Tags
Waarom mag Wilders blijven pesten? (Column Janneke Koelewijn, In het nieuws, nrc.nl, 3-9-18)
Een goede vraag die door klinisch psycholoog en kinderpsychoanalytica Akke Veerman aan de columniste gesteld werd:
Akke Veerman (72), klinisch psycholoog en kinderpsychoanalytica, stuurt me een mail waaruit zowel verbazing als bezorgdheid spreekt. „Het gedrag van meneer Wilders”, schrijft ze, „waarom benoemen we dat als vrijheid van meningsuiting terwijl het onder pesten, hitserij of belediging zou kunnen vallen?” Nu weer die cartoonwedstrijd. Al is die afgeblazen, het kwaad is geschied. Mensen zijn boos en gekwetst en willen terugslaan. Ze kan niet begrijpen waarom hem geen grenzen worden gesteld. Wie moet ze stellen, vraag ik als ik haar spreek, zondagochtend. „Grapperhaus”, zegt ze. „En Rutte. Wat zou ik het juist vinden als zij tegen Wilders zouden zeggen dat hij moet ophouden. Laten ze maar een moreel oordeel vellen. Je mag je mening uiten, maar pesten doen we niet in Nederland.”
Deze alinea is voor mij voldoende om een politiek-psychologisch antwoord te geven. zeker nu ik ben geïnspireerd geraakt door psychoanalytica Esther Perel, gisteravond bij Zomergasten.
Wilders is altijd een ééndimensionaal en daarmee een zwart-wit denkend politicus geweest en daarom concentreert hij zich vanwege zijn eigen angsten en waanbeelden op zijn eigen tegenpool in het ééndimensionale mondiale spectrum en dat zijn de moslims in de premoderne werelden van (Voor)Azië, het Arabisch schiereiland en het Verre Oosten en dus groot-Azië. Wilders is dus kortom om het wat complexer te maken als burger van een postmodern, hoog- of laatindustriële natie dat ons land is, zelf is blijven steken in dat premoderne eigen karakterstructuur van hemzelf.
En het tragische is dat hij zich binnen de Kamer een machtspositie heeft opgebouwd omdat niemand in de Kamer is opgewassen tegen zijn eigen opgebouwde-debattechniek met zijn oneliners van kretologieën zonder enige visie en juist met die scherpslijperij wel altijd winst weet te boeken in de peilingen. Dan zwijgen de anders fracties, hoewel Pechtold het heel lang heeft volgehouden om de dwarsliggers rol te spelen, maar zonder succes. Ieder scherp debat waar hij aan deelneemt, levert direct spektakel op, zoals nu ook aan de orde is met Thierry Baudet. Als je maar lawaai kan schoppen, bevolkingsgroepen ‘banaliseert’, hoewel hij die opkomst van het islamisme wel serieus neemt omdat het volgens hem wel een levensgrote bedreiging vormt voor onze nationale identiteit.
De rechtszaken die hij wegens belediging en aanzet tot haat (tegenover de Marokkanen) gewonnen heeft kwam ook vanwege het feit dat hij de fatsoensgrenzen niet heeft overtreden. Daarmee is een nieuwe jurisprudentie ontstaan met nauwkeuriger afbakening van de nieuwe grenzen van fatsoen, belediging en haatdragendheid. Oproepen tot haat is verboden, maar haatdragendheid wat karakterstructuur zoals bij Wilders het geval is, kan niet verboden worden.
Vandaar dat ik vanuit mijn vakgebied geneigd ben om een cultureel onderscheid te maken met hun geëigende karakteristieke eigenschappen: pre- ofwel vóórmoderne maatschappij waarin de gehele gemeenschap als een collectiviteit leeft en een belediging van ‘buitenaf’ ten aanzien van de godheid binnen de eigen religie als oorlogsverklaring geldt, vooral als eendimensionale oorlogshitsers de lont in het kruitvat steken. Dat speelt nu. Fanatieke godsdienstwaanzinnigen kunnen binnen een dergelijke samenleving veel onheil aanrichten.
En Wilders als DNA-genoot van die godsdienstige fanatiekelingen beseft één ding helemaal niet: en dat is het feit dat de islam in geen enkel westers land ooit de meerderheid onder de bevolking en in het parlement kan worden, omdat ieder land op eigen manier veiligheidskleppen heeft ingebouwd om tot een dergelijke ‘omwenteling’ onmogelijk te maken: onze Grondwet stelt dat fundamentele wijzigingen met een tweederde in tweede lezing moet worden goedgekeurd na een nieuwe Tweede Kamer te laten aantreden en dus in beginsel een felle verkiezingsstrijd.
Deze strenge wijzigingsstructuur van de Grondwet maakt het onmogelijk dat in ons protestantse, calvinistisch-christelijke natie met een grote katholieke minderheid, een islamitische meerderheid zal ontstaan of deze te forceren. Kortom, het getoeter en geblaas van Wilders is alleen retoriek om zijn armzalige visieloosheid te verbergen en om toch voldoende stemmen binnen te halen en de stem van structureel ontevredenen in het parlement te vertegenwoordigen.
En nu het kern punt wat mij betreft: het gaat in een premoderne samenleving om een collectieve stammengemeenschap die alleen maar collectief kan denken en handelen. Want dat is inherent aan een premoderne maatschappij binnen een natie.
In een postmoderne samenleving die hoogtechnologisch van aard is, is de stand van wetenschap en technocratie ook zodanig vergevorderd is dat er geen collectiviteit meer bestaat van de stammensamenlevingen, maar hyper geïndividualiseerde maatschappij van autonome individuen en burgers (politiek bewuste inwoners). Als een moslim mij als ketter of duivelse consument wenst te beschouwen, voel ik mij niet aangesproken en denk in stilte dat hij niet beter weet; laat staan dat ik me beledigd voel.
Wat ik duidelijk wil maken is dat de volwassen burger in het westen die een zekere intellectuele rijpheid en relativeringsvermogen heeft ontwikkeld, die als normaal wordt beschouwd, die westerse mens laat zich niet gek maken, maar dat de oosterse mens als onderdeel van een stammencultuur waarin geen individualiteit bestaat, daar nog niet aan toe is.
Maar als een Wilders bewust de islamitische maatschappijen probeert te schofferen is het zijn eigen angstbeeld die hij nog niet overwonnen heeft en hij dus in feite als politiek-psychiatrisch burger kan worden bestempeld. Geen patiënt want dan had hij zijn eigen politieke carrière wel op zijn buik kunnen schrijven. Wat hij doet is allemaal uitgekookte strategie om de onderbuikgevoelens binnen deze samenleving een stem in het parlement te geven.
Meer moeten we er niet van maken. Minder ook niet, want Wilders opereert op het keerpunt van een oud bestel dat sinds de ontzuiling geheel in de war is en ontheemd is zoals wijlen Fortuyn heeft geformuleerd, die niet meer is opgewassen tegen de ratrace die de samenleving is geworden om de concurrentiestrijd mondiaal vol te houden.
We hebben dus te maken met de naweeën van de globalisering: losers tegenover de winners, en de politiek heeft gefaald om allen onder één pak te behouden. Het anti-islamisme van Wilders is niet alleen een gedrocht, maar ook het gevolg van visieloze politiek die geen aantrekkingskracht meer weet te genereren.
Dit politieke bestel wordt over enige – hooguit twee – decennia vervangen door een betere en meer moderne democratie, een soepele directe democratie zonder partijen. Een partijloos land, wat een oplossing voor de cultuur van achterkamertjespolitiek!
Voor de volledigheid wordt hieronder het verdere betoog van de auteur weergeven:
Ze is een klassiek geschoolde analytica en ze behandelt kinderen – vaak jonge kinderen die blijven steken in hun ontwikkeling, driftbuien hebben of bang zijn – door met ze te spelen. Hoe ze zich tegenover haar gedragen, wat ze bij haar oproepen, dat leert haar iets over de dingen die hun dwarszitten. „Onlangs had ik een jongetje dat me begon te meppen”, zegt ze. „Laatst was er een meisje dat met haar handen vol verf bij mijn nieuwe jas stond. Kinderen lachen me uit omdat ik niet zo hoog kan springen als zij. Ze geven me het gevoel dat ik een loser ben. En ik probeer de betekenis daarvan te vinden, te zien waarom ze dat doen. Ik vraag: heb jij dat gevoel zelf ook weleens?” Kinderen, zegt ze, geven jou het gevoel dat ze zelf nog niet kunnen verdragen. Ze besteden het uit. Zij leert ze dat ze er wel aan mogen dénken om een ander te kwellen of te honen, maar dat ze het niet mogen dóén. En ze leert de ouders dat het voor kinderen veilig is om regels te hebben en dat niet alles maar getolereerd wordt.
Het leven, zegt Akke Veerman, bestaat voor iedereen uit veel verlies en iedereen moet leren omgaan met de nare gevoelens die dat oproept, de angst, de hulpeloosheid. Wat doet Wilders volgens haar? „Mensen pesten door hun godsdienst belachelijk te maken, de godsdienst die ze helpt om op de been te blijven en zich minder hulpeloos te voelen in een nieuwe samenleving, en dan te roepen: wat een sukkels dat jullie niet tegen mijn gepest kunnen. Wat een sukkels dat jullie zo’n vreemd geloof hebben en agressief worden van een andere mening.”
Ja, zegt ze, Wilders vertolkt de gevoelens van mensen die ook bang en hulpeloos zijn. En nee, je moet die gevoelens niet ontkennen of zeggen dat ze niet mogen bestaan, want dat is zinloos. Dus wat kan Rutte doen? „Erkennen dat die gevoelens er zijn, maar dat je er niet op moet inspelen door anderen te gaan pesten en te sarren. Het is geen oplossing. Het leidt tot oorlog.”
[Jannetje Koelewijn (j.koelewijn@nrc.nl) schrijft deze week de wisselcolumn met Tom-Jan Meeus.rd.]
https://www.nrc.nl/nieuws/2018/09/03/waarom-mag-wilders-blijven-pesten-a1615074