Brussel is bang voor Britse chantage (Stéphane Alonso, In het nieuws/NRC Handelsblad, 9 mei)
Geef ons onze zin, anders storten we de EU in een crisis – zo ziet Brussel de Britse tactiek in aanloop naar een referendum.
‘Een referendum is nu onvermijdelijk. De vraag is alleen: waar moet het over gaan? Cameron vindt de EU te machtig en verzet zich tegen de negatieve effecten van arbeidsmigratie van zijn mede-Europeanen uit Polen, Roemenië en Bulgarije. De Britse premier eist hervormingen en verdragswijzigingen. Alleen dan kan hij zijn landgenoten alsnog adviseren om in 2017, wanneer het referendum moet plaatsvinden, vóór EU-lidmaatschap te stemmen, heeft hij gesuggereerd. Door te laten zien dat hij de eurosceptische geluiden in eigen land serieus neemt, wil Cameron zich politici die aan zijn machtsbasis knagen – ook in zijn eigen partij – van het lijf houden.
Existentiële crisis
‘Maar wat vanuit zijn perspectief een kwestie van zelfbehoud lijkt, wordt op het continent ervaren als chantage: doe wat ik wil, of het Verenigd Koninkrijk stapt op en stort en passant de EU in een existentiële crisis. ‘Help me of ik schiet mezelf door het hoofd’ – het doet sterk denken aan de huidige Griekse tactiek om meer EU-noodsteun los te krijgen. En Europese beleidsmakers, zo ondervinden ook de Grieken al maanden, hebben er een bloedhekel aan.
Temeer omdat Cameron tot nu toe nooit duidelijk heeft gemaakt wat hij nou precies wil.
“Ik sta klaar om samen met u een eerlijke deal te sluiten voor het Verenigd Koninkrijk in de EU en kijk uit naar uw ideeën en voorstellen in dit verband.”
Jean-Claude Juncker voorzitter van de Europese Commissie
De Britse premier benadrukt in toespraken graag dat hij hetzelfde wil als Nederland, dat in Brussel ook geregeld een punt maakt van de arbeidsmigratie. Maar Mark Rutte heeft nog nooit gedreigd de EU te verlaten, als Nederland zijn zin niet krijgt.’
Het is vreemd dat Brussel zich zo op stang laat jagen door de uitslag van de Britse verkiezingen. De Britse verlangens om Brussel minder macht te geven en verdragsbepalingen over migratie staan immers niet alleen voor Camerons eigen natie, maar voor een groot deel van de oppositionele en anti-EU-partijen op het continent. Waar Cameron namens zijn land met de EU wil gaan heronderhandelen past in feite in het pluriforme beeld van veel eurosceptische partijen, zodat Cameron niet alleen namens zijn land hervormingen van de EU predikt, maar zeker ook namens een groeiend oppositioneel geluid op het Europese continent. Daarmee is Cameron spreekbuis geworden voor al die politici die de EU-Verdragsbepalingen verre van ideaal vinden en nog nimmer aan de bevolking zijn voorgelegd met uitzondering van het Europees referendum.
Omdat het nu steeds duidelijker wordt dat de 3%-begrotingstekortnorm een belachelijk percentage is, dat eigenlijk dient te worden vervangen door minimaal een 4%-tekortnorm, dat veel beter aansluit op de handelsstromen binnen de Unie, zijn er vele andere thema die allemaal onderwerp dienen te zijn – lees: weeffouten in de grondconstructie – om meegenomen te worden in een evaluatieproces over de Europese richtlijnen nadat de eurocrisis voorbij is. Pas dan is er tijd voor een evaluatie, omdat de EU dan op dat moment bewezen heeft dat het zelfstandig in staat is orde op zaken te stellen in alle begrotingssystematiek en financiële gezondheid van formeel de gehele EU, maar in het bijzonder de eurozone.
Om deze reden is het eigenlijk altijd al onbegrijpelijk geweest dat Brussel zo bang is voor de vermeende ‘chantage’ vanuit Londen, omdat er simpelweg geen sprake is van chantage. Alleen weet iedereen dat als niet de juiste toonhoogte wordt gevonden voor de protestgeluiden, er dan toch niet geluisterd wordt vanuit dat bestuurscentrum van de Europese Commissie.
Laten we dus Cameron de komende twee jaar tot de vaststelling van het referendummoment goed gaan volgen opdat we zeker weten of de Britten gelijk hebben met hun kritiek op de Unie. Die kritiek komt namelijk neer op het verdedigen van de economische unie en niet op een politieke unie, en dit laatste wil helemaal niemand, met uitzondering van de diehards in Brussel zelf. Zo simpel ligt dat.