Tags
Als de pastoor of dominee vroeger de wijsheid niet in pacht had, was die tenminste bij de huisdokter. Wie zich niet lekker voelde, ging naar het spreekuur en vertelde over de kwaal. De arts stelde zelfverzekerd een diagnose en schreef een recept uit. Soms was dat de oplossing, soms ging de kwaal vanzelf over en soms werd de plank misgeslagen en eindigde de patiënt in het ziekenhuis of in het graf.
Toen kwam samen met de mondigheid de medische encyclopedie en daarna internet, waarna ieder voor zichzelf een diagnose kon stellen. Daarmee gewapend wordt de arts bezocht die voorzichtigheidshalve op het spreekuur eerst vraagt: ‘Wat denkt u zelf?’ Daarna passeert een aantal mogelijkheden de revue en ontspint zich een discussie waarna een doorverwijzing kan volgen naar een specialist of wordt de kwaal verder in het huisartsenoverleg besproken.
In de economie is het niet anders. De glazen bolkijkers die vroeger een raming gaven over de gezondheid van de toekomstige economie, werken nu met scenario’s. Die variëren van kommer en kwel tot rozengeur en maneschijn. Als minister Hoekstra bij directeur Pieter Hasekamp van het Centraal Planbureau (CPB) te rade gaat, zal die net zo goed kunnen vragen: ‘Wat denkt u zelf?’
Dankzij computers hebben we steeds meer data, maar weten we eigenlijk steeds minder. De huidige crisis kan nog altijd eindigen in een rooskleurige V (in de herfst kraait er geen haan meer naar) tot een zwartgallige L (een diepe economische val die doet denken aan de Grote Depressie in de opmaat tot een wereldoorlog). Het kan ook een U (langzaam herstel zoals die van de Grote Recessie) of een W (diepe val, herstel, nieuwe val en herstel) worden. De toekomst is een potpourri van ‘U vraagt, wij draaien.’
Het CPB kan niet anders dan twijfelen aan zijn eigen ramingen, zoals de moderne huisarts dat doet aan de conclusies na allerlei onderzoeken. Zelfverzekerdheid is passé. Of alleen nog voorbehouden aan een dwaas met een bord voor de kop.
De wereld is zo complex geworden dat echte voorspellingen niet meer te maken zijn. Niettemin willen beleidsmakers en het volk worden gerustgesteld. Klaas Knot noemde onlangs deze coronacrisis zo exceptioneel dat de lasten daarvan wel over vele generaties mogen worden gespreid. Maar misschien is er binnen vier jaar een nieuwe crisis – volgende pandemie, wereldoorlog, milieu – waarmee vergeleken de huidige een dipje is.
Nu heeft het CPB nog vier scenario’s. In de toekomst worden dit er acht, zestien of 144. Eind deze eeuw heeft het CPB net zoveel scenario’s als dat er mogelijkheden zijn. En we zijn weer even ver als toen de economische beleidsanalyse onder het CPB van Jan Tinbergen begon.
Pieter Hasekamp wilde de verwarring niet groter maken en zei voor het NOS Journaal dat de krimp dit jaar 6,4 procent zal zijn in plaats van tussen 3 en 10 procent. Niemand wist of hij sprak als een oude pastoor of oude huisdokter.
p.dewaard@volkskrant.nl
https://krant.volkskrant.nl/titles/volkskrant/7929/publications/977/articles/1156057/22/1