Tags
Draagvlak nodig voor wind en zon (Commentaar hoofdredactie, opinie/Trouw, 18-3-19]
Een belangrijk thema bij de verkiezingen van Provinciale Staten van woensdag is de energietransitie. Voorheen kwam de stroom uit het stopcontact van ver weg, uit energiecentrales die draaien op gas of steenkolen. Nu komt stroom steeds vaker van ‘om de hoek’, waar zonnepanelen en windmolens dag in dag uit productie draaien – tenminste, zo zou het moeten zijn. Want het verzet in gemeenten en provincies tegen de ontwikkeling van nieuwe zonne- en windparken is massief. Het duurt nu zo’n acht à tien jaar voordat zo’n park operationeel is. En dat is te lang. De duurzame doelen voor opwekking van groene energie in 2020 komen in het gedrang.
Gebrek aan draagvlak, juridische procedures die daarop volgen, maar ook hier en daar netwerkproblemen, zorgen ervoor dat veel provincies in de knoei komen met hun opdracht om lokaal duurzame energie op te wekken. Het kabinet dreigt nu, om de vaart erin te houden, zelf locaties aan te gaan wijzen. Provincie en gemeenten worden dan, tegen hun zin in, opzijgeschoven. Het is de vraag of dat slim is. Een bijdrage aan de verbreding van draagvlak is het in ieder geval niet en het risico is dat gemeenten en provincies zich minder verantwoordelijk gaan voelen voor de omschakeling naar groene energie.
Steun verdient daarom het plan van het kabinet om eigen grond, inclusief vergunning, te gaan aanbieden aan energiebedrijven met plannen voor de bouw van windmolens of zonneparken. Zulke parken zouden dan enkele jaren eerder kunnen worden opgeleverd, denken deskundigen. Grootschalige aanpak zou ook de exploitatiekosten kunnen verlagen, waardoor subsidie achterwege kan blijven, zoals nu ook al het geval is met de windparken op zee.
Het betreft grond langs snelwegen, kanalen en meren, bij bruggen of sluizen. Maar ook locaties die voor weinig andere doeleinden te gebruiken zijn. Zoals de Slufter, het depot van vervuilde baggerspecie op de Maasvlakte, 250 hectare groot, waar drijvende zonnepanelen kunnen komen. Ook bij deze nieuwe aanpak is juridisch traineren mogelijk. Daarom is het zaak om te blijven zoeken naar draagvlak, door bijvoorbeeld omwonenden niet op te zadelen met de slagschaduw of geluidoverlast van windmolens, maar ze te laten delen in de opbrengst. Wie woont aan een snelweg en moet aankijken tegen een muur van zonnepanelen, zou daar dan ook wat voor mogen terugzien. Verlaging van de maximumsnelheid naar 100 kilometer per uur – goed voor de CO2-reductie, tegen overmatige luchtvervuiling en geluidsoverlast – hoort daar vanzelfsprekend ook bij.
[De mening van de krant, verwoord door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.]
https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/588/articles/872189/20/2