Als ik een kost rotte tomaten had, dan wist ik het wel (Column Max Pam, Opinie & Debat/de Volkskrant, 14 december 2016)
Niet Samsom had weg gemoeten, maar Spekman
Een van mijn oudste herinneringen gaat terug naar het Amstelveld in Amsterdam, waar de Partij van de Arbeid een bijeenkomst hield. Ik liep aan de hand van mijn vader, die ik stevig vasthield omdat het erg druk was. Als kind zie je in de menigte vooral de onderkant van mensen: hun jassen en hun schoenen.
Maar op een gegeven moment werd ik door mijn vader uit de massa opgetild. Terwijl ik op zijn arm werd gezet, verscheen aan mij een oudere heer in het antracietgrijs. Hij had een vierkant gezicht met een gesoigneerde snor. Verder droeg hij een veredelde versie van wat vroeger ‘een ziekenfondsbril’ werd genoemd.
‘Dit’, zei mijn vader, ‘dit is mijnheer Drees.’
Mijnheer Drees was de patriarch van de sociaal-democratische beweging. Waar hij kwam, weken de mensen terug, niet alleen uit ontzag maar ook uit bewondering. Willem Drees was onkreukbaar, hij was zuinig op ons geld en hij kwam op voor arbeiders, voor zieken en behoeftigen, voor bejaarden. Hij was een van ons.
Een enkele keer heb ik mijnheer Drees gezien op de verjaardag van mijn vader, want partijgenoten zochten elkaar op bij zulke gelegenheden. Dan ging de bel en stond mijnheer Drees onder aan het trapgat. Hij bleef altijd maar even.
# Wie zo’n jeugd heeft gehad, kan de werdegang van de PvdA nauwelijks met droge ogen aanzien. Zelf heb ik daar ook aan bijgedragen, want ik heb al in geen jaren meer op die partij gestemd.
# Toch blijft het telkens slikken als ik de peilingen zie. Tien zetels, met pijn en moeite. Dat is de helft van het aantal dat de SDAP behaalde bij de verkiezingen van 1922. En dat beeld is nog vertekend, want toen waren er geen 150, maar slechts 100 zetels te verdelen in de Tweede Kamer.
PvdA, ga staan voor wat er is bereikt!
# In deze krant gaf Arie Elshout de PvdA-achterban het advies om ‘eens naar zichzelf te kijken’. Ik heb daar weinig hoop op, want zoals de filosoof David Hume beweerde: ‘De mens kan alles waarnemen, behalve zichzelf.’ Zelfs in de spiegel zie je niet jezelf, maar een spiegelbeeld.
# En veel mensen herkennen niet eens hun stem als die op een bandje wordt teruggespeeld. Hoed u daarom voor weer een rapport vol zelfkritiek. De analyse zal vooral van anderen moeten komen.
# Waar Elshout natuurlijk gelijk in heeft, is zijn opmerking dat het compromis bij de PvdA-achterban volkomen in diskrediet is geraakt. In plaats van trots te zijn op wat het huidige kabinet heeft bereikt aan hervormingen en aan economisch herstel is men afstand gaan nemen, daarmee alle successen van Rutte II aan de VVD overlatend. Dat is natuurlijk het stomste dat je als partij kunt doen.
Hier wordt een rake opmerking gemaakt onder het huidige gesternte van het populisme: ‘het compromis bij de PvdA-achterban volkomen in diskrediet is geraakt.’ Niet alleen dat het maken en het bereid zijn tot het maken van compromissen noodzakelijk onderdeel is van onze pacificatiedemocratie (Lijphart), maar vooral ook omdat er geen land is met zo’n klein geografisch oppervlak, en tegelijk met zoveel ideologische verschillen en kerkelijke denominaties. En dat wordt in de komende tijden nog veel zichtbaarder want Rutte 2 heeft een nieuwe politieke cultuur ingeluid door twee tegenpolen als coalitiepartners (na Paars 1 en 2) aan te stellen dat werd genoodzaakt door de verkiezingsuitslag van 2012 (vanuit de veronderstelling dat een 2-partijenkabinet makkelijker te regeren is dan een meervoudig kabinet, met het inherente risico tot conflicten en kabinetscrisis). Na 15 maart 2017 bestaan er dus alleen nog maar 5- of 6-partijencoalities en dat mede dankzij de zelfbenoemde senatoren die menen politiek te mogen bedrijven en dus de Tweede Kamer dupliceren, in plaats van de wetgeving uit de Tweede Kamer op rechtsstatelijkheid, haalbaarheid, uitvoerbaarheid en consistentie te controleren en dat is fundamenteel anders dan de ongeschreven wetten voorschreven en tot in het heden voorschrijven.
Tweede constatering is dat deze bovengenoemde wijziging in de politieke cultuur ook had moeten betekenen, dat de beide regeringspartijen hun achterban hadden moeten instellen en moeten voorbereiden op de praktijk van die nieuwe cultuur: er kan niet meer structureel en heftig gepolariseerd worden omdat die polarisatie zichzelf afstraft door uitsluiting(en) van regeringsdeelname. Verschillen tussen ideologische standpunten – basiselement van het bestaansrecht van traditionele partijen – blijven altijd bestaan, maar de consequentie van die nieuwe cultuur is dat er steeds wisselende en nieuwe meerderheden voor wetsvoorstellen moeten worden gemaakt en dus dat het debat voortaan niet meer gaat om tegenstellingen omzetten in winst tijdens onderhandelingen (zowel coalitieonderhandelingen als de thematische wetsvoorstellen) om een meerderheid in beide Kamers te bereiken, maar om zoeken naar eenheid en verbinding – in plaats van de concurrentiestrijd en verscheidenheid die toch al in overmaat bestaat! – om tot een aanvaardbaar compromis en consensus te komen. Een fundamentele wijziging in politieke- en partijcultuur kortom. Daarop is nog geen enkele partij ingesteld, laat staan geprepareerd. Alle partijbesturen hebben daarin gefaald en dat tekent al het failliet van dit partijenbestel.
Het worden dus een soort van permanente zakenkabinetten, om het zo maar eens uit te drukken, want puur linkse en rechtse coalities komen niet meer voor. En bij zakenkabinetten speelt de ideologische kleur ook nauwelijks, dan wel een zwaar ondergeschikte rol. Er komen dus alleen – als voorbeeld – nog maar 5-partijencoalities, en dat zijn dat de bovenste vijf partijen in de uitslag. Kortom, er valt NIETS MEER TE KIEZEN welke formatie er zal worden opgebouwd.
# Er zijn natuurlijk allerlei oorzaken voor de deconfiture van het compromis, maar naar mijn idee is het begonnen met de opmars van de Socialistische Partij. De electorale voorspoed van Jan Marijnissen is tevens het begin geweest van het uiteenvallen van links Nederland.
De stelling kan ik nog niet beamen, want de opmars van de SP was alleen te danken aan het charisma van Jan Marijnissen, en aan de crypto-communistische discipline van die partij, maar dat kan en mag geen verklaring zijn voor het uiteenvallen van links-Nederland. Er wordt mijns inziens te weinig aan de analyse van de maatschappelijke ontwikkelingen gedaan en alle wijzigingen tijdig omzetten in beginselverklaringen. Nu klinken beginselprogramma’s enigszins oubollig en zijn ze eigenlijk vervangen door schrifturen van lijsttrekkers, maar dat is nog geen bewezen vooruitgang. Persoonlijk heb ik een andere verklaring voor het steeds gebrekkiger wordende partijenbestel. Hoe logisch het ook klinkt om partij- of verkiezingsprogramma’s te schrijven die per congres met stemmingen wordt vastgelegd, maar dat zijn eindeloze boekwerken geworden waar iedereen aan kapot gaat en dat is ook logisch: het heeft niets te maken met maatschappelijke analyse(s) die ten grondslag moet(en) liggen aan het samenstellen van een programma. Zonder juiste analyses worden ook geen consistente partijprogramma’s geschreven want alle resultaten zijn inconsistent en onsamenhangend. Een verzameling van willekeurige kreten. Op die basis valt geen politiek te voeren. Daarmee kan ook de opkomst van het populisme worden verklaard: oneliners zijn makkelijker dan nuances. En toch moeten we het van de nuances hebben en vandaar dat het tijd wordt om aan een registratie van deelnemers aan de verkiezingen te beginnen, zodat alleen bewuste en gemotiveerde stemmers meedoen en dan wordt de winnaar van de verkiezingen automatisch tot formateur van een nieuwe coalitie benoemd. Dat wordt dus een soort van presidentieel stelsel binnen de parlementaire democratie. En dat is niet onlogisch omdat onze parlementaire democratie zich onmogelijk heeft gemaakt door het opkomende populisme dat iedere visie in de weg staat.
# In de vakbeweging was de PvdA al gekraakt door de SP, toen de SP ook bij de landelijke verkiezingen een substantieel deel van de PvdA-kiezers blijvend wist te veroveren. Eén kleuterpartij, zoals GroenLinks, was voor een sociaal-democratische volkspartij nog te dragen geweest, maar de voortdurende dreiging van de SP heeft de PvdA de das omgedaan.
# Ik bedoel: in het begin gooide de SP nog compromisloos met tomaten, tegenwoordig wil die partij op lokaal niveau best af en toe een compromisje sluiten, waarmee zij verdacht veel gaat lijken op de PvdA die zij zo consequent heeft laten afkalven. Ja, de SP is echt een partij geweest waar links Nederland wat aan heeft gehad. Als ik een kist rotte tomaten had, dan wist ik het wel.
Ik betrap mezelf erop dat deze laatste zin dubbelzinnig overkomt, want in eerste instantie meende ik dat de auteur de rotte tomaten naar Hans Spekman wilde gooien, maar nu blijkt het de SP te zijn. In mijn herinnering is de SP na Jan Marijnissen populistisch geworden en dat is de ondergang van diezelfde SP die zich nu aan het voltrekken is. Ook heeft de harde opstelling van de SP binnen de vakbond FNV meer stuk gemaakt dan velen lief zal zijn geweest. Ondanks deze ‘leesfout’ had ik al geschreven dat partijendemocratie een lege huls is (geworden). Daarom op sterven na dood.
# Uiteraard heeft de PvdA ook zichzelf veel te verwijten. De wijze waarop Hans Spekman de partij heeft geleid, is ronduit beschamend.
Als buitenstaander kan ik dit noch bevestigen noch ontkennen. Maar mijn intuïtie geeft mij in dat de auteur gelijk heeft.
# Niet Diederik Samsom had weg gemoeten, maar Spekman die met allerlei onzalige ideeën de PvdA tot de risee heeft gemaakt van de sociaal-democratie.
Ook hier kan ik niet bevroeden hoe deze uitspraak moet worden begrepen en welke argumenten tot dit oordeel hebben geleid, maar op mijn Facebookpagina schreef ik het volgende, waarmee ik wederom Pam gelijk geef:
‘Al na de eerste ronde in het lijsttrekkersdebat had het partijbestuur moeten ingrijpen door Asscher te verbieden persoonlijke aanvallen te richten op Samsom, want beneden peil. Die debatten (in totaliteit) hadden dus gebruikt moeten worden om samen, vanuit verschillende visies (Samsoms pragmatisme versus Asschers teruggrijpen op oude waarden) tot een nieuwe formule te komen in de politieke praktijk van alle dag, aangezien linkse- of rechtse coalities niet meer voorkomen.
Had beide dus als nummers 1 en 2 op de lijst geplaatst en de winnaar met de meeste voorkeursstemmen tijdens de echte verkiezingen was automatisch partijleider geworden. Maar het partijbestuur was waarschijnlijk ook overvallen door de agressieve houding van Asscher. Zulke lijsttrekkersverkiezingen waren dus zinloos maar zeker ook niet voor herhaling vatbaar.’
# Hij ging het arbeideristische van de SP nadoen en dan weet je: kiezers stemmen liever op het origineel.
Ik vermoed dat het Spekmans pech was dat hijzelf karakterologisch een soort SP’er was die de leegloop van de PvdA niet kon keren, omdat hij geen reorganisatie van diezelfde PvdA tot stand heeft gebracht zoals ik in deze reactie heb beschreven. De PvdA heeft concluderend zowel Asscher als Samsom nodig om deze ideologische en organisatorische reorganisatie gestalte te geven en daarom is de laatstgenoemde is dus de ideale persoon die een nieuw beginselprogramma te gaan schrijven en verantwoordelijke wordt voor de scholingsfaciliteiten binnen het partijbestuur.
Waarom schrijf ik dit alles als buitenstaander? Omdat het de politieke partijen (collectief) nog niet duidelijk is geworden dat de Nederlandse politiek gewijzigd moet worden na de moord op Fortuyn en dat politieke partijen een openbaar domein vertegenwoordigen waar iedere buitenstaander zijn of haar mening over mag ventileren. Partijen zijn kortom geen besloten verenigingen, waar het volk geen zeggenschap over heeft. Er bestaat inderdaad geen officiële zeggenschap in de vorm van stemrecht via het lidmaatschap, maar er bestaat wel de ruimte en mogelijkheid om, zoals journalisten dat doen, meningen en standpunten te verkondigen via diezelfde openbare ruimte. Want de vrijheid van meningsuiting is ook hier van toepassing. Partijen houden daarmee naar mijn indruk en smaak te weinig rekening mee.