Leon de Winter laat Nederland naar de gallemiezen gaan (Sander Becker, Katern de Verdieping/Trouw, 29-10-22)
Nieuwe roman: interview
Is ons land rijp voor een brede opstand tegen de heersende elite? Schrijver en ‘patatrevolutionair’ Leon de Winter laat zijn verbeelding erop los in zijn nieuwste roman. ‘Er ligt hier genoeg brandbaar materiaal.’
Buiten, langs de zonnige bosrand, ligt het bezaaid met eikels en dorre bladeren. Eksters hippen van tak naar tak. Ook binnen in de Bloemendaalse villa heerst volop vrede. Een oude hond sjokt wat rond, een poes ligt te slapen naast de verwarming. Leon de Winter komt de serre ingelopen met een kop koffie en gaat zitten.
Het contrast met zijn nieuwe roman kan haast niet groter. Het lied van Europa, een dystopie die op 1 november verschijnt, zit vol geweld en bloedvergieten. Het begint al direct met een hoofdstuk over de Syrische burgeroorlog van een paar jaar terug. Vervolgens razen we verder naar 2040, als in Den Bosch een volksopstand uitbreekt die zich over grote delen van Europa verspreidt. Uiteindelijk slaagt de heersende macht erin het oproer te onderdrukken, maar alleen door het instellen van een politiestaat. Voortaan is het gedaan met de vrijheid.
Hoe kan het zo gruwelijk misgaan in ons land? Een exacte aanleiding valt niet eenvoudig te distilleren uit de doldrieste verwikkelingen die zich over 430 pagina’s uitstrekken. Duidelijk is wel dat De Winter naar hartenlust plukt uit de actualiteit. Allerlei herkenbare nieuwsfeiten laat hij op een ingenieus verwrongen manier terugkeren. Bij elkaar vormen ze de kiem van de maatschappelijke ramp die ons zou kunnen treffen.
Er is bijvoorbeeld een Waalwijkse juwelier die voor de zoveelste keer wordt overvallen, ditmaal bij hem thuis, door een Marokkaan en een Somaliër – een bloedige en spannende scène, een echte nagelbijter. Er is ook een noodlottige klap in een gezicht, in een ponypark waar asielzoekers zijn gehuisvest. En dan er is nog een verleidelijke Russin, genaamd Europa, rond wie zich een web spint van halve waarheden en leugens – gevaarlijke, alles ondermijnende desinformatie vormt de kern van de roman.
“Ik wilde het begrip waarheid thematiseren”, vertelt De Winter, met een dromerige blik op de hoge eiken achter in de tuin. “Wat is waarheid? Wat is fake? En doet het er uiteindelijk nog toe? Als in een land zoveel brandbaar materiaal ligt, dan maakt het in feite niet meer uit of het vuur wordt aangestoken door een echt of een fake verhaal.”
Het belangrijkste personage is Nico Levi. Door bezuinigingen verliest hij zijn baan bij het Brabants Dagblad. Hij begint vervolgens een kleine blog met regionieuws. “Dat ligt hem wel, al is het geen rijke boterham, eerder fatsoenlijke armoede”, schetst De Winter. Maar dan raakt Nico verzeild in een reeks incidenten die van zijn blog ineens de belangrijkste nieuwssite van Nederland maken. Hij beweert zelf dat hij als enige de waarheid vertelt. Maar is dat echt zo? Of is ook hij aan het manipuleren geslagen? “Daar kom je niet achter”, zegt de schrijver. “Tot op het laatst hou ik de lezer in het ongewisse.”
Uw nieuwe roman heeft zeven jaar op zich laten wachten. Was het zo’n zware bevalling?
“Nee, of nou ja… Elk boek is een bevalling. Dat heeft te maken met mijn soort schrijverschap. Ik bereid voor, ik doe research. Elke roman brengt me naar een nieuwe wereld die ik nog niet goed ken en waar ik me in moet verdiepen. In dit geval speelde er ook nog iets anders mee. Tussen 2015 en nu drong zich steeds nadrukkelijker het intrigerende fenomeen patat-friet aan mij op. Daar heb ik heel veel tijd aan besteed. Ik was bevangen door de vraag: is het mogelijk om koolhydraatarme friet te maken?”
Low-carb friet, hoe dat zo?
“Tja, het lijkt volkomen krankzinnig, maar het is gelukt. Er bestaat nu low-carb friet en ik ben nog steeds bezig met andere frietvarianten. Meer dan tien jaar geleden vertelde mijn internist dat ik pre-diabetes had en moest oppassen met koolhydraten. Ik kan veel dingen niet meer eten: pizza, aardappel, friet…. alles wat zo lekker is. Na een tijdje dacht ik: waarom bestaat er geen low-carb friet? Dan zou ik het weer mogen eten. Samen met mijn neef, een hartchirurg in ruste, ben ik erop gedoken. Na een reis van vele jaren vonden we een methode om het te maken. Ik móest dit doen, al heeft het boek daardoor langer op zich laten wachten.”
Rond 2015 was u al met de nieuwe roman bezig. Vanuit welk idee vertrok u?
“Het begon met een artikel in The Guardian over het ontstaan van de Arabische Lente in december 2010. In mei 2011 ging een journaliste naar het Tunesische woestijnstadje waar het allemaal was losgebarsten. Het verhaal luidde: een man verkocht fruit op straat, maar hij had geen vergunning. Hij moest de politie iedere keer iets toestoppen zodat ze hem met rust liet. Maar op die ene dag wilde hij niet meer. Toen ging het fout. Agenten trapten zijn kar omver en hij kreeg een klap. Hij ging wanhopig naar de gouverneur, werd daar niet ontvangen, liep door naar een benzinestation, kocht benzine, overgoot zich en stak zichzelf in brand. Dat leidde tot een enorme onrust die over heel Noord-Afrika en het Midden-Oosten trok.
“In Tunesië ontmoette de journaliste de zus van de straatverkoper. Die zus vertelde een heel ander verhaal. Ze zei: die klap was uitgedeeld door een politievrouw, en dát kon de verkoper niet verdragen, dat hij in het openbaar werd vernederd door een vrouw. Niks ideologie! De journaliste vond ook nog de politieagente. Die ontkende überhaupt dat ze had geslagen. Zo waren er ineens verschillende narratieven. Wat was nou waar, en wat het fakeverhaal?
“Toen dacht ik: zou zoiets ook in Europa kunnen? Ligt er bij ons ook zoveel brandbaar materiaal dat het met één vonk – echt of fake – kan exploderen? Destijds, rond 2015, was er al wel wat spanning in Nederland, maar nog lang niet zoveel als nu. De complottheorieën rond Covid-19 moesten nog komen. In het boek wilde ik wat tendensen uitvergroten en op zoek gaan naar de vlam. Het begon als een avontuur in de verbeelding, een spel. Dat het zoveel raakvlakken met de werkelijkheid van dit moment zou krijgen, kon ik niet bevroeden.”
Is het boek vooral een spannend verhaal of ook een serieuze waarschuwing?
“Allebei, dat is de ambitie. Ik wil in de eerste plaats onderhouden, ik wil je meesleuren in een spannende geschiedenis met allerlei figuren die aanvankelijk weinig met elkaar te maken lijken te hebben, maar die uiteindelijk toch op een fatale manier met elkaar verbonden raken. Op den duur ontstaat dan onvermijdelijk ook de vraag, bij mezelf én de lezer: is dit de wereld waarnaar we op weg zijn, of moeten we iets doen om dat te voorkomen? Tot op zekere hoogte waarschuw ik dus ook, ja.”
Waar waarschuwt u dan voor?
“De opstandelingen in de roman hebben het gevoel dat ze niets meer te verliezen hebben. Ze voelen zich niet gehoord en dragen niet meer effectief bij aan de samenleving. In verloederde wijken geven ze zich over aan georganiseerde liederlijkheid. Zulke wijken zijn er ook nu al, zij het iets minder extreem. In het boek citeert Nico uit een rapport over zo’n wijk in Den Bosch, De Hambaken. Die passage komt letterlijk uit een gemeentelijk rapport. Alle kiemen liggen er dus al. Gelukkig is de werkelijkheid plooibaar en kunnen we de tweedeling nog keren. Als we verstandig zijn, laten we het nooit zover komen.”
In de roman ontstaat een wereld waarin persoonlijke vrijheden sterk ondergeschikt zijn gemaakt aan de veiligheid. Vindt u dat we hard op weg zijn naar zo’n hypergecontroleerde maatschappij?
“De discussies zijn er al. Hoe vaak mag je je auto nog gebruiken? Moet er een CO2-budget komen? Een vleestax? Een suikertax? Kunnen we nog op vakantie naar de Spaanse kust? Hoever ga je in het digitaliseren en traceerbaar maken van betaalmiddelen?
“En moeten we algoritmes inzetten om van een bezoek aan de supermarkt meteen een training in gezond eten te maken? Die debatten worden gevoerd, en technisch is het allemaal mogelijk.
“En dan heb je nog camera’s en gezichtsherkenningsprogramma’s. Die hebben een enorme vlucht genomen in de VS en het VK, analoog aan wat er in China is gebeurd. Daar bestaat de ‘social credit-staat’ al. Het doel is om je te monitoren en je gedrag te beïnvloeden, want schadelijk gedrag moeten we zoveel mogelijk beperken. Maar wat is schadelijk? En geldt dat ook voor meningen en ideeën? Voor de filtering van internet, Twitter, Instagram enzovoorts? Dat baart me grote zorgen. Ik vind onze open, vrije samenleving een absoluut wonder, inclusief de verspilling en overdaad. Het is zó bijzonder wat er ontstaan is na de Tweede Wereldoorlog: de Nederlandse verzorgingsstaat. Hoe houden we die in stand?
*Juiste vraag: ‘Maar wat is schadelijk? En geldt dat ook voor meningen en ideeën? Voor de filtering van internet, Twitter, Instagram enzovoorts? Dat baart me grote zorgen. Ik vind onze open, vrije samenleving een absoluut wonder, inclusief de verspilling en overdaad.’ Jazeker Leon de Winter, al die begrippen moeten worden geherdefinieerd, want wat uit deze recensie kan worden opgemaakt is dat onze materialistische beschaving zichzelf naar de gallemiezen helpt, en dat is dus een terechte constatering. Maar dat geldt toch óók voor alle complottheorieën en de illusionisten die dat allemaal verzinnen?
Voor de goede orde: een complottheorie is een aanname – en dus theorie – die niet bewijsbaar is, hetzij omdat het bewijs niet te leveren is, dan wel compleet verzonnen is om welke redenen dan ook. Rusland heeft met zijn trollenfabrieken er alle belang bij dat de westerse naties in hun hedendaagse eenheidsgevoel wordt afgebroken en in verwarring achterblijft. Daarom zijn die meningen en ideeën die uit de losse pols worden geformuleerd, niets anders dan fictie, want niet gebaseerd op onderzochte feiten. Dan houdt daarmee ieder zinvol gesprek of debat op te bestaan.
En inderdaad wordt het de hoogste tijd voor sociale media op internet, zoals vooral Twitter en Instagram gefilterd wordt omdat zo alleen maar waanbeelden over de ganse aarde verspreid worden. Het probleem is dat niemand nog in de gaten heeft wat dit voor chaos veroorzaakt, want ‘praktisch’ opgeleide delen van de bevolking hebben geen idee hoe de gepresenteerde ‘meningen’ wel kloppen of niet. Dat moet als het goed is op school geleerd, maar daar komt het nooit van omdat het gekakel tussen de leerlingen en studenten onderling niet (meer) te stoppen is. Ga er als docent maar tegenaan staan… Verspilling en overdaad moet om die reden alleen al verboden worden, want anders komen nog steeds meer plastics in de natuur terecht en dat overleven we geen van allen.’ Verzorgingsstaat in een nieuw jasje’, of niet. Dat maakt tegen die tijd niets meer uit.
“De verzorgingsstaat kan verdwijnen, net als de bestaanszekerheid en de maatschappelijke rust die ermee samenhangen. Wat ik nu al mis, is het gevoel dat ik open naar de wereld mag kijken. Ik bedoel: als ik nu langs een weiland kom en ik zie een koe, dan denk ik meteen ‘daar staat een ammoniakproducent’. Dat vind ik verschrikkelijk, dat wíl ik helemaal niet denken. Ik wil denken: wat een schitterend landschap, wat is er hard voor gevochten om dit alles achter de dijken tot stand te brengen. De onschuld van kijken wordt belast.”
Veel van de gevaren die u ziet, bespreekt u ook in uw Telegraaf-column. U wordt daarom soms weggezet als complotdenker, net als hoofdpersoon Nico. Voelt u zich verwant met hem?
“Nee, al weet ik natuurlijk wat er hier en daar over mij wordt gezegd. Dat komt doordat ik vragen stel. Bijvoorbeeld rond oversterfte. Waarom onderzoeken we die niet? Op dit moment zijn er zoveel mensen die sterven. Toch lees ik nergens een serieuze verklaring. Wat is er gaande? Heeft het vaccin bijwerkingen die we niet kennen of die we misschien niet wíllen kennen? Als ik verantwoordelijk was voor het toelaten van die vaccins, dan zou ik zelf ook denken: laat dat onderzoek maar even zitten, veel te gevaarlijk. Maar dat heeft niks te maken met complotdenken. Ik ga niet uit van kwade trouw bij politici als Hugo de Jonge of Mark Rutte. Overigens sluit ik niet uit dat er complotten bestaan. Die zijn van alle tijden. Er zíjn mensen met snode plannen, die in de schaduw hun doelen proberen te bereiken ten koste van anderen. Maar een complot achter de coronavaccinaties? Dat geloof ik niet. Zoiets hou je ook nooit stil.”
Hoopt u dat mensen anders naar de werkelijkheid gaan kijken als ze uw boek hebben gelezen?
“Het zou natuurlijk mooi zijn als lezers na afloop in hun hoofd alles nog een keer afspelen en zich afvragen: wat was nou echt in dit verhaal en wat het valse narratief, en zou het ook in werkelijkheid zo uit de hand kunnen lopen? Maar uiteindelijk wil ik toch eigenlijk maar één ding: dat je even meeleeft met Nico en de andere figuren en dat je iets meeneemt over de rijkdom van het menselijk circus.”
*Mooie slotwoorden: ‘de rijkdom van het menselijk circus’, maar helaas wel van een dodelijke soort.
https://krant.trouw.nl/titles/trouw/8321/publications/1701/articles/1687895/40/1