanten, de zogenoemde scope 3-emissies. Dat vindt de rechter ook. In het vonnis van 2021 in een rechtszaak die Milieudefensie tegen Shell aanspande, oordeelde de rechter dat Shell zijn totale CO2-emissies – en ook die van zijn klanten – in 2030 met 45 procent verlaagd moet hebben.
Het hoger beroep dat Shell heeft aangetekend dient later dit jaar. Kessler noemt het ‘teleurstellend’ als Shell door de rechter gedwongen moet worden zijn beleid in lijn te brengen met de klimaatafspraken die zijn vastgesteld in Parijs. “Shell moet juist pro-actief leiderschap tonen in het klimaatneutraal maken van zijn producten, net als de andere oliemaatschappijen dat moeten doen.”
Shells nieuwe topman Wael Sawan, die begin 2023 het stokje overnam van Ben van Beurden, vaart echter een nieuwe koers waarbij de winning van olie en gas juist weer iets stijgt in plaats van daalt. En er worden hogere rendementseisen gesteld aan duurzame energieprojecten. Dat is de verkeerde mindset, meent Kessler. “Je zou veel meer moeten investeren in de transitie, simpelweg omdat je vindt dat het moet gebeuren. Het verdienmodel moet niet leidend zijn, maar volgend.”
Veiligheid prioriteit
Juist Shell kan dat, is de overtuiging van Bosma en Kessler. Ze gaan er eens goed voor zitten om dat uit te leggen. Herinneringen aan hun eerste dienstjaren bij Shell komen voorbij. Ze leerden in snel tempo dat veiligheid in alle omstandigheden prioriteit één is. De missie was simpel: géén dodelijke ongelukken. Dat volgde logisch uit een van de kernwaarden van het bedrijf: Do no harm to people, doe mensen geen kwaad.
Het is volgens Kessler nog steeds een leidend principe, wereldwijd. “Het is een voorwaarde om zaken te doen, met onvoorwaardelijke steun van de top.” Bosma: “Als jonge medewerkers moesten wij wennen aan de absolute ernst van deze veiligheidscultuur, maar door de strikte handhaving voelden we al snel dat deze zorg oprecht was.”
Bezoekers van kantoren of fabrieken van Shell herkennen de strenge veiligheidsmaatregelen, die soms overdreven overkomen. Chauffeurs starten de auto niet voordat iedereen zijn veiligheidsriem om heeft, en op de trap worden bezoekers gemaand de leuning vast te pakken. “Dat compromisloze beleid komt voort uit respect voor medewerkers en andere betrokkenen”, zegt Bosma
Piper Alpha-moment
De onvoorwaardelijke focus op een veilige werkcultuur leent zich volgens het tweetal als blauwdruk voor een vergelijkbare ambitieuze inzet bij de energietransitie. “We moeten onomkeerbare klimaatschade voorkomen. Ook hier zou je het principe do no harm moeten toepassen. Alleen hebben we het in dit geval over de hele planeet: mens én milieu”.
De veiligheid kwam hoog op de agenda van de oliesector na een fatale brand in 1988 op het Noordzeeplatform Piper Alpha van Occidental Petroleum. Daarbij kwamen 165 mensen om. “We kunnen niet wachten op een Piper Alpha-moment voor het klimaat, want als de eerste echte grote klimaatcatastrofes zich voordoen, zijn we de kantelpunten gepasseerd en zijn we te laat om in te grijpen”, zegt Kessler.
“Optimalisatie van financieel rendement lijkt de prioriteit”, constateert Bosma. “Zo lijken de ‘Nature Based Solutions’ die Shell aanbiedt, zoals het planten van bomen, vooral een manier om marketingcampagnes door klanten te laten financieren. Je stelt die klanten misschien tevreden, maar het zet geen zoden aan de dijk. Tot verlaging van emissie-intensiteit heeft in elk geval nog niet geleid.”
Klimaat op het tweede plan
Onlangs nam Shell een investeringsbesluit over het Crux-gasveld in Australië. Het gas uit dit veld bevat circa 12 procent CO2. Het gas wordt verwerkt in een drijvende fabriek voor vloeibaar gas, genaamd Prelude. “Ondanks alle voornemens om de CO2-intensiteit drastisch te verlagen en geen gasvelden meer te ontwikkelen met een hoog CO2-percentage, heeft het bestuur van Shell goedkeuring verleend aan dit project zonder CO2-opslag”, zegt Kessler. Bosma concludeert dat het klimaat op het tweede plan lijkt te staan en dat “het economische belang voorrang krijgt”.
Met een CO2-prijs van rond de 90 euro per ton, zou Crux ongeveer 240 miljoen euro per jaar aan extra kosten met zich meebrengen voor de inkoop van CO2-emissierechten. Tenminste, als het project onder het Europese emissiehandelssysteem zou vallen. Maar in Australië betaalt Shell niets voor deze CO2-uitstoot. Bosma: “Het uitstoten van niet-beprijsde extra CO2 van het Crux-veld levert een hogere winstmarge op voor Shell, en dus financieel voordeel voor aandeelhouders. Het economisch gewin op korte termijn weegt dus zwaarder dan de risico’s voor de mensheid op lange termijn.”
Shell kan volgens de voormalige managers het voortouw nemen. Het concern is in staat effectieve samenwerkingsverbanden te smeden tussen overheden en bedrijven. De multinational heeft volgens Bosma mensen in dienst met oprechte zorgen over het welzijn van mens en planeet: “Bij Shell werken heel veel mensen die onderdeel willen zijn van de oplossing. Ook daarom is het belangrijk de transitie te omarmen, zodat het bedrijf de intrinsieke motivatie en het talent van mensen volledig benut. Dat helpt Shell om concurrerend te blijven.”
Dinosaurus die niet overleeft
Het tweetal roept Shell op om do no harm te omarmen voor alle klimaat- en milieudoelen. “Niet alleen met mooie plannen voor een betere wereld in 2050. Maar vooral met harde doelen en maatregelen voor nú”, zegt Kessler. De multinational zou in 2030 een CO2-neutrale bedrijfsvoering moeten hebben, en vanaf 2040 ook de emissies van klanten naar nul hebben teruggebracht.
In 2050 kan Shell dan alle fossiele installaties hebben opgeruimd en de historische milieuschade hebben hersteld. “Shell heeft goede intenties, maar zet onvoldoende door”, stelt Bosma. “Natuurlijk is het verdomd lastig, maar er is geen tijd om te wachten op de overheid of de consument. Als Shell niet snel uit eigen beweging meer actie laat zien, is het straks de dinosaurus die niet overleeft.”
De harde doelen moeten volgens hen worden vertaald naar strenge voorwaarden aan nieuwe investeringen. “Dat zal leiden tot creativiteit, innovatie en diepte-investeringen in de energietransitie.” Een goede start zou volgens het tweetal zijn dat Shell per direct stopt met het zoeken naar nieuwe olie- en gasvelden.
Reactie Shell
Gevraagd om een reactie stelt Shell: ‘Shell investeert in energiezekerheid voor haar klanten, terwijl het bedrijf verandert om succesvol te zijn in een toekomst met schone energie. Ons doel is helder: Shell wil tegen 2050 een energiebedrijf zijn met netto nul uitstoot. We hebben het geld, de kennis en expertise in huis om te zorgen dat succesvolle oplossingen snel worden uitgerold en effect hebben. We investeren volop in biobrandstoffen, waterstof, laadpalen en het afvangen en opslaan van CO2. Geen enkel ander bedrijf investeert zoveel in de energietransitie in Nederland als Shell. Hier bouwen we onder meer Europa’s grootste groene waterstoffabriek, een fabriek voor biobrandstoffen, windparken op zee, zonneparken en een landelijk netwerk van snelladers voor elektrisch rijden.’
https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/1922/pages/26/articles/1859758/26/1